De sabotage van Beel
Feiten Meningen
'Ben bereid crisis te bevorderen'
ZATERDAG 3 APRIL 1993
2
HAARLEM RONALD FRISART
VERVOLG VAN VOORPAGINA
Noot 2 bij document 306 in het boek van
Drooglever en Schouten meldt dat Drees op 23
april 1949 vastlegde dat het gerucht ging dat hij
mr. L. Einthoven, hoofd van de Centrale Veilig
heidsdienst, zou hebben gevraagd het gesprek
tussen Beel en Romme af te luisteren. Nee,
weet Drees, ik heb Einthoven en zijn dienst
nooit zoiets gevraagd.
„Wie het bedoelde gesprek heeft afgeluisterd
weet ik niet", noteert de premier. „Een getypt
kaartje is bij mij thuis bezorgd zonder dat ik
daarom had gevraagd en zonder dat ik had ge
weten, dat een dergelijk gesprek zou worden
gehouden. Ik ben overtuigd, dat dit kaartje niet
van de heer Einthoven afkomstig is geweest."
Maar wie zat er wel achter? Drooglever en
Schouten melden dat Drees nadien aan zijn
notitie toevoegde: „Later heeft Stikker mij mee
gedeeld, dat het van Buitenlandse Zaken
kwam." Dirk U. Stikker was destijds de baas op
dat department. De WD had hem als havik in
het kabinet geschoven. Maar hij zag dat de Ne
derlandse scherpslijpers inzake Indonesië niet
erg slim opereerden. Hij ontdekte dat het Haag
se doordouwen Nederland en vooral het be
drijfsleven louter schade zou berokkenen.
Holland stond vrijwel alleen en er waren sanc
ties van het buitenland te verwachten. Dus ging
Stikker zich verzetten tegen Draufganger als
Sassen, Beel en Romme. Kennelijk heeft hij het
toen nodig gevonden een gesprek tussen die
laatste twee te laten afluisteren.
Niet fraai, maar de RK-heren hadden ook
Stikker een loer gedraaid. Deel zestien van 'Of
ficiële Bescheiden' bevat telegram 64B, dat Beel
eind 1948 via de marine-verbindingsdienst
stuurde aan Sassen, toen nog minister van
overzeese gebiedsdelen. Het telegram zelf is
onbelangrijk. Maar in een voetnoot staat dat
Stikkers topambtenaar Boon erbij aantekende:
„Tekst van telegram via Marine code dat door
Minister Sassen aan Minister Stikker is onthou
den en door dezen toevallig tijdens Minister
raad gezien in het dossier van Minister Schok-
king."
Lange tijd hadden de katholieken trouwens
buiten elke overheidsdienst om een eigen lijn
tje: de verbindingsdienst van de Javasche Bank.
Via die weg seinde Romme 4 februari 1949 aan
Beel: „Begrijp volledig Uw klachten over hou
ding Nederlandsche Regeering die ook wij al
lerminst bewonderen." En op 27 januari 1949
liet Romme zijn compaan weten: ben ik be
reid crisis te bevorderen
Boeiend is in dit verband een telegram dat de
directeuren Manschot en De Graaff van de Am
sterdamse vestiging van de Javasche Bank 14
februari 1949 stuurden aan hun baas in Indo
nesië, Spies. Manschot en De Graaff memore
ren dat het bank-kanaal eerst is gebruikt voor
nuttige contacten tussen Batavia en Haagse re
geringsfunctionarissen, waarbij ook de onder
nemers in Indonesië belang hadden, maar dat
het lijntje inmiddels wordt gebruikt voor KVP-
opzetjes. Hun baas houdt echter nog vol. Hij
vindt het „in deze voor Nederland uiterst kritie
ke tijd van groot belang, dat Beel gelegenheid
tot contact met fractieleider K.V.P." heeft. Rom
me en Beel maakten daarvan graag gebruik om
te trachten hun Indië-beleid door te zetten.
Binnen een jaar zouden ze op dat punt echter
politiek bankroet zijn en was Indonesië vrij.
Nederlandse militairen lopen na de Tweede Politionele Actie patrouille in de omgeving van Tonjong, Midden-java, waar guerrillastrijders bijzonder actief vi
Het overleg tussen Nederland en de Indonesische onaf
hankelijkheidsbeweging zit eind 1948 vast. Vooral de
PvdA-ministers in het kabinet-Drees vinden het moeilijk
om tot oorlog te besluiten. In Batavia ziet men dat sim
peler. De legerleiding daar wil er op slaan, desnoods zon-
f der toestemming van het kabinet. Ongeduldig is ook dr.
Beel, de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Indo
nesië. Beel en de militaire top weten zich vanuit Neder
land gesteund door KVP-leider Romme. Wat deze heren
plannen, is meer dan gedram. Het is hoogverraad.
HAARLEM RONALD FRISART
Op 5 augustus 1947 heeft Nederland de eerste veld
tocht tegen de Republiek afgesloten. Om politieke re
denen is echter niet doorgestoten naar Jogyakarta, de
Republikeinse hoofdstad voor Drees het bewijs
„dat ik niet altijd tot elke prijs met de katholieken
heb willen samenwerken".
De legerleider, luitenant-generaal Spoor, is dat een
doorn in het oog. Maar voorlopig is het woord aan de
onderhandelaars. Half januari 1948 tekenen verte
genwoordigers van Nederland en de Republiek aan
boord van het Amerikaanse marineschip Renville een
akkoord. Maar de onrust in de Gordel van Smaragd
houdt aan en ook de besprekingen gaan door.
Begin december 1948 lijken de onderhandelings
mogelijkheden echter uitgeput. Alleen de PvdA-mi-
nisters hopen nog op een vreedzame uitweg. De
meeste anderen in het kabinet vinden dat geaarzel
onjuist achter gesloten deuren is het kabinet-zelfs
al gevallen maar uiteindelijk laveert men geza
menlijk door de politieke storm.
Batavia ziet het anders. Nadat het kabinet van
KVP-premier Beel in augustus 1948 het stokje heeft
overgedragen aan de ploeg van Drees (PvdA) en Van
Schaik (KVP) is Beel op 4 november in Batavia aan
getreden als Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon.
Een van zijn eerste daden in de Oost is het ontbieden
van een kleermaker om een door Beel zelf ontworpen
uniform te maken.
Ook op politiek gebied ontbreekt het hem niet aan
geloof in eigen gelijk. Op 10 december seint hij mi
nister Sassen (KVP, overzeese gebiedsdelen) dat het
„een dwingende eis is, dat zowel politiek als militair
het initiatief aan onze zijde blijft, hetgeen slechts kan
geschieden door de eerste klap zelf te geven". Beel
wil dat het kabinet zeer snel tot militaire actie besluit.
„Ik wist het allemaal maar half, al die gesprekken tus
sen Sassen en Beel", zal Drees veel later /.eggen.
Militaire actie ligt in het kabinet moeilijk. Het geeft
Batavia wel opdracht een veldtocht voor te bereiden,
maar de aanval nog uit te stellen. Verbolgen seint
Beel op 16 december aan Sassen dat die combinatie
voorbereiden maar niet toeslaan voor hem en
de Indische legerleiding onaanvaardbaar is, en dat
hij „geen verantwoordelijkheid kan dragen voor de
catastrofale gevolgen aan verder uitstel verbonden".
Intussen is in Batavia echter al een plan gesmeed
voor het geval slechts een minderheid van de Neder
landse ministers het leger op de Republiek wil losla
ten. Dat plan dateert van 2 december. Die dag seint
KVP'er Romme, met andere fractieleiders op dat mo
ment in Indonesië, aan KVP-voorzitter Andriessen
„dat wij thans tot actie moeten overgaan op koristen
termijn met alle gevaren van dien", en: „ik kan dit
slechts met alle gevoel voor mijn verantwoordelijk
heid bezwerenDus: als het bestuur me niet volgt,
moet het voor mij maar een ander zoeken.
Romme heeft de steun van het partijbestuur nodig,
omdat hij en Beel zeer hoog spel willen spelen. Die
avond scnrijft hij in zijn dagboek wat hij met Beel
heeft uitgebroed: ,.a) Kabinet éénstemming vóór ac
tie O.K.: b) meerderh. besluit voor actie: alsdan:
bevel wordt uitgevaardigd, minderheid treedt af,
meerderheid blijft aan; c) minderheid vóór actie (be-
teekent schuiving in R.K. groep), alsdan: S.(assen)
met hem meegaande collegae treden af, één dag
vóórdat B.(eel) aanvangt".
Als dus de PvdA'ers en enkele KVP'ers in het kabi
net toch afzien van oorlog, dan moeten Sassen en
diens medestanders aftreden, waarna Beel. willens
en wetens tegen de opvatting van een meerderheid
van het kabinet, een dag later het bevel tot de aanval
geeft. Op 1) december bevestigt Romme, terug in
Den Haag, aan Beel dat hij zich aan dat plan zal hou
den. Verbijsterd vraagt de lezer zich af hoe diep de
democratische overtuiging bij Beel en Romme eigen
lijk was geworteld.
Legerraad
Evenzeer verbluffend zijn de notulen van een bijeen
komst van de legerraad op 17 december 1948, twee
dagen voor de Tweede Politionele Actie. Men beden
ke dat premier Drees pas de volgende dag met de
woorden „Dan delen wij je advies" Beel telefonisch
zou machtigen tot de aanval. De legerraad (de be
langrijkste Nederlandse militairen in Indonesië) wist
Hoogverraad militaire top maakte aanval op Indonesische Republikeinen onvermijdelijk
dus niet dat het er
echt van zou komen.
Daarom stelt leger
commandant Spoor
aan de orde wat te
doen als de actie
niet doorgaat. Gene-
raal-majoor Baay,
troepencomman
dant Oost-Java, zegt
dat hij dan meteen
ontslag vraagt.
Waarop Spoor hem
verzekert dat dan de
hele legerleiding en
waarschijnlijk ook
Beel hetzelfde zullen
doen.
Spoor benadrukt
geen alterna
tief i
de i
val, waarop kolonel
De Bie vraagt of het
ook oorlog wordt als
de Republiek met
een bevredigend
antwoord komt op
'een door Den Haag
verzonden telegram.
De stafchef, gene-
raal-majoor Buur
man van Vreeden,
vindt van wel. Hij
wil de Republikeinse
troepen „tot gehoorzaamheid dwingen", ook al zou
een politiek compromis nog mogelijk lijken. De staf
chef betoogt zelfs „dat de veiligheid van de troepen
thans hoofdzaak is geworden en dat deze ons dwingt
om op te rukken en dat, al zegt de Regering 'neen',
de HVK (Beel, red.) de order zal moeten geven de ac
tie toch in te zetten
Spoor weet dat Van Vreeden iets aanprijst wat in
een democratie helemaal niet kan. Hij zegt „dat hij
zich bij de uitvoering van dit onbevoegd gegeven be
vel zou schuldig maken aan hoogverraad, doch dat
hij hiervoor niet zal terug deinzen, wanneer de toe
stand zulks vereist".
Generaal-majoor Baay vindt dat alle generaals dan
maar moeten meedoen en kolonel De Bie denkt zelfs
dat Spoor „groter kans zal hebben om niet in de ge
vangenis te eindigen, indien hij niet alleen staat".
Alsof hoogverraad minder hoog verraad is als je het
met z'n allen pleegt!
Tot alles in staat
Op 2 december kon PvdA-fractieleider Van der Goes
van Naters niet weten wat zich 15 dagen later in de
legerraad zou afspelen, maar hij had wél gelijk toen
hij Drees vanuit Batavia seinde: „Spoor is tot alles in
staat. Een onplezierige Draufganger." Even helder is
op 27 januari de Bataviase regeringsfunctionaris
Warners in een telegram aan de Nederlandse PTT-
topman Neher (PvdA), die in 1948 voor een over-
heidsmissie in Indonesië was. Warners rept over „de
onverzadigde flinkheid van Beel en zijn eensgezind
heid met beide krijgsheeren (Spoor en Buurman van
Vreeden, red.)". Niet vreemd dus dat na het uitbre
ken van de Tweede Politionele Actie de Belgische
premier Spaak meent dat niet de regering in Den
Haag, maar de generaals in Batavia het voor het zeg
gen hebben.
Van eigenmachtig optreden van de houwdegens
komt het uiteindelijk niet, omdat de Tweede Politio
nele Actie in de nacht van 18 op 19 december 1948
alsnog begint. Eigenlijk wil het kabinet-Drees iets
langer wachten, maar Beel heeft met pure sabotage
naar de aanval toegewerkt. Wat is er gebeurd?
Op 13 december besluit het kabinet Beel op te dra
gen alles in gereedheid te brengen voor actie. Direct
daarna komt echter een verzoenende brief binnen
van de Republikeinse premier, Hatla. Dat is voor de
PvdA-ministers aanleiding pas op de plaats te ma
ken. Het kabinet besluit via Beel een brief te sturen
aan voorzitter Cochran van de door de Verenigde
Naties ingestelde Comntlssie van Goede Diensten.
Daarin staat dat Den Haag verder wil praten als Hat-
ta in plaats van met persoonlijke opvattingen, waar
Den Haag, begin 1947. Generaal Spoor (midden) steekt e
beginnen.
hij weer onderuit
kan, komt met een
bindend standpunt
van de Republi
keinse regering. Of
Cochran dat aan
Hatta wil over
brengen.
De Amerikanen,
die nauw bij de
zaak zijn betrok
ken, wordt duide
lijk
Hatta
beetje vlot moet
antwoorden. Ver
der stelt de minis
terraad intern vast
dat het tijdstip
waarop de aanval
kan beginnen met
drie keer 24 uur
wordt uitgesteld.
Nadat de tekst voi
loopt het echter
n sigaret op alvorens aan een persconferentie te Beel is net benoemd tot Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon en ver-
foto archief trekt naar Batavia. Op de vliegtuigtrap op Schiphol wuift hij nog even
naar de achterblijvers. foto» archief
fonisch te be
zweren dat ook
hij vindt dat
„principieel het
nemen van een
beslissing (over
de militaire aan
val, red.) bij de
Atlantisch bondge
nootschap. Verder
dreigt het wegvallen
van de Amerikaanse
Marshall-hulp, be
doeld voor de naoor
logse wederopbouw.
Bij die hulp gaat het
om een miljard kei
harde Amerikaanse
dollars.
Staatsverband
Maar Beel heeft een
missie en ook de mili
tairen in Indië hebben
geen oog voor het gro
te geheel. Indië verlo
ren, rampspoed gebo
ren dat is en blijft
hun denktrant. Indo
nesië meer vrijheid
geven mag, vinden ze,
maar wel in een hecht
staatsverband met
Nederland. Vrijlating
van Republikeinen als
Sukarno, Hatta,
Sjahrir en Agus Salim
(die op 19 december
gevangen zijn geno
men) is dus uitgeslo
ten. Dat geeft maar
rotzooi. Alles moet or
delijk verlopen, zonder dat het Republikeinse tuig te
veel te zeggen krijgt. In werkelijkheid heeft Neder
land meer last van het traineren van de vrijlating van
de Republikeinse kopstukken, want dat schiet het
buitenland (opnieuw) in het verkeerde keelgat.
Als enige valt minister Sassen overboord. Op 10 fe
bruari 1949 neemt hij ontslag als minister. Beel dreigt
ook herhaaldelijk met heengaan, maar laat het bij
aan. Maar
Begin jaren vijftig. Koffie, koekjes op tafel
katholieke geestelijke.
r Cochran aan Beel is geseind,
Beel geeft de brief pas door als
hij bijna zeker weet dat de Republiek niet meer tijdig
kan antwoorden. Temeer niet omdat hij tegen de
bedoeling van Den Haag ook eist dat Hatta voor
een bepaald tijdstip antwoordt. Beel heeft het dus zo
geregeld dat het wel op oorlog móét uitdraaien.
Daarom stelt hij opnieuw tegen de zin van het ka
binet het aanvangstijdstip van de actie niet drie
keer 24 uur, maar slechts één maal 24 uur uit.
Beel mag dan premier zijn geweest, nu is hij amb
tenaar, zij het een hoge. Den Haag mag dus aanne
men dat Beel zijn opdracht stipt uitvoert. Vandaar
dat de tekst van de brief ook wordt geseind aan be
vriende regeringen met het verzoek druk op de Re
publikeinen uit te oefenen. Daarmee staat Nederland
lelijk in zijn hemd: vragen om druk op een Republi
keinse regering die de brief nog niet eens heeft ont
vangen.
Gezagscrisis
In de ministerraad van 17 december zegt een ontstel
de Stikker (WD, buitenlandse zaken) „dat Dr. Beel
de hem gegeven instructies deels niet, deels niet vol
ledig heeft uitgevoerdWij zijn „in een gezagscri
sis", aldus Lieftinck (PvdA, financiën). De Britse am
bassadeur in Den Haag, Nichols, vraagt Stikker een
paar dagen later of „uw premier Beel niet een uit
branderkan geven".
Beel weet de zaak echter te sussen door Drees tele-
bestand
24.00 uur als geëindigd beschouwt. Te laat voor Co
chran en de Republikeinse afgezant om voor het af
lopen van het bestand de Republikeinse regering in
Jogyakarta te kunnen inlichten.
Ook dat maakt op de Amerikanen en anderen een
zeer beroerde indruk. Normaal zou zijn als Den Haag
Beel onmiddellijk van zijn stoel had geschopt. Maar
hij mag blijven zitten. Enerzijds omdat het nu een
maal moeilijke tijden zijn, anderzijds omdat men ab
soluut niet weet wie Beel kan (of wil) opvolgen. Ook
begin 1949 doet dat probleem zich nog eens voor.
Na afloop van de Tweede Politionele Actie is het
beeld trouwens niet anders dan ervoor. Beel en de
militaire leiders in Batavia zijn de scherpslijpers, ter
wijl in Den Haag vooral premier Drees en minister
Stikker proberen voorzichtig te laveren. Dat laatste is
hard nodig ook, want vrijwel heel het buitenland
heeft zich tegen Nederland gekeerd. Alleen de paus
vindt het Nederlandse optreden kennelijk fantas
tisch.
Maar in Azië wordt de politionele actie beschouwd
als onzindelijke blanke onderdrukking van een naar
vrijheid strevend Aziatisch broedervolk. En de Vere
nigde Staten en Groot-Brittannië vrezen dat de Ne
derlandse koppigheid alleen maar het communisme
(dus Moskou) in de kaart speelt. En dat terwijl in Chi
na communisten op het punt staan de macht te grij
pen. Washington ziet in Batavia liever gematigde na
tionalisten regeren dan communisten.
Door de Tweede Politionale Actie dreigt Nederland
buiten de boot te vallen van het in aanbouw zijnde
Nederlandse Re- woorden. Legerleider Spoor blijft e
gering berust", in een lang („zeer geheim/persoonlijk") telegram
Om even zo vro- aan Beel kan hij het niet laten het voor te stellen of
lijk op 18 de- zijn troepen de Republiek best klein hadden kunnen
cember pas om krijgen, als het leger maar niet had moeten meewer-
23.30 uur aan ken aan een politiek „welke onherroepelijk moet lei-
Cochran en om den tot de liquidatie van de Nederlandse belangen in
23.40 uur aan de Indonesië".
Republikeinse Het eind van het liedje is dat Nederland in decem-
vertegenwoordi- ber 1949 de soevereiniteit over Indonesië overdraagt,
ger in Batavia te Naar Nederlands model is het op dat moment nog
laten weten dat wel een federale staat, maar daaraan maken de Re-
Nederland het publikeinen snel een eind: op 17 augustus 1950
vanaf wordt het land een eenheidsstaat.
>r Co- Ook economisch spint Nederland weinig garen bij
de worsteling. Bij de soevereiniteitsoverdracht belo
ven de Indonesiërs de Nederlandse economische be
langen ongemoeid te laten. Maar krap tien jaar later
worden vrijwel alle Nederlanders er uit geschopt. Van
het glorieuze Insulinde rest het koninkrijk nog slechts
Nieuw-Guinea. En ook dat valt, in 1962, aan Indone-
Historici gruwen als we vragen: wat zou er zijn ge
beurd als....? Op zo'n vraag is geen antwoord moge
lijk. /Vis de Beels, de Rommes, de Spoors hun zin niet
hadden gekregen en Nederland zich soepeler had
opgesteld tegenover het Indonesische streven naar
merdeka, wat was er dan gebeurd? We weten hel
niet. Op één punt na: dan had het minder doden ge
kost.
Dr. P.J. Drooglever, drs. M.J.B. Schouten (red.): Offi
ciële bescheiden betreffende de Nederlands-Indone
sische betrekkingen 1945-1950, Zestiende deel, 1 de
cember 1948 - 12 januari 1949. Uitg. Instituut voor
Nederlandse Geschiedenis, Den Haag 1991. ISBN 90
5216 024 4. 771 blz. Prijs 84.
Dr. P.J. Drooglever, drs. M.J.B. Schouten (red.): Offi
ciële bescheiden betreffende de Nederlands-Indone
sische betrekkingen 1945-1950, Zeventiende deel, 13
januari 1949 - 28februari 1949. Uitg. Instituut voor
Nederlandse Geschiedenis, Den Haag 1992. ISBN 90
5216 039 2. 759 blz. Prijs 90.