Modeldorp Hornu bleek onbewoonbaar Vladivostok, een roestig San Francisco in het oosten iO ZATERDAG 20 MAART 1993 31 'De parel van de Borinage is in verkeerde handen gevallen k„Het is een uniek monument", zegt de industriëel archeoloog vol bewondering. ,,De parel van de Borinage", verzucht het gemeenteraadslid; „maar ze is in verkeerde han den gevallen". Anderhalve eeuw geleden begon Le Grand Hornu als het modeldorp van een vooruitstrevende ondernemer. Het werd meegesleurd in de neergang van de Belgi sche mijnindustrie, maar leek er op het nippertje weer bovenop te komen toen het werd uitgeroepen tot 'laboratorium van de toekomst' van Wallonië. Wat de redding had moeten worden, draaide echter uit op een fiasco. Slechts wie onwetend is kan ge nieten van de holle schoonheid van het amfitheater van de Hadès. PETER DE VRIES CORRESPONDENT Voorbij Bergen draaien we de snelweg Brussel-Parijs af, het 'pays noir' in. Vroeger floreerde hier de mijn- en staalindustrie van de Borinage; nu is het eén van de aimste en grauwste regio's van België met torenhoge werkloosheid. We zijn op weg naar een een zaam lichtpuntje: het museum van Homu, dat gevestigd is in de oude mijn en ten lan ge leste haar eerste tentoonstelling houdt. De steenweg slingert langs verlaten spoor wegemplacementen en roestende fabrie ken. Tot het bordje 'site de la mine' naar rechts wijst, de gemeente in, en de romme ligheid opeens wijkt. De huizen worden on Belgisch uniform; lange straten oudere rij tjeswoningen die slechts in de kleur van de muren verschillen. Het is de cité, de mijn- werkersbuurt, aangelegd rond een kolossaal plein van kasseien. Eén kant van het plein wordt helemaal in beslag genomen door een fabriekswand; de korte zijde biedt plaats aan een opmerkelijk complex rode moderne woningen. Het pro- jekt luistert naar de ongewone naam 'het amfitheater van de Hades', de dodenwereld uit de Griekse mythologie. Hoe toepasselijk dat is, zal pas later blijken. M'sieur Henri Het dorp is in de greep van een zondagse stilte. We gaan de gerestaureerde fabrieks- poort door, en betredende overblijfselen van de schepping van M'sieur Henri: Le Grand Homu, de Ironbridge van Wallonië. Het museum in wat vroeger de 'lampisterie' van de mijn was, eert haar grondlegger met een bescheiden tentoonstelling. De Franse zakenman Henri De Gorge geldt anno 1820 als iemand die zijn tijd vooruit is. Hij beseft dat de vettige kolen, het zwarte goud van de Borinage, alleen rendabel kunnen worden gewonnen wanneer de zaken modern wor den aangepakt. Dat betekent dat professio nele kompels de plaats moeten innemen van de landbouwers, die tot dan toe buiten het oogstseizoen de kolen opgraven. De Gorge besluit duizenden arbeiders van heinde en ver aan te trekken door „een on gehoord welzijn te bieden". In de afgelegen kolonie Hornu worden de architecten Obin, Cardonna en Bruno Renard aan het werk gezet om een kolossa le modelmijn te bouwen. Vooral de laatste drukt zijn stempel op het werk. In plaats van het allegaartje gebouwen en kotten dat de doorsnee 'site' kenmerkt, ontwerpt Renard een monument van bijna sacrale grandeur. Luxe Twee binnenplaatsen vormen de kern: een klein vierkant 'koer' en een reusachtige el lipsvormige plaats, die doet denken aan een renbaan. Rondom verrijzen de magazijnen, paardestallen, ovens en smelterijen, koper slagerij en kantoren. Renard voert de neo klassieke stijl tot in het kleinste detail door, en tekentoveral bogen, arcades en halve maanvormige vensters. Ondergronds mag het leven hard zijn, de bovenwereld laat aan schoonheid niets te wensen over. Rond de fabriek verrijzen 425 huizen, voor zien van warm water en tuin. Het getuigt, vertelt industriëel archeoloog Patrick Via- nen, „in een tijd waarin half Vlaanderen nog in krochten en lemenhutten woont, van een ondenkbare luxe. De woningen zijn stevig, en van zo'n ongelooflijke kwaliteit, dat de mensen er nu na renovatie nog steeds best willen wonen". Een crèche, danszaal, bibliotheek, school, openbaar bad, hospitaal en een reeks winkels krijgen ook een plaats in De Gorges project. Voor zichzelf bouwt de ondernemer een klein chateau dat boven alles uitprijkt. „De kompels zijn sterk afhankelijk; de hu ren zijn hoog", zegt Vianen, die de mythe van Hornu als sociaal paradijs nogal over dreven vindt. „Het grote standbeeld van M'sieur Henri prijkt precies midden op het mijnterrein, zodat iedereen hem goed kan zien. De woningen zijn keurig rond de werkplaats geordend. In mijn ogen symbo liseert het ontwerp de macht van de pa- De cité bestaat nog steeds, en wie tussen de huisjes ronddwaalt en d£ auto's even weg Een opmerkelijk woningcomplex in Homu. denkt, waant zich terug in een vorige eeuw. Maar de mijn, ooit het hart van het dorp, staat al lang stil. In 1954 sluiten de poorten, en valt het gebouw ten prooi aan de ele menten. Kort nadat in 1969 een sloopver gunning is afgegeven, koopt de lokale archi tect Henri Guchez de restanten. Voor een habbekrats. Hij renoveeert een deel, vestigt er zijn kantoren, en verkoopt het door aan de provincie Henegouwen. Die heeft grote plannen: de 'site' moet op geknapt worden om een toeristisch, cultu reel en technologisch centrum van de ver pauperde streek te worden. Kleine bedrijfjes kunnen in de opgeknapte stallen rond de pleinen een plaats vinden; het Waalse mu seum voor de moderne kunst moet hier ko men. Homu zal voor de tweede keer een 'laboratoire du futur' zijn, de mijn zal terug keren in het middelpunt van het leven. Stanislaw Skok, gemeenteraadslid voor de Parti Social Chrétien, de christendemocrati sche oppositie, commentariëert bitter: „het had het Silicon Valley van Wallonië moeten worden, maar het is op een catastrofe uitge draaid. Een besloten vriendenkringetje maakt de dienst uit, de bevolking staat overal buiten. De restauratie vordert traag, de bedrijvigheid is weggebleven, het muse um is niet veel geworden. Er is niets van te recht gekomen." Uniek dige tentoonstelling van papierkunst was, ettelijke jaren nadat de plannen voor het museum wereldkundig werden gemaakt, deze zomer de eerste realisatie. Wie verder zwerft over het mijnterrein ziet dat naast IBM slechts één firma hier zijn intrek heeft genomen. Het resultaat is van onbedoelde schoon heid. Renards werkplaatsen en het ovaal vormige plein liggen er, in half geruïneerde staat, schitterend bij. Vanaf de sokkel waar ooit het beeld van De Gorge prijkte, kan men het bovengrondse van de mijn over zien. De dertig booggewelven van de voor malige koperslagerij, rustend op tien zuilen, die een kathedraal in de open lucht vor men: de vervallen directiegebouwen. Pa trick Vianen: „U weet hoe slordig we zijn. België in z'n geheel telt minder beschermde monumenten dan Amsterdam. Dit is een uniek monument en als eerste in zijn soort gelukkig net op tijd behouden". Onderwereld We slenteren over het kasseienplein om een kijkje te nemen bij het grote complex rode woningen. Het staat met z'n rug naar de 'ci té' toegekeerd, maar wie er omheen loopt ontdekt een staaltje moderne architectuur dat in Parijs niet zou misstaan. In een halve cirkel liggen de appartemen ten, als in een Grieks theater iets naar ach teren wijkend. Vier lagen hoog, met op de voorgrond treden als zitbankjes. Trappen voeren vanaf de bovenverdiepingen naar beneden als de artiestengang naar het podi um. Roest in de wanden zorgt voor een rood-bruine gloed in het okerkleurig beton. De deuren staan open. binnen hangen gei sers en verwarmingselementen aan de muur. Er zit schimmel, maar geen grafitti op de muur. De ruiten zijn nog heel. Nie mand vernielt het amfitheater van de Ha- des. Een vrouw bekijkt ons met die menge ling van afstandelijkheid en argwaan waar mee men vreemdelingen behandelt die hun neus in andermans zaken steken. In de hui zen, vertelt ze, loopt het water langs de wanden. De bewoners zijn weg, hebben het gebouw op hun beurt de rug toegekeerd. Slechts voor de ramen van twee apparte menten hangen gordijnen. „Het is een trieste geschiedenis" verzucht het gemeen teraadslid Skok, wanneer hij een half uur heeft verhaald over één van die smoezelige affaires van mismanagement en vrienden diensten die in Wallonië zo gebruikelijk zijn. Laster Het ontwerp was een idee van architect Guchez. bedoeld als een gift aan de bevol king toen hij de mijn redde. Dit zou het nieuwe modeldorp worden. De bouw be gon in 1981, maar huurders kwamen er nooit. Skok: „Technische studies hebben uitgewezen dat er enorme mankementen zijn, en dat de gebouwen met name door hoge vochtigheid onbewoonbaar zijn". Samen met een collega zocht de christen FOTÖS PETER DE VRIES democraat uit hoe het zo ver kon komen. Ze werkten twee jaar aan een rapport van 200 bladzijden, en \ielen van de éne verba zing in de andere. De aannemer die het werk uitvoerde ging halverwege failliet, de bouw stagneerde. Er was het nodige kleine gerommel, maar ook grote corruptie van een lokale ambtenaar. De 'mandatarissen' van de in Wallonië en dus ook Homu op permachtige Parti Socialiste deden niets. Integendeel: het bouwbedrijf dat de wonin gen jaren te laat opleverde zag de contrac tuele boete op vertraging kwijtgescholden, en kreeg geld toe. De veronderstelling dat de socialistische minister Urbain iets te nauw betrokken was bij het bouwbedrijf en de beerput, heeft Skok en zijn collega inmiddels een proces wegens laster opgeleverd. De affaire heeft tussen de 15 en 18 miljoen giïlden gekost, afhankelijk van hoe men de bedragen telt die nooit werden teruggevonden. In de avondgloed brandt het schouwtoneel van de onderwereld feller dan ooit. Wat een herboren Hornu had moeten symboliseren, is een schandvlek, een 'fremdkörper' in het dorp. zegt Skok: „Museum en huizen vor men een project dat volledig vreemd is aan de bevolking. Het is een kunstmatige in planting. Le Grand Homu is een parel die uit de ketting is gevallen, en in verkeerde handen terecht is gekomen". Booggewelven in de voormalige koperslagerij. Een parel die uit de ketting is gevallen en in verkeerde handen is gevallen. In een halve cirkel liggen de appartementen als in een Grieks theater iets naar achteren wijkend VLADIVOSTOK PETER PRINGLE THE INDEPENDENT Toen ik een Russische vriend vertelde dat ik naar Vladivostok ging, zei hij: „O, dat zul je enig vinden. Het is net San Francisco." Ik lachte, dreef de spot met hem. Maar nu zie ik wat hij bedoelt. Het is een sierlijke havenstad op een heuvel die afloopt naar de Stille Oceaan, met trams, een zacht klimaat en een van 's we relds grootste natuurlijke havens. Maar het is Russisch: verwaarloosd en hard toe aan een nieuw verfje. De stad is vervuild en de schepen in de haven roesten. In andere Russische steden wgrdt een dergelijke akeli ge omgeving altijd weerspiegeld op de ge zichten van de inwoners, die ervoor oppas sen dat ze op straat niet op een glimlach worden betrapt. Niet de inwoners van Vladivostok. Zelfs in de winter lijken ze zich te vermaken en van een blijkbare nieuwe welvaart te genieten. Er zijn hier zoveel auto's dat er wordt ge vochten om een parkeerplaats, wat onge kend is in de rest van Rusland. De staats winkels zijn gevuld met voedsel en de pri- véwinkels verkopen alles wat wordt geïm porteerd. De Amerikaanse supermarktketen Giant denkt aan twee vestigingen. Op een bordje op de deur van het toeristenhotel staat in het Engels: „U bent welkom". Iets dergelijks zou men in het Europese deel van Rusland niet aantreffen. De straten zijn schoner dan in Moskou en het spooorweg- station altijd een goede maatstaf voor het Russische stadsleven is een nieuw, luchtig gebouw aan.de rand van het water, met winkels en een café. Overal zijn tekenen van de komst van buren uit het Stille Oceaangebied: Japanse. Ko reaanse en Australische restaurants en Nieuwzeelands bier. Op het vliegveld is een foto van een berkenbos die in de hal voor buitenlanders een hele muur bedekt, volge plakt met de stickers van Japanse en Wes terse bedrijven: Toyota, OK Mints, de Mel bourne Ship Repair Group. Hoewel investe ringen tot nu toe beperkt zijn, groeien ze wel, ondanks de traagheid waarmee privati sering plaatsvindt en het onzekere politieke klimaat. In januari woonden hier drie Ame rikaanse zakenlieden, nu zijn er 68 en veel landen hebben een aanvraag gedaan voor het openen van een consulaat. Sinds drie maanden geleden de aandelenbeurs van Vladivostok is geopend, is er 143 miljoen roebel verhandeld, of 80 procent van het to taal van alle andere beurzen tijdens een soortgelijke startperiode. Na een slecht begin tijdens de vorige win ter, toen de Voedsel- en energievoorraden tot de laagste van Rusland behoorden, lijkt Vladivostok nu vooruit te komen. Eric, de Australiër die een half jaar geleden het res taurant Captain Cook heeft geopend, drijft een levendige handel met de avontuurlijke kooplieden. Maar hij klaagt dat het ambte narenapparaat nog zo log en tijdrovend is dat hij voor zijn staf van 26 mensen twee boekhouders in volledige dienst moet heb ben. Mijn eigen ervaring met de plaatselijke functionarissen was dat ze snel en efficiënt zijn: ze hielden zich niet alleen aan tje af spraken, maar ook nog op tijd, een welko me afwisseling met Moskou. Het verrassendste was dat ik kon spreken met de commandant van de Stille Oceaan vloot, admiraal Gennady Khvatov. Vladi vostok was tot januari dit jaar gesloten voor buitenlandse verslaggevers, omdat het de thuishaven is van de Stille Oceaanvloot, de grootste van de vier voormalige sovjet-vlo- ten, die ooit meer dan 800 schepen omvat ten, waarvan 90 grote slagschepen. Nu moet admiraal Khvatov wegens de vers oberingsmaatregelen van Moskou 77 sche pen aftakelen, waarmee de bergen oudroest in het land nog hoger worden. Het perso neel van de vloot is sinds het midden van de jaren tachtig verminderd van 75.000 tot 60.000 en er zal nog meer worden gesne den. De admiraal houdt zich goed, maar de toekomst voor de eens trotse Russische zeemacht, opgericht door Peter de Grote, ziet er somber uit. Voor het eerst sinds mensenheugenis zijn er in 1992 geen nieu we schepen gebouwd. Ondanks pogingen om jonge officieren in dienst te houden, vertrekken er veel om hun geluk in de zakenwereld te beproeven. De salarissen bij de marine zijn gestegen, maar langzaam vergeleken met de salaris sen bij privé-ondernemingen. Als fervent patriot is admiraal Khvatov optimistisch en denkt hij dat zelfs met zulke problemen „Rusland positieve resultaten zal bereiken". In leite ligt een belangrijke reden voor de welvaart van de regio van Vladivostok nog steeds in een zeemacht, maar in koopvaar dijschepen. niet in de Stille Oceaanvloot. Moskou is nooit gul geweest met investe ringen in het vervoer in het Verre Oosten en de koopvaardijvloot van de Sovjetunie maakte de tekortkomingen van de militaire vloot weer goed. Met het uiteenvallen van de Sovjetunie raakte Rusland de beste sclir pen kwijt aan de Baltische staten en Oekraï Er blijft een vloot van 66 koelschepen in Vladivostok, die wordt geprivatiseerd, maar het opknappen kost waarschijnlijk meer dan de schepen waard zijn Hetzelfde kan worden gezegd van de vlieg tuigen van Acroflot. Wanneer er een harde wind waait uit het westen, halen de vlieg tuigen de ruim 9000 kilometer lange UN lit naar Moskou niet zonder onderweg bij te tanken. Maar halverwege Rusland kan de brandstofvoorziening niet worden gegaran deerd. zodat het vliegtuig, net als een zeil schip, moet wachten tot de wind gaat lig gen Dat probleem kennen ze in San Francisco VERTALING LUUTJE NIEMANTSVER- DR1ET

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 31