Cultuur Medan in Irak gedoemd te verdwijnen Oorverdovende rust in Industriebond FNV Apies kijken Bureau voor Wapenbeheersing slachtoffer van eigen succes Feiten &Meningen Radicaal bolwerk van weleer lijkt beleggingskransje STANDPLAATS BUDAPEST DEN HAAG WILCO DEKKER Anja Brink is het prototype van de moderne Industriebond- FNV-bestuurder. Ze is vrouw, jong (32) en aJ drie jaar dis trictshoofd in Overijssel, dat zich bij de Industriebond uit strekt van Groenlo tot Lelystad; niet het minste van de twaalf districten. Anja Brink praat veelvuldig over een planmatige aanpak en werkafspraken, waar je door collega's en achterban 'op afgerekend' kunt worden. Ze voelt zich vaak meer dis trictsmanager dan districts hoofd. Wat niet betekent dat ze niet bevlogen is. Bij de VHP of Unie BLHP zou ze niet willen werken, want „het hogere per soneel kan uitstekend voor zichzelf opkomen". En een con structieve opstelling is oké, maar als de werkgevers niet wil len luisteren dan is het 'poet sen'. Actie dus. Anja Brink behoort tot het 'blik vrouwen' dat de Industriebond zes jaar geleden opentrok om de verhouding van de seleen te verbeteren. Het beeld dat ze destijds als kaderlid van de on derwijsbond ABOP had van de Industriebond, klopte niet met de werkelijkheid. „Een rechtse ballentent, dat is het beeld dat collegabonden vaak schetsen van de Industriebond. Conser vatief en hiërarchisch. Maar daar heb ik geen last van ge had." Nog maar vijf jaar geleden klon ken er heel andere geluiden bij de Industriebond FNV. In janu ari '88 kwamen jarenlang slui merende persoonlijke conflic ten, irritaties over het steeds da lende ledenaantal en menings verschillen over het bondsbe- leid met een grote knal tot een uitbarsting. Diverse beerputten gingen open, tot het vermeende inschakelen van de BVD toe, en de bond scheurde. De werkge vers huilden krokodilletranen, collegabonden zagen de mach tige en arrogante Industriebond met enig leedvermaak verlamd raken. Toen de top van de bond definitief uiteenviel, wist al nie mand meer waar het eigenlijk om ging. Sinsdien is de Industriebond FNV langzaam maar zeker op gekrabbeld. Secretaris Bé van der Weg werd in mei '88 met frisse tegenzin voorzitter van de rokende puinhopen. Een ijveri ge, integere man, maar zeker geen hoogvlieger, schreef de Volkskrant. Die twijfels zijn vijf jaar later verdwenen. „Bé was een verademing. Geen briljant innovator, maar degelijk, sober. Dal het nu zo goed gaat met de bond.is voor een groot deel zijn verdienste", zegt Ton Braun, hoofd personeelszaken van de Industriebond. De Industriebond FNV is de laatste jaren een toonbeeld van rust Ging het radicaal hervormen van de maatschappij vroe ger gepaard met knetterende ruzies, drinkgelagen en weglo pende leden, tegenwoordig denkt de op één na grootste FNV- bond mee met het bedrijfsleven, zijn de bestuurders 's avonds wel eens thuis en baart niet het ledenaantal, maar het tegenvallende beleggingsresultaat zorgen. De aartsvader van al die rust, de aimabele voorzitter Bé van der Weg, wil straks een stapje terug doen. Een portret van een bond in verandering. Februari 1993: Demonstranten voeren in Zoetermeer bij het kantoor van de metaalwerkgevers (FME) actie. Van der Weg zette het hervor men van de maatschappij op een laag pitje. Er moest con structief met het bedrijfsleven worden gepraat en de bond moest een sociale wegenwacht' worden voor leden met pran gende vragen. En, indien nodig, ging de Industriebond FNV ui teraard ook de barricaden op. Het klinkt weinig spectaculair, maar het zorgde voor het her stel van de bond. Het ledenaan tal is de afgelopen jaren geleide lijk gestegen tot 234.000. De ge middelde leeftijd binnen de bond daalde. En er heerst rust in de gelederen. Zoveel rust, dat het verloop onder de ruim 400 medewerkers van de Industrie bond FNV bijna nul is. „Er dreigt vergrijzing", aldus Braun. Frank Kooien, die als actieleider bij vrachtwagenfabrikant DAF bijkans 'Bekende Nederlander' werd, ziet vergrijzing op alle ge bieden binnen de bond. In een interview, vanwege zijn over stap naar het Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening in Eindho ven, klaagde hij onlangs over de hardnekkigheid van de traditio nele vakbondscultuur. „De Industriebond FNV is gro tendeels nog steeds dezelfde or ganisatie als in 1920. Een beetje gemoderniseerd, meer niet", al dus Kooien. „Alleen die slogans al. Dienstverlenend, strijdbaar en constructief. Dat waren de zelfde slogans als zes jaar gele den." De bond zit een beetje in zijn maag met de kritische woorden van de ex-bestuurder. Braun: „We zijn niet boos. Frank is een goede jongen. Een harde werker en een goede collega. Maar het is niet verstandig wat hij heeft gezegd. En ik geloof ook niet dat veel mensen binnen de bond het echt met hem eens zijn." De Industriebond FNV is rijk. De bond beschikt, naast de di verse kantoren, over een scho lingscentrum (in Nunspeet) en een eigen vakantiepark: Ginkel- duin op de Veluwe. Daarnaast is belegd in aandelen, onroerend goed en wat dies meer zij: 233 miljoen gulden. Dat leverde de Industriebond vorig jaar een rendement op van 6,03 procent. Tegenvallend, wordt in het jaar verslag opgemerkt. Voorts bevat de algemene reser ve van de Industriebond ruim 150 miljoen gulden. Het totale vermogen van de bond be draagt een kleine 400 miljoen. De zeven ton die de recente sta kingsacties in de metaal kost ten, deden dus niet echt pijn. „Toen ik penningmeester was, heb ik direct na de beurskrach van '87 veel belegd in aandelen. Eigenlijk had ik nog een dagje moeten wachten. Maar ik heb toen mijn salaris een paar keer terugverdiend", grinnikt Van der Veen. Volgens de ex-penningmeester FOTO DIJKSTRA BV RUUD NUFJES neemt het comfortabel grote vermogen de prikkel tot ver nieuwing weg. „Er kan heel veel, want er is geld voor. De bond heeft veel volk in dienst, dan ga je daar al snel dingen bij bouwen. Bovendien laatje acti viteiten bestaan, die je beter kunt schrappen. Het leidt een beetje tot geestelijke luiheid." Van geestelijke luiheid zijn ze zich op het hoofdkwartier van de Industriebond aan de Am sterdamse Slotermeerlaan niet bewust. „Dat de financiën in or de zijn, betekent niet dat we achterover kunnen gaan leu nen", zegt Ton Braun. „We moeten nieuwe, jonge mensen in de industrie zien te interesse ren voor de bond. Zeker nu het economisch weer wat minder gaat." Braun spreekt van een continu proces van verandering bij de bond. „Dan zegje wel eens, potverdomme, het gaat te lang zaam. Maar dit zit ook in de or ganisatie." Districtshoofd Anja Brink: „Ik vind dat het hoofdbe stuur voldoende oog heeft voor vernieuwing. Het is echt geen clubje oude grijze heren, dat een beetje op de winkel zit te passen." Meestal pas ik ervoor, maar de ze keer besloot ik mee te gaan met het reisje dat het Hongaar se ministerie van binnenlandse zaken had georganiseerd. We zouden bij de Roemeense grens praten over mensensmokkel en illegalegrensoverschrijders. Verder stond een bezoek aan een Hongaars vluchtelingen kamp op het programma. Ik hou niet zo van dat soort reisjes. Je stapt met vijftig colle ga's in een bus en staat vervol gens met zijn allen als stomp zinnige idioten dezelfde foto's te schieten. Kunt u het zich voorstellen: vijftig journalisten die in het schemerdonker twee Hongaarse grenswachten-met herdershond kieken? Ikzelf niet uitgezonderd hoor, daar niet Maar goed, zo'n reis heeft het voordeel dat alle hotemetoten voor je klaar staan en je niets hoeft te regelen. Bovendien was dit tripje in het kader van eën verder tamelijke saaie minis tersconferentie over mensen smokkel en dat verhaal kon wel wat extra kleur gebruiken. Bij de grens werden we door het leger ontvangen met bonensoep en mineraalwater. Koffie kon er niet af. Alles was erop gericht ons duidelijk te maken hoe ver schrikkelijk krap de Hongaren erbij zitten en hoe noodzakelijk het is, dat het Westen steun geeft om te voorkomen dat straks stromen illegalen via Hongarije naar onze welvaarts staten toestromen. Ach, het was er allemaal wat dik opgelegd. Maar het was deson danks de moeite waard. Per slot van rekening zitten de Honga ren echt met een groot illega len-probleem aan hun grens. Volgende halte was het vluchte lingenkamp, waar 430 vluchte lingen uit Bosnië al acht maan den hopen dat de nachtmerrie in hun vaderland ooit ophoudt. Er stonden grote schalen met boterhammen, plakken corned beef, Frankfurter worstjes en augurken voor ons klaar. Toen die verorberd waren en wij een praatje van de directeur hadden aangehoord, begon de rondlei ding. De meeste collega's in het ge zelschap hadden zich nog nooit met de kwestie 'Joegoslavië' be ziggehouden en zagen dit be zoek duidelijk als het hoogte punt van de tocht: echte vluch telingen, zomaar in het wild! Toen het er even op leek dat de rondleiding vanwege het late uur, het was inmiddels half tien, niet zou doorgaan, begon een Duitse collega te dreinen. Ze moest, ze zou de slaapkamers zien. Anders was haar verhaal niet 'af. Het donderde niet dat kinderen en bejaarden her en der al naar bed waren. Aankloppen was er niet bij, met tien, twintig man drongen ze de kamers binnen waar ze, bij gebrek aan tolken, niets anders konden doen dan de geschrokken bewoners aan gapen en voor hun lens nemen. Apies kijken, meer was het niet. Een Sloveense collega raakte ondanks alles in gesprek met een vrouw die tijdens het vertel len van haar verhaal zachtjes begon te huilen. Dat was een buitenkansje voor de vier came raploegen in het gezelschap: een echte huilende Bosnische. Ze verdrongen zich om haar stapelbed en legden haar tranen van alle kanten vast. De Duitse journaliste was in middels via twee tolken verwik keld in een diep menselijk ge sprek met een oude vrouw, waarbij ze zich voor het eerst leek te realiseren wat de hele wereld al weet: dat de moslims in Bosnië op een schandalige manier worden verdreven. „Heeft ze echt alles moeten achterlaten. Nee toch", riep ze verbijsterd uit. Terwijl de drom journalisten de kamer verliet, begonnen de moeders hun wakkergeschrok- ken kinderen weer in te stop pen. De collega's stommelden de trap af, innig tevreden over het mooie materiaal. Het was een nuttig bezoek geweest, meenden ze. Vast wel, maar voor wie? RUNA HELUNGA CORRESPONDENT 'Anachronisme in wereld van na Koude Oorlog' Binnen het Amerikaanse congres zijn stemmen opgegaan om het Bureau voor Wapenbeheer sing en Ontwapening (ACDA) op te heffen om dat het een 'anachronisme in de wereld van na de Koude Oorlog' is, zo verklaarde de Republi keinse senator Orrin Hatch vorige maand. ACDA, dat in 1961 werd opgericht, is verant woordelijk voor de coördinatie van het wapen- beheersingsbeleid en was betrokken bij akkoor den zoals de Strategie Arms Limitation Talks (SALT) en de Strategie Arms Reduction Talks (START). Omdat die akkoorden inmiddels daar zijn en omdat de ministeries van defensie en buitenlandse zaken nu belast zijn met het nale ven van de verdragen, kan ACDA volgens Hatch opgeheven worden. Dat scheelt jaarlijks 46,5 miljoen dollar (ongeveer 80 miljoen gulden). Binnen het ministerie van buitenlandse zaken denkt men na over drie alternatieven. Het bu reau revitaliseren, opnemen in het ministerie of de opgave veranderen in het naleven van wa- penbeheersingsafspraken. Volgende week zullen experts, leden van de re gering en ACDA-functionarissen voor een com missie van de Nationale Veiligheidsraad (NSC) verschijnen. De commissie zal 21 april een aan beveling aan president Bill Clinton doen. Het bureau, dat tijdens de voorafgaande 12 jaar van Republikeins bestuur fel werd aangevallen omdat het aanbevelingen uitbracht die haaks stonden op het beleid van Reagan en Bush, kreeg altijd veel steun van Democraten. Maar paradoxaal genoeg is de moeilijkste periode voor ACDA begonnen na aantreding van een Democratische president. Clinton beloofde tijdens de verkiezingscampag ne meer aandacht te zullen besteden aan wa penbeheersing en het tegengaan van de ver spreiding van Icennis omtrent nucleaire, chemi sche en biologische wapens en de technologie voor geleide raketten. Maar hij verklaarde ook, het ambtenarenapparaat te zullen stroomlijnen en volgens mensen als senator Hatch is ACDA een goede plaats om daarmee te beginnen. VRIJDAG 16 APRIL 1993 Woongebied Moeras-Arabieren blijft verboden terrein ,,Die verhalen over gif in het water zijn allemaal leugens. Het water is schoon, je kunt het gewoon drinken." Om zijn woorden kracht bij te zetten, strekt sjeik Walih Su- weilim zijn hand over de reling van het wankele bootje waarin hij zich bevindt. Schept een hand vol water en zet die aan zijn tandeloze mond. Luid slurpend giet hij het groenige water van een kanaaltje in de moerassen van Mesopotamië, in het zuiden van Irak, naar binnen. Vorige maand verschenen in de westerse pers berichten dat het Iraakse leger gif in het water zou hebben gestrooid om de shi'iti- sche opstandelingen die zich in de moerassen schuilhouden uit te moorden. Baghdad ontkent dit in alle toonaarden en nodig de journalisten uit een kijkje te nemen. Onder begeleiding van een gids krijgen ze slechts één dorpje te zien: Umm El Shu- weids. De rest van de moeras sen, een gebied zo groot als de helft van Nederland, blijft ver boden terrein. „Iedereen hier in het dorp houdt veel van de president. De rais, de grote leider, is hier al ze ven keer op bezoek geweest en steeds kwam hij met gulle ga ven", vertelt sjeik Suweilim in de mudhif het traditionele gas tenverblijf dat geheel uit riet is opgetrokken. „Dankzij de presi dent zijn er scholen en stenen huizen gekomen. Ook is er nu een apotheek en elektriciteit." Verhalen in de westerse media over shi 'itische opstandelingen die zich in de ontoegankelijke moerassen zouden verstoppen, doet hij af als onzin. „Hier zijn geen boeven, wat de buitenlan ders ook mogen beweren." Sinds mensenheugenis hebben de Moeras-Arabieren, of de Me dan, zoals zij zichzelf noemen, in dit gebied tussen de rivieren de Tigris en de Eufraat ge woond. Ze wonen veelal in bamboehuttcn verscholen tus sen het riet, levend van de jacht. Verder houden ze kippen en waterbuffels, die vooral worden gebruikt om nieuwe vaarroutes te creëren door ze de drijvende rietvelden in te sturen. Deze tra ditionele manier van leven, ooit de bakermat van de eerste be schaving, is nu volgens Iraakse ballingen en veel westerse waarnemers ten dode opge schreven. De moerassen liggen grofweg ingeklemd in de driehoek Al Basrah, Al-Amarah en An Nasi- riya. Het gebied van drijvende eilandjes, meren en waterlopen was eeuwenlang ontoegankelijk en de Medan leefden er zonder zich iets aan te trekken van Ot tomaanse, Perzische of Britse overheersing. Pas de laatste ja ren lijkt de Iraakse regering erin te slagen het traditionele verzet van de stammen in te dammen. De moerassen waren lange tijd een vrijplaats voor criminelen, deserteurs en rebellen. Nadat in 1991 de shi'itische opstand te gen Saddam Hussein mislukte, namen enkele honderdduizen den shi'ieten uit de heilige ste den Karbala en An Najaf de wijk Sindsdien wordt er bij herhaling melding gemaakt van gevech ten en bombardementen op moerasdorpjes. De beschuldi gingen leidden vorig jaar onder meer tot de instelling van een vliegverbod beneden de 32ste breedtegraad. De Nederlandse ex-minister Max van der Stoel, die namens de VN Irak bezocht, zei bewijzen te hebben dat het leger opdracht kreeg drie moe- rasstammen geheel „uit de weg Halverwege Al Basrah ligt een naamloos gehucht dat is opge trokken uit riet en golfplaten. Het dorpshoofd zegt dat enkele tientallen families twee weken geleden werden gedwongen hier naar toe te trekken. Een en kele koe en wat kippen is alles wat ze konden meenemen. De sfeer langs de weg met zijn tientallen militaire controlepos ten is grimmig. Over een lengte van honderden kilometers schakelen de militaire kampe menten en versterkingen zich aaneen tot een kordon dat het moeras aan de zuidkant van de weg hermetisch afsluit, loipen van mitrailleurs en tanks wijzen dreigend naar de passanten. De regering gaf vorig jaar toe dat het onrustig was in het ge bied, maar weet dit aan 4.000 Iraniërs die het gebied zouden zijn ingestuurd om sabotage acties uit te voeren. Volgens het Een mudhif, het traditionele rieten gastenverblijf van de Medan. regime is nu alles pais en vree en om dat te tonen, wordt de internationele pers opgetrom meld om enkele duizenden de serteurs te aanschouwen die ge bruik hebben gemaakt van de amnestie die Saddam hun on langs verleende. Verzameld op een stuk grond nabij Al Diar, 60 kilometer boven Basrah, zingt een klappende en stampende menigte een loflied op hun lei der. Vanuit de auto naar Al Basrah is duidelijk te zien dat de moeras sen worden drooggelegd en in cultuur worden gebracht. Vanaf de weg lopen pas aangelegde kanaaltjes het drassige land en uitgestrekte korenvelden in. Volgens Van der Stoel past de uitvoering van een grootschalig irrigatieproject in de strategie van Baghdad om het verzet uit te roeien en de Medan voor eens en altijd onder controle te krijgen. Het irrigatieproject werkt als een 'tweesnijdend zwaard'. Enerzijds wordt de shi'itische opstandelingen en de vanouds goedbewapende Moeras-Ara bieren mores geleerd. Ander zijds voert Baghdad de land- bouwproduktie op, waardoor het land zijn eigen voedsel kan FOTO» ANP produceren en in de toekomst minder gevoelig wordt voor op gelegde sancties van buitenaf. „Over twee weken hebben we genoeg graan voor vijf jaar en deert ons geen embargo meer", glundert de gids. "a. v O hVVtR vjorö wi\kkeR:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2