De Komijn lonkt naar de eredivisie Ghana: het Brazilië van Afrika Sport ZATERDAG 27 MAART 1993 CHEF» AD VAN IC B ONDERWATER. C Het Afrikaanse voetbal staat een gouden toekomst te wachten. Opnieuw was een Afrikaans elftal de smaakmaker van een groot internationaal toernooi, het wereldkampioenschap voor spelers onder de twintig in Australië. Ghana verloor vorige week zaterdag weliswaar de finale van Brazilië, maar volgens een Britse sportjournalist gaf het team tijdens het toernooi een demonstratie: zo zal het voetbal in de volgende eeuw worden gespeeld. „We hebben de wereld laten zien dat ze rekening met ons moet houden", zei een Ghanese televisieverslaggever nadat hij het 2-1-verlies tegen Brazilië had verwerkt. Voetbalkenners zijn het erover eens dat het Afri kaanse voetbal na de eerste in cidentele successen tot volle rijpheid is gekomen. Ghana wordt op voetbalgebied ook wel beschouwd als het Brazilië van Afrika. Het land zou volgend jaar bij de 'echte' wereldkam pioenschappen in de Verenigde Staten voor een grote verrassing kunnen zorgen. Velen zullen zich nog de 'leeuwen' van Kameroen herin neren, die tijdens het WK 1990 onder aanvoering van de cha rismatische Roger Milla een frisse wind lieten waaien door het ingedommelde internatio nale voetbalcircus. Het team werd pas in de kwartfinales uit geschakeld door Engeland. In Australië wisten de belof ten uit Ghana vorige week En geland echter te verslaan. De halve finale werd met 2-1 ge wonnen en in de straten van Accra ontstond een spontaan volksfeest. ,,De passes van de Ghanezen leken wel computer- geprogrammeerd, zo perfect waren ze", schreef Steve Curry in het Britse dagblad Daily Express. Het succes van de Ghane se voetbaljeugd is niet het enige bewijs van de over vloed aan talent die Ghana kenmerkt. Er zijn al vele Ghanezen die hun brood verdienen bij Europese top clubs en daar internationale ervaring opdoen. Zo maakt de Ghanees Abedi Pele, de Afrikaanse voetballer van het jaar, naam bij Olympi- que Marseille, dat vorige week in de Champion's League CSKA Moskou met 6-0 verne derde. Pele maakte de mooiste van de zes. Andere voorbeelden van Gha nezen in buitenlandse dienst zijn Emmanuel Duah en Osei Kuffuor (Torino), Isaac Asare en Yaw Preko (Anderlecht) en Dan Adao (Bayer Leverkusen). De eerste Ghanees die door een Europese topclub werd ontdekt, Nii Odartey Lamptey. An- ningfaciliteiten zijn primi tief. Geen enkele club heeft een eigen stadion. Soms ontbreekt zelfs het meest noodzakelijke ma teriaal, zoals een clubte nue of voetbalschoenen. Wie echter denkt dat de Afrikanen in Europa het grote geluk vinden en gou den bergen verdienen, zoals de andere buiten landse vedetten, komt be drogen uil zijn mager en hebben lange looptijd. Zelfs de Afrikaanse spelers noegen nemen met een laag sa laris. Ook hebben ze de nauwelijks de mogelijkheid regelmatig naar hun land te gaan. Romario, die bij zijn komst naar PSV een handvol retourtickets Amster- dam-Rio de Janeiro heeft be dongen, verkeert wat dat betreft in een bevoorrechte positie. De Afrikanen echter zijn vaak al- derlecht raakte in 1989 onder de lang blij dat ze zijn ontdekt t indruk van dit 17-jarige talent haalde hem naar Belgie. Dit i raakte hij wat uit beeld, maar in Australië was hij de grote man van het Ghanese jeugdelftal. Zoals in alle Afrikaanse lan den is er ook in Ghana nauwe lijks geld voor voetbal. De orga nisatie van de sport staat nog in de kinderschoenen. De trai zetten daarom al vlug hun handtekening. De Ghanese aanvaller Antho ny Yeboah, die zich inmiddels onmisbaar heeft gemaakt voor Eintracht Frankfurt, heeft een verbetering van zijn contract geeist. Hij heeft gedreigd te ver trekken naar lijstaanvoerder Bayem Munchen, die interesse zou hebben getoond. Pas na die dreiging besloot de clubleiding van Eintracht met Yeboah te onderhandelen over een verbe tering. De aantrekkingskracht van het leven in Europa en het glo ren van de rijkdom zijn voor de meeste Afrikaanse talenten on weerstaanbaar. Op die manier lopen ze het risico misbruikt te worden door gehaaide voetbal makelaars die voor een zacht prijsje aan een bedreven bal- goochelaar kunnen komen. Eenmaal in Europa, verliezen de spelers veel van hun illusies. Bovendien merken ze aan de uitingen van racisme op de tri bunes dat Europa niet het para dijs is dat hen voor ogen stond. Een verscherping van het im migratiebeleid in vele Europese landen zal in de toekomst de transfers van Afrikaanse spelers bemoeilijken. Daarom zal de Ghanese Voetbalbond (GFA) binnenkort een internationale transfercommissie oprichten. Die zal voortaan bij alle trans fers worden betrokken, zodat Ghanese talenten niet langer vogelvrij zijn. De commissie zet de beruchte tussenpersonen buitenspel, zo verklaarde GFA- voorzitter Nana Sam Bre-Butler. Voortaan zullen ook de spelers zelf profiteren van de transfer, en niet slechts de twee clubs die de overgang regelen, zo belooft Bre-Butler. Hennie de Romeijn heeft het naar zijn zin bij NEC. Met de Nijmeegse club de eredivisie halen is nu zijn grote wens. foto jan holvast hebben van acties om de schiet grage voeten of het hoofd van spits Dick Eijlander te kunnen bereiken. Bij NEC komt hij al twee seizoenen tot zijn recht, al vindt de Leidenaar dat het altijd nog beter kan. Net als zijn ploeggenoten verkeerde De Ro- mijn begin dit seizoen in een vormcrisis. „Hoe je er aan komt weet je niet. Als je dat weet zou je namelijk nooit uit vorm zijn. Ik heb er met m'n ploeggenoten over gepraat. Die stelden me voor om eens krachttraining te proberqn. Dat doe ik nu twee maal per week en het gaat nu uitstekend." Zo goed dat hij zich komende maandag in de bestuurskamer van De Goffert voor contractbe sprekingen moet melden. Wat overigens niet wil zeggen dat Dc Romijn direct een vet contract krijgt voorgeschoteld. Hij wordt niet graag herinnerd aan de be sprekingen van vorig jaar. „Die duurden een eeuwigheid. De „ploeg was al ruim twee weken in training toen we pas rond kwamen. Zo lang kan het duren als de partijen geen water bij de wijn willen doen." De Romijn, die voetballen leerde bij VTL en via Rooden- burg doorstoomde naar het be taalde voetbal (Willem II, Excel sior, NEC), is geen geldwolf, maar vindt een gevulde porte- monnaie zeer belangrijk. „Ik moet het nu verdienen. Ik moet de boel thuis draaiende houden en ook nog een centje wegleg gen voorlater." Eredivisie Vandaar dat het bereiken van de eredivisie niet slecht zou uit komen. Financieel en sportief komt De Romijn dan beter aan zijn trekken. „In de eredivisie krijg je meer ruimte. In de eer ste divisie wordt er verschrikke lijk gebeukt. Voor mij is het veel moeilijker om daarin uit te blin ken." Met Willem II acteerde De Romijn totaal 14 wedstrijden in de eredivisie. Hij weet dus wat er te koop is. De Romijn vindt zichzelf goed genoeg voor het niveau. Op de prangende vraag waarom hij na twee seizoenen door de Tilburgse club werd uit geleend aan Excelsior, geeft hij een eerlijk antwoord: „Ik heb mezelf bij Willem II over de kop gelopen. Naast het voetballen gaf ik in Tilburg training een de jeugd. Achteraf had ik dat beter niet kunnen doen. Maar je weet hoe dat gaat. Je bent jong en denkt dat je alles aankunt." Bij NEC is Hennie de Romijn fullprof. Hij verwacht dat zijn toekomst voorlopig in Nijme gen ligt. „Want voor een voet baller in de eerste divisie moet ik een aardig centje opbrengen. Meer dan drie ton. Dan ben je niet zomaar weg." Toch had het weinig ge scheeld of De Romijn had werk nemer van ADO Den Haag ge weest. Vorige maand toonde trainer Nol de Ruiter meer dan normale belangstelling voor de Leidse linksbuiten. De trainer stelde een ruil voor met Danny Hoekman, een oud-speler van NEC. Maar Jan Pruijn wilde niet van De Romijn af. „Ik was best geïnteresseerd. Den Haag is een club met perspectief en altijd in de belangstelling, positief of ne gatief. Pruijn zag het echter niet zitten, ook al omdat het met Den Haag en Hoekman ineens slecht ging." Zijn toekomstbeeld is nog niet helder. Straks begint de be zitter van het ClOS-diploma aan de cursus Oefenmeester 1. „Trainer worden lijkt me fantas tisch. Maar ik ben ook admini stratief medewerker geweest en dat vond ik ook heel leuk. Ik maak me er nog niet druk over. Als ik zie dat ex-profs via een amateurclub aan een leuke baan kunnen komen, hoef ik me geen zorgen te maken." Veel Leidenaars ontgaat het, maar Hennie de Romijn floreert in Nijmegen. Met NEC voert de 25-jarige profvoetballer (bijna) de ranglijst van de eerste divisie aan. De stap naar de eredivisie is mogelijk aanstaande. Oud- Roodenburger Hennie de Romijn popelt om weer op het hoogste plan zijn opwachting te maken. „Want dat is toch de ambitie van iedere broodvoetballer," zegt de Leidenaar. ACHTERGROND LEIDEN AD VAN KAAM Het rommelt in rngbyland Hennie de Romijn gedraagt zich in alle opzichten als een prof. De fotograaf is nog niet binnen of De Romijn verdwijnt ijlings naar het slaapvertrek om zich in de kleren van de sponsor te hij sen. Interviews dient iedere werknemer van NEC, op straffe van een fikse boete, af te geven in clubtenue. Begin dit seizoen waagde een enkeling zich voor een simpel huis-aan-huis blaadje te ver eeuwigen in 'burger' en dat heeft de club geweten. De spon sor dreigde, mede door de te genvallende prestaties, zich met onmiddellijke ingang terug te trekken. De geldschieter deed zijn beklag bij het sportpro gramma Barend en Van Dorp en stelde de weinig professione le instelling van de NEC-voet- ballers aan de" kaak.- Dat was Maart 1993 staan beide partij en weer op goede voet. NEC is van de onderkant naar de top van eerste divisie opgeklommen en de Nijmeegse volgelingen gedragen zich slaafs als de me dia zich voor hen meldt. Hoezo, door schade en schande wijs I worden. Gekrakeel De Romijn: „Het ging begin dit seizoen helemaal niet goed met NEC. Het had weinig gescheeld of de trainer was er uit gevlo gen. We speelden slecht, haal den te weinig punten en daar kwam dat gekrakeel rond de sponsor nog bij." De met 6-0 gewonnen thuis wedstrijd tegen Telstar beteken de voor NEC, trainer Jan Pruijn en dus ook De Romijn de volle dige ommekeer. „Fladden we verloren, dat was Pruijn ontsla gen. Dat weet ik zeker. Er was onrust in de tent. Maar dat ge beurt nu eenmaal in de voetbal lerij. Als het goed gaat, dan kun je je geen betere baan wensen i als profvoetballer. Maar oh wee als het tegenzit." Voor Jan Pruijn schijn mo menteel weer de zon. Nog geen i zes maanden na zijn bijna-ont- slag is de trainer alweer in het bezit voor een contract voor het volgend seizoen. Dat heeft trou- I wens de instemming van Hen nie de Romijn. „Pruijn houdt van aanvallend voetbal. In zo'n systeem kom ik het best tot m'n recht." Linksbuiten Hennie de Romijn is een typi sche linksbuiten. Hij moet het Hans Bleijenberg is dezer dagen een ge plaagd man. Hij is voorzitter van de Neder landse Rugby Bond en verkeert momenteel bepaald niet in een benijdenswaardige po sitie. Aan alle kanten vallen er gaten in zijn bastion dat nog geen twee jaar geleden aan zienlijk versterkt leek te worden. Oranje miste toen in Italië op een haar na de kwali ficatie voor de eindronde van de strijd om de World Cup. Ondanks het verlies werd er in Treviso boven verwachting goed gepres teerd. En alle betrokkenen waren het er destijd.. over eens dat dat een prima uitgangspunt was om de sport niet alleen naar een hoger plan te brengen, maar bovendien nu eens serieus te gaan werken aan een promotie campagne om leden en aanzien te winnen. Met 5000 beoefenaars behoorde het rugby immers tot de kleintjes onder de bonden en aan het imago van de sport kon best nog wel wat worden gesleuteld. Anno 1993, nog geen twee jaar later, is van al die goede voornemens niet veel terecht gekomen. De noodzakelijke verjonging van het nationale team, het vlaggeschiq van de bond, liep niet zo soepel als aanvankelijk werd gedacht. Integendeel, de grote sprong voorwaarts in Italië wérd omgezet in een soort hink-stap-klap achteruit met degrada tie uit de B-poule tot gevolg. Terug naar af. Bondscoach Theo Snijders, de man die daarvoor de Leidse rugbyclub DIOK op het spoor van vijf landstitels in successie had gezet, kreeg niet de tijd maar de schuld. Te leurgesteld haakte de integere Hagenaar af. Hij werd opgevolgd door Castricummer Ben Manshanden, net als Snijders een seri euze en goedwillende man. Manshanden is, een half jaar na zijn aan stelling, deze week ook al opgestapt. Een gebrek aan medewerking, zo luidde de offi ciële versie. 'Omdat het in organisatorisch opzicht een zooitje is', meldde een Leidse Oranje-klant ongevraagd.tijdens de offi cieuze viering van het vijfde kampioen schap van DIOK vorige week vrijdag. Een opmerking die aan duidelijkheid niets te Een bondscoach die bij gebrek aan mede werking halverwege het seizoen zijn biezen pakt. Een datum voor een kampioenswed strijd die zo maar uit de hoge hoed wordt ge toverd. Een ereklasseteam dat midden in de competitie op wintersport gaat, daarvoor uit stel wil en dat ook krijgt. Een ander team, eveneens uitkomend op het hoogste niveau, dat gewoonweg niet komt opdagen voor een competitiewedstrijd. Een bondsbureau dat 'half werk' levert. Tweespalt binnen het bondsbestuur. Het is een willekeurige greep uit een reeks van misverstanden, blunders en fouten zoals die het afgelopen seizoen in rng byland de revue zijn gepasseerd. Het rom melt derhalve in dat kleine bondje en niet zo zuinig ook. wensen over liet. Wat een gedenkwaardige avond dat was trouwens. Amstelveen - DIOK. Competitie op vrijdag: nog nooit vertoond. En het ging hier niet om zomaar een zomeravond partij tje. Nee, het betrof hier notabene de alles beslissende wedstrijd om het landskam pioenschap. Louter negatieve publiciteit le verde die vreemde zet op. Enfin, praeses Hans Bleijenberg die ook nog moet afre kenen met tegenwerking binnen het eigen bestuur stond er bij, keek er naar en voelde zich niet prettig. Hij had zijn verhaal al tien keer gedaan. Maar het leek wel of niemand wilde luisteren. Een echt plausibele verklaring had hij dan ook niet. Verder dan: „De clubs zelf konden geen overeenstemming bereiken en dus hebben wij van bondswege de knoop dan maar doorgehakt", kwam hij niet. „Nu is DIOK boos, maar hadden we het anders ge daan dan was Amstelveen boos geweest. Je doet het nooit goed." Achteraf gaf hij ruiter lijk toe het allemaal erg ongelukkig te vin den. Hij kon er weinig aan doen. En hij hoopte dat de acht internationals van DIOK op termijn tot inkeer zouden komen. Dat ze zich na een 'afkoelingsperiode' straks weer beschikbaar stellen voor het nationale Bleijenberg is overigens een man die best wil. Maar op veel steun en medewerking kan de Amsterdammer niet rekenen. Inte gendeel, hij moet afrekenen met bestuurs leden die achter zijn rug om doodleuk an dere afspraken maken, met een bondsbu reau dat van de competitie een farce heeft gemaakt en met clubbestuurders die ego's hebben zo groot als rugby-doelpalen. Op die basis beleid maken of uitvoeren is wel haast ondoenlijk. „Ons bondje is zo klein", verzuchtte hij vorige week in Amstelveen. „Als alle neuzen niet in dezelfde richting wijzen vanwege kinnesinne en ander ge mier, tja, wat moet je dan." Opstappen, vulde hij zelf maar in, scher mend met zijn drukke baan. Maar frustratie zal als factor zeker een rol hebben gespeeld bij dit besluit dat zijn beslag krijgt op de bondsvergadering in april. Een opvolger heeft zich overigens nog niet aangediend. Het is de vraag hoe het nu verder moet met dit zwalkende bondje. Misschien moeten ze toch nog eens te rade gaan bij Theo Snij ders in Den Haag. Die zette destijds bij DIOK een organisatieplan neer op basis waarvan de club vijfmaal achtereen kam pioen van Nederland werd en dat in lengte van dagen zal blijven als de huidige tendens zich zo voortzet. Aan De Morsch hebben ze hun zaakjes in bestuurlijk, organisatorisch en speltechnisch opzicht beter voor elkaar dan de NRB dat heeft en dat geeft natuurlijk wel te denken. Van de Leidse internationals mag de Haagse rugbygoeroe dan ook meteen terugkeren als bondscoach. Diens filosofie is even simpel als doeltreffend. Planmatig handelen, discipline en een niet aflatende inzet zijn basiselementen voor hem. Pakt iedereen enthousiast die draad op dan is het louter een kwestie van lijd of het succes is daar. Op het veld, maar ook bijvoorbeeld achter de groene tafel. Enfin, dat heeft hij in het verleden ook bewezen. Met DIOK en met Oranje. Want talent is hier zat. Op alle fronten. Theo Snijders zette destijds bij DIOK en Oranje de lijnen uit. De NRB zou eens bij de Hagenaar te rade moeten gaan. fotoloikzuyderduin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 29