Vergeten ellende in Zuid-Sudan
Franse oppositie krijgt
zege in schoot geworpen
Primavera
Feiten &Meningen
grrm j
MAANDAG 22 MAART 1993
2
De regering in Khartoum heeft een staakt-het-vuren bestand aankondigde. De bevelhebber van het in het zuiden van het land om daarmee een sfeer te
aangekondigd in het zuiden van Sudan. Daarmee Sudanese leger liet vrijdag op de televisie een verkla- scheppen die kan bijdragen aan een succes bij de
komt het bewind tegemoet aan het Sudanese Volks- ring voorlezen waarin werd meegedeeld dat „een vredesonderhandelingen tussen de regeringen het
bevrijdingsleger (SPLA) dat donderdag een eenzijdig staakt-het-vuren is afgekondigd in de gevechtszones SPLA".
Weer valt omschrijving 'gruwelijkste tragedie in wereld van vandaag
Het is voorjaar in Rome. De 'primavera'
doet haar intrede zoals elke verandering in
Italië zich alleen maar lijkt te kunnen vol
trekken: op overweldigende wijze. De zon
brandt aangenaam, de platanen krijgen,
ondanks dat ze zwaar lijden onder de door
luchtvervuiling veroorzaakte 'stress', een
verbazingwekkend groene vacht en dè
smerige Tiber lijkt werkelijk 'blond'.
Rome transformeert zich in een open
luchttheater en alles en iedereen doet
mee. Aangetaste kerken, verwaarloosde
monumenten, gesloten musea, volgepar-
keerde straten: ze zijn mooi en fascine
rend. De lucht is zwanger van de espresso
en Eros Ramazzotti klinkt prachtig. De on
beschofte mannen worden elegante don
Giovanni's, de te zwaar opgemaakte vrou
wen gracieuze madonna's en zelfs de ar
rogante straatkatten vallen uit hun rol als
ze naar je toe komen om met hun vuile lijf
langs je kuiten te schurken.
Op dit toneel verschijnt rond deze tijd,
punctueel, de Nederlandse toerist. Elke
keer weer observeer ik gulzig hoe mijn
landgenoten zich bewegen in deze stad.
Of het nu gaat om groepen gepensioneer
den in vrolijk witte C&A-kleding, te blote
bouwvakkers met het onafscheidelijke
pakje shag in de achterzak van de fluores
cerende sportbroek, of om intellectuelen
met een Duitse 'Reiseführer', allen hebben
dat schichtige, ongemakkelijke, van 'wat
doen we hier' of 'wie weet wat ons zal
overkomen'.
Het lijkt alsof een Nederlands tribunaal
hen heeft veroordeeld tot een reisje Rome.
Men is niet echt ontspannen. Bruusk
wordt gereageerd op Romeinse straat
venters, ook als deze geen kwaad in de zin
hebben, en de irritaties lopen hoog op
wanneer automobilisten niet stoppen
voor het zebrapad. Ik hoor hoe men over
legt over waar 'gezellig' een terrasje kan
worden gepakt 'we zijn tenslotte op va
kantie' en dat ervan wordt afgezien
omdat een kop koffie zes gulden en een
pils een tientje kost.
Rome is, kortom, geen pretje. En het is
moeilijk het tegendeel te bewijzen. Als Ne
derlandse vrienden mij komen opzoeken,
trek ik alles uit de kast opdat ze een goede
indruk van de stad krijgen. Ik kies wandel
routes uit met zo min mogelijk autoge-
weld, reken uit hoe lang de trip zal duren
en bestudeer uren de museumgids om
niet voor een dichte deur te komen. Ik laat
zien hoe snel je postzegels kunt kopen in
de tabakswinkel en zwijg over de uren die
je op het postkantoor kwijt bent voor het
betalen van je gas- en lichtrekening.
Ik bagatelliseer de verhalen over oplich
ting ren naar de kassa om de rekening
te betalen of te controleren en houd
een gepassioneerd betoog over de veilig
heid van de stad. Vergeleken met andere
hoofdsteden komt Rome er immers het
beste van af, zeg ik met kranteknipsels in
de hand.
Toen ik met een vriend bij de Boog van
Constantijn liep en een groep zigeu-
nerkindertjes op ons afkwam, legde ik
hem wijs uit dat ze met die wapperende
krant je aandacht afleiden en vervolgens je
portemonnee jatten. Na de kinderstorm
was ik mijn portefeuille kwijt, maar ik
werd gered door het zigeunermeisje dat
haar prooi netjes kwam terugbrengen. „Ze
zijn zo slecht niet", zei ik en zweeg over
het feit dat er alleen bankpasjes en een rij
bewijs in zaten.
Mijn Nederlandse vrienden reizen meestal
voldaan weer af, ook al weet ik nooit hele
maal zeker of dit is omdat ze mij niet voor
het hoofd willen stoten. Ik blijf uitgeput
achter in de Eeuwige Stad, haal twee keer
diep adem en geniet weer met volle teu
gen.
STANDPLAATS ROME
TOM JANSSEN
Alsof oorlog, hongersnood en
droogte nog niet genoeg lijden
hadden veroorzaakt is een deel
van Zuid-Sudan nu ook nog ge
troffen door meningitis. In
Narus en het nabij gelegen Tso-
kadom zijn in een week tijd ze
ker 200 mensen aan de ziekte
bezweken. Artsen zonder Gren
zen is inmiddels begonnen met
een vaccinatiecampagne.
De bevolking van Narus, voor
namelijk leden van de om haar
veediefstallen beruchte Topasa-
stam, is verzwakt, maar is er
vergeleken met stammen elders
in het land niet al te slecht aan
toe. Gebrek aan voedsel en ziek
te hebben echter ook hier hun
sporen achtergelaten: brood
magere mannen en vrouwen en
kinderen met opgezwollen
buikjes.
Narus en naburige dorpen wor
den via de weg vanuit Lokicho-
kio in het uiterste noordwesten
van Kenya voorzien van voedsel
en medicijnen. Het is de bedoe
ling dat het wegtransport wordt
uitgebreid naar het noorden,
naar Kapueta, maar daar alle
toevoerwegen naar die stad vol
liggen met mijnen, dient eerst
een mijn-opruimoperatie te
worden voltooid.
In het hele zuiden van Sudan
lopen 3,5 miljoen mensen het
risico de hongerdood te sterven.
Ondervoeding en sterftecijfers
zijn in sommige gebieden al zo
hoog dat vergelijkingen worden
gemaakt met de situatie in
buurland Somalia, en dat op
nieuw de omschrijving 'de
meest gruwelijke tragedie in de
wereld van vandaag' valt.
„Wat de humanitaire kant van
de crisis in Zuid-Sudan betreft
is die vergelijking terecht", ver
duidelijkt Philip O'Brian, hoofd
van Operation Lifeline Sudan,
een samenwerkingsverband van
VN-organisaties en westerse
hulpinstanties, dat vanuit Loki-
choldo opereert. „Maar in So
malia is sprake van een totale
ineenstorting van orde en ge
zag, in Sudan niet. Hulpverle
ners in Zuid-Sudan werken in
een redelijk veilige omgeving."
De tragedie is het grootst in de
driehoekAyod-Waat-Kongor-
Bor in de oostelijke Bovennijl-
provincie. O'Brian: „Hier zijn
meer dan 100.000 mensen er
heel erg slecht aan toe. Ze lijden
aan een ondervoeding die ern
stiger is dan in Somalia. Op
sommige plekken bestaan sterf
tecijfers van 40 procent of ho
ger. Dan zijn tienduizenden
mensen."
De misère in dit gebied is vooral
te wijten aan mislukte oogsten
en hevige gevechten tussen de
diverse facties van het Sudanees
Volks Bevrijdingsleger (SPLA),
de zuidelijke rebellenbeweging
die sinds 1983 vecht tegen de
regering in Khartoum en sinds
'91 in drie groepen uiteen is ge
vallen. In Kongor is nog slechts
éénderde van de oorspronkelij-
Een Sudanese familie voor haar tent in een vluchtelingenkamp in Juba. Duizenden mensen zijn de strijd in het
zuiden van het land ontvlucht. foto afp
ke bevolking over. De rest is ge- achtergebleven, zijn aangewe-
vlucht of overleden. Bijna alle zen op wilde vruchten,
kleine kinderen zijn dood. Bijna Gelijksoortige taferelen zijn te
alle koeien zijn dood, evenals de zien in de Bor-regio, die eens
voedselgewassen. De ernstig een hoge bevolkingsdichtheid
ondervoede mensen die zijn kende, maar nu vanwege vele
rampen zo goed als verlaten is.
In 1991 waren er overstromin-
gen en spoelde een groot deel
van de oogst weg. Het vee be
zweek aan ziekten. In 1992 had
den landbouw en veeteelt ern
stig te lijden onder droogte, ge
vechten, verplaatsing van de
bevolking en gebrek aan zaden.
De stad Bor die begin 1992 in
handen viel van het regeringsle
ger is sindsdien weer volge
stroomd met ontheemden uit
andere regio's. „De stad krijgt
voedselhulp en nog iedere dag
komen daar nieuwe vluchtelin
gen op af', zegt Jean-Luc Siblot,
die de hulpverlening van het
Wereldvoedselprogramma in
Zuid-Sudan coördineert. „En de
autoriteiten zien die mensen
weer graag terugkomen, omdat
het voor lüiartoum weinig zin
heeft om een lege stad te con
troleren."
Een andere vernietigende
kracht is de ziekte kala azar, die
vooral in West-Bovennijl wild
om zich heen heeft geslagen en
tienduizenden slachtoffers heeft
gemaakt. Grote aantallen kinde
ren zijn wees geworden door de
ziekte. Hele dorpen zijn uitge
storven. De ziekte is goed te ge
nezen, maar de oorlog staat de
medische hulpverlening in de
weg. Johan Hesselink van Art
sen zonder Grenzen: „Dit ge
bied is het niemandsland. Nie
mand is er de baas. Het is voor
hulpverleners daarom heel ge
vaarlijk, omdat je met niemand
kunt onderhandelen over veilig
heidsmaatregelen."
Extreme toestanden bestaan
ook in drie door 120.000
Sudanese ontheemden bevolkte
vluchtelingenkampen in Oost-
Equatoria aan de oostelijke oe
vers van de Nijl. De VN trokken
zich in oktober vorig jaar uit dit
gebied terug vanwege de moord
op drie van hun medewerkers
en een Noorse journalist.
De gevechten tussen de SPLA-
facties onderling die hiervoor
verantwoordelijk waren, zijn nu
zo goed als voorbij en de VN
hebben vorige week besloten
om terug te gaan naar Oost-
Equatoria.
In afwachting van een vreedza
me oplossing van het zich al
maar voortslepende conflict in
Zuid-Sudan, poogt Operation
Lifeline Sudan waar mogelijk
het leven van miljoenen men
sen te redden. Dagelijks vliegen
tientallen vliegtuigen met voed
sel en medicamenten vanuit
Lokichokio naar dertig bestem
mingen in Zuid-Sudan.
Philip O'Brian: „Sinds we op 5
december vorig jaar een ak
koord hebben getekend met de
Sudanese regering en de SPLA-
facties zijn veel meer gebieden
toegankelijk geworden voor
ons. En is de algehele toestand
van de bevolking in die gebie
den zienderogen verbeterd. Wat
nu heel snel nodig is, is een gro
tere bereidheid van het Westen
om hulp te geven. Tegelijkertijd
dienen we toegang te krijgen tot
andere streken waar de situatie
nu nog veel slechter is dan in
Somalia."
PARUS HANS GERTSEN
CORRESPONDENT
Nog nooit heeft de Franse op
positie zo'n grote overwinning
behaald. Als de kiezers zich vol
gende week tijdens de tweede,,
beslissende ronde niet massaal
bedenken, haalt de rechts-libe-
rale oppositie ruim tachtig pro
cent van de parlementszetels
binnen. Een dergelijke politieke
aardverschuiving is in Frankrijk
nog niet eerder voorgekomen.
De daverende overwinning is
des te opmerkelijker, omdat de
oppositie een uiterst vaag pro
gramma heeft en ook niet be
paald een flitsende campagne
gevoerd heeft. Dat was niet eens
nodig dit keer. De oppositie
heeft haar spectaculaire over
winning voor alles te danken
aan het feit dat de kiezers de so
cialisten na twaalf jaar meer
dan beu zijn.
De oppositie scoort dit keer vrij
wel hetzelfde percentage als bij
de verkiezingen in 1988, maar
haalt daarmee bijna het dubbe
le aantal zetels omdat de Parti
Socialiste electoraal volledig is
ingestort.
De sociale en economische ba
lans van de Parti Socialiste is
dan ook niet om over naar huis
te schrijven. Een groot deel van
de ruim drie miljoen immigran
ten is slecht geïntegreerd: met
alle problemen van dien. De
Franse boeren en vissers vech
ten voor hun voortbestaan. De
werkloosheid (ruim 3 miljoen)
is sinds 1981 meer dan verdub
beld en het einde van de malai
se is nog niet in zicht. Maar wat
de kiezers de socialisten meer
dan wat ook kwalijk hebben ge
nomen, is de schier eindeloze
reeks schandalen en schandaal
tjes waar socialistische politici
in betrokken zijn.
De partij van Francois Mitter
rand, Pierre Bérégovoy en Lau
rent Fabius, van oudsher de
'kampioen van de moraal' is in
de ogen van veel Fransen mo
reel failliet.
De socialisten en veel van hun
leiders zijn de afgelopen maan
den zodanig in opspraak geko
men, dat ze nauwelijks nog aan
het voeren van campagne toe
kwamen. Premier Bérégovoy
wierp zich vorig jaar nog op als
de man die de corruptie wel
eens aan zou pakken. Twee
maanden geleden lag zijn mo
rele integriteit ineens in duigen
nadat een weekblad onthulde
dat 'Béré' in 1986 renteloos
ruim drie ton leende van een
zakenman die in diverse schan
dalen verwikkeld was. De pre
mier wordt sindsdien overal
met gehoon en gejoel ontvan-
Met het brood onder zijn arm brengt deze Franse boer in Isles-Bardel
zijn stem uit foto» afp
gen.
De 'kampioen van de sterke
franc' en de arbeider die zich op
wist te werken tot minister-pre
sident was op slag een van de
veje socialisten die de verleidin
gen van 'het geld dat alles cor
rumpeert' (Mitterrand) niet had
weten te weerstaan.
Partijleider Laurent Fabius is al
veel langer 'aangeschoten wild'
vanwege de rol die hij gespeeld
heeft in het zogenaamde bloed-
schandaal. Medio jaren tachtig
diende de Franse bloedbank
willens en wetens partijen met
het Aidsvirus besmet bloed toe
aan enkele duizenden hemofi-
lie-patienten. De helft van hen
is overleden of stervende. Fabi
us was toen premier en dus in
laatste instantie verantwoorde
lijk. Waarschijnlijk treft hem
geen enkele blaam, maar hij
heeft zich bijzonder verdacht
gemaakt door zich aan een pro
ces te willen onttrekken.
De naam Parti Socialiste is zo
danig verbonden geraakt aan
schandalen, dat de partij niet
eens onder eigen vlag campag
ne durfde voeren. Tegen beter
weten in presenteerden de soci
alisten zich de afgelopen maan
den onder de noemer 'Alliance
des Francais pour le Progrès'
('Franse Alliantie voor de Voor
uitgang'). Het heeft niet mogen
balen.
Oud-premier Michel Rocard
had enkele weken geleden al in
de gaten hoe laat het was. Met
zijn pleidooi voor een nieuwe,
progressieve volksbeweging in
de plaats van de huidige partij,
legde hij zich al bij voorbaat bij
de verpletterende nederlaag
neer en gaf hij toe dat de huidi
ge Parti Socialiste reddeloos
verloren was. Zijn oproep leidde
zowaar tot het nodige enthou
siasme in het gedemoraliseerde
linkse kamp. Al was het maar,
omdat Rocard links Frankrijk na
de verwachte electorale slach
ting weer een toekomst beloof
de.
In afwachting van een mogelijk
nieuwe linkse dageraad heeft
een groot deel van de traditio
nele socialistische aanhang
blijkbaar niet eens meer de
moeite genomen om naar de
stembus te gaan. Zelfs niet om
uit protest op de groenen te
stemmen. De Franse oppositie
heeft haar overwinning dit keer
dan ook regelrecht in de schoot
geworpen gekregen. Met dank
aan het kiesstelsel, dat grote
partijen beloont en kleintjes
straft.
Maar vooral met dank aan de
socialisten die de handdoek al
lang voor aanvang van het ge
vecht in de ring hadden gewor
pen.
Ver.kiézingeo
l-Fra'nkrjjfe