Hotel New York
koestert de glans
van het verleden
De eenzaamheid van Flevoland
Extra
VRIJDAG 9 APRIL 1993 359 L 9
In de tijd dat mensen nog per schip i
Amerika reisden, vertrokken de passa-
bakstenen gebouw met de groen-
koperen koepeltjes was danig in verval ge-
Alleen het voormalige scheepskantoor moeten de eerste gasten al in Hotel New
herinnert daar nog aan. Het vroeg-19de- York kunnen slapen.
Het tweede leven voor voonnaiige HAL-gebouw
Het lijkt, gezien de puinhoop, nauwelijks
voorstelbaar dat het voormalige rederijkan
toor van de HAL over een kwartaal kan ope
nen als hotel New York. Maar Dorine de
Vos, die als ontwerper veel moois voor het
hotel heeft bedacht, is zeker van haar zaak:
„Het is haalbaar. We hebben meer van dit
soort dingen gedaan. We kijken wel door
die rommel heen."
Als de vormgeving is geklaard, gaat zij met
Daan van der Have en Hans Loos de hotel-
directie vormen. Het drietal heeft inmiddels
via het Dizzy-concern al heel wat horeca-
ankers in Rotterdam uitgezet en daar komt
er binnenkort dus nog één bij: Een vier-
sterren-hotel met prestige.
Volgens Dorine moet het project gezien de
wat grauwe en voorlopig lege omgeving - de
Wilhelminakade wordt de komende jaren
de bouwput voor de Kop van Zuid - 'toch
met een zekere handicap beginnen'. Niette
min: „Maar voor zoiets gaan we niet opzij.
Het heeft iets weg van een underdog-posi
tie en dat ligt ons wel." De prognose is dat
het hotel over twee jaar al een zestig-pro-
cents bezetting heeft.
De kop van de Wilhelminakade heet Konin
ginnehoofd en dat is, ook nu nog, een fraaie
naam. De benaming bestaat vanaf 30 mei
1891toen de jonge prinses Wilhelmina een
steen in de nieuwe, naar haar genoemde
kade metselde. En de kop van de kade, de
directe omgeving van het vroegere HAL-
kantoor, wórdt ook weer fraai. De eerste
aanzet voor een stadsparkje met banken,
gras en groene hagen is sinds kort gegeven.
Dorine de Vos: „De gemeente heeft ons ver
teld dat het gehele parkje, afhankelijk van
de ontwikkeling van de Kop van Zuid, er ge
ruime tijd zal liggen. Ten minste acht jaar.
Op de kade is ook een oud havenkraantje
blijven staan, dat goed bij het geheel past."
Volgens het voor de Kop van Zuid ontwik
kelde bouwplan blijft het Koninginnehoofd
onbebouwd. Er is echter wel een kans dat
een gedeelte van het parkje langs de kade
tezijnertijd toch voor hoogbouw weg zal
moeten. Maar het zicht op het hotel zelf
blijft in elk geval vrij.
Het Koninginnehoofd is in elk geval een
passende plaats voor het beeldje van Ketel
binkie, de scheepsjongen van de Edam. In
1973 - het jaar waarin de HAL een eeuw be
stond - werd het op deze plek onthuld; als
een geschenk van de jubilerende rederij aan
de stad. Later werd de creatie van beeld
houwer Huib Noorlander, met het oog op
de onttakeling van de Wilhelminakade,
naar de overkant van de Nieuwe Maas ver
plaatst. Wat is er mooier dan dat Ketelbin
kie terugkeert naar de plaats waar hij be
hoort te staan.
Landverhuizers
Hotel New York. Er is niet alleen voor deze
internationaal welluidende naam gekozen,
omdat de schepen van de HAL naar New
York voeren, maar ook omdat er ooit op het
Noordereiland een hotel heeft gestaan dat
zo heette. Eigenaar B. Posner, die er in de
beginjaren '80 van de vorige eeuw mee be
gon, dreef zijn logement speciaal voor emi
granten die met schepen van de HAL naar
de Nieuwe Wereld reisden. Hij adverteerde
met: 'In de onmiddellijke nabijheid van de
kantoren en de ligplaats van de stoomsche
pen dezer maatschappij.' Posner deed zijn
bedrijf in 1913 over aan de bekende horeca-
Over drie maanden moet dit een viersterren-
hotel zijn. De omgeving blijft nog wel enige
jaren bouwplaat, foto niels van der hoeven
toenmalige eigenaar kocht. Dat was City
Projects in Den Haag. Daarvóór zaten er
krakers in, die nogal wat interieur-orna
menten hebben 'meegenomen', maar ge
lukkig nauwelijks iets nebben gemold.
In de zomer van 1991 werd het drietal het
er met de gemeente over eens dat zij het ro
buuste pand zouden huren en er. als Spring
Exploitatie BV, een hotel in zouden gaan
runnen. De gemeente knapt voor drie mil
joen gulden de buitenkant op. Met leningen
van de gemeente, banken, een subsidie, an
derhalf miljoen eigen geld en zonder in
schakeling van een aannemingmaatschap
pij kan de verbouwing plus de inrichting
van het interieur voor negen miljoen wor
den gedaan.
Een fikse investering, maar daar komt wél
wat voor terug. Hotel New York krijgt 72 ka
mers, een aparte torenkamer, een penthou
se. een groot restaurant met café-gedeelte
en bars, een tea-salon. een fitness ruimte,
vier zalen voor feesten en vergaderingen.
Geen zwembad in de kelder, zoals eerst het
plan was. Dorine: „Dat bleek toch te duur
en technisch erg complex te zijn.".
Plus een klein museum, in de top van een
van de twee torentjes. „Deze ruimte is een
ode aan de Holland-Amerika Lijn en vooral
aan de emigranten die vanaf de Wilhelmi
nakade vertrokken," vertelt Dorine. „We
denken aan scheepsmodellen, foto's en zo.
Het Gemeente Archief heeft ons daarbij alle
medewerking toegezegd. Ook particulieren
zouden dingen kunnen afstaan. Het is de
bedoeling dat het museumpje open zal zijn
voor het publiek. Het wordt klein, maar
fijn."
Uiterlijk behoudt het hotel ook voor een
deel de rederij-sfeer van weleer. Zo blijft de
naam Holland-Amerika Lijn hoog aan de
kopgevel staan; de letters hebben inmiddels
een nieuwe goudkleurige laag gekregen. De
zeilschip-windvaan op een van de torentjes
is er afgehaald om te worden opgeknapt.
Het GEB is doende de torenklok, die (sym
bolisch?) op één minuut vóór twaalf stil was
blijven staan, te repareren.
De beste, de grootste en daardoor ook de
duurste kamers (tussen de 350 en 800 gul
den per nacht) zijn de vroegere directie-
ruimten; er zijn er zes. Suites met de oor
spronkelijke maniehouten en walnoothou-
ten wanden er nog in en met het mooiste
uitzicht op de rivier. Zelfs het tapijt is origi
neel en van hoog gehalte.
Het hotel heeft de eerste reserveringen al
binnen. „Ongeveer zeventig." vertelt Dori
ne de Vos. „En daar zijn opmerkelijk veel
Rotterdammers bij. Ook leden van De Lijn.
de vereniging van oud-medewerkers van en
geïnteresseerden in de Holland-Amerika
Lijn. Leuk toch."
Ontwerpster Dorine de Vos wil in het interieur
en.
exploitant Dirk Reese, die het hotel overi
gens sloot en op de benedenverdieping een
proeflokaal opende. Het pand staat er nog
steeds; woningen boven en een café bene
den.
Er zullen in de jaren van Posner ongetwij
feld emigranten hebben gelogeerd, maar dit
moeten dan wel mensen zijn geweest die
het konden betalen. Verreweg de meesten
van de enige honderdduizenden (vooral
Oosteuropese) 'landverhuizers' die de HAL
tussen 1880 en 1925 transporteerde, waren
ide glorie en modem comfort laten samenvloei-
foto niels van der hoeven
echter armzalige lieden. Zij sliepen, voordat
ze aan boord konden stappen, meestal in
goedkope stadslogementjes of in het vier
verdiepingen tellende Landverhuizershotel
dat de Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaart Maatschappij (de officiële
naam van de rederij) in 1893 - acht jaareer
der dan het in 1901 in gebruik genomen
HAL-kantoor - op de Wilhelminakade
opende. 'De geheele inrichting van het ho
tel kenmerkt zich door degelijkheid, net
heid en een hooge mate van soliditeit',
Maritiem
Rotterdams en dan vooral in de maritieme
sfeer: dat tintje moet het hotel gaan krijgen.
Dorine de Vos - ze is grafisch ontwerper van
beroep, maar eigenlijk vindt ze zichzelf
meer decorateur - praat lyrisch en tegelijk
luchtig over het karwei waarmee ze nu bij
na twee jaar bezig is. Ze heeft het over 'drie
jongens op een modderschuit' en bedoelt
dan dat zij de inrichting doet, Hans Loos de
uitvoering van het karwei op z'n schouders
heeft genomen en Daan van der Have 'tus
sen mij en Hans in zit, veel coördineert.'
Straks krijgen ze elk hun eigen taak in het
leiden van de hotel-business.
Eigenaar van het monumentale, in de jaren
zeventig ontruimde HAL-kantoor is de ge
meente Rotterdam, die het ruim drie jaar
geleden voor 26 miljoen gulden van de
schreef een Rotterdamse krant in het ope
ningsjaar over het onderkomen van de
landverhuizers. Dit Landverhuizershotel
heeft tot het eind van de jaren '20 dienst ge
daan. De HAL nam het pand daarna als be
drijfsruimte in gebruik; in 1972 werd het ge
sloopt.
Het nieuwe Hotel New York zal, vanzelf
sprekend, in de verste verte niet te vergelij
ken zijn met het oude Noordereiland-hotel
en het Landverhuizershotel. Want het
wordt een Grand-Hotel, in maritieme stijl.
„Er zit nog zó veel moois in," vertelt Dori
ne. „We proberen alles zoveel mogelijk in
de oude staat te laten. Muren, kolommen,
het trappenhuis met de gietijzeren balustra
de en de witte glazuurtegels. Het gebouw
zelf oogt misschien wat strak en theatraal,
maar op zich heeft het van buiten toch al
veel van een hotel."
Uitgestrekt polderland in Zuidelijk Flevoland.
kinderen naar school brengen, of naar de
winkel in het vijftien kilometer verderop ge
legen Zeewolde.
Dineke en Jacob voelen zich geen pioniers.
Het is gewoon een verhuizing, van een zeer
arbeidsintensieve boerderij in Drente naar
een minder arbeidsintensief boerenbedrijf
in Flevoland. „Een leven met meer tijd voor
elkaar, meer tijd voor nieuwe ideeën". Al
hoewel sommige mensen niet begrijpen
wat hen heeft bewogen zich 'te begraven' in
Flevoland, krijgen ze ook veel leuke reac
ties. De Scheperkeuters hebben het gevoel
dat de kwaliteit van hun leven is verbeterd,
„ook al waait het hier altijd en meestal
hard".
Eenheid
De verschillen in inrichting van de polders,
de diversiteit aan redenen voor mensen om
zich in Flevoland te vestigen, de korte histo
rie van de provincie en het gebrek aan een
gemeenschappelijke cultuur zorgen ervoor
dat de hele provincie een beetje als los zand
aan elkaar hangt. De Noordoosipnld. i is op
Overijssel gericht. Zuidelijk Flevoland voor
al (tp Amsterdam en het Gooi en Oostelijk
Flevoland hangt er tussenin.
Eens was dit het land van de pioniers, die
gebondenheid konden voelen omdat ze al
lemaal voor dezelfde problemen stonden.
Maar dat pioniersverleden is verleden tijd.
Ook al krijgen bewoners van een pas aange
legde wijk nog steeds samen moddervoe-
De tijd van het machtige bolwerk van de
Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders is
voorbij. De inrichters van Flevoland zijn af
geslankt en een gewone directie van Rijks
waterstaat geworden. Het wereldwonder-
beeld van 'water verandert in land' heeft
plaatsgemaakt «ooreen gewone provincie,
de twaalfde in het dozijn.
Gebonden
Er is een provincie Flevoland, maar bestaat
er ook wel zoiets als een Flevolander? Voe
len mensen wel enige verbondenheid met
elkaar? Wim Lamphen ziet de affiniteit met
Flevoland als provincie langzamerhand toe
nemen. Vooral in de oudere polders. „Ik
woon nu ruim twaalf jaar in Dromen en
voel me Flevolander. Daarin ben ik niet
uniek". Het gemeenschappelijke verleden
van de eerste bewoners van de polders doet
deprovinciegedat hir k u n M.i.n dtdooi
snee Almeerder zal weinig verbondenheid
met Flevoland voelen, vertolkt een UfWUnU
het gevoelen. Tiesinga ziet vooral verbon
denheid met geboorteplaatsen ontstaan
„Bij de derde generatie in de Noordoostpol
der, zie je al een sterk ontwikkelde affiniteit
met de plaats waar ze wonen meent hij.
De gebondenheid van Flevolanders met
hun provincie neemt ook toe, naarmate er
van buiten grotere bedreigingen komen,
signaleert Tiesinga. De hele discussie over
de door Dales en De Graaff-Nauta voorge
nomen bestuurlijke hervorming en het
eventuele opheffen van de provincie
Flevoland heeft mensen samengebracht
Provincie, gemeenten, maatschappelijke
organisaties, bedrijven, politieke partijen en
particulieren hebben zich de afgelopen pe
riode schrap gezet tegen de verdwijning van
hun provincie.
Ontworteling
Algemeen bestaat het idee dat het Flevolan
ders erg veel moeite kost om zich thuis te
gaan voelen op het nieuwe land. Het boe
rengezin Scheperkeuter heeft daar geen last
van. „Het eerste jaar is het nog te druk op
het bedrijf. Sociale contacten daar zijn we
nog niet aan toe". En Guus Tiesinga ziet
geen verschil met andere nieuwbouwwijken
in den lande. „Mensen hechten zich aan
routinematige handelingen. Dat kost even
tijd. Je moet je weg zien te vinden".
Er staat een straffe wind op de Oost-
vaardersdijk, de weg die Lelystad met
Almere verbindt en de mens aan bei
de zijden van dé dijk uitzicht biedt
op water. Aan de ene kant het Mar
kermeer, na jarenlange discussie ont
snapt aan de droogleggers. Grijs,
machtig en soms verraderlijk on
danks de ingrepen van de mens. Aan
de polderkant de Oostvaardersplas-
sen, een 'bedrijfsongeval'. De natuur
was de mens te slim af. Tussen de
duizenden hectaren water, moeras,
riet en bos valt een eenzame auto
mobilist in het niet.
LELYSTAD ANS BÓUWMANS
De Vogelweg, een rechte lijn door de kleiige
aardzee van Zuidelijk Flevoland. Rechts en
links donkere akkers, een rijtje jonge bo
men ervoor. Het gebied van de hedendaag
se pioniers, uitverkoren boeren die een
nieuw leven beginnen op het onontgonnen
land. Vlak land dat door het weidse uitzicht
in de verte de sporen van groeimetropool
Almere toont. De mens heeft dit land ge
schapen, maar is er nauwelijks zichtbaar.
Een tocht door Flevoland, op een sombere,
winderige winterdag is eenzaam. De bossen
zijn kaal, de kusten leeg. Flevolanders haas
ten zich door de tochtige winkelcentra in
'de grote stad'. Een enkeling zoekt beschut
ting en wat warmte in een restaurant of
snackbar. Het is niet eenvoudig de schoon
heid van dit land te ontdekken achter deze
mistroostige facade.
Een dagje praten met Flevolanders heeft
echter tot de overtuiging geleid dat het
beeld van deze provincie als een saai pol
dergebied dringend moet worden bijge
steld. Achter dat door de winter vertekende
beeld schuilt meer dan een aaneenschake
ling van akkers en nieuwbouwwijken. In
mei is het net alsof er een knop wordt om
gedraaid en maakt het grijs plaats voor een
rijkheid aan kleuren, omschrijft een
Flevolander zijn liefde voor het land. De
polderprovincie moet je zien als een sym
bool van leven. Een gebied dat fascineert
door zijn voortdurende veranderingen, zijn
dynamiek. Het is niet af. En alhoewel
Flevoland per definitie niets ouds bezit, op
de voormalige eilanden Schokland en Urk
na, is het archeologisch het interessantste
gebied van Nederland.
Uitvergroting
„Flevoland is een uitvergroting van de
naoorlogse ontwikkelingen in Nederland",
typeert directeur Guus Tiesinga van het so
ciaal-historisch centrum in Lelystad. „Een
prachtige plek om te wonen, met gezonde
bodem, frisse lucht en schoon water", ci
teert Wim Lamphen van de GGD Flevoland
met instemming de boodschap die auto
mobilisten vanaf grote borden langs de A6
toegeslingerd wordt. „Het beeld van
Flevoland kan wel wat aanpassing gebrui
ken. Het heeft er recht op. Het is geen mo
notoon, saai landschap. Zeker niet in de
randmeerzone, dat een monumentaal land
schap aan het worden is", vindt ir. Frank
Alberts van Rijkswaterstaat in Flevoland.
Flevoland staat voor hem synoniem met
'kwaliteit die nog ontwikkeld moet worden'.
En nieuwkomer Jacob Scheperkeuter, vorig
jaar vanuit het Drentse Gees naar 'een stuk
klei' in Flevoland verhuisd, vindt het alle
maal reuze meevallen, in de polder. De
Flevolandse boeren zijn niet de superboe
ren waar een beetje tegenop werd gezien,
maar gewone boeren, die het ieder op hun
eigen manier doen, een gezond soort zake
lijkheid ten toon spreiden en open staan
voor elkaar.
Inrichting
Flevoland is de jongste provincie van Ne
derland, dit jaar officieel zeven geworden.
De zes gemeenten zijn verdeeld over twee
polders: de Noordoostpolderen Flevoland,
dat om praktische redenen in twee fasen is
drooggelegd. Eerst het oostelijk deel en
daarna het zuidelijke stuk, van elkaar ge
scheiden door de eigenlijk overbodige
Knardijk.
De tijdgeest heeft een grote rol gespeeld bij
de inrichting van de polders. De belangrijk
ste ontwikkelingen van na de oorlog, de
mechanisatie en schaalvergroting in de
landbouw, de opkomst van de auto, de ver
stedelijking, de groter wordende aandacht
voor natuur en milieu zijn dan ook duidelijk
terug te vinden in het landschap. Van noord
naar zuid veranderen de jaren vijftig in dit
door de mens op het tekenbord uitgedachte
gebied geleidelijk in de jaren negentig.
De Noordoostpolder is in al zijn eenvoud de
mooiste, de meest karakteristieke polder
geworden, vindt Frank Alberts, bij Rijkswa
terstaat belast met planvorming en landin
richting. De kleinschaliger landerijen om
singeld door bomen. De dorpjes op fietsaf-
stand van elkaar, in een cirkel rondom de
kern Emmeloord. De boerderijen met de
rode daken, door de staat gebouwd en aan
uitverkoren pioniers verpacht. Het gebied is
een eenheid, in tegenstelling tot de rest van
Flevoland. Oostelijk Flevoland ontbeert een
eigen karakter, het mist een eigen identiteit
terwijl zuidelijk Flevoland volgens Alberts
het beeld uitstraalt dat veel mensen hebben
van de polderprovincie: een ontginnings
landschap. Dit gebied moet vooral nog wat
worden, de verschillende sferen in dit ge
bied moeten nog tot wasdom komen.
Hokjes
Die verschillende, vrij sterk afgebakende
functies van Zuidelijk Flevoland herbergen
het gevaar uit te monden in 'hedendaagse
hokjesgeest'. De boeren zitten op een kluit
en de burgers zitten op een kluit, zeggen
Dineke en Jacob Scheperkeuter. „Meer dan
in Drente heb je hier een scheiding tussen
platteland en stad. Het is jammer dat al je
buren, boeren zijn. Je gezichtsveld wordt er
niet door verbreed." Het jonge boerengezin
woont in een mooi, nieuw huis, midden
tussen de akkers. Je hebt een auto nodig,
wil je sociale contacten kunnen leggen, je
Nieuwbouw en jonge aanplant in Zeewolde. foto cees zorn