j'Werk is serieus geintje' Circustheater wordt superspookhuis Visser hecht duo Cultuur&Kunst Operette een feest van begin tot eind Pennec Siberil zijn ware meesters op hun instrument Markant woongebouw met twee gezichten ZATERDAG 27 MAART 1993 Prix de Rome voor tekenen èn grafiek amsterdam anp De Prix de Rome, de grootste staatsprijs voor kunstenaars tot en met 35 jaar, wordt dit jaar toegekend in zowel de categorie tekenen, voor het eerst, als in de categorie grafiek. De Rijksakademie van Beeldende Kunsten, die de prijs jaarlijks organiseert, heeft dit giste ren bekendgemaakt. Na een eerste en tweede selectie van de inge schreven kunstenaars, worden in elke categorie maximaal vier kun stenaars uitgenodigd voor een werkperiode van drie maanden aan de rijksakademie. Daarna worden de prijzen toegekend. recensie wilfred simons Die Csérdasfürstin van E Kélman door het Leiderdorps Operette Gezelschap en het Amsterdams Promenade Or kest o.l.v. Theo van Hel. Lyda Spaans, regie; ballet o.l.v. Mflnica Robers. Margaret Roest (Sylva Varescu), Martin van Os (Edwin), Patrick de Ridder (Boni), Ellen van Hol land (Anastasia). Gezien: Rijnlands Lyceum, 26/3, Oegst- geest. Aldaar nog te zien op 27/3,2/4 en 3/4. Een vrolijk feestje van begin tot eind, dat heeft het Leiderdorps Operette Gezelschap van Kalméns overbekende Die Csdrddsjur- stin gemaakt. Gesteund door een enthou siast Amsterdam Promenade Orkest zon gen, acteerden en dansten de acteurs dat het een lieve lust had. Zij brachten het stuk precies zoals het moet: recht toe recht aan, als een aantrekkelijke komedie zonder pre tenties. Een operette is (en is eigenlijk altijd ge weest) een grote verkleedpartij. Mannen plakken snorren en bakkebaarden aan en doen alsof ze graven en vorsten zijn; vrou wen trekken een robe aan met glitters en veren en zijn voor één avond een diva of een elegante prinses. Dat vinden al die ac teurs natuurlijk zelf ook grote onzin, maar dat is nu juist de lol. Identificatie, dat is waar het op zo'n avond om draait. Wat dat betreft hadden de acteurs goed begrepen waarmee ze bezig waren. De gek ke typetjes waren nét gek genoeg; enkele acteurs met een wat hoog Sjef van Oekelge- halte in hun spel buitten hun beperkingen perfect uit. De type-casting was precies op z'n kop: Patrick de Ridder blonk uit als de sentimentele, valse dandy Graaf Boni ('een schitterende vent' volgens een dame achter mij in het publiek en daar sluit ik mij van harte bij aan). Margaret Roest speelde de zangeres Sylva Varescu, die omwille van haar liefde veel moest lijden, Martin van Os was de goedige losbol Graaf Edwin. Ellen van Holland stal aller harten als de brave, naiëve schat. Tel daarbij het frisse ballet, de mooie de cors en het zeer verzorgde programma boekje (voor bijna niks te koop) en dan weet u het wel: iedereen die ook maar enigszins van operette houdt mag deze voorstelling niet missen. Toch één kanttekening. Een gezelschap met zulk acteertalent, smaakgevoel en met zoveel inzicht in de manier waarop operette werkt, is volgens mij tot veel meer in staat dan het nu toont. De operette is goed ge bracht, maar blijft een herhalingsoefening; een soort voortrennen op paden, die hon derd jaar geleden al zijn platgetreden. Wat meer durf om af te wijken en wat oorspron kelijkheid zou het Leiderdorps Operette Ge zelschap niet misstaan. Jong talent in Kapelzaal K O leiden» Met ingang van het komende toneelseizoen zullen elke laatste vrijdag van de maand beginnende cabaretiers optreden in de Kapelzaal van K O. Schouwburgdirecteur Pim Wallis de Vries en K O-directeur Tjitte Weber zijn dit overeengekomen. „Het gaat om cabaretiers die al aan festivals hebben meegedaan of in kleine zaaltjes zijn opgetreden. De zaal van de schouwburg is nog te groot voor hen, maar de Kapelzaal is uitermate ge schikt. Op deze manier willen wij hun de gelegenheid bieden podiumervaring op te doen." In de serie zullen onder anderen optreden: Erna Sassen en Bruun Kuijt, Diederik van Vleuten, Jan Rot, Lenette van Dongen, 'Kommil foo' en 'Niet Uit Hét Raam'. (Het eerste optreden in deze reeks is op vrijdag 24 september. Rembrandt-etsen op veiling New York amsterdam/new York Sotheby's New York veilt op 13 mei een omvangrijke collectie etsen van Rembrandt. De 72 etsen zijn af komstig van de Duitse industrieel dr. Otto Schafer. De waarde van de verzameling wordt geschat op drie tot vijf miljoen dollar (5,5 tot 9,2 miljoen gulden). Dit heeft het veilinghuis meege deeld. „Vraag me niet waar mijn lied jes over gaan, want dat weet ik zelf niet." Zanger, dichter Luis Barros schept in het voorpro gramma meteen duidelijkheid. De afwisselend romantische maar soms ook venijnig scherpe liedjes worden met erg veel ple zier maar vooral inzet gebracht. Barros' gitaarspel is ogenschijn lijk simpel, maar zijn loopjes hebben een mooi accent. Het bijzonder plastische 'Macho' met Nederlandse uitleg van de man uit Uruguay was een mooie uitschieter. Het duo Pennec Siberil speelt afwisselend traditionele Bretonse folksongs en eigen composities met soms kleine uitstapjes naar Schots en zelfs Canadees repertoire. De groep heeft in het begin duidelijk startproblemen. Beide spelers zijn meesters op hun instru ment. maar het samenspel laat bij de eerste serie songs te wen sen over. De inzetten - vooral bij 'Purple dawning', een eigen compositie,- zijn weifelend. Alain Pennec neemt rustig de tijd voor zijn uitstekende en duidelijke presentatie. De Fransman komt zelf eigenlijk pas goed los bij 'Deux Points', een rustige wals waar hij zwierig zijn gehele register gebruikt en waar je je in de achterbuurten van Parijs waant. Met een hele serie Zuid-Bretonse songs - met als uitschieter het heftige 'Dan- se Plin' - wordt de vaart er be hoorlijk ingezet. Soig Siberil be perkt zich gelukkig niet tot de makkelijke basisaccoorden, maar heeft prachtig doorlopen de gitaarloopjes met ronduit schitterende accenten. De orna mentiek in het spel van Alain Pennec is zonder meer van on gekende topklasse en dat alleen al maakt deze speler zo uniek. Aan het eind van de set kiest het duo duidelijk voor het up- tempowerk. Het optreden wordt afgesloten met een aantal sterke ritmische gavottes. Het publiek heeft zich dan al lang gewonnen gegeven. De Haagse architect fan Splinter kreeg in 1991 opdracht van het Leidse gemeentebestuur om een woongebouw te ontwikke len aan de Morsweg nadat een eerder, peperduur plan van het bureau Alberts Van Huut was mislukt. Het ontwerp van Splin ter is om die reden nogal eens afgedaan als 'saaier' en 'goed koper'. Het tegendeel blijkt waar. De architect heeft een markant en uiterst attractief ge bouw ontworpen dat zich mag scharen onder het rijtje mooiste woongebouwen van Leiden. De lokatie aan de Morsweg is niet in alle opzichten optimaal: vlak bij een kruising, tegenover een spoorlijn en viaduct. Daar staat tegenover de unieke lig ging aan het water van de Rijn. De situering was voor de archi tect een belangrijk uitgangs punt. Hij ontwierp een gebouw met twee gezichten: licht en luchtig aan de achterkant, de gevel opent zich als het ware naar de rivier toe. Aan de Mors- wegzijde heeft het complex daarentegen een gesloten, ui termate stedelijk karakter zodat het zich op passende wijze voegt tussen de bestaande woonbebouwing. Splinter gaf het gebouw een lichte kromming, parallel aan de rivier, en plaatste het een aantal meters van de Morsweg af. Hierdoor valt het maatver- schil met de naastgelegen per celen niet op en er ontstaat ruimte voor een pleintje. Het patroon in de bestrating leidt naar de onderdoorgang en de transparante entreehal. De plaatsing van het gebouw be werkstelligt bovendien dat het zich als zelfstandig in de omge ving manifesteert, als een parel in de kroon. Vernieuwing De opdracht leek aanvankelijk weinig ruimte te bieden aan de fantasie. Een galerijflat is im mers zo'n beetje het meest ver foeide en oninteressante woon gebouw dat denkbaar is. De ar chitect heeft gestreefd naar een vernieuwing van deze bouw vorm. Door een tweede gevel, als een soort scherm vóór de ga lerijen geplaatst, is een zuilenrij gecreëerd die het gebouw een sjieke uitstraling geeft. De gale rij krijgt hierdoor een besloten en geborgen karakter, met 'ven sters' die uitzicht bieden over de stad. De zuilenrij is uitgevoerd in ter- ra-cotta gekleurd metselwerk en roept associaties op met klassie ke Italiaanse gebouwen. Op zich is het maken van een ge- velscherm dus niet nieuw, maar in de gegeven situatie wel ui terst doeltreffend: functioneel met een vleugje klassiek. Het uiterlijk van de gevel aan de Morsweg kenmerkt zich verder door een grote mate van sym metrie. Er is sprake van een sa menhangende compositie van kleur en materiaal. Aansluiting bij de bestaande bebouwing ge schiedt via een zwart gekleurd blokje waarin een transforma torruimte en bergingen zijn on dergebracht. !°n Jeroen van Merwijk in Leidse schouwburg: Aan de Morswegzijde heeft het complex daarentegen een gesloten, uitermate stedelijk karakter zodat het zich op passende wijze voegt tussen de bestaande woonbebouwing. foto hielco kuipers Zoals gezegd ziet het gebouw er aan de achterkant heel anders uit. Met uitzondering van de onderste bouwlaag, die iets uit springt, en de naar achter ge plaatste hoogste verdieping, is het complex afgewerkt met een lichte stuclaag. Door de toepas sing van glas over de volle breedte van de woonkamers, de ruime, deels inpandige balkons en elementen uit de scheeps bouw (patrijspoorten), is de achterzijde helemaal georiën teerd op het water. De plattegronden van de 20 ap partementen zijn niet bijzon der, maar wel ruim bemeten. Buitengewoon mooi zijn wel de 5 penthouses, in het bijzonder de hoekappartementen met zeer royale terrassen en een grote, overstekende luifel. Detaillering Duidelijk is dat Splinter zich vol enthousiasme op deze opdracht heeft geworpen. Zijn bemoeie nis met alles wat op en aan het gebouw zit (hekken, buitenver lichting, terrasafscheidingen) heeft geleid tot een uiterst zorg vuldige materiaalkeuze en de taillering. Ook aan de gemeen schappelijke (buiten)ruimtes, de royale hal en het trappen huis, is de grootst mogelijke zorg besteed. Kortom: Splinter heeft een geslaagde poging ge daan om met klassieke elemen ten als symmetrie, een zuilenrij en het plaatsen van het gebouw op een plint van zwarte steen, de zo verfoeide galerijflat nieuw leven in te blazen. In tegenstelling tot het gros van de hedendaagse architecten, die onder de noemer van het mo demisme telkens in herhaling vervallen, bewijst de Haagse ar chitect, dat ook door het toela ten van andere klassieke waar den, de architectuurpraktijk zich kan vernieuwen en ontwik kelen. Splinters pragmatische en creatieve aanpak heeft geleid tot een stukje innovatie in de hoogbouw. Niet zozeer in tech nisch opzicht, maar wel in de zin van hoe een galerijflat wordt beleefd: als een gewaardeerde Amsterdam had het kunnen hebben, maar Den Haag krijgt het: het nieuwe musicaltheater van Joop van den Ende. De pro ducent laat er geen misverstand over bestaan. Als Amsterdam wat toeschietelijker was geweest had het theater, dat jaarlijks een omzet moet halen van 70 mil joen gulden en dat aan 225 mensen permanent werk zal bieden, niet aan de Noordzee kust gestaan maar ergens bij het IJ, aldus Van den Ende. Op 1 augustus gaat het doek voor het eerst op. Het betreft een in- speelvoorstelling voor 'The Phantom of the Opera', die op 15 augustus de Nederlandse première beleeft. De titelrol wordt gespeeld door Henk Poort, die eerder de hoofdrol in 'Les Misérables' speelde, met Ben Cramer als vaste vervanger. De twee andere hoofdrollen zijn nog niet bezet. Er zijn zes kandidaten waaruit binnen een maand een keuze wordt gemaakt. De vaste ver vangster voor Christine, de vrouwelijke hoofdrol, is wèl ge contracteerd. Het is de Alk- maarse Marika Lansen, die ook andere rollen voor haar reke ning neemt, zoals eerder in 'Les Misérables'. Andere grote rollen worden gespeeld door mensen met opera-ervaring zoals Nico Schaap, Adriaan van Limpt, Wiebke Goetjes en Jeroen Phaff, die mag invallen voor de tweede mannelijke hoofdrol. muziek recensie monica schiks Concert door Henny Ravestein (viool) en Monique Visser (piano) Werken van Mo zart. Ravel. Grieg en Gerard Hengeveld Gehoord op 26/3 in de Kapelzaal van K O In Leiden Er zijn van die muziekstukken die je nader zou willen leren kennen. De sonate voor viool en piano van de momenteel 82-ja- rige pianist en componist Ge rard Hengeveld is zo'n compo sitie. Het is in 1944 geschreven in een zeer begrijpelijk muzi kaal idioom. Henny Ravestein en Monique Visser gaven een indringende vertolking van dit stuk. Over het algertieen is de mu ziek een beetje hoekig en som ber, maar telkens opnieuw ope nen zich vensters met uitzicht op heel lieflijke landschappen. Het duurde even voordat er werkelijk vuur begon te spatten uit het eerste deel (con fuoco), maar het kan ook zijn dat de componist de hartstocht naar een climax wilde leiden. Ravestein en Visser vormden gedurende het hele programma een hecht ingespeeld auo. Na een zangerige Mozart, een wee moedige Ravel en de reeds be sproken Hengeveld volgde na de pauze Grieg. Na een prach tig, haast monumentaal allegro, waarin viool en piano elkaar de loef probeerden af te steken in expressie en klankkleur, begon de piano langzamerhand de eerste viool te spelen. i Jeroen van Merwijk is cabaretier-tekstschrijver en schil- j der. Woensdagavond staat hij in de Leidse schouwburg in het programma 'Cabaret-etalage' met Bert Klunder, Milou Frencken en Reinder van der Naait. Bij alles wat hij doet, staan orginaliteit en verrassing hoog in het vaandel. In zijn woning in Utrecht hangt eigen werk. Absurd-rea listisch, soms van een dito onderschrift voorzien. „Ik schilder surrealistisch, associërend. Dat verkoopt slecht, maar ik heb geen zin om abstract te schilderen. Ik zie mijn werk eigenlijk als een serieus te nemen geintje. Wat je doet, zijn afgeleiden van dingen die je meemaakt en kunst is een uitvloeisel daarvan." het toneel. Een cabaretier is er niet om te zeggen wat iedereen al vindt. Ik hou van een beetje jennen en zieken. Wat ik écht vind is toch niet belangrijk? Op het toneel moet je liefst datgene zeggen wat niemand wil horen. De mensen komen daar ook voor. Als iedereen zegt dat het feminisme goed is moet je daar tegen in gaan. En andersom. Dat doe ik in het lied 'Ik vind de mannen niet zo slecht'." De natuur is opnieuw verte genwoordigd in het lied 'Er moeten nieuwe dieren komen'. „De natuur heeft zich altijd ge red. We vinden het erg als dier soorten verdwijnen. Maar als de aarde drie graden warmer wordt, komen er vast ook nieu we diersoorten bij. Ach, de na tuur is vrij spitsvondig. Elke tijd heeft z'n eigen pest. Als we iets tegen aids hebben gevonden, komt er wel weer een nieuwe ziekte. De mens heeft een inge boren haat tegen alles wat Van Merwijks theaterster is toch snel gerezen. Hij won geen fes tivals, maar oogstte allerwegen lof voor zijn originele teksten, die hij soms ook voor collega's als Hans Dorrestijn en Karin Bloemen schreef. In het huidige theaterprogramma van Jack Spijkerman is het gevoelige 'Eelt op m'n spiegelbeeld' van zijn hand. „Ik wil nog wel voor an deren schrijven, maar alleen als ik het zelf ook zou kunnen zin gen." Hij komt er rond voor uit gek te zijn op leedvermaak, soms misschien op het smakeloze af. „Je kan beter een verrassende, negatieve dan een platgetreden, positieve kijk op de dingen heb ben. Het is toch leuker om iets de grond in te trappen of het ;raf in te prijzen? De goede ver staander begrijpt dat ik daarbij terk overdrijf. Ik hoef niet vriendelijk over te komen op BOUWKUNST van het theater kan uitgaan op de rest van Den Haag. Per jaar verwacht Van den Ende een slordige 600.000 theaterbezoe kers, die natuurlijk ook in de stad nog hun bestedingen zul len hebben. Bovendien denkt hij dat het theater voor 40.000 extra overnachtingen per jaar zal zorgen, omdat veel bezoe kers van het musicalbezoek een meerdaagse trip zullen maken. Ook gelooft hij in veel extra congressen in het Congresge bouw, omdat een avondje uit in Scheveningen een aantrekkelijk verzetje bij een dergelijke bij eenkomst kan zijn. Art deco nieuw of anders is. Mensen die in de buurt van een nieuw bouwwijk wonen en die nog hebben gekend toen het wei land was, vinden dat vreselijk. Wat je er ook neerzet; ook al staat er een absoluut architecto nisch meesterwerk. Als medewerker aan het ra dio-programma 'Spijkers met koppen' schrijft hij meestal de scènes. Zo kreeg hij de inval om een koe, een vis en een kip te la ten praten over het nut van oor- merkregistratie. „Als je met een grappig gegeven komt, hoef je niet constant lollig te zijn. Dan kun je er omheen fietsen." Licht en luchtig is het woongebouw aan de achterkant de gevel opent zich als het ware naar de rivier toe. foto hielco kuipers die lichtjes in het torentje zien branden, zullen ze zeggen 'daar Is het foto GPD (cees zorn) Joop van den Ende: „Als de mensen feest, daar gaan we naartoe'." negenhonderd kandidaten ge meld, waaruit in vijf ronden een selectie werd gemaakt. Daarbij werd het produktieteam geas sisteerd door collega's van de Nederlandse Opera in verband met de bijzondere eisen die aan de stemmen voor deze musical- opera worden gesteld. Alle spe lers is een contract van een jaar aangeboden, omdat Van den Ende en diens zakelijke partners ervan uitgaan dat de show min stens zo lang in het theater is te zien. Niettemin hoopt hij dat die termijn ruimschoots kan worden verlengd. Want om uit alle kosten te komen moet de zaal 52 weken voor 100 procent zijn uitverkocht, zeven keer per week. Voor de toekomst wordt gedacht aan musicals als 'Miss Saigon' en 'Sunset Boulevard'. Circustheater Den Haag wilde het theater maar wat graag. Het oude Cir custheater, dat als kem dient voor de nieuwe schouwburg, le verde de gemeente immers al leen al een tekort op van twee miljoen gulden per jaar. En dan is er nog de grote impuls die Deze week plaatste Van den En de met de Maastrichtse archi tect Arno Meijs zelf de koepel op het têrentje, dat het visuele kenmerk moet worden van deze schouwburg. „Als straks de mensen dat torentje herkennen, zien ze daar de lichtjes branden en zullen ze weten: 'daar is het feest, daar gaan we naartoe'." De architect heeft in het ge bouw volop de invloeden van de art deco uit de eerste twee decennia van deze eeuw ver werkt. Daarmee past het theater goed bij de stijl van het nabij gelegen Kurhaus. De theaterres taurants krijgen de aankleding van de Parijse Opera, waarin 'The Phantom' zich afspeelt. Verder kunnen ze in dit paleis van veel licht, glas en chroom geregeld wisselende exposities aantreffen met werk van be langrijke Nederlandse schilders. Jeroen van Merwijk: „Als je met een grappig gegeven komt, hoef je niet constant lollig te zijn. Dan kun je er omheen fietsen." foto pr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 23