Bijverzekeren WAO loont lang niet altijd
In EG dreigt nu noord-zuid-conflict over staal
Feiten &Meningen
MAANDAG 15 MAART 1993
2
Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting berekent:
Wie als werknemer ziek wordt en ziek blijft,
heeft gedurende een jaar recht op een uit
kering op grond van de Ziektewet. Die komt
(nu nog, want ook daar komt verandering
in) uit op 70 procent van het laatste loon. In
het algemeen merkt men daar niets van,
omdat de meeste werkgevers het normale
loon in die tijd blijven doorbetalen. Na dat
jaar wordt men overgeheveld naar de ar
beidsongeschiktheidsregelingen; en de wij
zigingen die daarin optreden, leidden tot de
protesten waar de vakbeweging nu ook sta
kingen aan wil toevoegen.
Tot dusver kon een arbeidsongeschikte
na het Ziektewetjaar rekenen op een uitke
ring van 70 procent van het laatste loon,
eventueel tot zijn 65ste toe. Voor wie ge
deeltelijk was afgekeurd, gold ook een ge
deeltelijke uitkering. Dat laatste blijft. Bij le
zing van de onderstaande tabel moet er dan
ook rekening mee worden gehouden dat
het in die tabel gaat om uitkeringspercenta
ges bij volledige arbeidsongeschikt.
In de nieuwe situatie krijgt iemand af
hankelijk van de leeftijd na het jaar Ziekte
wet al dan niet nog gedurende enige tijd
een WAO-uitkering ter grootte van het 70
procent van het laatste loon. Voor wie 32
jaar of jonger is op het moment dat hij uit
valt, is er slechts het ene Ziektewetjaar
waarin de 70 procent geldt. Daarna gaat de
dan verlaagde WAO gelden.
Wie ouder is dan 32 maar jonger dan 38
krijgt na de Ziektewet nog een half jaar een
WAO-uitkering van 70 procent. Onder el
kaar gezet ziet het schema er zo uit:
lanssen bij verschillende leeftijden uitgevoerd Een deel van he
resultaat daarvan volgt hieronder. Voor de erboven vermeld-
leeftijden geldt dal hel de leeftijd is op de eerste dag waarop d
betrokkene in de WAO valt. Achter het (laatstgenoten normale)
salans is vermeld tol welk percentage van hel laatste loon
I terugvalt als hij of zij volledig is afgekeurd en op de ni
angewezen.
e WAO is
tijd 23 28 33 38 43
Na de penode waarin de WAO nog 70 procent van h-
laatste loon bedraagt, gaat de uitkenng voor de meesten on
laag. Daar geldt een nogal ingewikkeld rekensysteem voor. C
vakbeweging heeft die berekeningen voor een grool aantal si
70.0 70,0 70,0 70,0
68.4 68,9 69,4 70,0
65,3 66,7 68,1 70,0
62,9 65,0 67,1 70,0
61,0 63,7 66,3 70,0
59.5 62,6 65,7 70,0
58,3 61,8 65,2 70,0
57,3 61,1 64,8 70,0
56,5 60,4 64,4 70.0
55,7 59,9 64,1 70.0
Wie gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, krijgt een lager per
centage, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Maar gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid laat toe dat men
daarnaast ook nog (in een aangepaste functie) kan werken. En
anders wacht voor dat deel de Werkloosheidswet, met in het
verlengde daarvan de bijstand.
Voor de rekenaars
Het vaststellen van de hoogte van een
WAO-uitkering volgens de nieuwe regels,
vergt flink wat rekenwerk. Ga uit van het
bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld) in
het jaar voorafgaand aan de arbeidsonge
schiktheid. Bereken hoeveel men ouder is
dan 15 jaar, en bepaal het uitkeringspercen
tage aan de hand van de mate van arbeids
ongeschiktheid, zoals hieronder i
Mate van arbeids
ongeschiktheid
Uitkerings
percentage
15- 25 pet
14 pet
.25- 35 pet
21 pet
35- 45 pet
28 pet
45 - 55 pet
35 pet
55 - 65 pet
42 pet
65- 80 pet
50»75 pet
80-100 pet
70 pet
Wie volledig is afgekeurd, heeft recht op: 70
pet van het bruto wettelijk minimumloon (van
28.035, incl vak.geld), vermeerderd voor
elk jaar dat men ouder is dan 15 jaar met
1,4 procent van het verschil tussen het bruto
loon dat men had en het wettelijk minimum
loon. Voor wie gedeeltelijk is afgekeurd, geldt
het uitkeringspercentage dat met de mate van
arbeidsongeschiktheid overeenkomt.
Voorbeeld:
Man, getrouwd, alleenverdiener, 38 jaar, loon
45.000 (incl vakantietoeslag)
Volledig afgekeurd
70 pet van 28.035 (mini- 19.624
mumloon)
38 jaar min 15 jaar is 23, maal
is 32,2 pet van 16.965 (zijn
de het verschil tussen 45.000
mm 28.035) 5.462
Totaal
Vanuit de Toeslagenwet bestaat recht op
aanvulling tot het voor deze man geldende so
ciaal minimum van 28.035. (In de oude situa
tie zou de WAO-uitkering trouwens ruwweg 70
procent van ƒ45.000 is ƒ31.500 hebben be
dragen). Voor alleenstaanden en een aantal
andere woningdélersverbanden gelden lagere
'sociale minima'. Voor alleenstaanden ruwweg
70 procent van wat voor een gehuwde geldt. In
het hierboven berekende geval is er voor een
alleenstaande derhalve Qeen aanvulling.
Voor de helft afgekeurd (uitkeringspercentage
35 pet):
35 pet van 28.035 (mini- 9.812,25
mumloon)
38 jaar min 15 jaar is 23, maal
0,7 (zijnde 35/70 van 1,4) pet
van 16.965 (zijnde het verschil
tussen 45.000 en 28035) 2.731,37
Totaal
12.543,62
Hiernaast zou de man nog een half salaris
hebben. Mocht hij tevens werkloos zijn en be
staat er geen ander gezinsinkomen, dan heeft
25.086 ook hij recht op aanvulling vanuit de Toesla
genwet en de IOAW tot het 'sociaal minimum'
van 28.035. Voor een alleenstaande zoi
nu ook een aanvulling in zitten tot het voor hem
of haar geldende lagere 'sociale minimum'.
Het land is in rep en roer: de wao-uitkerin-
gen gaan omlaag. Wie van de steiger valt, is
'veroordeeld' tot de bedelstaf. Vakbonden
dreigen met (stakings)acties als er geen
CAÜ's tot stand komen met afspraken over
aanvullingen op de WAO-uitkeringen. Ver
zekeraars staan in de rij om passende bij-
verzekeringen aan te bieden. Maar hoe zin
vol is bijverzekeren eigenlijk?
PEN HAAG JAN HARREN
Het Nederlands Instituut voor Budgetvoor
lichting Nibud, dat adviezen geeft hoe je
het bést met je geld kunt omspringen, is al
aan het rekenen geweest en heeft hier en
daar zijn twijfels. Bijverzekeren loont vol
gens hen lang niet altijd. Voor mensen met
een laag inkomen is het meestal niet inté
ressant. En ouderen kunnen het ook beter
achterwege laten. De kosten van de premie
die ze moeten betalen, wegen bij hen niet
of nauwelijks op tegen het 'extraatje' dat ze
krijgen uitgekeerd als ze in de WAO belan
den.
Neem iemand van 26 jaar die met 2.360
bruto per maand 200 meer dan het bruto
minimumloon, exclusief vakantietoeslag)
een gezin onderhoudt. Als hij volledig ar
beidsongeschikt wordt, kan hij in de nieuwe
regels rekenen op een WAO-uitkering van
een kleine 1600 bruto. Dan heeft hij op
grond van de Toeslagenwet en eventueel de
Bijstandswet al zo recht op een aanvulling
tot het voor hem geldende sociaal mini
mum van ƒ2163 bruto (alleenverdiener).
Verzekeren voor aanvulling tot 70 procent
van het laatste loon is dan niet aan de orde.
Veel jongeren verdienen doorgaans nog
niet zo veel. Voor hen lijkt bijverzekeren
voor de wao dan ook niet zo zinvol. Er zou
verzekeringspremie worden betaald voor
een aanvulling die geen aanvulling is of am
per de moeite waard is. Het enige nut ervan
zou kunnen zijn, dat ze dan in elk geval bij
verzekerd zijn. Wanneer hun salaris om
hoog gaat tot een niveau waarop een aan
vullende verzekering misschien wel aan
trekkelijk is, loopt de verzekering al en zijn
er geen keuringen meer nodig.
Verwachtingen
Voor wie flink meer verdient dan het mini
mum, liggen de rekensommen over het nut
van de aanvullende verzekering anders.
Echter weer niet voor een werknemer die
op zijn 58ste (of later) in de Ziektewet be
landt en vervolgens de WAÖ in schuift. Het
inkomen gaat weliswaar omlaag, maar niet
meer dan onder de oude regels al het geval
was: voor deze ouderen ligt de uitkering,
net ais voorheen, op 70 procent van het
laatste loon tot de pensioendatum toe. Voor
hen valt er dus helemaal niets bij te verze
keren.
Voor anderen lopen de gevolgen van de
nieuwe WAO uiteen van de buikriem wat
aanhalen tot diepe ellende. Van bijverzeke
ringen moet men trouwens ook geen al te
gróte verwachtingen hebben. Zelfs dreigen
bijverzekerde bedragen ten goede te komen
van 's rijks schatkist, omdat ze bijstandsuit
keringen overbodig maken. En maar dat
gold eigenlijk ook al onder het oude sys
teem veel hangt ook af van de vraag of de
arbeidsongeschiktheid volledig is of slechts
gedeeltelijk. De vakbeweging heeft een ta
bel vervaardigd waaruit betrekkelijk een
voudig is af te leiden hoeveel procent van
het (bruto) inkomen iemand overhoudt die
volledig arbeidsongeschikt is geworden en
voor wie de periode waarin nog recht be
stond op 70 procent van het laatste loon,
verstreken is.
Zo valt iemand die, op zijn 32ste met een
bruto jaarsalaris van 45.000 (zo'n 3750
in de maand) in de Ziektewet komt en een
jaar later in de WAO belandt, uiteindelijk te
rug naar 53 procent van zijn laatste salaris
(ruwweg 1980 bruto). Dat is iets meer dan
de helft van wat hij had, en 17 procent min
der 635) dan wat hij onder de oude wao
zou hebben ontvangen. Dat zou voor bij
verzekering in aanmerking komen.
Maar zijn WAO-uitkering ligt al onder het
'sociaal minimum' van deze man. Hij heeft
dus alweer recht op een aanvulling op
grond van de Toeslagenwet. Maar als er (via
het bedrijf) is bijverzekerd, wordt het 'soci
aal minimum' langs die weg al bereikt. Dan
hoeft de Toeslagenwet niet bij te dragen.
Onduidelijk is nog wat zo'n bijverzeke
ring gaat kosten. Bij Vroom en Dreesmann
hebben de werknemers 1 procent van hun
loonsverhoging ingeleverd in ruil voor een
aanvulling tot 70 procent van hun salaris bij
arbeidsongeschiktheid. De premies vari
eren echter per bedrijfstak. In de metaal
wordt gedacht aan 2 procent, in de bouw is
zelfs al 3,7 procent genoemd (als de langer-
betaalden inderdaad niet meedoen). In elk
geval is de WAO-premie wel voor 80 pro
cent aftrekbaar van het belastbaar inko
men, zodat de premie netto wat gunstiger
uitvalt.
Dubbele narigheid
De tabellen mogen redelijk overzichtelijk
zijn, niet overal klinkt even helder door, dat
ze de situatie weergeven bij volledige ar
beidsongeschiktheid. De kans dat iemand
voor 100 procent wordt afgekeurd, wordt
echter steeds kleiner. Al het streven is er im
mers op gericht om bij keuringen na te
gaan wat mensen ondanks hun ziekte/han
dicap nog kunnen. Steeds groter zal dan
ook de groep worden van mensen die
slechts gedeeltelijk arbeidsongeschikt wor
den verklaard. Maar gedeeltelijke arbeids
ongeschiktheid betekent ook een gedeelte
lijke WAO-uitkering. Het klinkt natuurlijk
heel logisch: wie voor de helft is afgekeurd,
verliest de helft van het salaris en krijgt als
tegemoetkoming daarvoor ook maar de
halve voor zijn leeftijd geldende WAO.
De vraag is echter of een bijverzekering
dan nog zo voordelig uitpakt. Neem weer
de man (alleen-verdiener) met 3750 in de
maand. Als hij voor de helft wordt afge
keurd, zou zijn salaris zakken tot 1875.
Heel grof gerekend zou hij voor de andere
helft mogen rekenen op een uitkering van
rond de 53 procent waardoor uit de WAO
(exclusief vakantiegeld) nog zo'n 960 zou
komen. Het totale inkomen wordt dan
1.87$ (het halve salaris dat hij nog gewoon
verdient) plus ƒ960 WAO-uitkering is
2835 bruto. Onder het oude regiem zou
hij 70 procent van 1875 hebben gekregen
1312). Uit een aanvullende verzekering
zou hij dus nu het verschil tussen 1312 en
ƒ960 ƒ352 bruto per maand) betaald
kunnen krijgen. Dat zou de moeite van het
verzekeren waard kunnen zijn.
Restcapaciteit
De kans dat iemand die (gedeeltelijk) ar
beidsongeschikt raakt, zijn baan verliest, is
echter niet gering. Misschien dat er enige
verbetering komt nu werkgevers een forse
boete krijgen als iemand van hun personeel
in de WAO verzeild raakt, maar mensen
'met een vlekje' zijn niet populair op de ar
beidsmarkt. Zeker mensen die slechts tijde
lijk volledig afgekeurd zijn en na een paar
jaar worden 'afgeschat' (gedeeltelijk weer
worden goedgekeurd), raken in de proble
men.
Met hun 'restcapaciteit' (wat hij naast
hun handicap nog wel in een betaalde baan
zouden kunnen verdienen) komen zij op
een markt van werkzoekenden terecht,
waarop men op zijn zachtst gezegd
niet om 'kneusjes' zit te springen. Tot 1987
werd daarom niet aan het invaliditeitsper-
centage gesleuteld. De werkloosheid werd
dan in de arbeidsongeschiktheid 'verdis
conteerd'. Immers, zei men, die werkloos
heid, de kansloosheid op de arbeidsmarkt,
komt ook uit die arbeidsongeschiktheid
voort. En dus gold al heel snel dat iemand
als volledig afgekeurd werd beschouwd.
De 'verdiscontering' is echter afgeschaft;
tegenwoordig worden werkloosheid en ge
deeltelijke arbeidsongeschiktheid los van
elkaar gezien. Voor het deel dat men niet
arbeidsongeschikt is, wordt dat dus Werk
loosheidswet. Maar de werking van die wet
is eindig.
Wanneer deze mensen voor hun 'ar
beidsgeschikte' deel geen baan kunnen vin
den, vervallen ze in de wet Inkomensgaran
tie Oudere en gedeeltelijk Arbeidsonge
schikte Werknemers (IOAW). Dat klinkt nog
betrekkelijk aardig, maar meer dan de bij
stand is het niet. Het houdt in dat als je in
inkomen onder het 'sociaal minimum' zakt,
er een aanvulling wordt verstrekt. Maar dan
gelden wel de regels van de Algemene Bij
standswet.
Dat houdt onder meer in dat er in het
huishouden van de werkloze gedeeltelijk ar
beidsongeschikte ook gekeken wordt of er
nog andere inkomens zijn. Of bijvoorbeeld
de partner betaald werk doet. Zo ja, dan
wordt er gekort op de IOAW-aanvulling,
eventueel zelfs zo veel dat er van die aan
vulling niets over. Maar dat geldt ook voor
de eventuele verzekeringspenningen die
men op grond van de aanvullende WAO-
verzekering krijgt. Ook die worden op de
IOAW in mindering gebracht. Een belang
rijk voordeel heeft de IOAW nog wel: er
wordt geen vermogenstoets toegepast; men
hoeft zo niet het eigen huis 'op te eten'.
Het voorbeeld weer van de man die op
zijn 32ste ziek wordt, op zijn 33ste voor de
helft wordt afgekeurd maar nu ook de baan
die hij nog voor de helft zou moeten kun
nen doen, kwijt raakt. Nog even heeft hij
recht op WAO- en Werkloosheidsuitkerin
gen die samen zo'n 70 procent van zijn
loon bedragen, maar daarna gaat het snel
achteruit. De WAO zal weer zoals eerder
al berekend ruwweg rond de 960 bruto
liggen, maar nu vervalt het loon van 1.875
dat hij eerder in het voorbeeld nog verdien
de. Voor dat deel zullen voor hem de Toe
slagenwet (TW) en de IOAW gaan gelden.
Die zullen hem aanvullen tot het 'sociaal
minimum' van in dit geval 2163 bru
to. En zou er de 352 uit de eigen bij-verze
kering zijn, dan hoeven de TW en de IOAW
dat stuk van de aanvulling tot het 'sociaal
'minimum' niet voor hun rekening te ne
men. Naar het vermogen dat in een eventu
eel eigen huis is opgeslagen, wordt niet ge
keken, zij het dat het een stuk moeilijker zal
worden om de hypotheek te betalen van
een minimum-uitkering.
Partner
Hoe nu met een werkende partner? Stel dat
zij 3.000 bruto verdient. Met de 3.750
die hij per maand had, kwamen ze in de ge
lukkiger dagen bij elkaar op 6.750. Een
maal (gedeeltelijk) in de WAO komt zijn uit
kering op ƒ960. Nu staan de inkomsten van
haar een aanvulling op grond van de TW en
de IOAW in de weg. Resteert van het totale
inkomen 3.000 plus 960 is 3.960 bru
to. Nu biedt een aanvullende verzekering
nog het beetje lucht dat er van die kant nog
352 bij komt. Een totaal inkomen dus van
4312, een derde minder dan wat het in
betere tijden was.
Klassieke staalfabrieken als Hoogovens worden nu ook nog bedreigd door de opkomst van de mini-staalfabrieken. foto leo vogelzang
BRUSSEL ALY KNOL
De Europese staalcrisis heeft
zijn dieptepunt vermoedelijk
nog lang niet bereikt. Met ban
ge voorgevoelens ziet Hoog
ovens de jaarcijfers over 1992
tegemoet, die woensdag wor
den gepubliceerd. De aange
kondigde inkrimpingen zullen
vrijwel zeker moeten doorgaan
in het licht van de 'bloedrode
cijfers' 'die men verwacht. In
Duitsland zijn de eerste be
drijfssluitingen ieeds een feit.
Maar of men elders in Europa
de crisis even voortvarend wil
aanpakken is een tweede.
Dreigt er straks, bij alle proble
men die er al zijn, ook nog eens
een noord-zuid conflict in de
EG?
Europarlementariër Alman
Metten (PvdA) meent de eerste
tekenen ervan al te hebben ge
zien. Toen afgelopen week het
crisisplan van de Europese
Commissie in het Europees par
lement in Straatsburg werd be
sproken, bleken de Spanjaarden
'het stadium van de redelijkheid
al gepasseerd'. Ze verzetten zich
in emotionele bewoordingen te
gen drastische ingrepen in hun
staalindustrie. De Italianen lij
ken evenmin van het onvermij
delijke doordrongen.
In beide landen is de laatste
jaren veel overheidsgeld in de
nationale staalindustrie ge
pompt en beide landen
koesteren nieuwe investerings-
Klannen. EG-commissaris voor
et concurrentiebeleid Karei
van Miert, heeft er zijn handen
aan vol. Volgens Van Miert staat
de hoogte van de voorgenomen
staatshulp in geen verhouding
tot het geringe aantal arbeidst
plaatsen dat beide landen wil
len afstoten. Maar vooralsnog
zit er geen beweging in de hou
ding van Madrid en Rome.
In Duitsland, waar de eerste
klappen al zijn gevallen, wordt
de kritiek op de zuidelijke lan
den s'teeds luider. Toen Krupp-
Hoesch vorige week de sluiting
van de staalfabriek in Rhein-
hausen aankondigde, schreef de
Süddeutsche Zeitung: ,,De ver
bittering bij de getroffenen is
begrijpelijk als men bedenkt
hoe gelaten de landen met de
wereldwijde staalcrisis omgaan
die tot nu toe met miljarden
subsidies hun hoogovens bran
dende hebben gehouden, die in
vergelijking met de Duitse veel
minder produceren". En de
Frankfurter Rundschau meen
de: „Bonn moet er nauwkeuri
ger op letten dat in Duitsland
geen 55-jarigen met vervroegd
pensioen worden gestuurd, ter
wijl in Zuid-Europa onrendabe
le fabrieken met openbare mid
delen kunstmatig in leven wor
den gehouden".
Alman Metten denkt er niet
anders over. Het mag niet zo
zijn. zegt hij, „dat er straks in
het noorden van Europa bedrij
ven dicht gaan, omdat er in het
zuiden bedrijven overeind wor
den gehouden die geen overle
vingskansen hebben". Metten
vindt dat het Europese crisis
plan voor de staalindustrie in
principe „goed in elkaar zit",
maar hij heeft zijn twijfels of al
le EG-lidstaten wel bereid zijn
een evenredig offer te brengen.
'Boeman'
De EG heeft financiële hulp in
het vooruitzicht gesteld om de
sociale gevolgen op te vangen
van sluitingen, als die tot een
directe vermindering van de
overcapaciteit op de Europese
staalmarkt leiden. Voor 30 sep
tember dit jaar moeten de Eu
ropese staalbedrijven een gron
dig herstructureringsplan heb
ben geformuleerd, waarmee op
vrijwillige basis over de hele li
nie wordt ingekrompen. Komt
er geen overtuigend plan, dan
gaat de hulp niet door.
Volgens Metten is het nood
zakelijk dat de Europese Com
missie „een slecht-weerscena-
rio" achter de hand houdt als
de staalindustrie zelf niet in
staat blijkt tot de noodzakelijke
ingrepen. De Commissie mag
zich wat hem betreft rustig op
stellen als „een boeman die een
zwaard van Damocles" bezit.
Daarom eiste het Europees
Parlement afgelopen week me
de op initiatief van Metten dat
de Commissie alsnog de zoge
heten 'manifeste crisis' uitroept
als er niets terecht komt van de
vrijwillige beperkingen. Die
'manifeste crisis' is voorzien in
het Verdrag van de Europese
Gemeenschap voor Kolen en
Staal en werd in het begin van
de jaren tachtig al als hefboom
gehanteerd om van bovenaf een
herstructurering, inclusief
strenge produktiequota, op te
leggen. Er werd destijds 30 mil
joen ton overcapaciteit afgebro
ken en 240.000 banen verdwe-
Tot nu toe weigert de Europe
se Commissie de 'manifeste cri
sis'#van stal te halen. Daar is
misschien wel iets voor te zeg
gen. De aanvankelijke gezond
making die na de vorige crisis
intrad is immers in de laatste
twee jaar weer zo goed als on
gedaan gemaakt. Wie kan ga
randeren dat het resultaat nu
beter uitpakt?
Er is wederom een overcapa
citeit van 30 miljoen ton ruw
staal, plus nog eens 20 miljoen
ton gewalst staal. Er zijn weder
om tegen de 50.000 banen bo
ventallig, volgens sommige
Duitse staalwerkgevers zelfs
100.000, en de 'subsidie-wed
loop', die toentertijd de hoofd
schuldige was, is in een aantal
landen nog steeds niet tot staan
gebracht.
Mini-fabrieken
Misschien is de huidige crisis
nog veel erger. Er is een voorlo
pig aanhoudende recessie, die
de afzet naar de automobielin
dustrie en de bouw ernstig ver
stoort. De Verenigde Staten
dreigen met ingang van mei an
ti-dumpingsmaatregelen ten
uitvoer te leggen tegen staal uit
zeven Westeuropese landen,
waaronder Nederland. Er is de
toevloed van goedkoop Oost
europees staal, die overigens
met een aandeel van nauwelijks
vijf procent op de Europese
markt niet overdreven mag
worden. Maar er speelt nóg een
factor mee.
Hoe modem delen van de Eu
ropese staalsector, inclusief
Hoogovens, in de laatste jaren
ook zijn geworden, in Japan,
Zuid-Korea, Taiwan en andere
Aziatische landen is men met
de zogeheten mini-staalfabrie
ken al een stap verder. Deze on
dernemingen zijn veel kleiner
van opzet dan de klassieke
hoogovens met walserijen, ver
gen veel minder hoge kapi
taalsinvesteringen, verbruiken
minder energie en werken met
schroot als goedkope grondstof.
De mini-staalfabrieken zijn
aantrekkelijk genoeg, ook voor
een land als Nederland dat een
schrootoverschot kent. Maar
men kan niet én mini-staalfa
brieken opzetten én de huidige
produktiecapaciteit behouden.
Er zal hoe dan ook gesaneerd
moeten worden.
De staalbedrijven in de Eu
ropese Gemeenschap zouden er
goed aan doen de pijn eerlijk te
verdelen om vervolgens tot een
goede onderlinge taakverdeling
te komen. Het Europees Parle
ment heeft de Europese Com
missie verzocht niet tot eind
september te talmen.
Metten: „Als men al geen geld
meer heeft voor de afschrijvin
gen, dan is de situatie drama
tisch. Dat hou je niet lang vol.
Dan moet je niet eerst rustig
gaan toekijken, dan moet het
saneringsplan met de allerge-
zwindste spoed in werking tre
den." Des te sneller zal ook blij
ken hoe solidair de landen van
de EG met elkaar zijn.