Ratatouille Romanov
Poen
ZATERDAG 6 MAART 1993
Onze Taal
Een kijkje in
het familie-album
van de Romanovs
Ananstasia, als kind om haar zonnige karakter aanbeden door de Hof
houding, na de moord in Jekaterinburg het grote Romanov-mysterie.
Als het om de pegulanten gaat,
zitten we dik ik onze woorden:
rooie ruggen, een geeltje, een
knaak, drie pop, een joetje, zo
veel snippen of meiers, een
piek, flappen, vuurtorens, pe
gels, ballen, kortom: poen.
De vuurtorens en de snippen zijn
nog tamelijk jong. We kunnen
nog precies nagaan wanneer ze
gekomen zijn. Het bankbiljet van 250 gulden
met de paarse vuurtoren is in 1985/1986 in
omloop gebracht, en de briefjes van 100 gul
den met afbeelding van een watersnip zijn
van 1977. Maar geeltje als benaming voor
een briefje van 25 gulden is natuurlijk veel
ouder. Op dit moment is er weinig geels aan.
dus de naam moet ergens anders vandaan
komen. Nu is er inderdaad een model uit
1860 geweest dat min of meer geel was. maar
de benaming is ouder dan dat type. Al in Pot
gieters 'Jan. lannetje en hun jongste kind', uit
1841. is sprake van een geeltje, maar dan
wordt er een goudstuk mee bedoeld. En ook
al honderd jaar daarvoor sprak men van geel
tjes, als aanduiding van gouden munten en
voor geld in het algemeen. Het is dus waar
schijnlijk zo gegaan, dat het bankbiljet van
1860 een bestaande naam heeft overgeno
men, en sindsdien al zijn opvolgers van 25
gulden.
Hoe de rooie rug van 1000 gulden aan zijn
naam is gekomen, is niet helemaal duidelijk.
Het valt te vermoeden dat er eens een biljet
van 1000 gulden is geweest met een rode
achterzij, maar ik heb er niets over kunnen
vinden. Dat ruggen, geeltjes, snippen en
vuurtorens allemaal flappen heten, is niet
vreemd. Maar nu al is niet meer te achterha
len wie de geldautomaat voor de eerste keer
een flappentap heeft genoemd.
De meier lijkt tegenwoordig een beetje ver
drongen te worden door de snip. maar is
toch nog steeds wel bekend. Het is een ver
bastering van het Hebreeuwse mei'oh, wat
gewoon honderd betekent.
De joet heeft zijn naam ook te danken aan
het Hebreeuws, maar is waarschijnlijk via het
Jiddisch en het Bargoens in het Nederlands
terechtgekomen. In het Hebreeuwse alfabet
is de jota de tiende letter, en daarmee ook
het teken voor tien. Joet betekent dus oor
spronkelijk ook gewoon 'tientje'.
De knaak is nog ondoorgrondelijker dan
rooie rug. Het is niet bekend hoe deze naam
is ontstaan. In tegenstelling tot 'achterwiel'
en 'fietswiel' die natuurlijk meteen begrijpe
lijk zijn.
Pop voor gulden op voor gulden is al heel
oud. De Nederlandse gulden droeg namelijk
van 1694 tot aan 1800 de afbeelding van de
Nederlandse maagd, wat trouwens eigenlijk
Minerva of Pallas Athene was, de Grieks- Ro
meinse vrijheidsgodin. De gewone man, die
geen weet had van Griekse goden, zag ge
woon een poppetje, en vandaar de naam.
Diezelfde Minerva had op de gulden een lans
in haar hand: het wapen waarmee zij werd
geacht de vrijheid te verdedigen. Een lans of
tewel een piek, en zo is ook 'piek' nog steeds
een gewone benaming voor de gulden
Bij de pegels is de verklaring iets ingewikkel
der. Dit woord gaat terug op het Latijnse
woord 'baculum', wat stok betekende Het
was al in de middeleeuwen de aanduiding
voor een door de overheid vastgestelde stan-
daardmaat of standaardprijs. Wie 'onder de
pegel bood', bood dus minder dan de door
de overheid vastgestelde bodemprijs. Voor
bepaalde artikelen moest je dus de pegels
hebben om ze te kunnen kopen. Vandaar dat
pegels of pegulanten een algemene aandui
ding voor geld zijn geworden.
Net als poen. Dat schijnt terug te gaan op
alweer Hebrequws: melech punem, 's Ko-
nings portret. De gewoonte om op allerlei
munten een afbeelding van de koning (of ko
ningin!) te maken, is al heel erg oud. Je be
taalt in feite met koninklijke portretten. En
uit dat melech punem moet dan 'poen' ver
basterd zijn.
Een muntnaam die al honderden jaren ver
geten is, is de botdrager, lang geleden zo ge
noemd naar de afbeelding erop. Die botdra
ger heette destijds ook wel kortweg: botje
Het botje is al even vergeten als de botdrager.
Alleen in een uitdrukking is er tot vandaag
aan toe iets van over gebleven: botje bij botje
leggen.
chamen gevonden van de tsaar, de tsarina en
drie van hun kinderen
Het verhaal van de Berlijnse drenkelinge
bleek een rijke inspiratie voor films en boe
ken. Het meest recent is Anastasia, de verlo
ren tsarendochter (Luiting-Sijthoff, 1991) van
James Blair Lovell, een believer die zich erop
beroept door Anastasia'persoonlijk als haar
biograaf te zijn aangesteld. Zijn boek is erg
Amerikaans en vooringenomen, maar voor
wie er van houdt verplichte kost.
De boeken stapelen zich op. Bovenop ligt
vanaf volgende week een bijzonder exem
plaar. Een fotoboek. De foto's op deze pagina
komen uit dat boek, Nicolaas II en zijn fami
lie. Hierin is geen ruimte voor spannende
speculaties over Raspoetin of Anastasia, maar
dat maakt het boek niet minder sensationeel.
Het fototoestel was begin deze eeuw nog
een exclusief speeltje. Familiekiekjes zijn
zeldzaam, zelfs in adellijke kring bleef de fo
tografie veelal beperkt tot officiële portretten.
Een uitzondering vormde grootvorstin Olga
Alexandrovna, de jongste zuster van tsaar Ni
colaas II. De 96 foto's in het boek zijn naar al
le waarschijnlijkheid door haar gemaakt. Het
zijn 'gewone' plaatjes van een ongewone fa
milie, die jarenlang verborgen bleven en pas
na het openen van de Kremlin-archieven zijn
ontdekt.
Familie-album
Het boek is opgemaakt als een familie-al
bum. Gedrukt in duotoon krijgen de foto's
een authentiek aandoend gelig tintje. Het al
bum, waarvan vorig jaar al een Franse versie
verscheen, is samengesteld door de Frans
man Cyrille Boulay, die is gespecialiseerd in
prenten van koninklijke families. Opgedeeld
in zeven hoofstukken vertelt Dominique Pao-
li de geschiedenis van de laatste tsaar. In so
bere bewoordingen, waarmee ze recht doet
aan de sprekende foto's. Voor de Nederland
se vertaling zorgde de slavist Frans Stoks.
Nicolaas II en zijn familie, herinneringen
aan een tsarenfamilie; Cyrille Boulay en
Dominique Paoli; uitgeverij Schuyt Co
Haarlem, f45,00
Ook al hebben ze een Duitse moeder, de prinsessen zijn in hart en nieren Russisch. Dus trekken
Olga, Tatjana, Maria qn Anastasia zo nu en dan het bos in, op zoek naar paddestoelen en wilde
bessen.
Men neme: de harde, naakte feiten. Naar believen krui-
den met ingrediënten die de zinnen prikkelen: allesver-
zengende liefde, persoonlijk ongeluk, een snufje overspel
één of twee stukjes kwaaie feeks. Snel verhitten en daar
na blussen met zoet of bitter slotnaar keuze. Afinaken
meteen flinke toef mysterie. Kan direct worden geconsu
meerd. Blijft echter ook jaren lang goed.
Nicolaas II doet begin 1917 afstand van de troon en wordt snel daarna gevangen gezet in zijn
paleis in Tsarkoje Selo, het tsarendorp. Om de zinnen te verzetten leert hij zijn dochters en be
dienden een moestuin aan te leggen.
Rusland lijdt grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog. De tsaar (derde van links)
stelt zich persoonlijk aan het hoofd van de troepen. Bij wijze van scherts laat hij tsa-
revitsj Alexej (midden) de stafvergadering voorzitten.
Deense Maria (Dagmar) Feodorovna, ge
draagt zich uiterst onaangenaam tegen haar
schoondochter. Maar het keizerlijk paar blijft
zielsveel van elkaar houden. Wie wil zwijme
len, grijpt naar het meeslepende Nicolaas en
Alexandras an Robert Massie (Elsevier, 1968).
De snel op elkaar volgende geboortes van
Olga (1895), Tatjana (1897), Maria (1899) en
Anastasia (1901) bevestigen het huwelijksge
luk. Er is één maar. Die meiden mogen geen
troonopvolger zijn. Alexandra zoekt haar toe
vlucht bij gebedsgenezers en warempel, in
1904 wordt Aleksej geboren. Toch sluipt bij
die geboorte het ongeluk de familie binnen,
want de nieuwe tsarevitsj lijdt aan hemofilie
(bloederziekte).
Anastasia
Niets is zo veelzijdig als de biogra
fie. Zolang de gegevens maar
kloppen namen, data, en
plaatsen van handeling kunnen schrijver
en lezer vrijelijk interpreteren waarom de ge
schiedenis liep zoals-ie gelopen is. Natuurlijk
moet het basismateriaal een beetje tot de
verbeelding spreken. Daarna komt het aan
op de inkleuring: hoe sensationeler, hoe
smeuïger het verhaal.
Een koningshuis voldoet doorgaans het
best. En dan liefst een dynastie waarin het al
geruime tijd rommelt. Onze Oranjes lopen
daarin helaas niet voorop. Alleen de prinsen-
gemaal zorgen steeds voor opwinding. In En
geland gaat het veel beter: vrijwel elk lid van
de familie draagt bij aan het anus horribilis
van koningin Elisabeth II.
Maar de perikelen van het Huis Windsor
verbleken bij het tragische lot van de Roma
novs. Het verhaal van de laatste Russische
tsaar, Nicolaas II, en zijn familie bevat een
hoeveelheid spektakel die elke biograaf doet
watertanden.
Historisch gezien is Nicolaas II nauwelijks
meer dan een voetnoot. Een tiranniek be
stuurder, die langzaam zijn grip op Rusland
verspeelde in het chaotische begin van de
20ste eeuw en in juli 1918 in Jekaterinburg
werd vermoord door de bolsjewieken. J.W.
Bezemer heeft in zijn omvangrijke Geschiede
nis van Rusland (Van Oorschot, 1988) aan
twee bladzijden genoeg.
Dat Duitse Wijf
Maar de ratatouille Romanov zit boordevol
smakelijke ingrediënten, die elk op zich aan
leiding hebben gegeven tot een stroom pu
blicaties. Wat te denken van de ongebruike
lijk heftige liefde tussen Nicolaas II (dan nog
tsarevitsj, dus kroonprins) en prinses Albe von
Hessen, die zich in april 1894 met elkaar ver
loofden. 'Ik droom ervan eens prinses Albe te
trouwen', schreef de tsarevitsj al twee jaar
eerder in zijn dagboek. Het Russische volk
ziet in zijn droom eerder een nachtmerrie en
blijft tot het laatst toe vijandig tegen 'dat
Duitse wijf.
Ook Nicolaas' moeder, de van oorsprong
Dat voert Raspoetin ten tonele. De Siberische
boer en monnik is volgens Alexandra de eni
ge die haar zoon kan genezen. Al snel komt
in Sint Petersburg, het roddelcircuit op gang.
De tsarina zou volledig in de ban zijn geraakt
van de onappetijtelijke Raspoetin, met zijn
ongewassen lderen en ongekamde haren een
uitzonderlijke verschijning aan het hof. Hoe
groot zijn macht was, is nooit opgehelderd.
G.W van der Meiden doet in Raspoetin en de
val van het tsarenrijk (De Bataafsche Leeuw,
1991) een moedige poging tot reconstructie.
Maar hoe prikkelend de rest ook is, het
meest tot de verbeelding sprekende Roma-
nov-verhaal is natuurlijk dat van Anastasia.
Anderhalf jaar na de moord op de keizerlijke
familie in Jekaterinburg, werd in het Land-
wehrkanaal in Berlijn een vrouw van de ver
drinkingsdood gered. Hoe het verhaal in de
wereld kwam is onduidelijk, omdat ze er zelf
aanvankelijk het zwijgen toe deed, maar al
snel ging het gerucht dat het hier de jongste
dochter van de tsaar betrof. Het kwam tot tal
loze rechtzaken, met de erfenis van de Ro
manovs als inzet. Pas op 28 februari 1967
oordeelde de (West-)Duitse Hoge Raad dat er
onvoldoende bewijs was dat Fraulein Unbe-
kannt werkelijk Anastasia was, maar dat er
evenmin bewijs was voor het tegendeel. Eind
vorig jaar werden in een mijnschacht hon
derden kilometers van Jekaterinburg de li