9 Schilders leerden ons het
landschap mooi te vinden'
'Kunst geeft frisse uitstraling'
Cultuur&Kunst
Landschap als inspiratie voor muziek
De Lakenhal pakt uit
DONDERDAG 18 MAART 1993
ruygrok. 071-161423. plv -chef*
Directeur Van Os van Rijksmuseum laat meesterwerken logeren in Leiden
Dertien schilderijen uit de
collectie 19de-eeuwse
kunst van het Amsterdam
se Rijksmuseum zullen de
komende drie maanden
'logeren' in de Leidse La
kenhal. Dit jaar wordt na
melijk begonnen met de
broodnodige renovatie van
de zuidvleugel van het
Rijksmuseum. Onder het
motto 'Het Rijks op reis'
gaan in totaal zö'n 200
schilderijen uit de Rijks
museumverzameling 'uit
logeren' in andere Neder
landse musea. Het Stede
lijk Museum De Lakenhal
krijgt de landschapsschil
derijen in bruikleen die
deel zullen uitmaken van
de grote tentoonstelling
'Vijf eeuwen landschap'.
„De schilderijen die in Leiden te
zien zijn behoren tot de topcol
lectie 19de-eeuwse Nederlandse
schilderkunst van het Rijksmu
seum", vertelt prof. dr. Henk
van Os, directeur van het Rijks
museum, niet zonder trots. „Ze
vormen een heel natuurlijke
afronding van de Leidse ten
toonstelling, voor wat de 19de
eeuwse landschapsschilder
kunst betreft. Het leuke van die
tentoonstelling vind ik dat er
een thema is genomen dat door
de eeuwen heen getrokken
wordt. Zoiets wordt veel te wei-
Directeur Henk van Os van het Rijksmuseum: „Het leuke van die
tentoonstelling vind ik dat er een thema is genomen dat door de
i heen getrokken wordt." foto kippa
Van Os meent dat ten on
rechte gedacht wordt dat een
tentoonstelling van enkel land
schappen saai is. „Dat komt
omdat mensen het idee hebben
dat een landschap altijd op de
zelfde manier ontstaat. Name
lijk door een schilder die in de
natuur zit te schilderen. Ik denk
dat landschappen juist ver
schrikkelijk leuk zijn omdat ze
op heel verschillende wijzen ge
maakt worden. Er zijn land
schappen die in een atelier sa
mengesteld worden en er zijn er
die buiten waargenomen en ge
schilderd worden. Maar, er zijn
ook allerlei tussenvormen zoals
landschappen die buiten gete
kend e.n in het atelier geschil
derd worden. Kortom: die rela
tie van de kunstenaar met het
reële landschapsbeeld kun je
dus heel goed terug vinden in
de verschillende schilderijen."
„Iets anders dat je er in kunt
zien is dat schilders ons leren
het landschap mooi te vinden
voordat dat wij bedacht hebben
dat het mooi is. De Alpen bij
voorbeeld vond men in de ze
ventiende eeuw niet interes
sant. Schilders ontdekten de
grootheid van die natuur, ver
volgens vinden kunstliefhebbers
het mooi en tenslotte gaat ie
dereen in de Alpen wandelen.
Dat soort processen, dat kun
stenaars ons leren landschap
pen te beleven, zal ook een as
pect van de tentoonstelling zijn.
Van Os is er vast van over
tuigd dat kunstenaars in deze
tijd ook een oorspronkelijke vi
sie op het landschap kunnen
hebben. „Je hebt nu kunste
naars die ingrepen doen in het
landschap. In Kröller-Müller
staan bijvoorbeeld fantastische
grote platen in het landschap.
Elke keer als ik daar kom beleef
ik het landschap anders, door
de ingreep die die kunstenaar
daar heeft gedaan. Dat zijn dus
handelingen met natuur die je
een heel bijzondere landschap
servaring kunnen geven. Zo is
Compositie van Burkhardt Söll in première tijdens opening tentoonstelling
leiden. wilfred simons
'Landschap en kleren', een mu
ziekstuk van de Leidse compo
nist Burkhardt Söll, beleeft tij
dens de opening van de land
schapstentoonstelling in het
Stedelijk Museum De Lakenhal,
op vrijdag 19 maart, zijn we
reldpremière.
Het lijkt een onwaarschijnlij
ke combinatie: een muziekstuk
voor basklarinet en accordeon.
De componist erkent meteen
dat zijn compositie bij toeval is
ontstaan. Hij schreef het stuk in
opdracht van basklarinettist
Henri Bok en accordeoniste Mi
ni Dekkers, die het volgende
maand, tijdens een toernee
door Canada, zullen uitvoeren.
Nu hij het heeft gecomponeerd,
vindt Söll de combinatie eigen
lijk heel logisch: „Een klarinet is
een blaasinstrument, het
ademt. Een accordeon ademt
eigenlijk ook. Er bestaat ver
wantschap."
Söll heeft het stuk niet spe
ciaal voor de opening geschre
ven: „Op een dag kwam ik di
recteur Jetteke Bolten van De
Lakenhal tegen die mij vroeg of
ik iets geschikts had. Ik had
Landschap en Kleren' toen net
voltooid. Het paste wonderwel
bij de landschapstentoonstel
ling! Eigenlijk heb ik het ge
schreven voor Bok en Dekkers,
die een compositie wilden die
zij samen konden uitvoeren.
Zo'n stuk bestond nog niet." -
Popmuziek
Söll noemt zichzelf een compo
nist met twee kanten. „Toen ik
als jongetje van twaalf begon
met componeren, was het de
tijd van Elvis Presley. Op school
hadden we een bandje dat die
muziek graag wilde spelen,
maar bladmuziek kon je des
tijds nog niet kopen. Dus luis
terde ik voortdurend naar songs
als Jailhouse Rock' en probeer
de daar een aanvaardbare parti
tuur van te maken. Die liefde
voor popmuziek is sindsdien al
tijd gebleven.'.'
Wat later ging Söll zich ook
intensief bezig houden met An
ton Webern. Omstreeks 1960,
de tijd waarin hij compositie
studeerde, stond diens muziek
sterk in de belangstelling:
„Sindsdien zijn dat de twee rails
waarop ik reis."
In de loop der jaren heeft Söll
zeer uiteenlopende muziek ge
componeerd: chansons, kinder
liedjes, kamermuziek, opera,
film- en theatermuziek. Hij
haalt nergens zijn neus voor op
en wisselt moeiteloos van gen
re. „Negentig procent van mijn
werk componeer ik in opdracht,
voor musici die ik persoonlijk
ken. Ik weet wat hun mogelijk
heden en beperkingen zijn en ik
houd daar dan ook rekening
Voordat Söll aan Landschap
en Kleren' kon beginnen, moest
hij eerst een studie maken van
de mogelijkheden van de accor
deon. Hij wist er bijna niets van.
Het was in zijn ogen een 'prole
tarisch instrument' dat hij meer
met vervallen havenkroegen en
met duistere danshallen associ
eerde dan met de concertzaal.
Maar na uitleg van Dekkers ver
dween zijn 'vooroordeel': „De
accordeon heeft hele rare, inte
ressante klankmogelijkheden.
Hij kan zuchten en ademen,
maar er zit ook een orgelachtige
klank in. Je kunt er vreemde
klankkleuren mee maken. Mijn
Presley-kant voelde zich er
meteen door aangesproken."
Ingrediënten
Söll liet zich voor Landschapen
Kleren' inspireren door het Hol
landse polderlandschap. „Ik
stelde me een groene, horizon
tale vlakte voor met een beetje
water en een witte lucht. Een
voudig, maar juist daardoor op
windend." Een tweede inspira
tiebron was een vriend, die bij
na iedere dag andere kleren
draagt. „Ik probeerde te voor
spellen wat hij aan had. Als ik
hem dan tegen kwam, contro
leerde ik of mijn voorspelling
was uitgekomen. Zo ontstond
een reeks antwoorden met 'ja'
of 'nee'. Daar kun je muzikaal
iets mee doen. Ik zette de reeks
om in getallen en dat resulteer
de weer in klankkleuren en -
contrasten. Het klinkt abstract,
maar je ktlnt het zien als een
soort leidraad, een sturingsme
thode die je bij het componeren
helpt."
Voor de meeste luisteraars
maakt het volgens Söll echter
niet uit hoe de compositie is
ontstaan. De muziek moet op
zichzelf staan. „Vergelijk het
met de bezoekers in een restau
rant. Natuurlijk zijn er altijd en
kelingen cfie precies willen we
ten hoe het gerecht is gemaakt
en welke ingrediënten de chef
kok heeft gebruikt. Maar de
meeste mensen vragen zich dat
niet af; zij laten zich het resul
taat goed smaken."
er in de moderne kunst ontzet
tend veel omgang met natuur
en landschap."
Moderne kunst maakt vol
gens Van Os ook een frisse kijk
mogelijk op de oude land
schapsschilderijen. „Je kunt van
zo'n thematentoonstelling die
door de eeuwen heen gaat leren
dat die oude schilderijen niet
zomaar mooie plaatjes zijn,
maar een andere oorsprong
hebben in de beleving van het
thema. We kijken nu heel an
ders naar landschapsschilderij
en dan vroeger", weet Van Os.
„De landschapsschapsschilder-
kunst had in vroeger eeuwen
heel vaak de functie van rappor
teren van een natuur die men
niet kende. Dat viel dan samen
met het schilderen van wonder
baarlijke schelpen of onbeken
de bloemen. Het landschaps
schilderij speelt dus ook ook
een rol in het leren kennen van
werelden waar men geen kennis
van heeft."
Wat opvalt is dat landschaps
schilderijen altijd mooi zijn. „In
de jaren twintig werd een schil
derij Van het Groningse land
schap nou niet echt mooi ge
vonden. Mensen die in die tijd
in Groningen woonden en van
de natuur wilden genieten gin
gen allemaal naar het zuiden.
Totdat de schilders van De
Ploeg kwamen, een expressio
nistische kunstenaarskring in
Groningen, en voor het eerst
dat geweldige, Groningse mo
numentale landschap schilder
den."
„In het verleden werden lelij
ke dingen ook wel overgeschil
derd. Eén van de topstukken uit
de Rijksmuseumcollectie, 'Mor
genrit langs het strand' van An
ton Mauve, is een paar jaar ge
leden schoongemaakt. Toen
kwamen de overgeschilderde
paardevijgen weer te voor
schijn. Dat heb je met land
schappen, maar ook met pie
meltjes van naakte figuren of
met lelijk uitgevallen portretten
die de familie wel wilden hou
den maar toch niet zo als ze wa
ren. Elementen die men lelijk of
niet passend vond werden dus
gewoon geretoucheerd. Daar
kun je op zichzelf een hele ten
toonstelling van maken."
n de tentoonstelling 'Vijf eeuwen landschap'. In de onlangs gerenoveerde zalen van
één van de tweehonderd meesterwerken die de komende maanden in het stedelijk
leiden» Het is nog maar een paar dagen voor de opening v
De Lakenhal wordt de zoveelste kist opengemaakt met we
museum te zien zijn.
De schilderijen komen uit alle delen van het land en uit Japan. Verpakt in houten kisten komen ze aan in De Lakenhal. Het uitpakken is een
ecuur werkje. Telkens als een schilderij tevoorschijn komt scharen museummedewerkers zich om de rijkdom om te zien of het het transport
goed heeft doorstaan. En terwijl de spiedende ogen van de conservatoren over het schilderij gaan klinkt het 'oh, wat mooi' of 'fantastisch'.
Als is vastgesteld dat het meesterwerk onbeschadigd is aangekomen wordt het voorzichtig tegen de wand gezet, in afwachting van het han
gen. Zaterdag zullen alle meesterwerken op hun plek hangen en gaan de deuren van De Lakenhal open voor het publiek, foto hielco kuipers
Grontmij voor het voetlicht als sponsor landschapstentoonstelling
de bilt letty stam
De Grontmij. Doet dat niet iets
met grond en zo? Het is de stan
daardreactie op het noemen
van de naam van dit advies- en
ingenieursbureau in De Bilt.
Nauwelijks bekend terwijl de
Grontmij toch voor iedereen
zichtbare sporen heeft nagela
ten in het Nederlands land
schap. Ook weten slechts weini
gen dat het bureau veel kunst in
de bedrijfsfilosofie stopt. Voor
het eerst heeft de firma als
sponsor haar naam nu verbon
den aan een expositie: 'Vijf eeu
wen landschap' in de Leidse La
kenhal.
De Grontmij doet inderdaad
'iets' met grond. En dat is nog
zacht uitgedrukt, vertelt Jan
Ruhof, hoofd stafafdeling public
relations. „Het bedrijf is in 1915
opgericht als de Grondverbete
ring en Ontginningsmaatschap-,
pij", schetst hij de achtergrond.
„Die woorden zijn later samen
getrokken tot Grontmij. De
naam is nu niet meer represen
tatief voor wat we doen. Onze
dienstverlening richt zich op
milieu, infrastructuur en ruim
telijke inrichting. Het toont wel
wat onze afkomst is. En dat mag
je best laten zien."
„De Grontmij houdt zich be
zig met landschapsplannen. En
dat in de brede zin van het
woord. Het is niet alleen land
maar een samenspel van land,
wegen en water, 't Twiske ten
noorden van Amsterdam heb
ben we bij voorbeeld ingericht.
Het is een heel groot land
schappelijk gebied van 650 hec
tare. Daar zijn we 18 jaar mee
bezig geweest. En we hebben
plannen gemaakt voor de
Olympische Spelen voor gehan
dicapten in Assen."
Betuwelijn
Het Hollands dorp Huis Ten
Bosch in Nagasaki compleet
met grachten, bruggen en slui
zen, is mede door de Grontmij
vormgegeven. Dronte kan in
1996 voor de wereldjamboree
zonder problemen 20.000
scouts kwijt omdat het bureau
een speciaal terrein heeft inge
richt. Voor Den Haag onder
zoekt het bedrijf of dezé volge
bouwde gemeente op een
kunstmatig eiland in zee huizen
kan neerzetten. In opdracht van
de Nederlandse Spoorwegen
zijn alle mogelijke tracés voor
de Betuwelijn in kaart gebracht,
plus de effected op het milieu.
Het zijn stuk voor stuk projec
ten die respect afdwingen maar
wel erg technisch. „Als inge
nieursbureau heb je vaak een
wat stoffig imago", erkent
Ruhof. Het is exact, technisch.
Wij wilden een moderne, frisse
uitstraling. En dat kan met
kunst heel goed. Het geeft ook
inhoud aan onze maatschappe
lijke betrokkenheid. En je straalt
er als bedrijf maximale kwaliteit
mee uit. Het heeft een toege
voegde waarde. We onderschei
den ons met kunst ook van de
concurrentie. Want er zijn
meerdere bureaus die een tech
nisch plan kunnen maken."
Uitnemend
De eerste kunstzinnige uiting
van de Grontmij was een kalen
der. „We zijn daarmee begon
nen in de jaren zeventig. Dat
was toen revolutionair. Inmid
dels is die kalender een heel ge
wild artikel. Je ziet hem overal
hangen. Mensen vragen hem
zelfs aan. We zijn begonnen
met Jeroen Henneman. Kees
Verwey, Mondriaan en Karei
Appel volgden. Voor 1993 is de
keus op Carel Willink gevallen.
We maken die kalenders steeds
met wisselende musea. Zij leve
ren het inhoudelijke verhaal.
Wij verzorgen de grafische
kant."
De landschapstentoonstelling
in De Lakenhal is de eerste ex
positie die de Grontmij finan
cieel steunt. Toch heeft het be
drijf volgens Ruhof geen mo
ment last gehad van koudwater
vrees. „We kregen vorig jaar een
heel aardige brief van Jetteke
Bolten, de directeur van de La
kenhal. Wat opviel, was haar
professionaliteit. Plannen zijn
soms niet goed doortimmerd.
Dan klopt de begroting niet en
is de kans groot dat een goed
voornemen voortijdig strandt.
Met de Lakenhal was dat alle
maal uitnemend. Goed be
dacht, goed begroot en goede
afspraken. Dat geeft je als spon
sor een goed gevoel."
Jan Ruhof: „De eerste kunstzinnige uiting van de Grontmij v
FOTO CAREL RICHEL