Ik heb van
geen enkele
seconde spijt
KATARINAWITT:
Infantiele Voeding
.MIKE ROWBOTTOM
De opkomst van Katarina Witt in
de Holiday On Ice show wordt
voorafgegaan door een nummer
met twee teddyberen, een knuffelwolf en een
hond die vanuit zijn ooghoeken water spuit
naar het giechelende, wegduikende publiek
op de eerste rij. Volgens de begeleidende mu
ziek is hij nothing but a hound dog, crying all
the time. Hierna komen vrolijk lachende, in
glitterpakjes gestoken mannelijke en vrouwe
lijke schaatsers in gigantische zilveren wa
gens het ijs op.
In een dergelijke entourage is het geen si
necure om een jolig, gemengd publiek te
boeien met een korte, serieuze schaatskuur.
Maar in de vier minuten die Katarina Witt
zijn toebedeeld, raakt de zaal in de ban van
haar betoverende bewegingen. Er daalt er^
een stilt? neer, die alleen wordt verbroken"
door de begeleidende weemoedige pianomu
ziek, het krassen van de schaatsijzers op het
ijs en af en toe een zucht van bewondering
uit het omringende duister.
Zelfs met dit korte optreden, waarvoor Witt
zelf de choreografie schreef en dat te elfder
ure in het programma werd ingelast, nadat in
januari overeenstemming werd bereikt over
Witts contract, wordt de essentie van Witts
talent duidelijk: persoonlijkheid en uitstra
ling.
Op haar 27ste lijkt ze slanker en rustiger
dan het lonkende wezentje, dat bij wedstrij
den (ze werd tweemaal Olympisch en vier
maal wereldkampioen kunstschaatsen) zowel
het publiek als de jury om haar vinger wond.
Toen zij, een brutaal krengetje, in 1984 haar
-eerste Olympische titel in de wacht sleepte,
ontving ze maar liefst 35.000 liefdesbrieven.
Maar sinds de omwenteling in Oost-Euro
pa drie jaar geleden heeft dit kind van het
communisme uit het Oostduitse Karl Marx
1 Stadt (het huidige Chemnitz) genoeg meege
maakt om deze grenzeloze verering te kun
nen relativeren. In de tijd na de val van de
Berlijnse Muur werd ze samen met andere
sportmensen zoals Katrin Krabbe meege
sleurd door de golf van afgunst jegens ieder
een die het onder Erich Honeckers regime
goed had gehad. Haar beslissing om te pro
beren weer de amateurstatus te bemachti-
gëfi, om volgend jaar februari deel te kunnen
riemen aan de Olympische Winterspelen in
het Noorse Lillehammer, is in haar eigen
land met gemengde gevoelens ontvangen.
„Veel mensen steunen me", zegt Katarina.
„Maar anderen zeggen 'Waarom slooft ze
zich in godsnaam zo yjt om het allemaal nog
eens over te doen?' Wat ik heb bereikt, kan
niemand me afriemen. Maar hier dient zich
grote kans voor me aan. Ik wil in februari
de kant zitten en mezelf verwijten
ik het niet heb geprobeerd. Daarom
it ik: wat dondert'het. Niet geschoten is
-mis;"
jjderis ons gesprek wordt duidelijk, dat de
/endighéid van haar optreden op de ijs-
vlöer ook haar manier van praten kenmerkt.
Ze spreekt vloeiend Engels met een Ameri
kaans accenteen erfenis van de afgelopen
drie jaar, waarin ze drie succesvolle shows
heeft géschreven en uitgevoerd in de Vere
nigde Stateri. „Drie jaar geleden had ik thuis
véël'problémen, hoewel de situatie in het af
gelopen jaar aanzienlijk is verbeterd. Het is
waar dat sportmensen in de DDR veel geld
en ondersteuning van de staat kregen. Maar
we. trainden ons ongans. De training die ik
toén heb gehad, vormt de basis voor alles wat
ik sindsdien heb gedaan. Moet ik me daar de
rest Van mijn leven voor blijven verontschul
digen?" Haar ogen fonkelen.
Koestert ze misschien heimelijk de ver
wachting, dat ze door op de Olympische
Winterspelen voor Duitsland uit te komen,
de wonden kan helen die de afgelopen jaren
weer zijn opengereten?
Handig omzeilt Katarina de vraag. „Omdat
ik inmiddels zoveel heb gereisd, beschouw ik
mezelf als wereldburger. Misschien zal ik
Duitsland op een andere manier vertegen
woordigen. Mogelijk zal ik de sport vertegen
woordigen en de gedachte achter de Olympi
sche beweging, over vrede en verbroedering
tussen allé mensen."
'"Wat betreft haar eigen kansen nq haar lan
ge afwezigheid en zonder de druk van de
wedstrijdsport, is ze ijzig realistisch. „Som
mige van de meisjes die nu meedoen kijk
zestaan met hun 15,16,17 jaar beheersen
vaff verschillende drievoudige sprongen. Ik
kon er maar drie. Maar kunstschaatsen is een
combinatie van sport en kunstzinnigheid. Ik
ga niet proberen vijf verschillende drievoudi
ge sprongen te maken dat zou belachelijk
zijn."
„MaarZe is even stil, strekt haar lange
benen en kwakt haar gymschoenen voor zich
op de tafel. „Je hebt favoriete actrices, die je
gewoon graag ziet. Jimmy Connors is niet de
hoogst geplaatste tennisspeler, maar de men
sen willen zijn emoties op de baan zien. Hij
brengt charisma in het spel. Ik weet dat er
maar één winnaar kan zijn, maar dat hoeft
toch niet te betekenen dat de anderen verlie
zers zijn? De wereld is zo groot, dat er plaats
genoeg is voor iedereen om te geven wat hij
het beste kan."
Na de ineenstorting van het oude Oost
duitse bestel werd de wereld opeens be
angstigend groot voor Witt. Anders dan de
meesten van haar landgenoten, Was ze rijk en
onafhankelijk genoeg om de vrijheid te ver
welkomen. Maar vrijheid baart zorgen.
„Opgroeien in een bepaald systeem en le
ren om te schakelen naar een ander systeem
viel me soms erg zwaar", vertelt ze. „Ik had
de mogelijkheid om me verder te ontwikke
len en ik vind het jammer dat veel kinderen
uit de oude DDR niet de kans hebben om
hetzelfde te doen.
Opeens kan je zelf alle beslissingen nemen.
Je staat op eigen benen. Maar je moet wen
nen aan deze vrijheid. Sommigen van mijn
vrienden snappen niet hoe ik alle veranderin
gen heb doorstaan, zonder een zenuwinzin
king te krijgen. Ik concentreerde me gewoon
op mijn werk in de Verenigde Staten."
Haar nieuwe leven heeft talloze nieuwe in
teresses en mogelijkheden opgeleverd. In de
hoek van haar kamer ligt een paar rolschaat
sen met het logo 'Katarina Gold' haar ei
gen merk in de Verenigde Staten. Ze heeft
een film gemaakt in Spanje Carmen on Ice.
Ze is mannequin en toen ze onlangs een paar
dagen vrij had van Holiday on Ice reisde ze af
naar Frankrijk en Duitsland om als model op
te treden.
En in Amerika ontdekte ze vorig jaar
„vorig jaar pas!" de muziek van Cole Por
ter. „Mijn vrienden luisterden naar deze mu
ziek en ik vroeg steeds: 'Wie is dat? Weet ie
mand wie dat is?' Ik kwam in aanraking met
een ander stuk Amerikaanse cultuur."
Die cultuur behelsde ook Madonna, met
wie Witt een verwantschap voelt die je kan
verwachten tussen twee jonge vrouwen die
door hun eigen talent rijk en onafhankelijk
zijn geworden. „Ik bewonder Madonna om
dat ze steeds iets nieuws in zichzelf ontdekt",
aldus Witt. „Alhoewel haar boek van vorig
jaar [Sex) voor mij iets te veel was. Maar mis
schien is het met een knipoog gemaakt. Ik
vind dat sex iets geheimzinnigs moet hou
den. Dat maakt het juist zo boeiend.
„Als je zelfstandig bent en niet afhankelijk
van een man kan je uitgaan, iemand tegen
het lijf lopen en er opaf gaan. Je bent sterk
genoeg om zelf te bepalen hoe ver je gaat.
Maar ik geloof dat dat voor mannen ook wel
eens beangstigend is. Maar ik ben één van
die vrouwen, die vechten voor onafhankelijk
heid zonder verlies van hun vrouwelijkheid.
Ik geloof dat charme niet overboord hoeft."
„De wereld van het kunstschaatsen is kei
hard. Je moet weten hoe het in elkaar steekt,
wie de touwtjéS»in handen heeft. Maar tege
lijkertijd probeer je je zachtheid niet te verlie-
En dat heeft ze niet gedaan, ondanks alle
harde ervaringen van de laatste drie jaar. Vol
gend jaar zullen Lillehammer en de rest van
de wereld dat met eigen ogen kunnen zien.
Maar ze heeft ook haar hardheid niet verlo
ren. Vraag haar omzichtig of ze achteraf ge
zien iets in haar carrière zou willen verande
ren, en ze verandert in een tijger. „Niets.
Niets. Ik heb van geen enkele seconde van
mijn leven spijt."
MARGREET HESUNOA
Katarina Witt tijdens de persconferentie in Berlijn, begin dit jaar, waarop z
sportvrouw aankondigde.
zaterdag 6 maart 1993
denkwijzer
Een terrasje op Gran Canaria. Mijn zonnige och
tendstilte wordt ruw verstoord als eraan het ta
feltje naast mij twee Hollandse echtparen neer
ploffen. Hun uitdossing vormoplossende unisex
trainingspakken in kleurcombinaties waar een
gevoelig mens dagen later nog last van heeft, en
hun gesprekstoon, tetterend alsof ze bij elkaar in
de huiskamer zitten, maakt negeren uitgesloten.
Ik besluit voor de aangedane frustratie beroeps
matig wraak te nemen: ik ga ze observeren, ana
lyseren.
Wl at ik te horen
I krijg in de tijd dat
ik hen meemaak,
heeft als hoofdthema eten en als
tussen-vulling sex. Het begint al
meteen met het bestellen van het
ontbijt. Hij van het ene stel:
j „Nou, ik neem vanmorgen maar
eens een lekker eitje." Zij van het
andere stel: „Zooh, en had jij dat
nodig dan?" Zijn eigen vrouw
met een knipoog naar haar seks-
genote: „Nou als 't helpt, mag ie
van mij een mandvol bestellen!"
Allen: vet gelach.
Terwijl ze op het ontbijt wach
ten, gaat het gesprek terug naar
het eten van de vorige avond. De
ene hij tegen de andere: „Zo jon
gen, dat was me nog eens een
biefstuk gisteravond!" Andere hij:
„Wat je zegt, dat was geen gewo
ne, dat was een joekel en dan
met die saus erbij en dat voor
zo'n prijs. Daar moeten we naar
terug!" En terwijl hij zijn egaa
een flinke ros op d'r vlezige blote
rug geeft: „Wat jij, Rie!"
Terwijl Rie half over de tafel
vliegt, antwoordt de rest in koor
dat ze zeker nog een keer terug
moeten. Wanneer het ontbijt is
geserveerd, is het behalve de
smak- en sopgeluiden een tijd
lang behoorlijk rustig. Dan
schuift de ei-eter met bijpassend
buikgeluid zijn bord van zich af
en zegt voldaan: „Ziezo jongens,
dat ging erin als godswoord in
een heilsoldaat. En nu eerst een
lekker sigaretje!"
„Moet je niet nog een ei, Jan?",
begint Rie weer plagend, waarop
haar man het overneemt met:
„Ja Jan, kom op, op één ei kun je
nietehehwat was het
ook al weer Rie? Ik ben alweer
vergeten wat het was, kan je na
gaan hoelang het geleden is."
„Moetje hem nou horen", rea
geert Rie alsof ze zich aangespro
ken voelt. „Lang geleden! Man,
die denkt de hele dag aan niks
anders. Je kan je niet eens rustig
omkleden met die vent in de
buurt!"
„Nou jongens, rustig maar, het is
nog veel te vroeg voor dat soort
goorlapperij. Laten we het er
maar eens over hebben waar we
dadelijk koffie gaan drinken",
komt Jan vredestichtend tussen
beide. Terwijl Rie nog van onder
haar baard doormoppert dat het
wat haar man betreft nooit te
vroeg is, neemt de rest van het
gezelschap uitvoerig de koffiek-
westie onder de loep. Als die tot
tevredenheid is opgelost, valt het
gesprek even stil. Ze beginnen
nu, zoals de meeste diersoorten
na het voederen, enige belang
stelling voor de wijdere omge
ving te tonen en om zich heen te
kijken. Dat duurt overigens maar
kort, want Rie zegt al gauw tegen
de mannen: „Kom jongens,
vraag eens om de rekeningdan
kunnen we gaan."
Terwijl ze op de rekening wach
ten, snijdt Jan een volgend agen
dapunt aan. „En mensen, waar
zuilen we vanavond gaan eten?"
Het blijkt het sein voor een le
vendig en gedetailleerd debat
over eettenten, sangriasmaken,
portiegroottes, wachttijden en
prijzen. Zelfs familieleden en
kennissen, die al dan niet onder
een gerecht in een bepaalde ge
legenheid hebben geleden, wor
den er aan de haren bijgesleept
om argumenten voor of tegen
kracht bij te zetten. Als ze op
staan en het terras verlaten, is
het debat nog volop aan de gang.
Mijn gissing is dat ze er nog een
aanzienlijk deel van hun dag
mee zullen vullen. Mijn gissing is
ook, dat ze de vorige dagen wei
nig anders hebben gedaan en de
volgende dagen weinig anders
zullen doen.
Overigens, ik besef natuurlijk dat
deze vier eetrecreanten bepaald
geen uitzondering vormen. Voor
de meesten van ons geldt, dat we
meer van onze wakkere uren be
steden aan voeding dan aan wel
ke andere specifieke bezigheid
ook. Onze dagen zijn opgedeeld
in handige porties tijd, die van
elkaar worden gescheiden door
pauzes voor het innemen van
voedsel of drank. De porties tijd
tussen de voedingpauzes zijn
vaak zelf weer gevuld met de na
weeën van de vorige en gedach
ten aan de volgende maaltijd of
consumptie.
We leven constant onder de dic
tatuur van de maag. Dat is trou
wens niet zo verwonderlijk als we
bedenken dat per maag per jaar
gemiddeld zo'n ton aan voedsel
wordt verstouwd en dat in een
gemiddeld mensenleven zo'n
70.000 kilo voedsel wordt ver
teerd, plus nog eens zo'n 100.000
liter drank. Voedsel, en niet sex
dus, is obsessie nummer één in
de moderne menselijke geest.
Dat lijkt op het eerste gezicht
merkwaardig. We bulken, al
thans in ons deel van de wereld,
van het eten, we kunnen het
meestal direct om de hoek kopen
en we hoeven maar betrekkelijk
weinig tijd aan het bereiden en
bewaren ervan te besteden. Dat
hebben anderen, de voedselpro
ducenten, al voor ons gedaan of
dat doet de techniek in huis,
zoals magnetron en koelkast,
wel. Verder is er een ware epide
mie van eetgelegenheden en
voedselketens uitgebroken,
waardoor we alleen nog maar
hoeven aan te schuiven en een
formule uitspreken om aan ons
gerief te komen.
Sus waarom zijn we dan toch zo
gepreoccupeerd met voedsel?
Waarom moeten we er niet aan
denken een dag zonder eten te
moeten, terwijl dat voor onze
overbelaste magen een zegen
zou zijn? Waarom is vasten een
vies woord geworden, iets dat we
associëren met afgedankte gods
diensten en waar we hoogstens
toe bereid zijn als we vinden dat
we er niet mooi genoeg uit zien?
Het antwoord op die vragen
moeten we zoeken in wat de psy
chologische voedselrevolutie ge
noemd zou kunnen worden.
Duizenden jaren lang waren ba-
bies en jonge kinderen de enige
wezens die er niet zelf op uit
hoefden om hun voedsel te ver
zamelen en te bereiden. Het ja
gen op en het verbouwen, verza
melen en klaarmaken van voed
sel was een taak van volwasse
nen. En bijna alle volwassenen in
een bepaalde gemeenschap wa
ren daar op een of andere ma
nier bij betrokken. De meeste
volwassenen verkeren tegen
woordig wat voeding betreft In
de kinderlijke, de infantiele, posi
tie. Ook zij hoeven alleen nog
maar te roepen (te bestellen) en
te verteren. Die infantiliteit strekt
zich uit naar een heleboel aspec-
Net als bij kinderen is bij de
meeste volwassenen de toleran
tie voor frustratie, voor moeten
wachten, bij voedsellustbevredi-
ging uiterst gering geworden.
Vandaar dat vlug-ldaar maaltij
den en fast food hoogtij vieren.
Net als kinderen möeten ook vol
wassenen tegenwoordig altijd
iets hebben om op te kauwen.
Vandaar de kauwgomplaag, die
wordt goedgepraat met het argu
ment dat het zo goed voor je tan
den is. Vandaar ook de lawine
aan tussendoortjes, televisie-ver-
snaperingenen borrelhapjes.
Wat er ook werkeloos is in deze
wereld, als onze kaken het maar
niet zijn.
En net als kinderen zijn we ui
terst conservatief in onze smaak.
Het brood hoeft maar een dag
oud te zijn en we flikkeren het al
weg onder het mom van niet
meer lekker. Als het waar is dat
de 'Mensch ist, was er isst' (is
wat hij eet) dan zijn we allemaal
kinderen en beweegt onze psy
chologische ontwikkeling zich in
terugwaartse richting.
RENE DIEKSTRA
hoogleraar klinische en
gezondheidspsychologie