Mtolo jaagt op wereldrecord Roy Heiner keert terug naar de basis Sport ,j if chtergrond I ZATERDAG 17 APRIL 1993 CHEF AD VAN KAAM. PIV -CHEF RO0 ONDERWATER. 01 -16144b De Zuidafrikaan Willie Mtolo won vorig jaar niet alleen de marathon van Enschede, maar ook die van New York. En vooral op grond van die laatste triomf is hij dé grote kanshebber voor de zege In de 13e Rotterdam Marathon van morgen. Mtolo wordt op het snelle parcours in de Maasstad zelfs In staat geacht het wereldrecord van Belayneh Densimo (2.06.50) te verbeteren. JOHANNESBURG GPO De voorbereiding van Willie Mtolo op de marathon van New York was waarschijnlijk even opzienbarend ais zijn overwin ning. Hij was de ochtend van de race vrij vroeg wakker geworden en had honger. Hij vroeg zijn vriendin putu te koken, een tra ditionele maispap. Koken in de hotelkamer was uitdrukkelijk verboden, maar een sportman vlak voor een grote wedstrijd en met een reuzetrek heeft niet al tijd een boodschap aan een ho telreglement. Zijn vriendin zette Willies lievelingskost op het speciaal meegebrachte kook- plaatje. De putu stond nog niet te pruttelen, of het brandalarm ging af... Zuid-Afrika's sportman van het jaar is, het moge duidelijk zijn, een fenomeen. Hij is vrien delijk, toegankelijk, en goed lachs. Elke vedette-neiging is hem vreemd. Hij is een natuur talent dat niet computerge stuurd wordt, geen medische staf heeft die constant de vinger aan de pols houdt en hem gea vanceerde diëten voorschrijft. Hij neemt op tijd zijn rust en eet wat de pot schaft; alleen op de dag van de wedstrijd ver mijdt hij rood vlees en vet. Hij heeft geen sponsor en zelfs geen trainer. Toch behoort hij tot de absolute wereldtop op de mara thon en wordt hij in staat geacht in Rotterdam het wereldrecord van Belayneh Densimo (2.06.50) te bena deren en zelfs te verbeteren. Levensverhaal Zijn levensverhaal lijkt op dat van miljoenen anderen in de Zuidafrikaanse pro vincie Natal, waar hij op 5 mei 1964 in Underberg is geboren. Zijn vader werkte voor een blanke veeboer, die zijn personeel voornamelijk in mais uitbetaalde. Het vier jongens en vijf meisjes tellende gezin Mtolo was vergeleken bij zijn meeste buren niet slecht af. Ze waren arm, maar leden geen honger. Ze hadden koeien en zelfs een race-paard. De kinde ren gingen ook naar school. Zo leerde hij ook hardlopen: elke dag 16 kilometer heen en 16 te rug. Vaak barrevoets, ook in de winter, want geld voor een fiets was er niet. In 1979 verhuisde Mtolo naar Durban, de miljoenenstad in Natal, waar hij bij zijn zuster ging wonen om zijn school af te maken. Het was een stap die zijn leven ingrijpend zou veran deren. Hij ging op school mee doen aan wedstrijden. De 1500 en 5000 meter. Hij won ze meestal. Toch zou het ondanks deze prille triomfen nog vier jaar duren, voordat hij serieus, in clubverband, begon aan wat een opzienbarende loopbaan zou worden. Het tekent het kaliber van zijn talent, dat 1984 gelijk het jaar van zijn doorbraak werd. De eerste wedstrijd die hij als lid van de Hillcrest Villa- ge-club liep - een tijdrace over acht kilometer - werd door hem op oude squash- schoenen als tweede afge sloten. De volgende wed strijd werd door hem benut om het clubrecord met ruim 30 se conden te breken. Lappenmand In '84 liep Mtolo ook zijn eerste marathon; hij werd tweede. Hij liep echter nog veel meer wed strijden, omdat zijn club hem dat graag zag doen. Teveel, bleek een jaar later. Dat seizoen bracht hij voornamelijk in de lappenmand door. Mtolo leerde echter wel van dat eerste jaar. Hij besloot zich niet meer over de kop te laten jagen. En: hij ging zonder trainer verder. Nam alle vakliteratuur door en nam over wat hem beviel. Zo werkt hij nog steeds. Mtolo slaapt doorgaans veel en eet als een wolf. Het bleek, ondanks de scepsis van 'ken ners', het recept voor het win nen van 'New York', dat de ge lukkige finale was van wat een rampjaar dreigde te worden. Zijn vader werd ziek en over leed. daarbij plaatste hij zich door een griepaanval niet voor Barcelona. De prestatie maakte Mtolo tot Zuid-Afrika's sportman van het jaar. Maar zijn prijs moest hij in New York laten staan. Toen hij de Mercedes 190 naar Zuid- Afrika wilde brengen, legde de douane hem een invoerheffing van 120 procent op. Bemidde ling door zijn manager haalde niets uit: de auto bleef in de VS. De Vries heeft hem uiteindelijk verkocht vooor 45.000 dollar, waarvan er na aftrek van alle commissie 19.000 overbleven (zo'n 35.000 gulden). De cheque heeft Zuid-Afrika no'g steeds niet bereikt- De affaire liet een wrange na smaak achter. De vraag of een blanke sportheld even onver biddelijk zou zijn behandeld, zal wel nooit worden beant woord, maar Mtolo's ongenoe gen is nog altijd voelbaar. Hoe dan ook, de blanke pers lijkt zijn prestaties in ieder geval niet naar waarde te kunnen schatten. De Sunday Times vond het veel belangrijker zijn chef van de sportredactie in het zonnetje te zetten, die tot sport verslaggever van het jaar was gekozen. De man had geen wedstrijd van het Zuidafrikaan se cricketteam overgeslagen. Mtolo was, zo lazen de lezers van de Times, sportman van het Willie Mtolo doet alles alleen. Ook trainen. foto cpd jaar geworden, omdat hij de spelling, maar verzekert dat hij dood van zijn vader als oudste marathon van Berlijn had ge- in topvorm is. In Rotterdam zoon verantwoordelijk voor de wonnen... toucheert hij een riant startgeld familie en zijn inkomsten zijn Rotterdam beheerst nu elke en dat speelt bij het selecteren hard nodig. Hij wil mede daar- trainingspas die hij zet. Hij van zijn wedstrijden tegenwoor- om op zijn minst tot zijn 36ste waagt zich niet aan een voor- dig een grote rol. Hij is sinds de blijven doorgaan. Zeiler Roy Heiner barst nog van de ambities. Deelname aan de America's Cup is zijn uiteindelijke doel. Roy Heiner is teruggekeerd naar de basis. In 1988 maakte de Koudekerkse zeiler op het olympische platform van Seoul furore in de Finnjollen-klasse. Zijn volgende uitstapje naar de Soling verliep echter minder voorspoedig. Na de olympische kater van Barcelona (slechts achttiende) wist Heiner niet hoe snel hij zijn toevlucht weer moest nemen tot zijn oude liefde, de Finn, waarmee hij morgen in het j ranse Hyères op internationaal niveau zijn rentree maakt. TIM BROUWER DE KONING In zijn pittoreske woninkje in Koudekerk legt Heiner uit waar om hij de afgelopen jaren zo nodig Soling moest zeilen. „Ooit wil ik varen om de Ameri ca's Cup. De daarvoor benodig de punten kan ik niet in de Finn (een eenmansboot, red.) verza melen. In de Soling lukte mij dat wél, al heb ik nu niets meer aan die punten. Bovendien stel den we op de Spelen in Barcelo na teleur. Achteraf moet ik toe geven dat ik een taxatiefout heb gemaakt." Na een uitvoerige evaluatie hakte Heiner de knoop vorig jaar door: hij kroop weer in de Finnjollen. „In de aanloop naar de OhiTipisrhe Spelen heb ik wel vijf bemanningsleden ver vangen. Nu vond ik dat ik mij zelf maar eens moest wisselen. In de Soling moest ik in de eer ste plaats leiding geven aan het team. Op die manier kon ik on voldoende invoed uitoefenen op het resultaat. Bovendien be stonden er motivatie-verschil len onder de bemanningsleden. Door alle personele wisselingen kwamen we ook niet op tijd achter de werkelijke oorzaak van onze matige prestaties. Dat bleek uiteindelijk het materiaal te zijn, waardoor we met licht weer te langzaam waren. Daar aan hadden we niet genoeg ge daan." Ook financiële overwegingen noopten Heiner tot een andere aanpak. „Een goede Soling kost al gauw 70.000 gulden. Daar naast draaide ik op voor onkos ten van de bemanningsleden. Ik probeer mij nu op een andere manier te kwalificeren voor de America's Cup. Met een buiten landse bemanning neem ik deel aan een serie matchraces (boot tegen boot, red.). Dankzij spon sor Continental Airlines kunnen we overal gratis naartoe vliegen. Het circuit telt wereldwijd twaalf wedstrijden per jaar. Alle deelnemers beschikken over hetzelfde materiaal. „De tijd die ik overhoud, be steed ik aan de Finnjollen. De Olympische Spelen, waaraan ik nog één keer wil deelnemen, staan daarbij niet voorop. Ik moet eerst maar eens prestaties leveren op een Europees of we reldkampioenschap. Tot vol gend jaar blijf ik in deze klasse varen, daarna beslis ik in welke type boot ik mij ga voorberei den op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta. Op zich vind ik dat overigens een onin teressante locatie, omdat het er meestal licht weer is. Een zeil wedstrijd wordt dan een lote rij." In de Pré-olympische week in Hyères kan Heiner opmaken of hij na vier jaar afwezigheid nog foto archief met de beste Finn-zeilers mee- kan. „Net als fietsen verleer je het niet. Maar de regels zijn in middels veranderd. Zeilen in een Finnjollen fascineert me. Hij heeft te veel zeiloppervlak, waardoor het fysiek zwaar is om de boot in balans te houden. Ik zit erin met tien kilo extra ge wicht op mijn schouders. Bo vendien is een Finn technisch vrij ingewikkeld. Vooral de com binatie van boot en mast luis tert nauw." In de Finn hoopt Heiner nog zo veel bij te leren, dat aan het eind van de eeuw niemand meer om hem heen kan bij de America's Cup. De oorspronke lijk uit Zuid-Afrika afkomstige Koudekerker denkt in 1998 voor Nederland te kunnen uitkomen in de hooggewaardeerde drie jaarlijkse wedstrijd, „die je kunt vergelijken met de Formule 1 van de autosport. Deelname aan de America's Cup loopt in de miljoenen guldens, maar je moet niet te kleinschalig den ken. Kijk maar naar Italië, waar de zeilsport en de verkoop van zeilprodukten een prikkel kre gen door deelname aan de America's Cup." Als opwarmertje zou Heiner in 1995 met een oefenboot al vast sfeer willen proeven tussen de groten der aarde. „Dat lukt dan nog niet in een Nederland se boot. Ook als het eenmaal zo ver is, hoef ik niet meteen te winnen. Ik vind het al mooi om het tegen de beste zeilers ter wereld op te nemen. Het is soms zélfs leuker om te verlie zen. want daarvan leer je weer. Winnen doet daarentegen vaak pijn. Dat is eigenlijk pas leuk als je het resultaat van je inspan ning ziet." door. Rob Onderwater Scylla heeft zichzelf altijd als het Ajax van de Nederlandse tafeltenniswereld beschouwd. Het opleiden en presteren stond immer hoog in het vaandel. Talenten waren er altijd in overvloed. De club heeft daar altijd prima van geprofiteerd. Want in de gloriejaren, toen er nog in de militaire sportzaal aan de Morsweg werd gespeeld, kwam Scylla met team 1 en 2 uit in de hoogste klasse van de NTTB. Dat is wat je noemt de eerste viool spelen. Toen eenmaal het fenomeen sponsoring zijn intrede deed, was het afgelopen met de absolute heerschappij van Scylla. De eerste aderlating was het vertrek van Bert van der Helm destijds de absolute nummer één van Nederland naar het Amsterdamse Tempo Team. We schrijven de jaren zeventig. Er zouden er later nog velen volgen. Toch handhaafde Scylla zich in de (sub)top van het Nederlandse tafeltennis. Dat kwam omdat de club een neusje had voor het klaarstomen en ontdekken van regionale talenten. Bijzonder knap was het om zonder al te grote financiële inspanningen landskampioen te worden bij de vrouwen. Zwaar gesponsorde clubs moesten het afleggen tegen de fanatieke dames De Kruiff, Van Gennip, Vaalburg en Van der Vliet. Een team dat vocht voor zichzelf, maar ook voor de club. Bij het huidige Scylla wordt een dergelijke verbetenheid en verbondenheid niet meer aangetroffen. Al is anno 1993 nog ergens te vinden is. Het moet voor de toenmalige beleidsmakers toch frustrerend zijn geweest om met Scylla te zijn veroordeeld tot de bedelstaf. In Hazerswoude bij Avanti groeiden lange tijd de sponsorbomen tot aan de hemel (met dank uiteraard aan Vriesekoop), maar in Leiden hadden ze geen cent te makken. Toch hield de club het hoofd boven water, ook al speelde Scylla in een vervallen accommodatie. In de voormalige broodfabriek aan de Catarijnestraat beschikten de pingpongers bepaald niet overeen topsportvriendelijke zaal, maar er heerste altijd een knusse sfeer en de tegenstanders kwamen met knikkende knieën naar Leiden. Dat was toen. Inmiddels is Scylla bezitter van een schitterende ruimte aan de Brahmslaan, in Leiden Zuid-West. Voordat het zover was, vloeide er heel wat water door de Rijn. larenlang worstelde de club met de gemeente om een geschikte lokatie te vinden. Ongewild hebben die activiteiten een negatieve rol gespeeld in de prestatiecurve. Even nog scheen de zon toen vanuit de Achterhoek Mirjam Hooman in Leiden werd gestald. Maar inmiddels zijn sponsor en speelster (en trainer Frits Kantebeen) verdwenen. Hooman speelt in Duitsland.bij Tus Glanen en Scylla zit op zwart zaad. Om het tij te keren werd vorig jaar Gerard Bakker opgeroepen om de impasse te doorbreken. Maar ook de kampioenenmaker van weleer is een mens van vlees en bloed. Hij kan geen wonderen verrichten. Het siert Bakker dat hij van niets iets wil maken. De verzekeringsagent lijdt binnen de kleinzielige Nederlandse tafeltenniswereld alleen maar gezichtsverlies, maar hij wil zijn kluppie Scylla hoort aan de top De tafeltennisclub Scylla degradeerde onlangs voor de tweede keer binnen één jaar. Voor de niet-insiders: de tafeltenniscompetitie is verdeeld in een herfst- en lentecompetitie. Voor een club in opmars (bijvoorbeeld het Eindhovense OKI, de vereniging van Bettine Vriesekoop) is dat zeer aantrekkelijk, want binnen een ommezien word je Nederlands kampioen. Maar het kan ook snel bergafwaarts gaan. Zoals met Scylla. Na de zomer komt de club uit in de tweede divisie. Het is even toch helpen. En Bakker roept om het hardst dat Scylla de tafeltenniswereld binnenkort versteld zal doen staan. Op de training heeft hij een paar knapen lopen die 'gouden handjes' hebben. Het is voor Scylla te hopen dat de gouden hand van Bakker snel tot resultaat leidt. Want Scylla hoort aan de top. Het is zaak dat de club prestatief en bestuurlijk in juist vaarwater komt. De laatste jaren versleet de club een record aantal voorzitters. Zonder de geloofwaardigheid en inzet van de voormalige 'eerste mannen' in twijfel te trekken, komt een dergelijk snelle wisseling van de wacht een club nimmer ten goede. Want ieder individu heeft z'n eigen inbreng en mening. Zoals deze, van één van die vele voormalige voorzitters: „Het gaat goed met Scylla. De club is gezond en het is gezellig. De prestaties van het eerste team hebben niet de hoogste prioriteit." Dergelijke uitspraken horen niet bij Scylla. Kees Lut. de huidige voorzitter, wacht een schone taak. Scylla terug te brengen naar de top. Op de plek waar de club thuishoort. Gerard Bakker „De wereld zal binnenkort versteld staan van Scylla." foto looczuyderdlkn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 25