'Waar voor je geld' geen loze kreet
Tafelstoel steeds comfortabeler
Leven en wonen
Oost Indische Kers
7 -H
Computer ontwerpt tuin en laat
hem uit elke gezichtshoek zien
Tijd is vaak net zo
goed als de huisarts
Zout in de pap
MAANDAG 22 FEBRUARI 1993
16
TUIN
Denk nu niet: dat mens is gek.
Wie schrijft er nu midwinter
over een van de meest vorstge-
voelige eenjarige planten die we kennen. Ik
dus, en ik ben niet gek. Alhoewel, ik ben gek
op Oost Indische Kers met de exotisch
ogende oranjerode bloemen. Maar ik ben
ook gek op de smaak van de frisgroene
blaadjes en daar wil ik het nu over hebben.
Om te beginnen: alle delen van deze plant
zijn niet alleen eetbaar maar ook 'gezond'.
Ze bevatten behalve vitamines ook veel mi
neralen en sporenelementen waaronder
zwavel. De blaadjes smaken net als sterte-
kers en kunnen dienst doen ip sla, saus en
soep. De bloemen doe ik wel eens als ver
siering op de sla en van de jonge zaadknop
pen kun je namaak-kappertjes maken door
ze eerst een nacht met veel zout weg te zet
ten en dan net als augurken in te maken.
Maar waarom begin ik nu al over deze
plant, die we normalerwijze pas tegen half
april buiten zaaien?
Heel simpel. Ik heb ontdekt dat je Oost In
dische Kers met succes in februari binnen
kunt zaaien, waarna je wekenlang jong blad
oogst.
Tegen de tijd dat de plantjes te pierig wor
den is het half mei en dan kunnen ze naar
buiten waar ze binnen de kortste keren
gaan bloeien. Maar denk eraan: pas na de
nachtvorsten want tegen de nachvorst is de
plant echt niet bestand.
En nu het zaaien binnenshuis. Kies royale
potten. Vul deze met goede aarde, liefst ge
mengd met eigen kompost. Duw dan, af
hankelijk van de grootte van de pot, drie of
vier zaadjes langs de rand van de pot, één
centimeter diep in de aarde. Maak alles
goed nat en dek dan de pot af met een oud
lapje, dat voorkomt uitdrogen. Kijk na een
dag of zeven elke dag onder het lapje of er
al een kiem zichtbaar is. Zodra dat het geval
is moet het lapje er snel af. Als de plant te
lang wordt, gewoon de kop eruit (ook ge
bruiken in de keuken) dan vertakt de plant
vanzelf. Zet de planten wel op de meest
lichte, liefst een beetje zonnige plaats want
daar houden ze van. Zet ze na de nachtvor
sten ook op een zonnige plekje in de tuin.
Houd ze wel goed vochtig want ook daar
houden deze snelle groeiers van.
LEZERSVRAAG
MEVROUW DE JONG UIT LEIDERDORP
heeft problemen met haar twee Schlumber-
geras. De een heeft roestbruine plekjes op
het blad, de ander kwijnt en heeft boven
dien lichtgekleurd blad. De twee Schlum-
bergeras hebben het dus kennelijk niet naar
hun zin. Deze planten behoren tot de fami
lie aan de Cactaceae maar hebben deson
danks vrij veel water en veel humus in de
grond nodig. In de natuur groeien ze in re
genwouden in de humusophopingen tus
sen de bomen. Toch kunnen ze ook weer
niet tegen een natte voet. Verstandig water
geven is dus van het grootste belang. Om de
twee weken kalirijke bloemenmest hoort er
ook bij, (wellicht is het bleke blad een teken
van weinig kali). Ze verdragen kamertem
peratuur maar géén volle zon.
Mijn advies: verpot beide planten in een
even grote pot, die goed is schoongemaakt.
Gebruik goede, humeuze potaarde, waar
aan extra turf en scherp zand is toegevoegd.
Dompel de plant met vlekjes in een oplos
sing van 1 gram kaliumpermanganaat op 10
liter water. Herhaal dit om de tien dagen.
Want die plekjes zijn waarschijnlijk roest,
een schimmelaantasting. Kaliumpermanga
naat is te koop bij drogist en apotheek.
Heel anders zijn de zorgen van MEVROUW
BAKKER UIT IJMUIDEN. Zij heeft uit ap
pelpitten een appelboom gekweekt en die
wil maar niet bloeien. Dat is geheel volgens
de regels van de kunst want zaailingen
bloeien pas na 20 tot 25 jaar en dragen dan
meestal heel andere vruchten dan men ver
wacht. Er is maar een oplossing: de boom
door een deskundige laten enten met een
ent van een goed, schurftbestendig appel-
soort. Of een nieuwe boom kopen bij een
goede kweker. Ook daar vragen naar een
schurftbestendig soort. Deze bomen zijn al
geënt en dragen na een of twee jaar vrucht.
Komt er bij u al tuinierend of wandelend
in de natuur een vraag op? Greet Buchner
zal proberen voor u het antwoord te vin
den. De vraag kunt u opsturen naar Dami-
ate Dagbladen, Postbus 507,2003 AP
Haarlem t.a.v. de redactie LEVEN EN WO
NEN.
Marks Spencer: warenhuis met grootste omzet per vierkante meter
„You get quality for your money." De Britse huisvrouw aarzelt
geen moment als haar op de stoep van de Londense hoofd
vestiging wordt gevraagd waarom ze winkelt bij Marks
Spencer. Het warenhuis is fameus om de uitstekende prijs-
/kwaliteitverhouding. Dat weet iedereen in het Gemenebest
en in Europa begint de consument het handelsmerk van
Marks Spencer ook zoetjesaan te ontdekken.
CONNY HEIDA
Topje van stretch-satijn 49,-)
en satijnen slip 39,-) uit de lin
gerie-collectie. foto pft
Lange regenmantel in licht grijs,
prijs/ 199,- foto ft
De geschiedenis van het Britse wa
renhuis begint in 1882 als Michael
Marks, een Russische vluchteling,
keukengerei gaat verkopen op de
markt in Leeds. Omdat hij de En
gelse taal nog niet spreekt, hangt
hij een bordje boven zijn kraam
met het opschrift 'Vraag niet wat
het kost, 't is allemaal één penny'.
In korte tijd krijgt Marks Penny
Bazaar' bekendheid, maar de jonge
Marks koestert hogere ambities.
Op een dag leent hij vijf pond van
een rijke boekhouder, Tom Spen
cer en nodigt hem uit zijn zaken
partner te worden. Uit dit beschei
den kapitaal groeit een gigant die
in het Guinness Book of Records
wordt vermeld als de zaak met de
grootste omzet per vierkante meter
winkelruimte.
De zoon en opvolger van Mi
chael Marks, Simon, wordt in 1916
in de adelstand verheven. Alle arti
kelen krijgen de merknaam 'St. Mi
chael', naar de patroonheilige van
de oprichter.
Marks Spencer telt vandaag de
dag meer dan 685 vestigingen over
de hele wereld, waarvan bijna drie
honderd in Groot-Brittannië, elf in
de rest van Europa (waarvan één in
Amsterdam en één in Den Haag),
267 in Canada, vier in Amerika,
twee in Hong Kong en één in
Hongarije.
Marks Spencer is geen produ
cent, maar betrekt de artikelen van
zo'n zevenhonderd fabrikanten.
Het aanbod wordt samengesteld
door een team van 85 stilisten en
170 inkopers. Het gaat voorname
lijk om kleding, parfumerie en
etenswaren.
Tot in de hoogste Britse kringen
wordt het ondergoed van het wa
renhuis gedragen, vanwege de
voortreffelijke kwaliteit/prijsver-
houding. Zelfs de Britse vorstin
zou hemdjes van Marks Spencer
in haar koninklijke linnenkast heb
ben. Voor de bovenkleding geldt
eveneens 'quality for your money',
waarbij met name de wollen truien
begeerlijke uitschieters zijn. De
etenswaren van Marks Spencer
vormen de nationale trots van de
Britten. Toen Margareth Thatcher
nog premier was, maakte ze er
geen geheim van dat ook zij graag
eten op tafel brengt dat bij het
Britse warenhuis vandaan komt.
'Mooi en natuurlijk'
Wat de zomermode betreft, gelooft
Marks Spencer heilig in de start
van het seizoen met marine, ge
combineerd met crème of wit. Ac
centen worden aangebracht in hel
der rood, smaragdgroen ,of stro
geel. Linnen, viscose of crêpe de
chine zijn daarbij de belangrijkste
materialen.
Lange doorknoopjurken met
Amerikaanse mouwinzet roepen
herinneringen op aan de mode van
de jaren veertig. De rokken zijn
lang, nauwsluitend en lopen wijd
uit voor een slank effect, terwijl de
sarong zorgt voor 'ultieme vrouwe
lijkheid' als ze wordt gedragen met
kleine, aansluitende, geribbelde
truitjes van katoen.
'Mooi en natuurlijk' speelt in op
interesse voor de natuur met ge
mêleerd linnen als belangrijkste
materiaal en kleuren als ecru, ka
neel, olijf, indigo en koraal voor
wijde en soepele kleding. Katoenen
pulli's en mouwloze jasjes worden
gecombineerd met soepele lange
plissérokken, legging of strakke
Rib-topje met lage hals in wit met
wikkelrok!/ 99).
broeken. Bloemen, grote ruiten en
details als parelmoerknoopjes pas
sen in deze sfeer. Marks Spencer
combineert bij voorkeur dit sei
zoen de kleur naturel met indigo of
wit.
'Leve de kleuren' met felle schit
terende kleuren is de tegenpool
van de 'natuur-look'. Groen of
mint, hard blauw, fel roze worden
vrolijk gecombineerd met streepjes
en tropische prints. Indonesische
batik-blouses, speelse zonnejurkjes
en een keur van zomerse T-shirtjes
en truitjes moeten de consument
aanspreken die moe is van de win
ter en zin heeft in een zonnige zo
mer. Marks Spencer is er klaar
Een stoel is om op te zitten. Lo
gisch, maar toch wordt met dit
principe vaak de hand gelicht.
Gelukkig besteden de laatste ja
ren ook avangardistsiche ont
werpers weer aandacht aan het
comfort van een stoel. We zien
steeds vaker de tafelfauteuil, de
eettafelstoel met armleuningen,
met afgeronde rugleuning en in
veel gevallen gestoffeerd.
Dat is wel iets anders dan de
ouderwetse keuken- of eetka-
merstoel met vlakke houten zit
ting. Die noodde niet tot natafe-
len, maar toen werd er ook al
leen gegeten om in leven te blij
ven.... Eind vorige eeuw was het
in sommige gezinnen heel nor
maal dat alleen pa en ma de
maaltijd zittend nuttigden. De
kinderen moesten staande aan
tafel eten.
We willen comfortabel zitten,
ook tijdens het eten. Aan die
wens komen veel designers te
gemoet, zo bleek op de Meubel
beurs in Keulen. Een houten
stoel kan heel comfortabel zijn
als hij volgens ergonomische
voorwaarden is vormgegeven,
met een naar het lichaam ge
modelleerde zitting en rug. Hij
is dikwijls zowel mèt als zonder
armleuning te koop. Voor tafel
stoelen wordt veel hout ge
bruikt, zo niet voor de stoel zelf,
dan wel voor poten en armleg-
gers.
Daarnaast is er ook een grote
keuze in leer en stoffering. De
gestoffeerde tafelstoel lijkt op
een wat hoog uitgevallen fau
teuil en is vaak bekleed met leer
of poezelig-zachte stof of suède.
Hoogte
Er zijn fabrikanten die uitslui
tend stoelen of tafels produce
ren, andere brengen ze in com
binatie met tafels. Je kunt zelf
bij een tafel de juiste stoelen
zoeken. Maar het is wel zaak
beide goed op elkaar af te stem
men.
Belangrijk voor tafelstoelen is
de hoogde. Een stoel moet zo
hoog zijn dat je, om te kunnen
eten, niet je ellebogen onna
tuurlijk hoog hoeft op te tillen,
maar de zitting moet ook weer
zo laag zijn dat je bovenbenen
niet voortdurend in aanraking
komen met de tafelrand.
De zittinghoogte van stoelen
ligt over het algemeen rond de
45 cm boven de vloer. Wil je
comfortabel aan tafel zitten,
dan heb je tussen stoelzitting en
tafelblad (of, als er een rand aan
zit, tot die rand gemeten) van
20 tot 25 cm nodig. Een kwestie
van opmeten, dus een rolband-
maatje meenemen als u een ta
fel of stoelen apart gaat uitzoe
ken.
Nu kan het gebeuren dat dik
kerds toch beenproblemen krij
gen bij het aan tafel gaan. In
zo'n geval kan een tafelstoel
met verstelbare draaipoot prak
tisch zijn. Dit geldt ook voor
kinderen of mensen die wat
korter van stuk zijn.
De eethoek is de laatste jaren
weer in ere hersteld. En je hoeft
tegenwoordig niet meer een
compleet eetkamerameuble
ment aan te schaffen. Tafel nog
prima, maar de stoelen bevallen
niet meer? Met nieuwe stoelen
schaft u zich niet alleen een ver
hoogd comfort aan, maar in de
meeste gevallen krijgt de (oude) Stoel van de designcombinatie Mazairac-
tafel hierdoor opeens ook een /Boonzaaijer, te koop met of zonder armleg-
ander gezicht. gers van gegoten aluminium. foto cpd
Ook in de tuinarchitectuur heeft
de computer zijn intrede ge
daan. Op zich is het ontwerpen
van een tuin met de computer
niet nieuw, maar het op de Vak
beurs voor de Tuinbranche ge-
demonsteerde systeem Helix-
cad is toch wel bijzonder. De
combinatie van uiterst geavan
ceerde apparatuur en onuitput
telijke bestanden biedt letterlijk
alle mogelijkheden om in korte
tijd een tot in de kleinste details
uitgewerkt tuinplan op papier te
zetten.
Uitgangspunten zijn de wen
sen en ideeën van de opdracht
gever, de ligging en vorm van de
tuin, de bodemgesteldheid, enz.
Uiteraard speelt ook het budget
dat voor de aanleg beschikbaar
is een rol. Aan de hand van deze
basisgegevens kan Helixcad aan
de slag. De programmatuur be
vat hele bibliotheken vol gege
vens over tuinmaterialen, zowel
levende als 'dode': enkele dui
zenden verschillende planten,
alle met naam en toenaam ge
noemd, symbolen voor bomen,
maar ook alle denkbare soorten
tuinhout, vijvers, pergola's, be
stratingsmaterialen, drainage,
enz. Als het ontwerp definitief
is, kan de computer ook snel
uitrekenen wat de ingeschaalde
materialen kosten.
Driedemensionaal
Er kan een plattegrond worden
Door simpele
ingrepen loop je
als het ware
door de tuin
gemaakt, die dan door de op
drachtgever wordt beoordeeld
en in een oogwenk kan worden
gewijzigd, totdat tenslotte een
ontwerp uit de printer rolt dat
aan zijn wensen voldoet.
Maar aan de hand van zo'n
tweedimensionaal beeld, waar
op je de toekomstige tuin in lij
nen en symbolen ziet, is het
moeilijk je voor te stellen hoe
het er straks in werkelijkheid uit
zal zien. Juist in dit opzicht
komt de 'elektronische tuinte-
kenaar' je te hulp. Hij kan de
tuin ook driedimensionaal uit
beelden, zodat je er 'in' kunt kij
ken. vanaf grond- of ooghoogte,
vanuit een hoog standpunt,
vanuit elke gewenste gezichts
hoek.
De pergola is geen rij lijntjes
op een plattegrond meer, de
bomen geen symbolen: je ziet
alles staan als op een foto. Door
simpele ingrepen loop je als het
ware door de tuin zoals die zich
na verloop van tijd als werke
lijkheid zal presenteren.
Dat voorkomt teleurstellin
gen, want voordat de eerste
spade in de grond werd gesto
ken heb je aan de hand van de
computer al door je tuin gewan
deld en daarbij meteen je huis
aan alle kanten bekeken. De
prints kunnen op elk gewenst
formaat en zelfs in kleur worden
Meer informatie: Handshake,
Tilburg, 0 13-35 53 55.
SJ AAK SMAKMAN
Tijd is vaak het beste geneesmiddel.
Zo niet, dan volstaan vaak eenvoudi
ge huis-, tuin- en keukenmiddelen
om de kwaal te genezen. Als iedereen
zich dat bewust zo zijn, zou het een
stuk rustiger kunnen worden in de
wachtkamer van de huisarts. Dat
geeft de arts meer tijd voor de men
sen die écht op hem zijn aangewezen,
maar kan bovendien aardig schelen in
de kosten van de gezondheidszorg.
Die gedachte stond centraal bij het
initiatief van het ministerie van WVC
om via een eenvoudig handboekje te
proberen onnodig bezoek aan de
huisarts te voorkomen. In 'Wat doe ik,
ga ik naar de huisarts' worden uiteen
lopende alledaagse kwalen als braken,
hoofdpijn, roos, acné, rugpijn, oorpijn
en insektebeten behandeld.
Op uiterst heldere wijze wordt aan
gegeven wat iemand zelf kan doen
(en in elk geval moet laten), maar ook
wanneer hij per se de hulp van de arts
moet inroepen. Erg nuttig is ook dat
er steeds speciaal aandacht wordt be
steed aan hoe te handelen als de
kwaal een baby of peuter treft. Die
zijn immers kwetsbaarder dan een
volwassene en kunnen zich niet of
minder goed uitdrukken.
Het boekje is geïspireerd op een
Deens voorbeeld. Vier jaar geledén
werd in de Deense provincie Fynn
een vergelijkbaar boekje massaal ver
spreid. Veel mensen bleken het boek
je trouw te bewaren en te gebruiken.
Het zorgde ervoor dat Jiet medicijnge
bruik en het huisartsenbezoek met 2
procent terugliep.
Een groot aantal verzekeraars
steunt het plan. Een daarvan is Zilve
ren Kruis, de grootste particuliere
ziektekostenverzekeraar van Neder
land. Zilveren Kruis is gefuseerd met
het ziekenfonds Spaameland in Haar
lem en werkt nauw samen met Zorg
en Zekerheid in Leiden. Een aantal
verzekeraars stuurt het boekje gratis
aan zijn klanten toe, maar deze drie
behoren daar niet toe. Belangstellen
den uit de regio Haarlem-Leiden kun
nen het boekje daarom alleen in bezit
krijgen door 7,50 gulden over te ma
ken op gironummer 1503479 ten na
me van KP in Rotterdam. Het boekje
is dat echter méér dan waard. Eigen
lijk zou het in geen enkel huishouden
mogen ontbreken.
SPREEKUUR
Er was eens een koning die drie
dochters had. Op een dag wilde
hij weten hoeveel de prinsessen
eigenlijk van hem hielden. De oudste twee
gaven bloemrijke antwoorden, maar de
jongste zei: „Ik hou van u zoals van het zout
in mijn eten". De koning was door dit ant
woord diep gegriefd, en verbande zijn jong
ste dochter uit zijn rijk. Het meisje keerde
vermomd terug en vond werk als keuken
meid in het paleis.
Op een dag mocht zij het eten van de ko
ning klaarmaken en liet al het zout bij de
bereiding achterwege. De koning vond het
zo smerig, dat hij het bord op de grond
smeet. Daarna kreeg hij wroeging dat hij
zijn dochter de deur had gewezen, want de
ze ene zoutloze maaltijd had hem ervan
overtuigd dat 'zout meer waard is dan al het
goud ter wereld'.
Aan dit sprookje moest ik denken toen ik
hoorde dat een van mijn patiënten weer in
het ziekenhuis was opgenomen. Zij lijdt al
vele jaren aan te hoge bloeddruk en het is
nooit gelukt die naar beneden te krijgen.
Voornaamste reden daarvoor is dat zij zich
nooit heeft willen en kunnen houden aan
welk voorschrift dan ook. Een dieet was
voor haar niet meer dan een papiertje en
wat zij met de kilo's medicijnen heeft ge
daan die zij in de loop der jaren heeft voor
geschreven gekregen weet ik niet. In ieder
geval heeft zij ze niet ingenomen.
De jarenlange hypertensie heeft er toe ge
leid dat deze patiënte nu te kampen heeft
met een hart dat niet meer goed kan pom
pen. Zij lijdt aan hartfalen (decompensate
cordis), een conditie die ernstige conse
quenties heeft en bij haar helaas chronisch
is. Het hart bestaat uit twee helften, rechter
en linker harthelft. Het bloed dat in het li
chaam zuurstof heeft afgegeven, wordt ver
zameld in de romp, in de holle ader. Deze
mondt uit in de rechter boezem. Vandaar
gaat het naar de rechter kamer, die het
bloed de longvaten inpompt, waar het weer
van zuurstof kan worden voorzien. Het
zuurstofrijke bloed komt in de linker boe
zem en daarna in de linker kamer die het
via de grote lichaamsslagader, de aorta,
weer het lichaam instuurt.
Er zijn dus in het hart vier compartimenten
die van elkaar gescheiden zijn door klep
pen. De kleppen zorgen ervoor dat het
bloed de goede kant opstroomt. Als het hart
goed functioneert, worden bij iedere slag de
kamers helemaal leeggepompt. Bij een fa
lend hart is dat niet meer het geval, er blijft
dan een beetje en soms vrij veel bloed ach
ter. Het resultaat is dat een falend hart min
der bloed per minuut kan rondpompen dan
een gezond hart. Het lichaam echter heeft
zuurstof nodig en het 'dwingt' het hart, via
een aantal regelmechan ismes, de benodig
de hoeveelheid zuurstofrijk bloed te leve-
Deze regelmechanismes hangen groten
deels met de zouthuishouding samen. Het
zijn helaas noodmaatregelen die het falen
de hart, dat het toch al zo zwaar heeft, van
de wal in de sloot helpen. Op korte termijn
wordt voldaan aan de zuurstofbehoefte van
het lichaam, maar er ontstaat een vicieuze
cirkel, het falen van het hart wordt steeds
ernstiger en zal, indien geen behandeling
wordt ingesteld, tot de dood lijden. Inder
daad een ernstige ziekte.
Een van de gevolgen van deze noodmaatre
gelen is dat de patiënt vocht gaat vasthou
den (oedeem), 's Avonds kunnen de schoe
nen niet meer aanblijven, de benen worden
zienderogen dikker, er komt oók vocht in de
longen waardoor platliggen niet meer mo
gelijk is en kortademigheid optreedt. In het
ontstaan van de oedemen speelt zout een
cruciale rol, en een strikt zoutloos dieet is
dan ook een van de pijlers waarop de be
handeling van hartfalen in het ziekenhuis
berust. Ook thuis moet een zoutarm dieet
worden gevolgd en de voorgeschreven me
dicijnen op tijd worden ingenomen. Als dat
niet gebeurd, krijg je het jojo-effect van
mijn patiënte: in het ziekenhuis knapt ze op
en daarbuiten gaat het weer helemaal mis.
Haar dochter, die kwam zeggen dat moeder
weer was opgenomen, vertelt hoe het deze
keer was gegaan. Een van de broers had
moeder eerst een tijdje te logeren genomen
om haar na de laatste opname te laten aan
sterken. Lekker voor haar gekookt, wel vol
gens de dieetlijst, 'maar echt, dokter, ze eet
het niet, ze lust het niet als er geen zout bij
zit'. Na deze logeerpartij was ze weer naar
haar eigen huis gegaan. Binnen twee weken
kreeg ze l)et zo benauwd dat ze met spoed
weer naar het ziekenhuis moest.
'Zout is meer waard dan al het goud ter we
reld'.
Man ska Koster