'Als de oorlog stopt, is er zoveel haat gezaaid...' Geld weerhoudt tienerhoeren van andere carrière Feiten &Meningen Brazilianen kunnen in referendum zelfs voor een monarchie kiezen MAANDAG 19 APRIL 1993 2 de voorste linie. Aan het eind van een omhooglopend veldje zitten vier mannen in de loop graven. Dzevad, Hasib, Hazim en Nihad heten ze. Moeizaam bewegen ze zich nu al zes maanden door de zuigende geelbruine modder. Eén mo ment van onoplettendheid kan fataal zijn: Servische sluipschut ters tweehonderd meter verder op, schieten op alles dat boven de loopgraaf uitsteekt. We vragen hen wat ze vinden van Margaret Thatchers uit spraak over het opheffen van het wapenembargo, zodat de Bosnische strijdkrachten zich beter kunnen bewapenen. „Als wij betere wapens zouden heb ben, dan zou er hier geen chet- nik meer komen", zegt er een. Maar erg optimistisch zijn deze besmeurde jongens niet. „Als de oorlog stopt, is er zoveel haat gezaaid, dat anderen haar weer zullen voortzetten. Terug in Gradacac bezoeken we een van de zes Serviërs die be horen tot de Bosnische eenheid die de stad verdedigt. Zijn naam is Ranko Milicic. Nooit had Milicic er zo bewust bij stilge staan dat hij een etnische Ser viër was, totdat de oorlog en het overal opflakkerende nationalis me hem dwongen te kiezen: blijf ik, of vlucht ik naar Servië, zoals de meeste Serviërs om hem heen. Hij herinnert zich dat hij enkele dagen voor de oorlog thuis was met zijn moeder en zijn broer. „Er waren in Gradacac nog maar weinig Serviërs overgeble ven en we vroegen ons af wat we moesten doen. Het was een heel erg moeilijk moment, maar ik heb toen besloten: ik blijf. Ik had teveel vrienden hier die ik niet de rug toe wilde keren." Milicic voelt dat hij beloond wordt voor dit besluit. „De mos lims en Kroaten hier hebben meer respect voor me gekre gen." En hem is gelukkig de keus bespaard gebleven of hij zou moeten schieten op Ser viërs aan de andere kant van het front. Milicic kreeg een lo gistieke functie in het Bosnische leger.Als ik hier zou vechten, dan zou ik mijn eigen mensen aan de overkant doden. En als ik met het Servische leger mee zou strijden, dan zou ik ook weer vrienden doden." Aan het noordelijk front in Bosnië heerst een breekba re wapenstilstand. Er wordt minder geschoten dan en kele weken geleden. De etnische tegenstellingen zijn hier het scherpst voelbaar en mensen worden gedwon gen te kiezen voor een van de partijen. Zoals altijd zijn er helden en angsthazen. Een bericht uit de frontlinie. SVETIICA/GRADACAC. MAURICE WILBRINK „Kijk, zegt de Bosnische soldaat en hij wijst. „Dat is Doboj. En daar, beneden ons, ligt de brug, met de eerste Servische wegver sperring. Vroeger passeerde ik iedere dag die brug. Nu zouden ze me daar vermoorden." We staan aan het noordelijk front in Bosnië-Hercegovina. Dit is het dorp Svetlica, los staande huisjes die wat ver spreid tegen een heuvel zijn ge plakt. Er wonen moslims, Ser viërs en Kroaten, niets bijzon ders. Svetlica heeft echter nooit willen kiezen. Het is een be woond niemandsland, waar Bosnische en Servische solda ten elkaar in de gaten houden. Beneden, als je het lange kiezel pad bent afgedaald, wonen de Serviërs. We spreken een man aan met een gehechte wond aan zijn oor. Hij is Serviër en wil niet praten. Een paar minuten later ontdooit hij enigszins. We worden in een schuurtje uitge nodigd, waar nog enkele Ser viërs zitten. Drie gewapende Bosnische soldaten kijken toe. Een oudere Serviër, die gerookt spek met ui en brood zit te eten, begint te schreeuwen. „Waarom bemoeien jullie je met ons? Mag Servië niet sterk zijn in eigen land? Jullie uit het Westen zijn wormen, die hier de oorlog op stoken." De man met het ge kwetste oor ontkent dat hij vecht in dienst van het Servi sche leger aan de overkant van de rivier. Hij kijkt naar een van de Bosnische soldaten. „Ik ken hem, waarom zou ik op hem schieten? Dan schiet hij terug en verbrandt hij mijn huis." Er verschijnt een lokale Servische commandant met een wapen over de schouder. Hij is al even nors en knorrig als de andere Serviërs. Hij wil alleen praten als we toestemming halen in Doboj maar hij weet dat we voor geen goud de rivier over steken. We vragen aan een van de Bosnische soldaten een mos lim met een Servische vrouw of het in deze oorlogstijd niet heel erg moeilijk is juist in dit dorp te leven. Hij nodigt ons uit bij hem thuis, want voor zo'n vraag moet je de tijd nemen. In zijn eetkeukentje ruikt het naar bonensoep en versgebakken brood. En terwijl we drinken en eten, vult de ruimte zich met al die bizarre, onbegrijpelijke ver halen waaraan deze oorlog zo rijk is. „We schieten niet op onze Ser vische buren, want dan begint hier in het dorp de oorlog. Maar de Serviërs die jullie net spra ken, die liegen. Ze steken de brug over en vechten met het Servische leger mee, aan een ander front." De waarheid over het oor komt nu ook naar bo ven. „Dat hebben de Servische militairen gedaan bij hun ver sperring aan het begin van de brug. Die man brengt voor grof geld moslims in veiligheid die sinds het begin van de oorlog in Doboj zitten. Hij smokkelt hen de stad uit, naar deze kant. Bij het Servische checkpoint is hij pas geleden aangehouden en toen hij weigerde dat geld te de len met de militairen daar, heb ben ze hem geslagen." De vrouw des huizes vertelt dat een vriendin van haar in Doboj werd verkracht door een Servi sche soldaat en dat ze nu een kind heeft gebaard. Zonder tijd te krijgen om de betekenis hier van tot ons te laten doordrin gen, komt het volgende verhaal. Over de chetnik-commandant, die een moslimvrouw dwong te kiezen welke van haar drie klei ne kinderen hij in de rivier zou gooien. Een dag later bezoeken we op nieuw het noordelijke front. Het doel is nu Gradacac, een stad die door de Servische eenheden aan drie kanten is ingesloten. Gradacac is een puinhoop, na elf maanden oorlog. Maar on danks de duizenden granaten die de Serviërs afvuurden, heeft het Bosnische leger stand kun nen houden. Gradacac is .van groot strate Bosnisch-Servische soldaten komen tussen de gevechten door even tot rust. foto reuter gisch belang. Als de Serviërs de stad in konden nemen, dan zouden ze hun corridor naar het westen kunnen verbreden. Die doorgang hebben ze nodig om veroverde gebieden te be voorraden. Het verlies ervan zou een enorme tegenslag zijn in het plan een Groot-Servië te realiseren. Bosnische militairen ontvangen hun gasten in wat ooit een kap salon was. Er hangt nog een droogkap en er staat een over vloed aan spiegels. Voor de deur en de ruiten zijn dikke planken schuin tegen de muur gezet. Ze houden een inslaande granaat niet echt tegen, maar zorgen er voor dat de ontploffing niet bin nen in het huis plaatsvindt. De eenheid die Gradacac verde digt, voert zowel het rood-wit geblokte Kroatische embleem als het blauwe Bosnische met de zes Franse lelies. De plaats vervangend commandant zegt dat er een breekbaar bestand is tussen de strijdende partijen. Toch horen we voortdurend ge weerschoten en het doffe knal len van zware wapens. De plaatsvervangend commandant lacht en maakt een wegwerpge baar. „Dat is niets vergeleken met enkele weken geleden." Nu er minder wordt geschoten, beginnen sommige inwoners van Gradacac terug te keren naar hun huizen. Het Bosnische leger is daar niet blij mee, maar houdt hen ook niet tegen. „De mensen mogen hier zitten op eigen risico. Ze weten dat de chetniks op elk moment weer kunnen toeslaan met hun ka nonnen en tanks." Op 700 meter van het front ko men we twee mannen tegen in burgerkledij. Ze wonen hier, be vestigen ze. „We leven in de kel der sinds de strijd begon in mei 1992." Hun vrouwen en kinde ren hebben ze elf maanden ge leden naar veiliger oorden ge bracht. Waarom zijn ze nooit weggegaan? „Dit zijn onze hui zen. Hier voor ons ligt ons land. Dat willen wij niet kwijt." donker. Elektriciteit betrekken ze van een grote accu. Om de tijd te doden, zijn ze de laatste weken begonnen zaden te laten ontkiemen om later in het sei zoen tomaten, paprika's, auber gines, aardappelen en uien te kunnen oogsten. Te voet leggen we de laatste paar honderd meter af, nage staard door twee gipsen tuinka bouters die de oorlog zonder een schrammetje zijn doorge komen. Onze gids Seat 'Lied je' is zijn bijnaam loodst ons over velden met paardebloe men en dwars door kleine prui- menboomgaarden. In dekking achter een huis staan enkele Bosnische militairen, die ons de Servische stellingen wijzen. Hier zijn het geen buren die een 'wankele, gewapende vrede pro beren te handhaven, zoals in Svetlica. Maar ook aan dit front ontmoeten de soldaten van bei de kanten elkaar en krijgt de oorlog voor eventjes iets men selijks. „We roepen naar elkaar dat we niet zullen schieten en spreken af op een plek in het niemandsland. En dan ruilen we sigaretten. Sommige chet niks zeggen dat ze ziek zijn van deze oorlog. Ze komen vaak van heel ver weg en hebben hun fa milie lang niet meer gezien. Ze zeggen dat ze gedwongen wor den om hier te vechten." We verlaten hen, op yveg naar De afgezette Braziliaanse president Collor de Mello voor een portret van keizer Dom Pedro I. foto afp a deze bestuursvorm op het stembiljet SAO PAULO STAN LI Eerst stuurden ze de generaals weg en kozen ze een burgerpresident. Nu, vier maanden nadat president Femando Collor de Mello werd afgezet wegens corruptie, moeten de Brazilianen in een referendum uitmaken of ze niet beter af zijn met een premier, of zelfs met een koning. Woensdag wordt een landelijk referendum ge houden over de vraag of het grootste land van La- tijns-Amerika zijn regering moet veranderen. Bij na 100 miljoen kiesgerechtigden kunnen een keus maken uit drie opties: een parlementaire monarchie naar het voorbeeld van Groot-Brittan- nië, een parlementaire republiek als in Italië, of het huidige systeem, een presidentiële republiek als in de Verenigde Staten. Uit opiniepeilingen blijkt dat er grote steun be staat voor het presidentiële systeem. Maar ook voorstanders van dit systeem vinden dat de grote macht van de president moet worden beperkt, bijvoorbeeld door de benoeming van ministers afhankelijk te maken van goedkeuring door de Senaat. Als er echter voor een verandering wordt gekozen, dan wordt het nieuwe regeersysteem in januari 1995 van kracht. Het idee van een volksraadpleging werd in 1988 geopperd toen parlementariërs die een nieuwe grondwet opstelden het niet eens konden worden over een nieuwe regeringsvorm. Ze regelden de kwestie tijdelijk door vast te leggen dat binnen vijf 54-jarige Luiz Gastao de Orleans e Braganca, jaar een referendum over de zaak zou worden ge- achter-achterkleinzoon van Dom Pedro, maakt houden. Over een monarchie werd indertijd niet waarschijnlijk geen kans wegens zijn lidmaat- gesproken, maar een kleine groep monarchisten schap van een ultrarechtse organisatie. te krijgen. In dagelijks uitgezonden televisiespots stellen aanhangers van het presidentiële systeem dat het volk, en niet enkele parlementsleden, moet bepa len wie het land gaat leiden. Ze zeggen dat het parlementaire stelsel tot een chaos en vele rege ringswisselingen zal leiden. Parlementsleden noe men het parlementaire systeem de oplossing voor problemen als corruptie, inflatie en werkloosheid. Ze zeggen dat alleen een eerste minister voor de economische en politieke stabiliteit kan zorgen die het land nodig heeft. Monarchisten op hun beurt wijzen op het succes van de monarchie in landen als Zweden, Japan, Spanje en België. De monarchie zou niet nieuw zijn voor Brazilië. Het land had een keizer tot 1889. In dat jaar werd Dom Pedro II afgezet en riep het leger de republiek uit. Er zijn drie nazaten van Dom Pedro die waar schijnlijk aanspraak zullen maken op het koning schap. „Een koning zorgt voor grotere stabiliteit in een parlementair systeem, omdat hij niet tot een politieke partij behoort, noch onder druk kan worden gezet door economische groepen zegt de grootste kanshebber op de troon, de 38-jarige Joao Henrique de Orleans e Braganca, een ach terkleinzoon van Dom Pedro. Joao Henriques neef, Pedro Gastao de Orleans e Braganca, zal met zijn 80 jaér waarschijnlijk te oud worden gevonden voor het koningschap. De In Filipijnen naar schatting zestigduizend jongeren in prostitutie LIZA VELAZQUEZ De rolschaatsbaan in hartje Manila is de plaats waar veel jongeren samenkomen voor een onbekommerd avondje uit. Maar tot voor kort kwamen sommige tieners hier niet voor hun lol. Ze kwamen om een handvol dollars te verdienen met het verlenen van seksuele diensten. In de Filipijnen zijn volgens een schatting zestigduizend jongeren onder de achttien in de prostitutie verzeild geraakt. Sommigen van hen zijn niet ouder dan zes. Die kinderen worden door syndicaten aan buitenlandse pedofielen 'ver kocht' voor seks of om porno grafisch materiaal te schieten. Burgemeester Alfredo Lim van Manila besloot onlangs de rol schaatsbaan te schonen van kinderprostitutie (m/v). Het was een van zijn niet aflatende pogingen om de stad van haar ranzige imago af te helpen. Maar volgens welzijnswerkers helpen dergelijke maatregelen niets: de jongeren van de rol schaatsbaan zijn simpelweg verhuisd naar de bloeiende buitenwijk Quezon City, waar niemand hun een strobreed in de weg legt. Voor de jonge hoeren beteke nen een paar lucratieve avon den dat ze eten kunnen kopen en weer een maand de huur kunnen betalen. Maar zo'n avond kan ook slecht aflopen, met alle gevolgen van dien. „Soms verdwijnen vrienden van ons opeens", zegt de 17-ja- rige Oscar. „We komen er nooit achter wat er precies is gebeurd." Vorig jaar tekende de toenma lige president Corazon Aquino een kinderbeschermingswet, maar zoals bij zo veel Filipijnse wetten ontbreekt het aan con crete richtlijnen en is de hand having al helemaal dubieus. Bij arrestaties worden kinderpros- tituées gelijk behandeld ais hun oudere collega's. Kinder- Jonge prostituées in afwachting van klanten. handel is in de meeste Aziati sche landen, waar toeristen misbruik maken van de ar moede van de lokale bevolking, een groot sociaal probleem. Veel toeristen hebben een voorkeur voor kinderen, omdat die AIDS-vrij zouden zijn. Ecpat een internationaal sa menwerkingsverband tussen kinderbeschermings- en ont wikkelingsorganisaties schrijft de explosieve toename van de kinderprostitutie in de Filipijnen toe aan het toeris- mebeleid dat het land sinds de jaren zeventig heeft gevoerd. Het verschijnsel kon boven dien zo'n ongecontroleerde hoge vlucht nemen door de wijdverspreide armoede en de massa-evacuatie van de platte landsbevolking na diverse na tuurrampen, zoals de uitbar sting van de vulkaan Pinatubo. Wanneer de tieners eenmaal tot 'het wereldje' zijn veroor deeld, komen ze in een draai molen terecht van seks en drugs. De gevolgen kunnen ze niet overzien. Zo moest de 16- jarige Queenie een abortus on dergaan, waardoor ze totaal is vervreemd van haar familie. „Ik hoop dat iemand ons kan accepteren zoals we zijn", ver zucht ze. De tieners proberen zich te organiseren, met een oudere prostituée als pooier, en bakenen vervolgens hun werkgebied af. Het is bittere noodzaak zich te organiseren, want anders worden ze makke lijk het slachtoffer van geweld dadige klanten of politie-agen- ten die gratis seks proberen af te dwingen. Als ze in de gevan genis zitten, moeten ze soms hun diensten of hun geld aan bieden om weer vrij te komen. Veel organisaties stellen de foto reuter jonathan drake jongeren in staat zich geregeld medisch te laten onderzoeken en informeren hen over ge slachtsziekten en voorbehoed middelen. Ook proberen die organisaties de kinderen ervan te overtuigen uit 'het leven' te stappen. Maar dat kost veel overtuigingskracht aangezien de tieners vaak vijf keer zoveel verdienen als het minimum loon. „Het is moeilijk om die kinderen weer op het rechte pad te krijgen als ze gewend zijn zo veel geld te verdienen", zegt welzijnswerkster Sally Hernandez.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2