Cultuur Kunst Horror en science fiction ff iÉÉuit de ffiibfence. Haasse en Mulisch bij nominaties AKO-prijs Uitmarkt Amsterdam rond Museumplein Cabaretetalage met grote verscheidenheid 'De zee heeft dorst': veel te lang DONDERDAG 1 APRIL 1993 9 Boeken y« Aan de meeste volwassenen I <2 is wel een klein steekje los. Wie heeft er geen lastige eigen schappen? René Diekstra schrijft er over in zijn laatste boek 'Persoonlijk onderhoud'. Film Een geleerde travestiet, een I I baby in de strijd tegen luste loosheid, een man die een industrië le stofzuiger speelt. De Leidse film huizen LVC, LAK en X draaien een week lang maffe films AMSTERDAM ANP De jury van de AKO Literatuur Prijs heeft gisteren in Amster dam de namen van de zes ge nomineerde boeken voor 1993 bekendgemaakt. Het gaat om 'Heren van thee' van Hella S. Haasse, 'Kerst en an dere liefdesverhalen' van Kris- tien Hemmerechts, 'De ont dekking van de hemel' van Harry Mulisch, 'Het grote ver langen' van Marcel Möring, 'De wijde blik' van Willem Jan Otten en 'Het verkoolde alfa bet' van Paul de Wispelaere. Wie de prijs, waaraan een geldbedrag van 50.000 gulden is verbonden krijgt, wordt 11 mei bekendgemaakt tijdens een diner in het Amstel Hotel in Amsterdam. De prijsuitrei king wordt rechtstreeks uitge zonden op televisie in het programma NOVA. Drie van de genomineerden - Mulisch, Otten en Möring - hebben de bekendmaking van de nominaties bijge woond. Mulisch, die gisteren ook de Multatuliprijs 1993 won, verklaarde desgevraagd, wel te denken dat hij een kans maakt op de AKO Literatuur Prijs 1993. Óit jaar heeft de jury zich moeten buigen over in totaal 239 boeken, die elk door ten minste twee juryleden zijn ge lezen, zo vertelde juryvoorzit ter dr. Mark Eyskens. Het aanbod was aanmerkelijk groter dan in voorgaande ja ren. Eyskens is voormalig eer ste minister van België en hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven. An dere juryleden zijn Marja Brouwers (auteur), Anthony Mertens (criticus), prof. dr. Anne Marie Musschoot (hoogleraar Nederlandse lite ratuur aan de Universiteit van Gent) en Wim Vogel (criticus). De grote verschillen tussen de afzonderlijke boeken maakte volgens Eyskens een vergelijkend oordeel moeilijk. Na acht vergaderingen bleek er wel eensgezindheid over de boeken die zeker niet in aan merking kwamen voor een nominatie. Een probleem vormde de bepaling in het re glement, dat slechts bij hoge uitzondering een werk van li teraire non-fictie mag worden genomineerd. Rudy Kous- broeks 'Het Oostindisch kampsyndroom', het reisboek van Cees Nooteboom 'De omweg naar Santiago' en de essaybundel van Piet Meeuse 'De jacht op Proteus' zijn daardoor niet op de lijst van nominaties terechtgekomen, aldus Eyskens. Van de zes genomineerde auteurs zijn er twee -Hemme rechts (1959) en De Wispelae re (1928)- afkomstig uit Bel gië. Het boek van Hemme rechts is een verhalenbundel, dat van De Wispelaeres werk een dagboek. De overige boe ken zijn romans. De Belgische auteurs werden ook in eigen land al bekroond. In Neder land zijn Mulisch (1927) en Haasse (1918) veelvuldig in de prijzen gevallen. Beiden zijn onder meer onderscheiden met de Constantijn Huygens- prijs en de P.C. Hooftprijs. Marcel Möring (1957) ont ving eerder de Geertjan Lub- berhuizenprijs voor het beste debuut voor zijn roman 'Mendels erfenis', die in 1990 verscheen. Het nu genomi neerde boek 'Het grote ver langen' is Mörings tweede ro man. Ook Willem Jan Otten (1951) heeft een prijs op zijn naam staan, de Jan Campert- prijs 1992, die hij ontving voor zijn meest recente dicht bundel 'Paviljoenen'. Week van de fantastische film in Amsterdam Het 'Weekend of terror' is niet meer. De jaarlijkse nacht marathons met horror-, science fiction- en fantasyfilms zijn uitgebreid tot een hele week in dit genre. Ter gele genheid van de tiende editie zijn zaal 1 en 2 van theater Alhambra in Amsterdam afgehuurd. Vanaf vandaag tot en met woensdag 7 april wordt dagelijks van 15.00-24.00 uur een programma afgerold voor de groeiende schare fijnproevers onder de liefhebbers. AMSTERDAM GPD Dit 'Tiende festival van de fan tastische film' staat vooral in dienst van de rustige filmkijker, nu is afgestapt van de nachtelij ke uren van het 'Weekend of terror'. Het festival ontaardde in voorgaande jaren steeds meer in een luidruchtig avondje uit van een op de harde kern van voetbalsupporters lijkend pu bliek. Zo moest de serieuze lief hebber vorig jaar zijn aandacht verdelen over het witte doek en rondvliegende bierflesjes en blikjes. De organisatie, de stichting Film Events, heeft voor deze harde kern (die het festival toch mede groot heeft gemaakt) een speciale 'Night of terror' in pet to, van zaterdag 3 op zondag 4 april. Premières Het aanbod in Alhambra is even groot als afwisselend. Liefst 21 films beleven er hun Neder landse première of eenmalige bioscoopvertoning, waaronder 'klappers' als Clive Barkers 'Candyman' en 'Army of Dark ness: Evil Dead 3' van Sam Rai- mi. Als rode draad door de week is een retrospectief gewijd aan het oeuvre van de Italiaanse ci neast Dario Argento. Herhalin gen van klassiekers uit de afge lopen tien jaar, zoals 'Heriry', The Silence of the Lambs' en 'Tetsuo 2' completeren het fes tival. De films van de genre-tove naar Argento vertolken een hoofdrol. Elke dag zijn er spe ciale voorstellingen met afwiss- selend 'Bird with the Crystal Plumage', 'Cat O'Nine Tails', Four Flies on Grey Velvet', 'In ferno', 'Tenebrae', 'Phenomena' en 'Opera'. Helaas ontbreken Deep Red' en 'Suspiria' alsme de zijn zelden vertoonde schel menepos 'Five Days of Milan'. Op 5 april gaat zijn nieuwste psycho-thriller 'Trauma' in pre mière. Anne Parillaud als de mooie vampiere in 'Innocent Blood'. De controversiële filmer be gon zijn carrière in 1968 als tekstschrijver voor Sergio Leo ne's beroemde Once upon a ti me in the West' en bestormde daarna in 1970 met zijn eerste ling 'Bird with the Crystal Plu mage' het witte doek. Na 'Bird' volgde een serie spectaculaire rolprenten, vol gekken, serie moordenaars, heksen en alche misten. In 1978 produceerde hij samen met George Romero de geruchtmakende zombie-film 'Dawn of the Dead'. In 1989 hernieuwde Argento deze sa menwerking in het op verhalen van Edgar Allen Poe gebaseerde 'Two Evil Eyes'. Censuur Argento wordt zowel door critici als collega-regisseurs op han den gedragen, vooral in Europa en Japan. In Amerika is het en thousiasme duidelijk minder, waarschijnlijk door slechte dis tributie en de door de fijngevoe lige Amerikanen nogal willekeu rig gehanteerde censuur-schaar. Voorstanders noemen Argento een barokke stilist met een ver fijnde techniek en een Grand Guignol-achtige grandeur. Te genstanders vinden hem een sadistische zwartkijker, dol op bloed en geweld. Zijn films wor den gekenmerkt door gedurfde camera-bewegingen, een uit bundig kleurgebruik (voorna melijk rood en blauw), zeer sterk vertraagde special effects en keiharde soundtracks. AMSTERDAM ANP De Uitmarkt, de traditionele opening van het cul turele seizoen in Amsterdam, wordt dit jaar op en rond het Museumplein gehouden. Het Koninklijk Concertgebouworkest verzorgt op vrijdagavond 27 augustus de opening met een openluchtcon cert met de vijfde symfonie van Tsjaikowsky. De Uitmarkt duurt tot en met zondagavond 29 au gustus. In deze rubriek komen al of niet bekende streekgenoten aan het woord die hetzij direct hetzij zijdelings met kunst en cultuur te maken hebben. Zij praten over een kunstvoorwerp waaraan zij bijzondere waarde hechten. Van de snuifdoos van oma tot het grijsgedraaide muziekstuk en alles wat daar tussen zit. Vandaag spreekt Ben Geerts, beeldend kunstenaar en germanist uit Leiden zijn bewondering uit: „Een viool is als een goede vriend." Een jaar of tien geleden zag ik hem liggen. Deze altviool. Ik heb er tijden omheen gedribbeld, had het geld niet. Hij was erg duur. Gemaakt naar het voorbeeld van een Stradivarius. Door Enzo Bertelli in 1953 in Verona. Ik heb het geld moeizaam bij elkaar moeten schrapen. Hij past bij mij. Een viool moet bij je passen. Hij heeft mijn mensuur, is aan mijn lichaam aangepast. Het verschil tussen een altviool en een gewone is de klank. Dat komt omdat een altviool anders van grootte is. En er is tussen de ene en de andere altviool ook verschil in afmeting. Dat kan variëren van 38 tot 43,45 centimeter. Hoe groter de viool des te zwaarder de klank. Deze 'Italiaan' heeft een vrij brede taille, hij is niet zo lang. Een viool is een afspiegeling van je eigen karakter. Je moet de klank zélf maken, naar de viool luisteren, wat voor stemming hij heeft. Dat hangt van de weersomstandigheden af. Een viool is als een goede vriend. Ik zag meteen dat dit een bijzondere viool was. Aan de krul, maar toen ik goed keek ook aan de stapel, dat stokje dat je in de kast ziet zitten. Die stapel is belangrijk voor het klanktimbre. Het achterblad is van esdoorn. Het voorblad meestal van vuren of grenen. De hoge welving, de zangbalk, de inleg, de krul daaraan herken je een viool. Dit is de laatste viool die ik koop. Dat heeft ook met mijn leeftijd te maken. Op een Uit tweemaal één en éénmaal twee bestaat de 'cabaretetalage' van dit seizoen. Twee solisten voor de pauze, een (gelegen- heids-)duo erna. Reinder van der Naait en Jeroen van Merwijk zijn de solisten, Bert Klunder en Mylou Frencken degenen die op dit ogenblik samen een avondvullend programma ver zorgen. Evenals de cabarestafet- tes tonen dit soort combinatie avonden een staalkaart van ont wikkelingen op cabaretgebied. En bijna altijd levert dat mede door de verscheidenheid van het aanbod iets aardigs op. Van Merwijk is kwalitatief de sterkste, omdat zijn liedteksten dikwijls van goed niveau zijn. Duidelijk, gevat en origineel laat hij zijn licht schijnen over tal, van zaken. Het milieu bijvoor beeld komt aan bod, wanneer hij wenst dat er 'nieuwe dieren komen die leven van afval, van gif en van lood'. En aangezien hij het leed in de wereld niet meer kan volgen, pleit hij ter- wille van de overzichtelijkheid voor één oorlog tegelijk. Ziin presentatie is afstandelijk, lich telijk cynisch en mijdt opdrin gerig engagement. De opening van de avond was in handen van Reinder van der Naait die een prettige prater blijkt te zijn. Tegen het publiek babbelt hij op vriendelijke toon honderduit over tal van zaken. Dat reikt van een ultrakort sprookje via ademhalingsoefe ningen tot imitaties van 'regio gebonden klaarkomen' en clow neske flauwekul. De boodschap is dat hij géén boodschap heeft, doch de mensen wat wil amu seren. Vaak gaat hem dat rede lijk goed af. Helaas vertoont de avond geen stijgende lijn. De ruwe bolster taal van Bert Klunder is in het begin hoogst vermakelijk, maar vervalt dan toch te veel in herhaling om leuk te kunnen blijven. Levensgroot lijkt de te genstelling met zijn partner die met een iel stemmetje 'Piep, piep, piep, ik ben zo vrolijk, piep, piep, piep, ik ben zo blij' zingt. Maar na verloop van (vrij veel) tijd komt de diepere be doeling naar voren: in wezen zijn beiden bange wezentjes die tenslotte steun bij elkaar zoe ken. Dit bangige typetje speelde Mylou Frencken ook al tijdens 'Cameretten 91'. waarmee ze toen een prijs won Datzelfde materiaal hebben Klunder en Frencken nu verwerkt in een avondvullend programma on der de titel 'Visch en Fruit'. Wat ze daarvan gisteravond lieten zien, leek op het aan elkaar kop pelen van twee afzonderlijke so lo-optredens. De eventuele meerwaarde daarvan was nau welijks zichtbaar. bepaalde leeftijd koop je ook je laatste fiets, je laatste paar schaatsen. Vrouwen vinden een altviool vaak mooi, alhoewel hij eigenlijk te groot is voor vrouwen. Je moet dikke vingers hebben om twee snaren te kunnen spelen. Het fantastische is dat hij tweestemmig is, je kunt erop zingen. Een eindeloze toon aanhouden, wel drie minuten lang. Dat kan trouwens op elk strijkinstrument. Een strijkinstrument klopt, een klavier niet, vind ik. Vroeger waren de strijkstokken meer gebogen. Dan kon je vier snaren tegelijk spelen. Daarmee kon je vier klanken in één keer spelen, zoals in de solosonates van Bach. Nu met die rechte strijkstokken, kan dat niet. Luister maar. Die solosonates moet ik arpeggio spelen, vier klanken na elkaar. Nu gaan ze oude muziek weer op originele instrumenten spelen. Ik hou ontzettend van oude muziek waarin de viool klinkt zoals hij toen ontwikkeld is. Het is moeilijk voor een amateur zoals ik om die solosonates van Bach te spelen. Daar moet ik erg veel moeite voor doen. Het is trouwens ook het hoogste dat ik bereiken kan. Je moet volstrekt ontspannen zijn. Het lichaam moet niet tussen de uitvoering staan. Vooral als je een tremolo wilt maken. Luister maar. Jarenlang heb ik in het Leids Kamerorkest en in het Toonkunstorkest gespeeld. Met heel veel plezier. Nu houd ik me voornamelijk met beeldende kunst bezig. Ik open meestal mijn eigen tentoonstelling. Met stukken van Monteverdi, mijn lievelingscomponist. Na Monteverdi komt er wel van alles bij, maar wat meerstemmigheid en schoonheid betreft was het er al. De mooiste muziek na Monteverdi vind ik strijkkwartetten. Dat is niet bombastisch, terwijl alles mogelijk is. En hedendaagse componisten hebben ook m'n hart gestolen: Ton de Leeuw, Sjostakovitsj, Schönberg. Naast m'n studie Duits heb ik altijd geschilderd en altijd muziek gespeeld. Dat ik uiteindelijk voorde schilderkunst als hoofdvak heb gekozen, komt omdat ik wilcfé scheppen. Muziek spelen is uitvoerend, naspelen wat een ander gecomponeerd heeft. Het valt me op dat beeldend kunstenaars vaak met muziek bezig zijn. Dat stamt nog uit de Romantiek. Wagner, die het 'Gesammtkunstwerk' propageerde, dat de grenzen tussen de disciplines in de kunsten verdwenen. Hier in mijn atelier speel ik veel. Op m'n viool, maar ook op iatonische harmonica. Kijk, heel eenvoudig. Een driekwartsmaat. TEKST» ANNEMIEK RUYGROK FOTO LOEK ZUYDERDUIN Na in diverse groepen als dan seres gewerkt te hebben legt de Belgische Ria de Corte zich de laatste jaren toe op het maken van choreografieën. De Corte houdt niet van dans die alleen uit mooie bewegingen bestaat. Emoties en een herkenbaar the ma zijn voor haar een absolute voorwaarde. In 'La mer a soif/De zee heeft dorst' is het thema het verlan gen, dat in de jeugdjaren onbe zorgd kan worden uitgeleefd, maar waarvan later, als die ver langens al dan niet vervuld zijn, alleen bedaarde resten overblij ven. De choreografie bestaat uit eenvoudige dansbewegingen waarin het dartele óngeduld van vier jonge meisjes wordt uitgebeeld en die afgewisseld worden door scènes waarin de spelletjes letterlijk te zien zijn. Deel één is een solo. Een dan seres danst op de sneeuw, draait wild rond in haar wijde jurk, maar de muziek uit de 'Vier letzte Lieder' van Richard Strauss met zijn herfstachtige stemming drukt weemoed uit om iets dat voorbij is. In deel twee volgt dan een vrolijke aan eenschakeling van spelletjes met sneeuw, met bromtollen, het eten van taartjes enz. De voorstelling heeft weinig pretenties, er zitten veel aardige bewegingen in, maar een be zwaar is dat de dans en de spel letjes te weinig tot een geheel verwerkt zijn. Veel scènes zijn daardoor rommelig en duren te lang. Het eten van taartjes, het eindeloos lachen van één van de meisjes, het kon niet blijven boeien, ook omdat de bewegin gen en de mimiek onecht aan deden. Natuurlijk zijn er ook mooie momenten. Aandoenlijk werd uitgebeeld hoe een klein, verle gen meisje zich op het podium aan het publiek moest presen teren. En de scène van de pu bermeisjes die bij de klanken van 'Only you' op hun stoelen langs de kant hun mooie benen lieten zien en daarna uit afgunst elkaar wegduwden was precies goed. Ook het roepen van typi sche puberzonen in te hoog opgehangen microfoons ('Staat mijn neus scheef? Heb je me daarom alleen gelaten? was mooi getroffen. Jammer dat er niet meer van dit soort momen ten waren en dat de voorstelling niet veel compacter was. Deze lavendel 'Munstead'. Hi) bloeit met lilakleunge bloemen van |uni t/m au gustus. En geuren datne doet! Hoogte max. 50cm Per stuk van 6,95 voor t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 9