L'Ami: zwervende sluitpost O 'Als ik Oranje niet haal, ligt dat aan mezelf Sport ZATERDAG 6 MAART 1993 -CHEF ROB ONDERWATER. 071-1 ACHTERGROND LEIDEN TIM BROUWER DE KONING Carlo l'Ami, geconcentreerd wachtend bij de eerste paal. foto henkbouwman Stadion De Geusselt, zaterdagavond een week geleden. In Maastricht wint Sparta verrassend met 0-2 van MW. Een doodgewone competitiewedstrijd, die door de doelman van de Rotterdammers, Carlo l'Ami, echter als een 'bevrijding' wordt ervaren. Voor l'Ami is het debuut voor de Kasteel-club een nieuw begin. Sinds mei 1992 speelde de 26-jarige Wassenaarder niet meer op het hoogste niveau. Toen was hij nog keeper van Heracles uit Almelo. Na Almelo raakte l'Ami op een zijspoor. Hij, niet meer dan een modale keeper, paste niet in de begroting van het Klein Duim pje van de vaderlandse prof clubs. Een ontslagaanvraag voor twee spelers werd niet geaccep teerd, waardoor de club uit Twente krap bij kas kwam te zitten. l'Ami en Heracles sloten een overeenkomst, wat zoveel inhield dat de keeper transfer vrij was en op zoek mocht naar een nieuwe dub. Makkelijker gezegd dan ge daan, bleek al gauw. Terwijl de clubs al aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen waren begonnen en hun selecties rond hadden, zocht l'Ami, en in zijn naam de Vereniging voor Con tract Spelers (WCS), naar een nieuwe werkgever. In Neder land was geen plaats voor hem, waarna l'Ami zijn speurtocht naar België verlegde. Zonder enig resultaat. Tien jaar nadat Carlo l'Ami als zestienjarige zijn debuut had gemaakt in het eerste elftal van Blauw Zwart, zat hij zonder club. Tot afgelopen zomer dien de er zich steeds wel weer een belangstellende vereniging voor hem aan. Zo kreeg hij na drie goede seizoenen in Wassenaar, een contract aangeboden door Excelsior. In Rotterdam groeide hij uit tot een gewaardeerde keeper. De erkenning van zijn kwaliteiten kwam na tweeën- eenhalfjaar uit Eindhoven. Nadat Hans van Breukelen tijdens de winterstop op een zaalvoetbaltoernooi in Stuttgart een zware knieblessure had opgelopen, deed PSV een beroep op Excelsior. De 'oud-papier-club' hielp de 'multinational' een handje en verhuurde Carlo l'Ami voor een half jaar als reser vekeeper (achter Patrick Lo de wijks) aan de landskam pioen uit Eindhoven. Hij speelde twee wedstrijden in de hoofdmacht: Willem II (7-0) en FC Den Bosch (2- 2). Eindhoven was volgens Carlo l'Ami een leerzame ervaring, maar ook een ge miste kans. ,,Die kans zou ik nu beter benut hebben. Het ver schil tussen Excelsior en PSV was erg groot, ik was nog niet veel gewend." SVV Carlo l'Ami keerde niet terug naar Excelsior, maar tekende een contract bij SW. Met de steun van sponsor John van Dijk werd het een mooi jaar op sportpark Harga. De Schiedam mers werden onder trainer Dick Advocaat met vlag en wimpel kampioen in de eerste divisie. Een voorlopig hoogtepunt in de loopbaan van Carlo l'Ami. De ambities van Van Dijk en de zij nen groeiden l'Ami echter wel boven het hoofd. Alles was mo gelijk in Schiedam, en zo werd Feyenoord-doelman loop Hiele gepolst voor een transfer naar SVV. „Advocaat heeft toen open kaart gespeeld. Hij zei: 'Als ik loop kan krijgen, dan neem ik hem' vertelt l'Ami. Hiele kwam naar Schiedam en zette Zijn handtekening onder een achtjarig contract. Dordrecht had nog wel plaats voor de ambitieuze l'Ami, die er niets voor voel de om bij SW op de bank te gaan zitten. Maar na een jaar aan de Krommedijk doorkruiste opnieuw Hiele de plannen van l'Ami. De fusie tussen SW en Dordrecht bracht beide doelmannen weef samen. l'Ami keek de vrij kansloze situatie een half jaartje aan, waarna hij de wijk nam naar Almelo. Heracles kocht de keeper van SW/Dordrecht en haalde met l'Ami vorig sei zoen de nacompetitie. Waarna de club de keeper niet meer kon betalen. Toen in oktober j.I. nog geen enkele club zich had gemeld, nam de Wassenaarder zelf het initiatief. Hij huurde een cam per en reisde twee weken langs clubs in België. l'Ami, in het be zit van een ClOS-diploma en oefenmeester I, II en III: ,,Ik weiger bij de pakken neer te zit ten. Keepen is mijn vak. Het maakt niet uit in welk land ik moet spelen." De expeditie van l'Ami voerde langs.enkele aansprekende en minder aansprekende clubs: Zwarte Leeuw, Cercle Brugge, Overpelt, Harelbeke en Ber- chem Sport. Hij kookte zijn ei gen potje en sliep iedere nacht in zijn camper op de parkeer plaats buiten de stadions van de diverse clubs. Gastvrij waren de zuiderburen zekeren vast, maar een contract zat er voor l'Ami niet in. „Met een paar clubs heb ik serieus gesproken." Maar steeds liepen de onderhandelingen vast op het feit dat hij buiten lander was. En dat telt zwaar. Omdat er maar een beperkt aantal 'vreemdelingen' mogen worden opgesteld, kiezen de Belgische clubs liever voor een spits uit Ghana, Nigeria of Bra zilië. „Een naiëve gedachte, vind ik. Een aanvaller kan een wedstrijd beslissen, maar een keeper kan punten voor een elf tal pakken. Het is simpel: als je er drie scoort, maar je krijgt cr vier tegen, dan schiet dat weinig op." Een onderwaardering van zijn vak, vindt l'Ami. „Je leest nooit van spectaculaire transfer van een keeper." De feiten geven hem gelijk. Momenteel spelen vier Nederlandse keepers in het buitenland: Galjé bij Club Brug ge, Segers bij het Engelse Wim bledon en Theo Snelders (Aber deen) en Guido van de Kamp (Dundee) in Schotland. „Weinig hoopgevend, ja. Maar ik zie wel wat er uitkomt. Ik ben er van overtuigd dat mijn beste tijd nog komt." Voorlopig investeert l'Ami nog in zichzelf. Sinds drie maanden speelt hij op amateur basis bij Sparta. Vooral om 'in het ritme te blijven'. Hij ver vangt de geblesseerde reserve keeper Frank Kooiman, en vori ge week mocht hij - eerste doel man Edward Metgod was niet fit - zijn opwachting maken in de hoofdmacht van Sparta. Een vleJdceloos optreden. „Dat was heel belangrijk voor me. Nu weet iedereen tenminste weer wie Carlo l'Ami is." H W PS E-» PS Oh Ex-beroepsrenners als 'veldvullingin criteriums Gerrie van Jaarsveld: „De hele dag met handbal bezig zijn, ik denk niet dat ik dat leuk vind. Gerrie van Jaarsveld heeft het aantal doelpunten dat ze maakte als handbalster nooit bijgehouden. Uiter aard viel het de. opbouw- ster van Bollenstreek op dat ze de laatste tijd opval lend vaak doel trof. Maar ze verbond er niet direct conclusies aan. Anderen wel. De coach van het na tionale vrouwenteam, Bert Bouwer, haalde de lange blondine vorige week bij de Oranje-selectie voor een trainingsstage die komen de week in Limburg plaats vindt. Het betekent de be loning voor Van Jaarsveld die op 26-jarige leeftijd de finitief lijkt door te breken. „Als ik Oranje niet haal, ligt dat helemaal aan mezelf." MAARSSEN ROB VAN DER ZANDEN Gerrie van Jaarsveld breekt door Gerrie van Jaarsveld is een beetje geschrokken van de uit nodiging die ze kreeg van de bond. „Ik hoorde het voor het eerst van mijn trainer bij Bol lenstreek, Zsigmund Mackay. Tóen hij het vertelde kreeg ik een kop als een tomaat. Van de opwinding. Aan de andere kant: ik hoorde al vaker dat ze me volgden en dat het een keer zou gebeuren. Niettemin vind ik het schitterend dat ik er nu bij zit." De linkeropbouwster is aan haar tweede seizoen bij Bollen streek bezig. Haar debuutjaar in Voorhout voltrok zich in betrek kelijke anonimiteit. De club, die inmiddels uit Voorhout is ver bannen en naar een thuisbasis zoekt, plukte vooral dit seizoen de vruchten van de aanwinst. De 1.87 meter lange Maarssense ontpopt zich als de meest tref zekere speelster bij de paars- hemden en gooide er tot op he den al 135 ballen in, meestal via haar befaamde sprongschoten. Met dat aantal mengt ze zich serieus in de strijd om de beste vrouwelijke schutter van Neder land. Ze moet Jolanda de Kok (139) en Katalin Szilagy (151) voor zich dulden. „Het aantal doelpunten hield ik eigenlijk nooit bij. Toen ik een poosje tweede stond, ben ik pas wat serieuzer naar het topscorers lijstje gaan kijken", zegt Van Jaarsveld. De nieuwbakken Oranje-klant is aan haar zesde eredivisiejaar bezig. Ze begon haar loopbaan bij afdelingsclub Maarssen. Daarna verhuisde ze naar Niloc, waar ze twee jaar geleden werd weggeplukt door Bollenstreek. „Mijn eerste jaar in Voorhout stond ik duidelijk in de schaduw van Christa Thorsen. Logisch ook. Zij stond op de linkerop; bouw, was net tot handbalster van het jaar uitgeroepen en deed het goed. Toen zij vertrok mocht ik vanaf de rechter- naar de linkerkant verhuizen. Vanaf dat moment ging het veel be- Op het sportieve vlak heeft Van Jaarsveld nooit aan carrière planning gedaan. Ze speelt haar potjes en vindt het plezier tij dens het spelletje enorm be langrijk. Het lijkt haar geen aan trekkelijk idee om de hele dag met handbal bezig te zijn. („Ik denk niet dat ik dat leuk vind."). De ambitieuze plannen van de bond om straks in Oranje louter professionals te hebben, bekijkt ze dan ook sceptisch. Drie keer trainen en een wedstrijd in het weekeinde vindt ze wel mooi genoeg. Er zijn nog zo veel an dere leuke dingen in het leven, vindt de levenslustige Van Jaarsveld die haar brood ver dient als secretaresse („Klinkt wel een beetje saai hè?"). „Ik leef niet echt voor het handbal. Train graag en speel graag, maar op een avond voor een wedstrijd ga ik stappen als ik zin heb.'Tijdens een wedstrijd sta ik er gewoon." Het natuurlijke talent sleept Van Jaarsveld er doorheen. „Ik doe alles op intuïtie. Dat moet ook volgens mij ook, als je gaat nadenken, gaat het mis. Als ik spring en gooi, gaat dat vanzelf. Het kost me niet te veel moeite of kracht. Het gekke is dat onze trainer nu speciale oefeningen foto archief heeft voor mij. Moet ik met zo'n zware medicin-bal gaan wer pen. Ik zal wel aan kracht win nen, maar moet oppassen dat het straks niet een geforceerde actie wordt, waarbij ik ga na denken als ik de bal heb." Europa Cup Het team van Bollenstreek pro fiteert van de ontwikkeling die Van Jaarsveld doormaakt. De ploeg doet nog steeds mee in de strijd om de bovenste plaatsen. Onder de onaantastbare kam pioen Swift uit Roermond, komt Bollenstreek nog in aanmerking voor een plaatsje bij de beste vier die straks play offs gaan spelen. Deelname aan een van de Europa Cup-toernooien ligt dan in het verschiet. Dit week einde is het weekeinde van de waarheid met een uitwedstrijd tegen SEW en een thuiswed strijd tegen Hellas (morgen om 14.00 uur in de Vespo-hal van Nieuw Vennep). Van Jaarsveld: „Als we die twee duels winnen zitten we niet slecht." De toekomst van Bollenstreek en dus ook van Van jaarsveld is nog onduidelijk. Waar het team volgend seizoen speelt, is gis sen. „De speelsters houden zich daar niet zo mee bezig. De pro blemen van de afgelopen maanden zijn langs ons heen gegaan. Het bestuur moet die zaken oplossen, wij concentre ren ons op het sportieve gedeel- „Er is al gesuggereerd dat Ni- coleta Boriceanu (de andere in ternational van Bollenstreek, red.) .en ik naar Swift zouden gaan. Daar is nog helemaal geen sprake van. Waar dat ge rucht vandaan komt, is mij een raadsel. Ik ben niet met een an dere club bezig. Eerst maar eens bij Oranje goed voor de dag ko men." Als er iemand zit te-wachten op deelname aan profcriteriums, dan is dat Martin Schal- kers. De dertigjarige Voorhouter werd an derhalf jaar geleden van het ene op het an dere moment de wacht aangezegd door de ploegleiding van TVM. Dat betekende voor Schalkers het einde van een bescheiden profioopbaan. Zijn schaapjes had hij, in te genstelling tot rijker getalenteerde collega's, nog lang niet op het droge. Geheel tegen zijn zin vervulde Schalkers bovendien een voortrekkersfunctie. Want het afgelopen seizoen werd het Nederland se profpeloton in hoog tempo afgeslankt Aan de ene kant zorgde de ontslaggolf voor een overschot aan jonge ex-profs, aan de andere kant pakten donkere wolken zich samen voor organisatoren van criteriums voor beroepsrenners. Want welke liefhebber van kermiskoersen zit te wachten op een criterium met nog geen twintig deelnemers? Winnaars leven nu eenmaal bij de gratie van verliezers en in de wielersport kunnen dat er niet genoeg zijn. Hoe doorzichtig criteriums ook in el kaar zitten - boze tongen beweren dat het peloton de winnaar van tevoren al aanwijst - de grootte van het deelnemersveld moet in elk geval gewaarborgd zijn. Enkele maanden vöor het jaarlijkse criteri um-circuit van start gaat, werd voor de ex- profs een konijn uit de hoed getoverd. Op voorspraak van Gerrie van Gerwen, die de belangen van de (ex-) beroepsrenners be hartigt, zouden oganisatoren van criteriums hen moeten toelaten tot de rijen der profs. Leuk voor de brodeloze ex-beroepsrenners, die een aardige duit kunnen opstrijken en De wielersport wordt vanwege de ou derwetse opvattingen die er heersen vaak in verband gebracht met de Mid deleeuwen. Toch verandert er soms wat. Zo rijden vandaag tijdens de Ster van Zwolle, de openingsklassieker van het Nederlandse wielerseizoen, twaalf beroepsrenners in het amateurpeloton mee. En het merendeel van de organisa toren van profcriteriums duldt oud-be roepsrenners voortaan bij hun 'rondjes om de kerk', ook al moet de KNWU hierover formeel nog een beslissing ne men. De klassieke scheiding tussen profs en amateurs staat op losse schroeven. ook niet schadelijk voor de heersende orde. Want de ex-profs kennen het klappen van de zweep. Dat klopt. Martin Schalkers peinst er niet over het karretje van professionele collega's in de poep te rijden. En zoals Schalkers zijn er meer. Sommige coureurs trappen zelfs zonder beroepsperspectief nog steefis de klinkers uit het wegdek tijdens trainingsrit- ten met beter bedeelde ex-collega's. Zo fun geert de sponsorloze Patrick Eyk als trai ningsmaatje van Martien Kokkelkoren, met wie hij vorig seizoen nog in dezelfde prof- formatie van ploegleider Jan Raas uitkwam. En ook de bekende sprinter Matthieu Her mans heeft nog niet zwart-op-wit dat hij dit jaar voor zijn verrichtingen op de fiets wordt betaald. De tot de rijen der amateurs teruggekeerde Schalkers is weliswaar duidelijk aan het af bouwen, maar hem lijkt een heroptreden bij de oude maatjes het overwegen waard Een vast bedrag is gegarandeerd, waardoor hij er in geen geval voor spek en bonen meerijdt. Het is alleen de vraag of Schalkers in dit geval geen uitzonderingspositie in neemt. Want jonge ex-profs met uitzicht op een goede baan in de burgermaatschappij hebben wellicht minder trek om als veld vulling bij de beroepscriteriums te dienen. En de kans dat afgeslankte profformaties zich alsnog versterken met steeds minder eisen stellende neo-profs bestaat ook nog steeds. Als het revolutionaire voorstel om ex-profs te laten meeëten uit de ruif van de beroeps- renners het dit voorjaar haalt, zal het waar schijnlijkeen overgangstijdperk inluiden Want het Nederlandse leger van profcou reurs kan onmogelijk veel verder worden ingekrompen. Bovendien ligt een alternatief voor de hand Waarom worden geen goede amateurs tot de profcriteriums toegelaten? In de Ster van Zwolle rijden renners in loondienst en lief hebbers nu al broerderlijk naast elkaar. Die situatie is in de nabije toekomst ook denk baar bij criteriums die nu nog uitsluitend voor profs en straks wellicht ook oud-profs openstaan. Het meest voor de hand ligt echter dat de profs de rijen weer sluiten. Geen pottckij kers bij hun criteriums, of het om nu voor malige of toekomistige collega's gaat. Ieder een die bij, pakweg, het prolcriterium van Pijnacker aan de start verschijnt, moet ge woon prof zijn. Of hij dat nu verdient Oi niet. Oud-prof Martin Schalkers (midden) hoopt een graantje mee te pikken In de criteriums voor beroepsrenners. ■;r;oV-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 25