'Hij gaat een opstootje niet uit de weg'
'Dan heeft hij toch de
verkeerde krant gelezen
Bedrijven houden rekening met ramadan
Het Gesprek van de Dag
Citaten
Wel broodje bal maar geen biertje
Mensen kunnen nu mooi uit
vrije wil keertje bedanken
ZATERDAG 27 FEBRUAR11993
-CHEF MEINDERT VAN DER K
Journalist van Weekend schrijft boek over Willem-Alexander
Alle onthullingen in het boek
'Prins Willem-Alexander, zijn
ware verhaal' berusten op waar
heid. Daarvan is de schrijver
Marc van der Linden, journalist
bij het weekblad Weekend,
overtuigd. .Anders had ik het
niet opgeschreven. Ik verwacht
dan ook geen problemen met
de rijksvoorlichtingsdienst of
zo. Ik weet heus wel hoe ik za
ken heb geformuleerd. Sommi
ge dingen heb ik inderdaad niet
bevestigd gekregen, maar ik
wéét dat ze kloppen. Ik heb be
grepen dat mijn uitgever een ju
rist naar de tekst heeft laten kij
ken", aldus Van der Linden.
Hij schrijft nu al zo'n vijfjaar
over de koninklijke familie en
volgt hen op de voet. ,,Ik weet
daar dus wel veel van. Mijn uit
gever vroeg mij een boekje over
Willem-Alexander te schrijven.
De aanleiding daarvoor is dat
hij vorig jaar 25 is geworden en
nu al weer een tijdje in Leiden
woont. Ach, er is nu eenmaal
een enorme markt voor dit
soort boeken. Het is dacht ik
wel een lekker weglezend boek
geworden."
De beschrijving van Willem
Alexanders studententijd neemt
een belangrijk deel van het boek
in. Zo wordt.de kroonprins af
geschilderd als een eersteklas
kroegtijger die dranklokalen
zoals Barrera, 't Keizertje en
Cheers in Leiden onveilig
maakt. ,,Hoe ik dat weet? Nou,
ik heb in de eerste plaats heel
veel contacten in Leiden die dat
kunnen bevestigen. Daarnaast
ben ik elke keer dat ik in Leiden
kwam, alsof de duivel ermee
speelde, onze hoofdpersoon te
gengekomen. En dan sloeg hij
meer drank naar binnen dan ik
opkon! Het is gewoon een be
kend feit dat Alexander veel van
uitgaan houdt. Je kunt het ook
zien aan de zeer tegenvallende
studieresultaten. Goed, die zijn
niet echt bekend. Het is echter
wel een feit dat bijna iedereen
met wie hij de studie begon, al
lang is afgestudeerd."
Volgens Van der Linden gooit
de kroonprins ook bij feesten j
van Minerva alle remmen los.'
,Hij drinkt veel, vrijt in het
)penbaar met Jacomijn en gaat
>ok een klein opstootje niet uit
Ie weg", zo schrijft de jouma-
Mak uwj Lindsn
list. Voor Willem-Alexander is
het zelfs een vast ritueel gewor
den om de volgende ochtend de
kater te bestrijden met een
glaasje bier. „Dat heeft hij van
zijn opa Bernhard overgeno
men. Die drinkt dat namelijk al
tijd op zijn nuchtere maag. Dat
heb ik uit verschillende be
trouwbare bronnen vernomen."
Ook brengt Van der Linden een
sabotagetheorie aan het licht: er
is met de remmen geknoeid van
Willem-Alexanders auto, waar
door hij bij de Plesmanlaan de
sloot inreed. „Ik kan ervoor zor
gen dat morgen zes mensen bij
jou op de stoep staan die 100
procent overtuigd zijn van die
theorie. Dat zijn mensen die
veel met W-A omgaan. Heel be
trouwbaar."
Geen van die mensen die 'lang
durig' zijn geïnterviewd wilde
met naam in het boekje komen,
volgens Van der Linden uit
angst om de koninklijke familie
tot 'persona non grata' ver
klaard te worden. Achterin het
boekje staat dat bovendien
vooral gebruik is gemaakt van
knipsels van De Telegraaf, Alge
meen Dagblad, Weekend, Privé
en Vorsten.
„Ook Alexia, de Parijse dochter van prins Bernhard uit zijn af
faire met Poupette Grinda die net als Willem-Alexander in
1967 ter wereld kwam geldt als een voorbeeld van hoe het
niet moet voor de zonen van Beatrix en Claus."
„Volgens hofinsiders verzet de kroonprins zich in deze periode
hevig tegn het feit dat hij ooit Koning van Nederland moet
worden. Regelmatig horen zij hem zeggen dat hij het 'toch niet
doet' en dat zij 'allemaal de pot op kunnen'."
„De problemen op Huis ten Bosch zijn met de keuze van ge
schiedenis als studie ook nog niet opgelost. Willem-Alexander
voelt er namelijk niet veel voor om in Leiden te gaan studeren.
Zijn moeder vindt dat echter onontkoombaar."
„Willem-Alexander merkt dat hij, weer terug in Nederland, veel
aan Yvonne van Gennip moet denken. Is hij verliefd op de
schaatskoningin?
Willem-Alexander is samen met zijn broer Constatijn van de
partij als Yvonne van Gennip op Schiphol arriveert. Blozend
geeft hij Yvonne drie kussen en fluistert in haar oor dat hij snel
een keertje met haar wil afspreken."
„In Leiden vlot zijn studie nog steeds niet. Hij blijft uitgaan, be
zoekt alle studentenfeesten en dat zijn er nogal wat en
gaat ook niet minder met vakantie".
Had hij geen betere en be
trouwbaardere bronnen kunnen
gebruiken? „Weet je wie als eni
ge een beetje serieus over het
koningshuis hebben geschre
ven? Precies, de roddelbladen",
zegt een geïrriteerde Van der
Linden. „Neem nu de verkering
van W-A met Yolande Adriaan-
sens. Dat was een primeur van
Privé en is door alle zogenaam
de kwaliteitsbladen klakkeloos
overgeschreven. Dat geldt voor
de ziekte van prins Claus en
voor nog veel meer zaken. Rod
delbladen zijn dus wel degelijk
betrouwbaar. Ze maken hooguit
af en toe een foutje."
Een van de onthullingen in het
boekje is bijvoorbeeld dat Yo
lande tijdens haar verkering
met de kroonprins heeft over
wogen om voor een 06-lijn te
gaan werken. „Al de meisjes in
het studentenhuis waar zij
woonde werkten bij dat bedrijf.
Ik heb het wel niet bevestigd ge
kregen, maar het was in Am
sterdam een publiek geheim."
Ook zouden er ooit topless fo
to's van Yolande zijn gemaakt.
„Die foto's bestaan. Echt waar.
Ook de hoofdredacteur van Pri
vé heeft dat bevestigd gekre
gen."
Maar dit soort informatie is
voor Van der Linden toch bij
zaak. „De echte onthullingen
die ik doe gaan bijvoorbeeld
over de ongelukkige jeugd van
Willem-Alexander. Ook het con
flict dat hij tijdens zijn pubertijd
met zijn ouders krijgt en waar
door hij plotseling naar een
kostschool in Wales moet, vind
ik opzienbarend."
Wat is nu precies de betekenis
van dit boek voor Nederland?
„Op zich natuurlijk vrij beperkt.
Het is geen poltieke biografie. Je
kunt nog geen conclusies trek
ken over zijn staatsmanschap.
Het geeft echter wel een aardig
beeld van zijn jeugd tot nu toe.
Als hij trduwt schrijf ik mis
schien wel een boek over al zijn
Politiewoordvoerder Graveland: „Met de prins is dezelfde procedure gevolgd als met iedereen. Hij is die mid
dag bij ons op het bureau gehoord. Daarbij is ook gekeken of hij had gedronken, dat was niet het geval." ar
chieffoto» holvast
MEINDERT VAN DERK
„Wat een pure nonsens". De
Leidse politiewoordvoerder
Dick Graveland heeft er geen
andere woorden voor. Hij rea
geert op de stelling van oranje
journalist Marc van der Linden
dat rond het het geruchtmaken
de auto-ongeval van Willem
Alexander aan de Leidse Ples
manlaan nog steeds de nodige
vragen onbeantwoord zijn.
„Dan heeft hij toch de verkeer
de kranten gelezen", zegt een
verbijsterde Graveland. „De
zaak is destijds tot de bodem
uitgezocht en openbaar ge
maakt."
Zo schrijft Van der Linden dat
de kroonprins de avond voor
het ongeval een Minervafeest
heeft bezocht waar hij zijn
"dorst leste met bier en whisky
cola's... Volgens ooggetuigen
verliet hij rond zeven uur 's
ochtends, en in kennelijke staat,
het Dame Blanche feest." Van
der Linden wekt vervolgens de
suggestie dat de in overvloed
gebruikte alcohol die zaterdag
middag nog niet zou zijn ver
dwenen.
PolitiewoordvoerderGraveland:
„Met de prins is dezelfde proce
dure gevolgd als met iedereen.
Hij is die middag bij ons op het
bureau gehoord. Daarbij is ook
gekeken of hij had gedronken,
dat was niet het geval."
Vervolgens veegt Graveland de
vloer aan met het gerucht dat
met de remmen van de Ford
van Willem Alexander zou zijn
geknoeid. „In tegenstelling tot
wat Van der Linden beweert, is
het technisch onderzoek wel
degelijk uitgebreid met de pers
besproken. De auto was in per
fecte conditie. Dat de juiste toe
dracht van het ongeluk nooit
bekend zal worden, zoals Van
der Linden schrijft, is dus te gek
voor woorden. Die sabotage
theorie slaat nergens op."
Tot slot zou de Leidse hoofdin
specteur die in het betreffende
weekeinde de pers te woord
heeft gestaan, daarmee zijn
boekje te buiten zijn gegaan.
Volgens Van der Linden is over
plaatsing de straf die de man
ten deel valt. „Wat een onzin.
Die hoofdagent heeft zijn werk
naar behoren gedaan. Hij was
toen net als bestuurskundige af
gestudeerd en was op dat mo
ment al verzekerd van een aan
stelling bij het ministerie van
binnenlandse zaken."
En wat is het oordeel van
Graveland over deze vorm van
journalistiek? „Dit is het betere
riool werk".
Eigenlijk willen zij jrelemaal niet
over Willem-Alexander praten. De
Leidse kroegbazen stellen zich heel
terughoudend op wanneer hun om
commentaar gevraagd wordt over
de zogenaamde kroegentochten van
de kroonprins. John Kager, eigenaar
van Cheers in de Doelensteeg: „Van
mij hoor je niks. Ik bedoel, het is een
hele aardige, gewone jongen die hier
een paar keer een pilsje is komen
drinken. Daar valt helemaal geen
ophef over te maken. Dat gelul van
die roddelbladen slaat nergens op.
Maar nogmaals: van mij hoor je
niks".
Gelukkig is Willem Ankoné, eigenaar
van Barrera aan het Rapenburg, wat
spraakzamer over de bewering van
Van der Linden dat onze kroonprins
regelmatig de Leidse kroegen af
schuimt. „Wat een zottigheid", zegt
hij met een wegwerpgebaar. „Hij
komt hier regelmatig lunchen. Dan
geniet hij hier van mijn befaamde
broodje bal. Nee, zonder gekheid,
wij vinden het heel leuk dat hij hier
komt. Hij is ten slotte wel de toe
komstige koning. Dat hij veel zou
drinken? Belachelijk. Te gek voor
woorden. Ik geloof niet dat hij hier
ooit een biertje gedronken heeft."
Ook in 't Keizertje wordt schamper
gereageerd op de inhoud van de
'biografie'. „«Soms komt hij hier eens
in de week en dan zie ik hem weer
een hele tijd niet", zegt Anita „Hij
komt hier wel eens omdat zijn
vriendjes hier vlakbij wonen. Het is
een rustige jongen, ach ik merk
soms niet eens dat hij binnen is.
Dan zie ik het aan die opvallende
lijfwachten. Nee, ik ben blij dat ik
geen Willem-Alexander ben".
In het begin werd de deur van het
café aan de Kaiserstraat regelmatig
plat gelopen door journalisten van
verschillende landelijke dubieuze
bladen. „We hebben hun vriendelijk
gevraagd om weg te gaan. Ook wil
den wij helemaal niets zeggen. Laat
die jongen lekker zijn eigen leven
leiden, hij heeft het zonder die rod
delbladen al moeilijk genoeg", aldus
'Ze zijn heel bewust met hun geloof bezig
Objectleider Aarts in het we
reldje van de schoonmaakbe
drijven heet datgene wat moet
worden schoon gehouden een
object loopt de h.ele maand
j met een blauw formulier op
zak. Het is een soort rama-
danspoorboekje, speciaal aan
gevraagd bij de Stichting Mos
lims Groep in Leiden. Een hulp-
middel, want op dat papier
staan voor elke dag de tijdstip
pen vermeld waarop de mos
lims dienen te bidden geduren
de hun vastenmaand, het tijd-
j stip waarop het vasten ingaat
en het tijdstip waarop het vas
ten ophoudt. En zijn bedrijf,
Asito, biedt daar gelegenheid
voor.Ach ja, we zorgen voor
i het personeel', zegt hij zacht.
„Het zijn goede krachten. Ik zou
ze niet kwijt willen."
Asito heeft zo'n dertien objec
ten in de Leidse regio onder zijn
hoede. Eén daarvan is het uni
versiteitsgebouw 'fysiologie' aan
ide Wassenaarse weg, "waar Aarts
{met de scepter zwaait. Het is
idonderdagavond even over zes-
jsen. Schoonmakers banen zich
imet natte moppen en karren
|vol emmers, bezems en dweilen
idoor de gangen en kamers van
(het gebouw. Alle tien. Vier Ne-
^lerlanders en zes Marokkanen.
Dm precies zeventien over zes
kal het voor even andbrs zijn.
Dat is het moment dat de zon
pndergaat en de moslimwerk-
hemers zich even terug trekken
i/oor een gebed en een maaltijd,
g Terwijl de Nederlanders rustig
t doorwerken. „Of ik weet wat ra
il hadan is? Ja hoor, dertig dagen
lasten. Moet kunnen", zegt
1. Schoonmaakster Lottie,
e Dat is dus ook de gedachte van
|\sito. „Maar eigenlijk kunnen
We ook moeilijk andere", zegt
Jeroen Terpstra, bedrijfsleider
van de vestiging in Leiden. „In
de schoonmaakbranche werken
ontzettend veel buitenlanders.
Wij hebben zelf zo'n honderd
vijftig werknemers in dienst. Ik
schat dat zestig procent van hen
buitenlander is. Het zijn met
name Turken en Marokkanen.
Daar kun je toch niet omheen?
Trouwens, wat is het alternatief?
Dat ze wegblijven?"
Kwartier
Het is nu achttien over zes.
Twee Marokkaanse vrouwen
geven Aarts een teken. Ze trek
ken zich even terug. Haastig
vliegen ze een deur door. Ze
zijn al iets te laat. „Ze hebben
een kwartier", zegt Aarts. „Dat
is heel redelijk. We vragen ze
wel de rest van de tijd een stap
je harder te lopen. Dan krijg je
ook geen scheve gezichten.
Weetje, de problemen begin
nen pas na de ramadan. Dan
hebben ze drie dagen feest. We
kunnen de werknemers natuur
lijk niet allemaal drie dagen vrij
geven, ze krijgen er ééntje van
ons. Dat is een hele uitzoekerij
voordat dat allemaal weer op el
kaar is afgestemd."
Het vreemde van de ramadan is
er nu wel van af voor de Neder
landers. Ze zijn al lang gewend
aan de ramadan. „Nederlandse
werknemers hebben in het ver
leden wel eens gevraagd of zij
ook een kwartiertje konden
snipperen. Ik heb toen gezegd:
ja, als je nuchter blijft", zegt
Aarts.
Lottie vindt het allemaal wel
prima. „Dat kwartiertje is hele-
maal niet erg. Daar gaat het ook
niet om. Ik vind dat we respect
hebben voor ander
cultuur en godsdienst."
Terwijl haar is
lamitische vak
broeders aan
de maaltijd zit
ten, of bidden,
gaat deze Ne
derlandse
schoonmaak
ster gewoon
door met wer
ken. „Dat moet
toch kunnen?"
FOTO» HOLVAST
Aarts is intussen even bij de
twèe Marokkaanse vrouwen
gaan zitten. Hij krijgt een stukje
gebak van ze. „Mierzoet", zegt
hij terwijl hij grimassen trekt
alsof de vullingen in zijn tanden
dansen. Ze lachen uitbundig.
het
Even later gaan ze weer aan
werk. Stralend. „Dat vind ik
toch wel opvallend", zegt Aarts.
„Ik héb waardering voor wat ze
doen. Het is een hele opgaaf,
maar iedereen houdt zich er
streng aan. Ze zijn heel bewust
met hun geloof bezig. Weet je
christenen doen eigenlijk mae
HERMAN JOUSTRA»
Verplichting tot onthouding
Voor elke gezonde moslim geldt de strenge
verplichting te vasten gedurende de maand
ramadan. In die periode dient men zich elke
dag van zonsopgang tot zonsondergang te
onthouden van alle eten en drinken, van ta
bak, parfums en seksuele omgang. Van zons
ondergang tot zonsopgang dat is het mo
ment dat men een witte van een zwarte draad
kan onderscheiden hoeft men dat niet.
Het begin van de ramadan valt in de Europe
se jaartelling elk jaar op een andere datum-
Dit jaar is dat 22 februari. In de islamitische
kalender is het de negende maand. Die kalen
der is gebaseerd op het maanjaar. De twaalf
maanden tellen negenentwintig dan wol der
tig dagen, zodat een jaar ongeveer elf dagen
korter is dan een Europees jaar.
'Een askruisje moet je in je hart dragen
Waar islamieten hun ramadan
hadden, hadden rooms-katho-
lieken hun vastenperiode. De
woensdag na carnaval kregen ze
een askruisje op hun voorhoofd
en lieten ze tot Pasen het nodi
ge eten en drinken staan. Één
keer per dag mochten ze hun
buikje vol eten, bij andere maal
tijden was soberheid troef. En
dat veertig dagen lang.
Alleen arbeiders mochten dis
pensatie vragen: want ook me
neer pastoor wilde niet op zijn
geweten hebben dat ze onder
het werk van hun stokje gingen.
Sterker nog: vanaf de preekstoel
promootte hij het roken soms,
als de parochianen erg chagrij
nig werden. Snoepen mocht al
leen op zondag. Dan aten gelo
vigen de snoepjes op die ze de
rest van de week in hun vasten-
trommeltje hadden gestopt.
In de jaren zeventig kwam de
ommekeer. Islamieten bleven
hun ramadan koesteren, terwijl
katholieken de'
tjes naar zolder hebben verban
nen en zonder mankeren hun
buikje vol eten. Dat vasten nog
bestaat, merk je vooral op de
woensdag na carnaval. Net als
vroeger trekt de pastoor dan as-
kruisjes op de vrome voorhoof
den om aan te geven dat de
mens 'stof zijt en tot stof en as
zal wederkeren'.
Zeker in katholieke carnavals
oorden als Noordwijkerhout ge
beurt dat vrij massaal: „Naar
verhouding zie je veel jonge
mensen. Ook mensen die je an
ders zelden in de kerk ziet",
zegt invalpastoor J. KerkJaan
van de St. Jozefkerk. Hij zette
woensdag zo'n 300 kruisjes en
is niet ongelukkig met het nieu-
Minder eten was nooit het doel
van de periode tussen carnaval
en de wederopstanding met Pa
sen, maar hooguit een manier
om te laten zien dat je je bezint
als gelovige. Dat je eens flink
piekert over de vraag wie je
bent en welke weg je wilt in
slaan in je korte leven.
Dergelijke vragen spoken tij
dens de vasten nog steeds door
de hoofden van de katholieken,
al betreurt de pastoor het een
beetje dat veel mensen pas tot
bezinning lijken te komen als ze
ziek zijn geworden of andere
problemen hebben. Hij denkt
ook dat sommige schaapjes de
saamhorigheid missen: „Dat je
op aswoensdag massaal bij de
visboer stond omdat je geen
vlees mocht eten".
Bij de andere katholieke kerk in
Noordwijkerhout is het paro
chiesecretariaat blij dal liet vas
ten niet meer zo'n verplichting
is. „Mensen kunnen nu mooi
uit vrije wil een keertje bedan
ken voor de vele verleidingen. Ik
zeg ook altijd: een askruisje
moet je in je hart dragen, niet
op je voorhoofd".