'Een collectie die stilstaat leeft niet meer'
Speurtocht naar
een dode cultuur
'Drama mag weer
in het museum'
ITT
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1993
mozaïeken roepen be
wondering op. Hon
derdduizenden
steentjes, allemaal met de hand neergelegd,
dat vraagt toch om gezien te worden?" Ruurd
B. Halbertsma, sinds 1987 conservator Klas
sieke Oudheid, heeft zijn pronkstukken uit de
kelder gehaald. Half maart gaat de Mozaïek-
zaal open. Een nieuwe vaste tentoonstelling.
Vroeger had de conservator als belangrijk
ste opdracht om bij zijn pensioen de collectie
net zo achter te laten als hij haar had aange
troffen. Halbertsma gruwelt hiervan. „Een
collectie die stilstaat leeft niet meer. De mo
derne conservator moet er juist voor zorgen
dat hij informatie toevoegt aan de stukken.
Hij moet de mogelijkheid hebben de collectie
aan te vullen en er mogen absoluut geen
aankopen meer in de kelder verdwijnen.
Aankopen zijn er juist om onmiddellijk ge
toond te worden aan het publiek".
Halbertsma heeft vorig jaar nog, met het
oog op de nieuwe zaal, twee levendige mo
zaïekstukken gekocht. „Zeer fraai van kleur.
Een prachtige'aanvulling", zegt hij tevreden.
„Wat ik nou graag zou willen hebben? Een
Griekse sculptuur. Zo'n mooi groot stand
beeld a la de Venus van Milo."
De Mozaïekzaal heeft trouwens ook alles te
maken met het eiland Milos. Het eiland waar
de Venus ooit is gevonden. De Nederlandse
generaal Rottiers toog daar in 1825 met 50
mariniers naar toe om te graven. Hij vond er
een complete Romeinse mozaïekvloer. Hij
tekende hem na en nam zeven delen in gips
gegoten mee naar huis. Deze vloer, geschon
ken aan het museum, lag waarschijnlijk in
een eetkamer van een Romeins huis. Ten
minste de voorstellingen van de vissen en
Bachus, de god van de wijn, wijzen daarop.
„Het spectaculaire is nu", zegt Halbertsma.
„dat deze vloer ook de vloer is van onze Mo
zaïekzaal. We hebben die zeven delen op een
speciale manier in laminaat vervaardigd.
Langs de wanden hangen de andere aan-
Om de sfeer te proeven is Halbertsma een
paar jaar geleden zelf naar het Griekse eiland
Milos getogen. Met de schatkaart van Rot
tiers in zijn hand, bleek alles nog precies te
kloppen. Hij vatte toen ook het plan op om
zelf met zijn archeologische ploeg te gaan
graven. Dat was hem vorig jaar bijna gelukt.
Toestemming van de Griekse autoriteiten
was er al. Echter een week voor vertrek blie
zen diezelfde Griekse autoriteiten door een
Nederlands-Grieks conflict zijn tocht af. Hal
bertsma heeft de hoop niet opgegeven. „Het
komt er heus nog wel een keer van."
Behalve graven en wetenschapplijk werk
verrichten heeft de conservator ook een pu
blieksgerichte functie. Uw collega heeft al
verteld over het organiseren van tentoonstel
lingen, wat wordt er nog meer gedaan? Hal
bertsma: „Wij treden steeds meer naar bui
ten. Dat is goed. De eerste en derde zondag
verzorgen de conservators van ons museum
om beurten lezingen, die altijd druk worden
bezocht. Ook komt er veel post met vragen
van het publiek. Die worden allemaal beant
woord net zoals de vragen die een bezoeker
in het museum heeft. Ja, dat kan. Ze kïampèh
maar een museummedewerker aah ert de
juiste conservator zal worden opgespoord
om de vraag terstond te beantwoorden".
Verder stort Halbertsma zich geregeld op
het archeologisch spreekuur eenmaal per
maand. „Het gaat vaak om souveniers die
vals zijn. Maar soms zijn er ook aanwinsten.
Zo bekeek ik ooit een Griekse vaas dat een
Leids meisje van haar Italiaanse vriend had
gekregen. Bleek heel waardevol te zijn. Zo'n
20.000 tot 30.000 gulden. Het meisje schonk
het onmiddellijk aan het museum. Een leuke
geste."
De voorgevel van het Rijksmuseum van Oudheden aan het Rapenburg voorspelt al dat het dit jaar een bijzonder jaar zal worden. Het museum bestaat 175 jaar en dat zal de bezoeker merken ook.
foto hielco kuipers
Het Rijksmuseum van Oudheden bestaat 175 jaar en behoort
daarmee tot een van de oudste musea van Nederland. Reden
voor feest en reden voor bezinning. Geen verhalen over het
verleden, maar over heden en toekomst En wat blijkt? De
directeur wil directeur zijn van een modern bedrijf dat
inspeelt op de wensen van de bezoeker. „Een plank met een
lampje erboven is een gemiste kans". Conservators zijn geen
stoffige oude mannen, maar behulpzame schatbewaarders
van een steeds vernieuwende collectie. „Een collectie die
stilstaat leeft niet meer". Kelders worden leeggehaald, zalen
veranderen ingrijpend, publiek wil vermaakt worden en de
Egyptische mummies worden mensen van vlees en bloed!
SASKIA STOELINGA
Maarten Raven legt Mummies onder het mes'
Directeur Verwers brengt 'Oudheden'in beweging
et publiek kent ons van
Egypte en de mum-
JL JÊL mies. Zou het niet aar
dig zijn om tijdens het jubileum iets aan
mummies te doen?" Het was mei 1990. De
staf en de conservators zaten bijeen op de
kamer van de directeur. Het onderwerp voor
de grote publiekstrekkende jubileumten
toonstelling was geboren. Bijna drie jaar later
zijn de plannen op een haar na verwezenlijkt.
Op 3 april om precies te zijn, gaat de fascine
rende tentoonstelling 'Mummies onder het
mes' open. Het verhaal van de voorbereiding.
Maarten Raven, de conservator van de
Egyptische afdeling, was de aangewezen man
voor de organisatie. Al jaren is hij bezig met
onderzoek naar grafgebruiken en leven na de
dood. Met één van de rijkste collecties mum
mies, kisten en lijkbeeldjes onder handbereik
is hij aan de slag gegaan. Sinds een jaar han
teert hij een strak tijdschema. „Een grote ten
toonstelling organiseren doe je immers niet
zomaar. Daar komt ontzettend veel bij kij
ken. Allereerst het boek. Dat moest iets ex
tra's worden. Net iets meer dan een catalo
gus."
In januari 1992 is Raven begonnen met het
schrijven. „Als je aan zo'n project begint
moet je je gedachten heel goed ordenen. Tij
dens deze werkzaamheden ging ik ook steeds
beter de onderwerpen voor de tentoonstel
ling zien." In de zomer is het manuscript
klaar. Inmiddels ligt het rijk geïllustreerd ter
tafel van de drukker. Een dag voor de ope
ning zal het gelijknamige boek 'Mummies
onder het mes' het museum worden binnen
gedragen. Voor het eerst sinds 15 jaar dat er
weer eens een Nederlandstalig boek over
mummies op de markt verschijnt.
Speuren
In zijn niet schrijvende uren speurt Raven in
de kelders van het museum. En dan blijkt in
derdaad dat het eigen museum een rijke col
lectie bezit, dat er haast geen bruiklenen no
dig zijn. Dat scheelt een hoop tijd en geld.
Geen dure verzekeringen of kostbare trans
porten. Raven besluit, voor de rode draad in
het verhaal, zich te richten op de geschiede
nis van het mummie-onderzoek. Te begin
nen bij Herodotes, de vader der ge
schiedschrijving, die als eerste Europese rei
ziger een nauwkeurige beschrijving van de
balsemtechnieken van het Oude Egypte
geeft. Hij eindigt bij de meeste geavanceerde
technieken zoals röntgenstraling scanning,
computeranalyses en DNA-onderzoek, die
het mogelijk maken om de mummies te re
construeren tot mensen van vlees en bloed.
Een portret van een dode zonder dat de
mummie daarbij maar een beschadiging op
loopt.
Raven:Als je weet wat de doodsoorzaak is
geweest, als je een reconstructie van het gebit
ziet, weet wat ze aten, hoe ze leefden, besef je
hoe belangrijk het is dat die mummies be
waard zijn gebleven. Zo'n overzicht van een
dode cultuur is nog nooit eerder gegeven."
Koningsmummie
De lijst voor wat er precies op de tentoonstel
ling moet komen te staan is in juni '92 klaar.
Tijd voor Raven om naar de vormgevers te
stappen. „Zo'n tentoonstelling moet niet al
leen goed in elkaar .zitten, maar er ook aan-
met een vitrinekast en een
tl-buis erboven, red je het
niet meer. De bezoekers
van vandaag hebben een totaal andere instel
ling. Die zeggen: Ik kom om me te ontspan
nen. vermaak me maar". Directeur G.j. Ver
wers weet het zeker. Een museum rond het
jaar 2000 moet er totaal anders uitzien. „Top
stukken mogen weer aan de man worden ge
bracht."
G.J. Verwers (55), van huis uit prehistori-
cus, heeft een compleet nieuw verhaal. „Zo
wel inhoudelijk als bouwkundig zijn er ande
re uitgangspunten voor het Rijksmuseum
van Oudheden. Als je mensen wilt blijven in
teresseren voor de collectie zul je afdelingen
eens in de 15 jaar helemaal ondersteboven
moeten gooien. Dat is nu gebeurd met de ar
cheologische collectie. Het is een gigantisch
project geworden, waarin 3 miljoen door het
ministerie van WVC is gestoken. De enige
echte complete Nederlandse archeologische
afdeling wordt half oktober weer geopend.
De afdeling is dan twee jaar voor het publiek
gesloten geweest."
„Vroeger hadden we kijkdoosjes met potjes
en pannetjes. Nu hebben we de menselijke
samenleving geïntroduceerd aan de hand
van de collectie. Bij alle vondsten zijn schitte
rende verhalen, waarbij mensen in die cul
tuur heel belangrijk zijn geweest. Toch moet
je ervoor opppassen dat het geen prenten
boek wordt. Je moet niet voorbij gaan aan de
esthetische waarde van de objecten. Negen
tig procent van het verhaal moet je toch echt
in boeken lezen."
Hard gewerkt
Archeologie of kunstgeschiedenis? „Precies,
benader je het vanuit het object of geef je een
invulling aan de archeologie. Hoe introdu
ceer je de mens? Met name bij de Egyptische
afdeling speelt dat sterk. Ga je meer vertellen
over de oude Egyptenaren dan over de Egyp1-
tische kunst. Daarover woedt een stevige dis
cussie. Maar ik denk dat we er bij de Neder
landse archeologische afdeling uit zijn. Het is
een mooi, volledig overzicht geworden."
Wat de directeur in zijn bedrijf absoluut
niet over het hoofd wil zien is de vormgeving.
„Net zo belangrijk als de inhoudelijke kant
van een collectie. Als je zegt: zet maar op de
plank en hang er een lampje boven, is dat
een gemiste kans. De nieuwe afdeling ar
cheologie wijkt helemaal af', zegt hij met
enige trots. „Drama mag weer in het muse
um. Ook de Egyptische beeldencollectie
komt letterlijk en figuurlijk in een totaal an
der licht te staan. Theatermensen zijn daar al
dagen mee bezig. Dat is belangrijk. Topstuk
ken moet je aan de man brengen".
Leidse musea hebben van oudsher een we
tenschappelijk traditie en achtergrond. Altijd
een tikje elitair geweest. Daarin komt dus
verandering? „Zeker. Wij doen daar alle
moeite voor. Het individu wordt weer wel
kom geheten. Vergeet niet: de bezoekers van
vandaag zoekën een verantwoorde vorm van
recreatie en ontspanning in een museum.
Het pakket moet dus compleet zijn. Een
drankje en een hapje en een goede gardero
be".
De Leidse directeur is van kinds af aan ge
boeid geweest door de collectie van Oudhe
den. Toen hij zelf archeologie ging studeren
trekkelijk uitzien." De keus valt op Veldman,
een gespecialiseerd bureau in Amsterdam. In
het najaar komen de eerste schetsontwerpen
binnen. De technische staf van het museum
is inmiddels bezig met de offertes voor hout,
glas en verf. De restaurateurs bekijken de
stukken beneden in de kelder en herstellen
wat nodig is. Raven buigt zich over de recon
structie van een prehistorisch graf en houdt
zich bezig met de vraag wel of geen griezel
kabinet? Ook probeert hij alle technische
hoogstandjes in beeld te brengen. Een 'door
gelichte' mummie komt in een ziekenhuiss
feer terecht. Foto's en documenten zorgen
voor een kader. „Ik heb een schitterend pro
ces verbaal gevonden van een opening van
een mummie. En foto's van Nederlanders bij
de opening van een koningsmummie om
maar eens wat te noemen."
En al doende is hij ook nog met weten
schappelijk werk bezig. Na enig speurwerk
met proces-verbalen en nummers op voor
werpen die uit een mummie komen, stuit
Raven op een mooie ontdekking. Hij komt er
achter dat van een mummie in Leiden de
moeder-(mummie) in Florence ligt. „Zoiets is
wetenschappelijk heel belangrijk. Je kunt nog
meer vergelijken en onderzoeken. Het opzet
ten van zo'n grote tentoonstelling geeft je de
mogelijkheid en de tijd alles weer terug te
vinden. Dat is ook het fascioerende van dit
werk. De combinatie wetenschap en pu
bliek."
In de laatste fase van de voorbereiding
komt het groepswerk het best tot zijn recht.
Op dit moment wordt in de tentoonstellings
zaal druk getimmerd en gebouwd. Fotogra
fen reproduceren. Tekenaars volgen de aan
wijzingen op het ontwerp. Voorlichting
brengt het land op de hoogte. De financiële
administratie maakt de begroting op. De be-
veiling kijkt wat extra aandacht nodig heeft.
De educatieve man zorgt voor speciaal mate
riaal voor de scholen. En Raven schrijft zijn
laatste begeleidende teksten. Valt hij nu
straks in een zw^rt gat? „Absoluut niet. Eind
1994 komt er een tentoonstelling over Egypti
sche kleding. Een reizende tentoonstelling
die begint in Leiden en dan doorgaat naar
Kopenhagen, Berlijn en Manchester. U be
grijpt, daar moeten we tijdig mee bezig zijn."
kwam hij er achter dat de collectie Neder
landse archeologie en het klassieke Egypte
van uitzonderlijke kwaliteit was. Nu hij sinds
'89 directeur is. merkt hij ook dat het muse
um aanzien heeft in de wereld. „Daar ben ik
trots op." Toch is het bezoekersaantal niet
extreem hoog te noemen? „Wij staan niet in
Amsterdam en hebben geyn klinkende na
men als Van Gogh of Rembrandt. Voor spon
sors, zo hebben wij gemerkt, zijn wij ook niet
echt interessant."
Jaarlijks bezoeken zo'n 100.000 mensen
het Rijksmuseum van Oudheden. „Het zou
mij teleurstellen als de opening van de nieu
we afdeling Nederlandse Archeologie niet tot
meer bezoekers zou leiden. Nee, niet voor
het geld. Die 100.000 leveren met reductie-
kaarten en museumjaarkaarten niet meer
dan twee ton op. Op een begroting van rond
de vijf miljoen is dat dus niet echt veel. Grote
tentoonstellingen brengen wel wat meer geld
in het laadje, maar dat geef je weer uit aan
extra onkosten en verzekeringen. De belo
ning zit dus echt in het bezoekersaantal.
Daarin komt voor ons de waardering tot ui
ting."
Verwers bewondert één museum in Neder
land: museum Boymans-Van Beuningen in
Rotterdam. J0m alles. Schitterend gebouw
Prachtige brede collectie, waar vreselijk actief
mee wordt omgegaan. Altijd zijn er weer
nieuwe dingen. Heel duidelijk worden er
steeds kleine delen vervangen. Elk jaar heb
ben ze tenminste één grote tentoonstelling.
Ook de secundaire voorwaarden, waar ik het
al eerder over had. zijn daar uitstekend. Wc
hebben het er hier dikwijls over. Boymans is
dynamisch."
Verwers denkt in de toekomst aan grote
bouwkundige veranderingen in zijn eigen
museum. Behalve een betere entree, een
goede garderobe, eenanuscumwinkel en een
goed verzorgde pleisterplaats, hoopt hij ook
op een mooie grote tentoonstellingsruimte.
„Niet zo'n pijpenla. Ik ben nu 55 jaar. Voor
mijn vertrek moet dat verwezenlijkt zijn. Van
aandoenlijkheid kun je het in het jaar 2000
niet meer hebben."
Maarten Raven: „Ik heb een schitterend proces verbaal gevonden van een opening van een
mummie. En foto's van Nederlanders bij de opening van een koningsmummie om maar eens wat
te noemen." foto hielco kuipers
G J. Verwers weet het zeker. Een museum rond het jaar 2000 moet er totaal anders uitzien.,.Het
pakket moet compleet zijn." foto hielco kuipers