Ria Beckers' derde leven houdt het na 20 jaar PPR en GroenLinks voorgezien niet. Dus moet je het werk dat er is zo eerlijk mogelijk verdelen." Dat het risico ontstaat dat veel mensen stop pen met werken omdat ze toch een 'basisin komen' ontvangen, nemen Beckers en GroenLinks op de koop toe. „Er staat tegen over dat veel mensen met uitkeringen juist weer aan het werk willen. Het grote voordeel van zo'n vast bedrag is dat je de controle op uitkeringen niet meer nodig hebt. De discus sie over de manier waarop dit systeem moet worden ingevoerd, is overigens nog in volle gang." Hemelfietsers Met dat laatste versterkt Beckers eens te meer de veelgehoorde mening dat Groen Links bestaat uit 'hemelfietsers', die wegdro men en niet weten hoe die „betere wereld" echt tot stand moet komen. Nauwelijks is die zin uitgesproken, of er ligt al een motie van afkeuring van Beckers op tafel. „Ik ben het daar helemaal niet mee eens. Het is een goed uitgewerkt plan. Over het basisinkomen van de PPR is in het verleden ook vaak lacherig gedaan, maar in de een of andere vorm den ken andere partijen daar nu ook over. En dat geldt voor meer zaken." Beckers voelt zich dan ook bepaald geen Je hova Getuige, zoals Bram van der Lek (oud kamerlid PSP) zichzelf ooit heeft afgeschil derd. „Ik vind die jaren dat ik in de politiek heb gezeten, wel degelijk zinvol. In het kabi net-Den Uyl hebben de bewindslieden van de PPR toch maar mooi de bouw van drie nieuwe kerncentrales tegengehouden. En neem de vredes- en veiligheidsdiscussie. Langzaam gaan we toe naar een VN-vredes- leger. Toen wij zoiets in het verleden voor stelden, werd altijd gezegd dat het niet haal baar was en dat we met het hoofd in de wol ken liepen. Wij hebben ook vaak op de ach teruitgang van de bomen gewezen. Mis schien waren we in zulke gevallen Jehova Ge tuigen, maar inmiddels maakt toch iedereen zich daar druk over." Dat GroenLinks „wel degelijk midden in de maatschappij staat en geen luchtkastelen bouwt" bewijst volgens Beckers de discussie in de partij over het duo-lijsttrekkerschap: „Als politieke partij zeggen wij steeds dat het werk anders moet worden verdeeld. Nu is er een prima gelegenheid om dat zelf in de praktijk te brengen. Vijf zes mensen in de partij kwamen met zo'n verzoek. Het gaat er niet om het werk als lijsttrekker te verdelen. Lijsttrekker ben je maar zes weken. Daama wacht je een hele zware baan als fractievoor zitter. Zeker nu we met z'n allen hebben vastgesteld dat we als GroenLinksers meer naar de mensen toe moeten en kandidaten bovendien hebben aangegeven dat zij naast het parlementaire werk ook nog andere din gen willen doen." Karel Beckers Dat zij zelf jarenlang zeventig uur per week in de politiek heeft gestoken, doet Beckers af met de opmerking dat de tijd is veranderd. Ze vindt het ook helemaal niet slap van an deren dat zij mede voor hun gezin kiezen. Ze hebben geen Karei Beckers, die, toen Ria voorzitter van de PPR werd, zijn baan hal veerde op de Sociale Academie in Den Haag. Zo kon vooral hij niet alleen voor de kinde ren, maar ook voor de fruitbomen, de groen te en de schapen bij de boerderij in de Tieler- waard zorgen. „Die bereidheid van mijn echtgenoot is erg belangrijk geweest. En of mijn gezin erbij is ingeschoten? Ina Brouwer (kandidate voor het duo-lijsttrekkerschap, red.) zei pas op een persconferentie dat ze haar kinderen niet al leen op foto's wil zien. Toen ze zich realiseer de dat ik naast haar zat, schrok ze. Ik heb al tijd een prima contact met mijn kinderen ge had. Ze konden me altijd en overal bereiken. Dan werd me tussen de coulissen van de Tweede Kamer een briefje toegestopt en ging ik er tien minuten tussenuit om te bellen. Vaak over heel gewone dingen die je in elk gezin meemaakt. Het is ook niet zo dat ik nooit wat in het huishouden deed. Ik kookte driemaal per week en deed ook regelmatig boodschappen. Voor een politicus is dat trouwens erg belangrijk. Het komt je van pas als je praat over sociale zekerheid. Dan denk ik wel eens: hoeveel mensen hier weten nu wat een brood kost?" Achteraf komt ze ook niet tot de conclusie dat ze meer voor haar gezin had moeten kie zen. Wel vindt ze dat haar echtgenoot niet langer achter haar aan moet lopen als de man van Ria Beckers. „Hij heeft zich lang ge noeg aangepast. Wat ik verder ga doen? In elk geval vier maanden vakantie houden en af stand nemen van het werk in de Kamer. Na twaalf jaar les geven en twintig jaar politiek begin ik dan aan mijn derde leven. Wat dat inhoudt, weet ik nog niet. Ik weet wel wat het niet inhoudt: ik wil niet naar de Eerste Kamer of ergens burgemeester worden." Stedelijk Gymnasium in leiden had meege maakt. „Ik werd op een keiharde manier met de po litiek geconfronteerd. De PPR zat in de rege ring. Een van onze ministers, Van Doom, be noemde een van onze leden, Jurgens, tot voorzitter van de NOS. Zonder enige in spraak van de Ondernemingsraad van de NOS. Dat was niet te verdedigen. Dat kon ik ook niet. De PPR, die altijd zo vóór inspraak was en zei dat politiek niet meer in achteraf- kamertjes moest worden bedreven, deed plotselingzoiets." „En ik kon de rotzooi opruimen. De leden pikten het niet. Ze wapperden met een motie van wantrouwen tegen de eigen minister. In de vergadering waarin dat gebeurde, was Van Doom er echter niet. Ik voelde me voor het blok gezet. Wat moest ik? Het voortbestaan van de partij stond op het spel. Ik heb toen gezegd dat het belangrijk was dat Van Doom in elk geval zijn zegje kon doen en heb de kwestie doorgeschoven naar de volgende ver gadering. Van een motie van wantrouwen is het nooit meer gekomen, maar lekker zat het me niet." Moraal Voor het overige ging bij Beckers moraal bo ven machtsspel en was zij wars van show. „Bas de Gaay Fortman, mijn voorganger als fractievoorzitter van de PPR, hield daar wèl van. Je kunt me niet met hem vergelijken. Hij wist met het nodige theater iets heel aan schouwelijk te maken." Ria Beckers koos voor gedreven gedegenheid. Zoals tijdens een debat in 1989. Ze snauwde premier Lubbers toe dat hij het hart niet moest hebben om de koningin naar de be grafenis van de Japanse keizer Hirohito te sturen. Beckers had het nog wel over „u". Dat was echter de enige overeenkomst met de onderdanigheid die zij als kind nog had. Toen zij les kreeg van haar vader sprak zij hem met „meneer" aan. In haar bevlogenheid om dingen te verande ren, ging zij zover dat haar het huilen letter lijk nogal eens nader leek te staan dan het la chen. Het heeft Beckers het imago bezorgd van een gemotiveerde, maar saaie en huileri ge politica. „Saai? Als men dat zegt, bedoelt men de directe verkoop. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Als je iets beweert, moet het ook kloppen. En huilerig? Dat is m'n stem. Dat beeld van mij is vooral ontstaan tij dens de kruisrakettendemonstratie in het be gin van de jaren tachtig. Ik kan niet praten voor veel mensen met een slechte geluidsin stallatie. De kritiek dat ik huilerig ben, komt ook omdat je in de ogen van velen in de poli tiek niet emotioneel mag zijn. Zeker niet als Geen stem m ent rekker Als lijsttrekker is Beckers ook daardoor nooit een grote stemmentrekker geweest. In 1977 ging de PPR onder haar leiding van zeven naar drie zetels en in 1989 haalde GroenLinks slechts zes van de voorspelde elf twaalf ze tels. „Het verhaal van dé leider werkt niet zo bij ons. Voorop staan de ideeën, niet de lijst trekker. Natuurlijk heb ik ook vaak genoeg gedacht dat de twee of drie zetels die we als PPR haalden er wel wat meer hadden mogen zijn." „Er wordt in GroenLinks ook best wel jaloers gekeken naar D66 met zoveel zetels in de peilingen. Maar moet je dan een partij zijn met een waterhoofd? Van GroenLinks werd gezegd dat we meteen groot moesten zijn, anders zou het niets worden. Wij zijn met het inhoudelijke begonnen en komen daarover niet altijd met een mooi, aantrekkelijk ver haal. Dat is duidelijk." Een deel van dat verhaal gaat over economi sche zelfstandigheid, waarbij GroenLinks ie dereen een „leefbaar sociaal minimum-inko men" garandeert. Een oud idee (basisinko men) van de PPR in een nieuw groen jasje. Om het plan te realiseren, moet de arbeid in een veel kortere werkweek drastisch worden herverdeeld. Zowel in de bedrijven als thuis. Volgens GroenLinks mag het niet langer van zelfsprekend zijn dat iemand, in de huidige praktijk meestaJ nog een vrouw, zonder ver goeding alle huishoudelijke taken op zich neemt. Of zoals Beckers in 1981 al heeft ge roepen: „Kiest iemand voor het huishouden, best, maar dan wel met een basisinkomen." Beckers nu: „De werkloosheidsproblemen worden nog groter. Steeds wordt gedacht dat het werk wel terug komt, maar dat gebeurt Als we zo'n anderhalf uur met el kaar praten, zit Ria Beckers in ge dachten plotseling in een trein. Op weg van Den Haag naar Wadenoyen in de Tielerwaard is ze dit keer niet, zoals anders meestal het geval is, verdiept in krant of poli tiek huiswerk, maar kijkt ze naar buiten. „U heeft nu vijf minuten vertraging, maar de au tomobilisten die u daar in de file ziet staan, komen veel later thuis dan u", zo voorziet een conducteur haar uitzicht van commen- Beckers is als belangenbehartiger van (onder meer) het openbaar vervoer in de Kamer nog meer tevreden dan de andere passagiers: „De NS gaan het nu kennelijk ook leren om zich te verkopen. Niet alleen maar somber doen, maar ook wijzen op goede dingen die gebeu- Verbodsborden Van het voorval dat Beckers zich in de frac tiekamer van GroenLinks in Den Haag herin nert, kan haar partij nog veel opsteken. Te vaak wordt door GroenLinks het beeld ge schetst van een wereld vol verbods- en ge bodsborden. Niets mag, alles moet. Veel ver dienen is taboe en als je een auto hebt, word je klemgereden door een groene trein met milieufreaks. Een wereld waarin alleen maar moet worden ingeleverd. Dat het in die we reld ook leuk kan zijn, wordt er meestal niet bijverteld. Ook niet door Beckers. Zelfs niet als ze er op wordt gewezen dat GroenLinks overal een mening over heeft, behalve over de wereld zonder auto's en te veelverdieners. „Ik denk dat mensen te wei nig kijken naar de kwaliteit van het leven. Te veel gaat het er om of men nog een keer extra op vakantie kan. Het is altijd méér, méér en nog eens méér, nooit minder." Even lijkt het er op dat ze door alle verbods borden niet meer de „betere wereld" ziet die haar en haar partij voor ogen staat. Daarop geattendeerd, zegt ze: „We moeten inder daad laten zien waarom het beleid anders moet en ook leuk kan zijn. We hoeven na tuurlijk niet terug naar de tijd van de olielamp. We moeten het prettige meer naar voren halen. Neem nou CARA-patiënten. Die moeten gewoon onder alle omstandigheden naar buiten kunnen, zonder zich te hoeven afvragen of ze door de vervuiling in de pro blemen komen. We moeten ook laten zien dat de mensen zélf moeten kiezen nu het nog kan. We zeggen niet dat de auto weg moet, maar op een gegeven moment moet je wel duidelijk zijn en een prijs vragen. Er moet toch worden betaald voor het milieu." Toch weer die vervelende boodschap voor kiezers om de schijn te vermijden dat ze een belangrijk deel van de werkelijkheid zou ver zwijgen. Het toont eens te meer aan waarom PvdA-partijleider Felix Rottenberg Ria Bec kers onlangs nog een „gewetenspolitica" noemde. Iemand die idealisme en eerlijkheid altijd voorrang gaf boven een ongetwijfeld in haar ogen van rechts komend begrip als tac tiek. Of zoals ze in een interview met Bibeb in Vrij Nederland in 1983 opmerkte: „Als je als lijsttrekker veel stemmen wilt halen, moet je je partij als een wasmiddel verkopen. Dat betekent dat je je vrouw-zijn moet benutten. Niet dat de partij dat wilde, maar zo is het nu eenmaal. Ik vind dat vernederend. Ik zal nooit iets doen, waardoor ik mezelf verlaag tot object." Blote vrouw Anno 1993 zegt ze daar nog precies hetzelfde over te denken: „Een blote vrouw op een mo torkap verkoopt goed, maar het gaat toch om de inhoud." En dus voelde zij zich nooit ge roepen om zich anders voor te doen dan zij is. Ook al verscheen ze een keer als Sinter klaas in de Kamer in een alternatieve poging meer spreektijd te verkrijgen voor de kleine partijen, ze deelde nooit cadeautjes uit en liet zich in de politiek op één uitzondering na nooit inpakken. Die ene keer betrof een confrontatie met de leden van de PPR. Beckers was net voorzitter van de Radikalen en had amper plaats geno men in „een soort achtbaan op de kermis", zoals ze de politiek omschrijft. Ze miste nog de ervaring en kon alleen nog maar leren van anderen. Precies het tegenovergestelde van wat ze daarvoor als docente klassieke talen op het Triniteits Lyceum in Haarlem en het Na twintig jaar politiek houdt Ria Beckers-De Bruijn het op 20 april voor gezien. Ze vindt dat ze lang genoeg actiefis geweest. Eerst drie jaar als voorzitter van de PPR. Vervolgens als fractievoorzitter van PPR (van 1977 toten met medio 1989) en GroenLinks. Als 54-jarige wil ze aan haar „derde leven" beginnen. Wat dat inhoudt weet ze nog niet. Wel wat het niet inhoudt. Ze wil geen les meer geven in klassieke talen en niet de Eerste Kamer ingaan of burgemeester worden. Een afscheidsinterview meteen gewetenspolitica (een term van PvdA-voorzitter Felix Rottenberg), die in haar idealisme zo ver ging dat het huilen haar letterlijk nogal eens nader leek te staan dan het lachen. Ria Beckers. foto s gpd en anp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 35