'Ik heb nooit de gemeente als erfgenaam voorgesteld' Vooij aarsmoeheid: zon en fluitende vogels hét middel 'U bent boven de eerste belastingschijf uitgekomen' 'Het gaat om de kracht van je songs' Het Gesprek van de Dag met aangifte Kwart worstelt VRIJDAG 5 MAART 1993 Misschien heeft u niet eens de fut om deze woorden te lezen. Bent u vanaf de vroege morgen tot laat in de middag bevangen door een loomheid die u als een oude man op het werk of door het huis doet wankelen. Moet u voortdurend opletten dat bij u de luiken niet dichtgaan. 'Da's voorjaarsmoeheid'. zeg gen dan die collega's die het be terweten. 'Voorjaarsmoeheid? Wat een onzin', zegt u geërgerd. 'Het is nog hartje winter, het voorjaar zit er nog lang niet aan te komen. Bovendien, wat is nu precies voorjaarsmoeheid? Een virus? Een aandoening?' Even later begint u toch te twijfelen. Voorjaarsmoeheid. Uw oma had het er tenslotte ook altijd over. Het is eigenlijk een inte ressante vraag die het waard is om enkele huisartsen voor te leggen. Dus nog even opletten geblazen. „Daar heb ik geen tijd voor", zegt de een. „Daar heb ik geen pasklaar antwoord op", zegt de ander. Ai, dat schiet niet op. Maar een Leiderdorpse huisarts weet te vertellen dat het iets met vitamine C te maken heeft. „Ja, iets in die richting. Het kwam vroeger veel voor, toen de mensen vooral weinig groen te aten. Er waren toen in febru ari eigenlijk alleen wat oude aardappelen te eten die al een tijdje op zolder lagen." Aha, het heeft iets met eten te maken. Dan kan de afdeling diëtiek van het Academisch Zie kenhuis Leiden vast wel raad geven. „Voorjaarsmoeheid? Ja, daar hebben veel mensen last van", zegt een diëtiste, "maar ik vraag mij af of u hier aan het juiste adres bent. Wij hebben daarover nagedacht, maar wij weten het niet. Ik denk dat u contact moet opnemen met het Voorlichtingsbureau van de Voeding in Den Haag. Dat heeft tenslotte een voedingsinfolijn en kan u vertellen wat voor voedsel u moet eten". Nu ja, het kost enige moeite, maar toch maar weer verder ge beld. „Voorjaarsmoeheid? Gut. heeft dat wat met voeding te maken?", vraagt de voedings deskundige. „Nou, ik zou het niet weten. Met die vraag is nog nooit iemand naar mij toegeko men. Maar ik verbind u even door met iemand van de biblio theek, die kan voor u enige lite ratuur daarover opzoeken." Om een lang en vermoeiend verhaal kort te maken: die kon dus niets vinden en zij adviseerde om de vakgroep huisartsengeneeskun- de van de Leidse universiteit eens te raadplegen. Medewerker dr. T.O.H. de Jongh weet eindelijk meer te melden. „Het is een heel oud verschijnsel dat mensen zich te gen het voorjaar belabberd gaan voelen. Zij voelen zich niet happy, twijfelen veel aan zich zelf, zijn lichtelijk depressief. Het zijn vooral Amerikaanse artsen die daar interessante theorieën over hebben. Zij den ken dat de lichthoeveelhcid in grote mate de gemoedstoestand van mensen beïnvloedt. Een veel gebruikte remedie is daar om 'patiënten' een poosje naar het zonnige Miami te sturen. Ja, echt hard wetenschappelijk is dat allemaal nooit aange toond." Het enige dat volgens De Jongh duidelijk is, is dat in de maand februari steeds meer mensen zich bij de huisartsen met vage klachten melden en zeggen dat zij zich niet lekker voelen. „Die mensen blijven weg zodra het weer wat beter wordt en het aantal uren met zon toeneemt. Dat is voor mij toch een duide lijke aanwijzing." Dat voeding iets met het gevoel van de algehele malaise te ma ken heeft, sluit De Jongh uit. „Dat lijkt mij een lekenverhaal- tje. Met de huidige beschikbare voeding krijgt iedereen genoeg vitaminen binnen. Volgens mij lijden ook mensen die geregeld en goed eten aan voorjaarsmoe heid." Een uitstapje naar een zonne bank is volgens De Jongh niet echt een therapie die mensen van hun loomheid alhelpt. „Tja, mensen zien er nu natuurlijk bleek uit. En als je bruin bent dan geeft dat misschien wat meer zelfvertrouwen. Volgens mij is het enige dat helpt een paar zonnige dagen en de vo geltjes die weer gaan fluiten." Hallo, bent u daar nog? Dan weet u het inmiddels. Het is slechts een kwestie van geduld. Ga nu maar lekker even dutten. Wat zegt u, meneer de disc-joc- kéy? Muzikale vernieuwingen in Nederland? Schei toch uit man, wij zijn een volkje van naapers geworden. Fantasieloze pape gaaien. Onze succesformule? Eet je maar een slag in de rond te, laat je baard staan, trek een jurk aan, kweel een liedje van Demis Roussos en roem zal je deel zijn. Of imiteer een andere wereldberoemde artiest. Met dank aan de Soundmixshow zijn wij verworden tot verkopers en consumenten van oude wijn in nieuwe zakken. Of gewoon van oude wijn in ou de zakken. De Abba -revival is nog niet afgelopen of daar is de Boney M-revival al. En de Luv- reviual. Oude nummers op nieuw op de plaat gezet, niet eens in een nieuw jasje. Kom nog maar eens om creativiteit tegenwoordig. Een gruwel voor de hedendaagse componist, of niet? Geert-Jan Hessingvan produc tiemaatschappij Cat Music uit Rijnsaterwoude haalt zijn schouders op. „Ach welnee, je komt heus wel aan de bak. Je moet gewoon inventief blijven, nieuwe deunen bedenken. Aan zo'n revival is toch niets te Maart? Veel mensen zullen bij het horen noemen van deze maand niet automatisch aan de lente denken. Nee, voor hen staat maart voor 'belasting- maand', het invullen van de aangifte-formulieren, avonden zwoegen aan de eetkamertafel met een grote doos bonnetjes. Ondoorzichtige formulieren, de belastinginspecteur als boem- Dat dit alles een ietwat verte kend beeld is, willen de mede werkers van het Leidse belas tingkantoor met graagte bewij zen. Sinds de reorganisatie een paar jaar geleden, is de belas tingdienst namelijk vooral klantvriendelijker geworden. De balie in het gebouw aan het Sta tionsplein moet de klanten het gevoel geven 'in een winkel te zijn'. De geboden diensten kosten niets, in de aanbieding zijn vele goed leesbare brochures. Daar naast staat de belastingtelefoon Zo'n 85.000 aangifte-biljetten moeten ervoor 1 april binnen zijn op het Leidse belastingkan toor. Een groot deel van de daarbij horende belastingplich tigen raadpleegt de folders van de belastingdienst of maakt een afspraak met een van de mede werkers. „Uit een landelijk onderzoek blijkt dat zo'n veertig procent de formulieren helemaal zelf in wil vullen, met behulp van bij voorbeeld een belastingalma nak", zegt K. Moed, hoofd afde ling particulieren. „Dertig pro cent gaat naar de consulent en laat alles daar invullen. Dan blijft er een groepje van 25 a 30 procent over, dat echt met de aangifte worstelt. De meeste daarvan zijn makkelijk te hel pen met foldermateriaal of via de belastingtelefoon." - 06-0543 - geheel gratis klaar om algemene vragen te beant woorden. En mocht het dan al lemaal nog niet lukken, dan vult de belastingdienst de formulie ren in een mum van tijd zelf in. Zonder aftrekbare posten over te slaan, wel te verstaan. „Vroeger was de belastingdienst bureaucratisch en klant-on vriendelijk", geeft K. Moed, hoofd van de Leidse afdeling particulieren grif toe. „Maar sinds de reorganisatie zijn we veel toegankelijker. Natuurlijk, wij zijn gebaat bij goed ingevul de formulieren maar we zien het ook als onze plicht om het de belastingplichtigen zo mak kelijk mogelijk te maken. In eer ste instantie met voorlichtings materiaal, maar als het de men sen op die manier niet lukt, kunnen ze een afspraak maken. Hier of op een van de buiten posten. Dan wordt het allemaal voor ze ingevuld." Dat deed gisteren ook een 48- Uiteindelijk blijft er volgens Moed een relatief kleine groep mensen over, die een afspraak maakt om gezamenlijk het aan gifte-formulier in te vullen. „Op jaarbasis zo'n drieduizend men sen", aldus Moed. „Voor ieder een trekken we zo'n 25 minuten uit het mag uitlopen en als we weten dat het ingewikkeld wordt, dan roosteren we dubbel Vooral ouderen maken gebruik van de mogelijkheid om op het belastingkantoor het biljet in te vullen. „Die hebben pas weer gemoedsrust als alles geregeld is. Maar ook jongere mensen, die het allemaal te moeilijk vin den, of denken dat ze het zelf niet kufinen, onzeker zijn." Uit eindelijk krijgt zo'n veertig pro cent van alle belastingplichtigen in december geld terug. Invullen van de formulieren in het belastingkantoor. „De mensen hebben niet meer het idee dat ze hier naar het hol van de leeuw komen." FOTO JAN HOLVAST jarige Leidenaar. „Al jaren", zegt de man. „En het bevalt me goed. Ik ben ooit een keer naar een accountant geweest - hon derd gulden moest ik ervoor be talen - en toen kreeg ik een ho gere aanslag dan deze meneer had ingeschat. Nee, hier is het een hele goede service. En ik denk niet dat ik het allemaal zelf zou kunnen invullen. Waar om zou ik hier niet naar toe gaan? Ik betaal tenslotte al ge noeg belasting..." Hij wordt begroet door J. de Ko ning, in het dagelijks leven aan gifte-regelaar maar in de drukke belastingmaand 'steun en toe verlaat' van honderden mensen die er geen vertrouwen in heb ben. De Koning is een goede bekende voor de Leidenaar, vo rig jaar zat hij ook al tegenover hem. Op de tafel ligt het dossier - met de gegevens van de voor gaande jaren - al klaar. Beide heren gaan er eens lekker voor zitten. De Koning begint met het af werken van het rijtje. Naam, adres, werkgevers, andere in komstenbronnen, inkomsten van de echtgenote, al of geen auto van de zaak, woon-werk- verkeer, extra kosten voor werk kleding en aanverwante zaken. „Die hebt u niet? Geen pro bleem, als vast bedrag mogen we ongezien ruim 1500 gulden invullen. Dat is omhoog gegaan, vorig jaar was het nog maar duizend." Snel wordt even gekeken of het zinvol is een T-biljet (T staat voor teruggave) in te vullen voor de echtgenote: of er nog aftrekbare posten zijn - rentes van schulden, buitengewone ziekte-kosten en dergelijke - en dan grijpt De Koning naar zijn rekenmachine. Binnen twintig minuten na binnenkomst van cfe Leidenaar kan De Koning meedelen: „U moet dit jaar 102 gulden bijbetalen. Ik zal gelijk even uitleggen hoe dat komt: u bent boven de eerste belasting schijf uitgekomen." De Leidenaar neemt ondanks deze mededeling toch tevreden afscheid. Volgend jaar komt hij weer. „De mensen hebben niet meer het idee dat ze hier 'naar het hol van de leeuw komen. Ze komen steeds meer zonder schroom binnen", zegt De Ko ning. „Heb ik het snel gedaan? Dit was een relatief makkelijk biljet. Hoewel ik me voor kan stellen dat mensen er proble men mee hebben. In dit geval hadden we te maken r»et meer dere bronnen van inkomsten bijvoorbeeld." ANNETVANAARSEN» doen, die is er nu eenmaal. Het is leuk voor de componisten uit de jaren zeventig, meer niet. We hebben er in elk geval geen hin der van. Het gaat om de kracht van je eigen songs. Een hit is een hit." Hessing, in het verleden als mu zikant en componist succesvol met Catapult en Rubberen Rob bie, laat de meest recente en toekomstige paradepaardjes van Cat Music voorbijdraven: „Met Def Syndicate doen we ook mee aan de Abba-revival. Abba-nummers, maar wel met een modem arrangement. Een rapnummer bijvooorbeeld. Dan is er Cock van der Palm met 'Feyenoord, Feyenoord'. Met de selectie hebben we ook een plaat gemaakt: 'Feyenoord, we houden van die club'. Dan is er René niet 'Ik heb met jou niets te maken'. Ome Henk: 'De Sint Nicolaasmedley' en 'Ome Henk viert feest'. Het 'Puntjepuntje- lied' van C'est Tout, je weet wel, die Yogo Yogo-kloon. Ben van der Burg en René van der Gijp natuurlijk als duo Koek en Zo- pie. Oh ja, André Hazes niet te vergeten, 'Ik heb de zomer in mijn bol'. Op de nieuwe cd van de Zangeres zonder Naam staat een stuk van ons." Kataklop, kataklop, het houdt maar niet op! Bijna allemaal Nederlandstalige liedjes boven dien. Hessing: „Ja, het Neder landse lied zit de laatste jaren in de lift. Maar ook andere dingen hoor. Airwave met Lex Hakker. De cd van Rembrandt die we hebben opgenomen. We hou den ons bezig met een breed re pertoire. Dat is het beste middel tegen metaalmoeheid." De Leidse componist Roland de Leeuw heeft dan misschien wat minder hits op zijn naam staan, hij leverde wel een aantal num mers aan Rob de Nijs en ver overde een jaar of tien geleden een Edison voor zijn plaat met zangeres Lucy Steymel. Hij zegt nog steeds lekker in zijn vel te steken, van de revival-rage ligt hij niet wakker. „Ach, er kwam een nieuw medium, de cd. Alle platen van vroeger werden in eens op cd gezet. In de slip stream daarvan kwamen men sen die op het idee kwamen dingen te gaan namaken." Dat moet iemand die vroeger als muzikant en componist be scheiden triomfen vierde met de Spirit of St. Louis toch een doorn in het oog zijn? „Vroeger moest je prigineel zijn. Tegen woordig heeft men daar lak aan. Het enige wat telt, is of het ver koopt of niet. Nou, als mensen het mooi vinden kopen ze het maar. Ik blijf zelf heus wel be zig. Op dit moment werk ik aan een cd met een Antilliaanse jon gen: O.C. Woods. Dat lukt, al leen zakelijk schiet het niet op." Hmm, meneer bedoelt dat de platenmmaatschappijen geen belangstelling hebben. Die heb ben liever een kopie van Mi chael Jackson. „Ja, want dit is origineel. Het is moeilijk om in een vakje te stoppen en dat schrikt af. Ik ben laatst bij een platenmaatschappij geweest. De mensen daar vonden de zanger goed, de liedjes goed en de productie goed. Ze dachten alleen dat het moeilijk was om de cd op de radio te krijgen. Ze wisten niet in welk programma de muziek zou passen. Ik pro beer nu een andere maatschap pij te vinden. Of ik probeer het zelf uit te brengen. Ik pas me in elk geval niet aan. Ik wens niet onder de druk van Hilversum te werken." Bach heeft dat ook nooit ge daan. HERMAN JOUSTRA» Geert-Jan Hessing (tweede van links), hier in zijn Catapult-tijd: „Het gaat om de kracht van je eigen songs." FOTO» ARCHIEF Het is min of meer een unicum: een man uit Enschede laat na zijn dood al zijn bezittingen na aan de gemeente. Een huis met complete inboedel, wel te ver staan. Volgens de notarissen in deze regio komt dat niet elke dag voor, de gemeenten kun nen niets anders dan die bewe ring te bevestigen. „Die man is de gemeente blijk baar heel dankbaar geweest voor iets", zegt bijvoorbeeld mr. P.G.J.M. Marres van het gelijk namige notarissenkantoor aan het Leidse Rapenburg. „Maar echt gek vind ik het niet. Het komt wel vaker voor dat men sen, die geen familie hebben, hun bezittingen nalaten aan een goed doel of aan de kerk. Instellingen spelen daar zelfs op in, we krijgen veel foldennateri- Marres krijgt geregeld r over de vloer die bij het regelen van hun testament tussen neus en lippen doorvragen naar voorbeelden van goede doelen waaraan zij na hun verscheiden kunnen bijdragen. „We hebben hier op kantoor een heel boek werk met dergelijke instellin gen", aldus Marres. „We funge ren toch vaak als een soort vraagbaak. Of we ooit 'de ge meente' hebben voorgesteld als erfgenaam? Nee, dat is nog niet voorgekomen." Zijn collega mr. J. Brouwer heeft dezelfde ervaringen. „Gemeen ten als enige erfgenaam heb ik nog nooit meegemaakt", zegt ook hij. „Maar het komt vaak voor dat de gemeente een le gaat krijgt. Een bepaald bedrag bijvoorbeeld, dat gebruikt moet worden vooreen bepaald doel. Of stukken uit de inboedel, die voor de gemeente belangrijk kunnen zijn. Maar het zijn toch de instellingen als het Rode Kruis, het Koningin Wilhelmi- nafonds of de plaatselijke die- renbeschermingd, die - als ie mand kip nog kraai nalaat - be noemd worden tot enig erfge naam. Uit jaarverslagen van dergelijke instellingen blijkt al tijd dat erfenissen een substan tieel onderdeel van de begroting vormen." „Laatst nog", reageert een woordvoerster van de gemeente Katwijk op de vraag of de ge meenschap ooit iets heeft geërfd. „Twee kasten, begin ja nuari, van een oude mevrouw." Enige verbazing wekt dit ant woord toch wel. Wat moet je nu met twee kasten? „Het zijn twee hele oude kasten, die oorspron kelijk in Katwijk zijn gemaakt. Echt bijzondere stukken", brengt de woordvoerster dan snel duidelijkheid. „Maar een iplete nalatenschap, i err beuren, gende maand of de maand erop komt er een voorstel aan de ge meenteraad." De gemeente Noordwijk had in het verleden minder 'geluk' dan buur Katwijk. „Ik zit DM DU 2 jaar en zoiets heb ik nog nooit meegemaakt", zegt een ambte naar. „Als u even wacht vraag ik ook mijn voorganger wel even„Nee, we hebben wel eens een schenking gehad maar nooit uit een nalatenschap. Er is ook nog nooit iets nagelaten aan een gemeente-ambtenaar." Hetzelfde verhaal geldt min of meer voor Leiden. Dat krijg je er natuurlijk van als de notarissen nooit eens voorstellen alle be zittingen na te laten aan een ge meente. „Geen complete bezit tingen of huizen en dergelijke zegt hier een woordvoerder. „Ik ken dat niet. Wel kunstdingen, schilderijen. Die gaan naar de Lakenhal." ANNET VAN AARSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 19