'Ik luister nooit naar anderen Aïda in gewoel ten onder Rotatiehal maakt het zingen moeilijk Ingeborg Elzevier: triest, treurig en toch geestig Cultuur&Kunst iAAANDAG 26 APRIL 1993 ANNEMIEK RUYCROK.071-161423. PLV -CHEF JAN RUSDAM. 071 - 16M15 Kenny G vertrouwt alleen zijn eigen intuitie RECENSIE MONICA SCHIKS Aïda Weekend, georganiseerd en uitgevoerd door het Gymnasium Haganum o.l.v. Joe Raphael. Gezien: 24/4, Taffeh-zaal, Rijks- nuseum van Oudheden, Leiden. 1.00. Sa (]es In plaats van de jaarlijkse musi cal voerde het Gymnasium Ha- ;anum dit jaar spectaculaire ïoogtepunten uit van Verdi's opera Aïda. Deze opera gaat over de liefde tussen de slavin Aïda en de bevelhebber Rama- die ten strijde trekt tegen buurland. Het verhaal speelt zich af in het oude Egypte; ge noeg uitdaging voor historische verkleedpartijen en grimage. Authentiek decor vormde de Egyptische Taffeh-tempel in het Rijksmuseum van Oudheden cjwaar momenteel de tentoon stelling 'Mummies onder het Mes' is te zien. Werk aan de winkel dus voor de hele school. De belangstel ling was echter zó groot, dat het >dium te klein werd. Daarom isloot men de uitvoering op drie achtereenvolgende dagen te houden zodat uiteindelijk ie dereen één keer, verkleed als Egyptenaar, mee kon zingen of dansen. Het instuderen van de zang solo's, de koor- en orkestpartij en, van de balletten, het beden ken van de choreografie en het maken van een eindeloze hoe veelheid kostuums en van de rimage, deze hele gigantische us was door de school zelf ge organiseerd. Een geweldige prestatie die onder de omstan digheden wel geslaagd ge noemd mag worden, maar die op de argeloze toeschouwer logal eens verwarrend en on overzichtelijk overkwam. Veertig overvolle minuten duurde het spektakel. Het zit tend en staande publiek was nauwelijks van de uitvoerende leraren en leerlingen te onder scheiden. Opzij van de tempel zat het orkest samengedrukt, te gen de wand van de zaal stond het koor dat door enkele hulp- dirigenten in het gareel werd gehouden. Hoog boven ieder een uit torende dirigent Joe Raphael, hevig zwaaiend en zwetend. Indrukwekkend uitgedost zong de Farao zijn partij. De tempelpriesteressen dansten in schitterend gazen gewaden. De triomftocht voerde trompetters en geboeide krijgsgevangenen door de zaal naar het podium, waar een enkele trompet hoor bare verliezen leed. Uit volle borst zongen de koorleden 'Glo ria all' Egitto'. Ondanks het programma boekje met teksten was het in het gewoel niet altijd duidelijk wat er nu precies werd gezon gen, maar gelukkig zorgden de melodieën voor een feest der herkenning. Voor Verdi een sterk punt, voor ons een hou vast in de branding der gebeur tenissen. Door de meeste jazzcritici verguisd, maar door het grote (Amerikaanse) publiek op handen gedragen. Sinds kort ook bekend als favoriete saxofonist van president Bill Clinton, inmiddels tevens zijn penvriend. Bovenal een eenling van de vriendelijkste soort, een pure positivo en daarom in feite een schril contrast met de traditie die wil dat wie aan zijn instrument plus de improviserende mu ziek is verslaafd ook niet meer buiten andere roesmidde len kan. Kenny G is de artiestennaam van dit uit Seattle afkomstige buitenbeentje. LONDEN LOUIS DU MOULIN De G is gewoon een afkorting van Gorelick, maar zou even goed voor 'Goldfinger' kunnen staan. Want elke keer dat de 35- jarige krullebol naar een van zijn vijf Selmers grijpt produ ceert hij goud. Zijn levensver haal lijkt dan ook voorzien een hoog 'van-een-leien-dakje-ge- halte': vanaf zijn ontdekking van de sax op zijn tiende ('tij dens een Ed Sullivanshow') heeft Kenny alleen maar de juis te mensen op de meest geschik te momenten ontmoet en hen telkens overtuigd van zijn bui tengewone talent. Dat algemeen heersende ver moeden, de afgelopen jaren voortdurend gevoed door de miljoenenverkopen van al zijn albums, bestempelt Kenny G zelf als een 'hardnekkig fabel tje'. „Ik speel al 25 jaar saxo foon, maar maak pas een jaar of tien platen, dus reken maar uit. Ik heb me eerst toch echt vanaf de onderste tree van de ladder moeten opwerken, onder meer bij het Ringling Brothers Circus waar ik iedere voorstelling in de strontlucht van de olifanten zat," legt de (ook) voor de ac countant opgeleide superster in zijn Londense hotelkamer nog maar eens uit. Flink ploeteren met de blik op oneindig, dat is volgens hem de ene pijler waarop zijn immense succes is gefundeerd. Het zich niets gelegen laten liggen aan het oordeel van anderen, die ei genzinnigheid zal de andere zijn, aldus Kenny G. „Je moet gewoon een eigen route kiezen en daar niet meer van afwijken. Als je dat maar lang genoeg vol houdt, dan werpt dat op dan duur z'n vruchten af, daar ben ik van overtuigd." „Het klinkt simpel allemaal, maar vlak de praktijk niet uit. Dat harde werken jaar in jaar uit bijvoorbeeld, daartoe zijn maar weinig mensen bereid. En risico's nemen door tegen aller lei gangbare meningen in te gaan is ook niet bepaald popu lair. Ik had natuurlijk ook best de gemakkelijkste weg kunnen nemen door standard songs te blijven spelen, in clubs met een eigen combo, levert altijd een belegde boterham op. In plaats daarvan ben ik dingen gaan doen waarvan niemand durfde te bevroeden dat ze zouden aanslaan." Jazz Bedoeld zijn vooral zijn onor thodoxe muzikale opvattingen, bejubeld als geniaal, maareven- zeer gekleineerd als een slimme formule voor muzikaal behang. Is Kenny G in al zijn lichtvoetig heid en zoetigheid nou wel of geen jazz? Op die vraag zullen de geleerden wellicht nooit een afdoend antwoord vinden, weet ook de bron van de chronische discussie himself. „Het is maar wat je onder jazz verstaat. Als je vindt dat die muziek moet aan sluiten bij de erfenis van groot heden als Charlie Parker, John Coltrane en Sonny Rollins, zeg maar meer op de lijn gaat zitten van Wynton en Branford Mar- salis, dan zul je mij hoogstwaar schijnlijk niet tot de jazz reke nen. Hou je er ruimere visie op na, denk je meer aan de con stante ontwikkeling van het ge- improviseerde geluid, dan maak ik veel meer kans. Want laten we wel wezen, toen Charlie Par ker en de zijnen zich melden werden ze ook niet meteen als jazz-vertegenwoordigers gezien, omdat ze zover afstonden van het algemeen geaccepteerde, de dixieland. Met mij is het, denk ik net zo. Ik ben ook 'een vol gende fase die niet was voor zien'." De oorzaak? Kenny G is nooit uitgegaan van de geschiedenis, maar heeft altijd uitsluitend zijn intuitie gevolgd. In die persoon- DEN HAAG» ANP In het Mauritshuis in Den Haag zijn gistermiddag drie schilde rijen van Hollandse 17de eeuw- se schilders beschadigd. Vol gens directeur drs. F.J. Duparc zijn er moedwillig krassen op aangebracht met een scherp Boekenmarkt Feestelijk kostuumstuk bij Mimicri groeit licht AMSTERDAM ANP In 1992 zijn bijna 28 miljoen al gemene boeken verkocht, 350.000 minder dan in 1991 en ruim 1 miljoen meer dan in de jaren 1988, 1989 en 1990. De ge middelde prijs voor een boek bedroeg in 1992 ruim 23 gul den, 3% meer dan 1991. De be langstelling voor fictie bleef in 1992 groot. Ook bij kinderboe ken en literatuur lag de omzet in 1992 op hoog niveau. De om zet bij de non-fictie bleef nage noeg stabiel. In de sector 'vrije tijd, hobby, doe-het-zelf nam de omzet met 21% toe. RECENSIE WIJNAND ZEILSTRA 'De Heer van Pourceaugnac' van Molière door de Wasse- naarse toneelvereniging Mimi cri. Regie: Johan Boer. Spel: Jur- rie Drent, Annelies van Polanen, Wim van Polanen, Joop Vernout e.a. Gezien: 25/4, Theater Wa- renar, Wassenaar. Dat Mimicri, de Wassenaarse amateurtoneelvereniging, feest viert, lijdt geen twijfel. Het 15- jarig bestaan geeft aanleiding voor een groot opgezette pro- duktie met medewerking van het Voorschotens Barok Ensem ble en leden van het Alma Ma ter Koor Leiden. Decor en kos tuums zijn pronkstukjes, want een - althans in ons land - vrij onbekend stuk als 'De Heer van Pourceaugnac' moet het heb ben van de luisterrijke franje. Op de vormgeving van het spektakel kan Mimicri trots zijn. En dat men dat inderdaad ook wel een beetje is, straalt van de voorstelling af. Het verhaal zit zeer overzich telijk in elkaar. De oude heer Oronte heeft zijn dochter aan de heer van Pourceaugnac uit gehuwelijkt. Dochterlief ziet meer in een zekere Eraste. Diens knecht schiet te hulp, en zowel pa als die ongewenste huwelijkskandidaat krijgen het hard te verduren. Molière schreef het stuk voor een feestje van de Franse koning op 6 okto ber 1669. Bijna 325 jaar later biedt 'De Heer van Pourceaug nac' volop speelplezier voor Mi micri. Merkwaardig genoeg is de tekstbehandeling van het to neelspel de zwakke schakel in het geheel, ook al is dit groten deels een kwestie van smaak. Een beetje commedia dell'arte- overdrijving is wel op zijn plaats. Mimicri kiest bewust RECENSIE WILFRED SIMONS La Vostra Veu en het Kamerkoor Oegst- geest o.l.v. Rob Koolemans Beijnen. M.m.v. het Leiden Sinfonietta. Program ma: Choralen van J S. Bach uit de Matt- haus- en Johannes Passion en uit het Weihnachtsoratorium; Ave Verum Corpus Toen de rotatiehal van het Leidsch Dagblad werd ontwor pen, hielden de architekten na tuurlijk geen rekening met akoestiek. Waarom zouden ze? De hal is dan ook een opmerke lijke en gedurfde lokatie voor een concert. Met al die kale mu ren en plafonds zal het wel gaan galmen, was de verwachting. Maar het tegenovergestelde bleek waar; de akoestiek in de hal is buitengewoon stroef en droog. Er zit geen sprankje hel derheid in. Alle klanken komen dof en vervormd naar de luiste raar toe. Het publiek, dat in zeer groten getale was toege stroomd, maakte de klank nog doffer. De leden van La Vostra Veu bewezen gistermiddag vanaf de eerste tot de laatste noot dat het een grote liefde voor muziek koestert en graag, alert en met grote inzet zingt. Op zich zou dit genoeg moeten zijn voor een middag muzikaal plezier. Maar ik moet toch streng zijn: het en thousiasme van het koor staat in geen verhouding tot zijn vaardigheden. De zang is schools, mist dynamiek en de teksten zijn zo goed als onver staanbaar. Dat lag niet alleen aan de akoestiek. De zinsnede 'Et in terra' in Vivaldi's Gloria bijvoorbeeld moet klinken zoals het er staat en niet als 'Eeeeh... tfen-terra.' Toch kwam het koor juist in het Gloria, dat na de pauze ge zongen werd, nog het best uit de verf. Met de steun van de ge schoolde stemmen van het Ka merkoor Oegstgeest werd de weerstand van de rotatiehal overwonnen en kwam er zo waar enige transparantie in de koorklank. Tot dan toe waren de tenoren nauwelijks hoorbaar geweest. Als de alten de melodie hadden, waren de sopranen niet te horen en omgekeerd was dat ook het geval. Een speciale vermelding ver dienen de beide solisten. Zij maakten grote indruk met een preciese en heldere voordracht. Iedere nopt was op zijn plaats; ze zongen ingetogen, warm en vol gevoel. Ook een anonieme klarinettist van het Leiden Sin fonietta, die met zijn spel de zangeressen afwisselde, ver dient lof voor zijn zelfverzeker de en overtuigende soli. Kenny G: „Miles wilde met al dat oude repertoire niets meer te maken hebben. Dus v dan nog doorheen worstelen." lijke filosofie is hij nog eens ge sterkt door de koers van Miles Davis in de herfst van diens loopbaan. „Miles weigerde om nog achterom te kijken, wilde luister vrijwel nooit naar ande met al dat oude repertoire niets ren. Ik ben veel te bang dat ik meer te maken hebben. Dus dan ook ga proberen ze te imi- waarom zou ik er me er dan nog teren of dat ik mijn zelfvertrou- doorheen moeten worstelen als wen kwijtraak. En geloof in ei- ik zelf zoveel ideeën heb? Ik gen kunnen, dat is toch mijn kracht!'1 Schilderijen Mauritshuis beschadigd voorwerp. Van de dader die on gestoord zijn gang kon gaan, ontbreekt elk spoor. De restau ratie van de werken zal zeker enkele duizenden guldens kos ten en maanden in beslag ne men. De schilderijen kunnen in het eigen atelier van het Mau ritshuis worden hersteld. voor een zeer nadrukkelijke toonzetting. Vooral Jurrie Drent, als Sganerelle, maakt zich daar 'schuldig' aan Beweeglijk en alert intrigeert hij er lustig op los. Zo hoort dat. Jammer is dat hij daarbij el-ke let-ter-greep met stemverheffing en lang-ge- rek-te klinkers accentueert. Moet dat nou echt? Het is zeer de vraag of je op deze manier Commedia dell'ar- te op het podium van een to neelzaal moet brengen. Mimicri vindt kennelijk van wel, en het gaat niet aan hun Ideurrijk vormgegeven verjaarsfeestje te bederven. Tweede lustrum Leidse Uitdag De Leidse Uitdag beleeft dit jaar zijn tiende lustrum. Op 11 sep tember wordt dit evenement, dat aandacht besteedt aan het totale culturele leven in deze re gio, in de Pieterskerk gehouden. De inschrijving voor deze tiende Uitdag sluit binnenkort. Tal van verenigingen hebben zich reeds aangemeld. Wie nog een plaats je vvU veroveren moet direct re ageren bij de Werkgroep leidse Uitdag, Kloksteeg 16, 2311 SL Leiden, telefonische inlichtin gen bij Peter van der Voort. 071 - 414369. Pauline van Rhenen, Ingeborg Elsevier en Carol van herwijnen in 'Een doos vol kruimles'. foto jan swinkels RECENSIE WUNAND ZEILSTRA 'Een doos vol kruimels' ('The Gingerbread Lady') van Neil Simon Regie: Gees Linne- bank Spel Carol van Herwijnen. Ingeborg Elzevier. Pauline van Rhenen, Birgitta Vr- eenegoor, Lucas Dietens en Mark Sim- monds Gezien: 24/4. schouwburg Lei- Naar men zegt, is niets zo moei lijk als geloofwaardig spelen dat je dronken bent zonder onuit staanbaar vervelend te worden. In 'Een doos vol kruimels' van Neil Simon is dat eens te meer van belang, omdat alles in het stuk gericht is op die ene scène waarin de zaak toch weer uit de hand loopt. Dat maakt het dus nog eens extra lastig. Deze esca latie van het drankprobleem komt bovendien allerminst on verwacht. Na een kwartier heb je al door dat deze eenzame ex- nachtclubzangeres, nog maar net teruggekeerd uit de ontwen ningskliniek. spoedig naar de fles zal grijpen. Een geweldig stuk kun je dit werk dan ook zeker niet noe men. Toch reikt de buitenge woon succesvolle Neil Simon een goede blijspelactrice uitda gend materiaal aan. En het is Ingeborg Elzevier wel toever trouwd om daar iets van te ma ken. Zij roept een sfeer van ver lepte grandeur op. Met haar rauwe stem kan ze verbitterd, ingetogen kwetsbaar en vooral ook vaak grofgebekt hard voor de dag komen. Het is een aan trekkelijke combinatie van triest, treurig en desalniettemin toch geestig. Steun van haar ex-minnaar krijgt ze niet; hooguit een stevig blauw oog die de verloedering completeert. Steun van haar kennissen evenmin, want die hebben hun eigen sores. Terwijl zij naar de literflessen sterke drank grijpt, neemt haar vrien din haar toevlucht tot de kleine flesjes mei cosmetic a produk- ten in een vergeefse strijd tegen het ouder worden. En haar vriend treurt om zijn mislukte acteurscarrière. Hij doet welis waar wat hij kan. Maar. zoals hij zelf zegt, de combinatie van een nymfomane alcoholiste en een nicht kan niet echt wat worden. Carol van Herwijnen maakt daar met tussenpozen een prachtige act van. Zelfs de hys terische rimpelangst blijft door het spel van Pauline van Rhe nen leuk. Zouden deze onder steunende rollen minder over tuigend zijn ingevuld, dan zou het stuk heel wat aan kracht verliezen. Alleen Birgitta Vreencgoor heeft een onmogelijke taak. Zij speelt de dochter van de hoofd persoon. Haar een en al onge rept optimisme botst met net mid life getob van de rest. Ei genlijk slaat ze er zich nog be hoorlijk door heen, al zal geen mens geloven dat een meid van zeventien zo'n ongecompli ceerd toegewijd engeltje is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 13