'Alleen in Katwijk nog echte schildersfamilies'
Uitzendbureau barometer economie
Personeel Plus
32 ^ZATERDAG 20 FEBRUARI 1993
Leids Luba viert zilveren jubileum
Luba-directeur Rob Mantel.
Wie wil weten hoe de economie
zich gaat ontwikkelen, doet er
goed aan de uitzendbureaus op de
voet te volgèn. Want uitzendbu
reaus zijn de barometer van de
economie. Dat zegt Rob Mantel,
directeur van de Leidse uitzendor
ganisatie Luba die op 6 februari
precies 25 jaar bestaat.
Een oplettende lezer had volgens
hem dan ook vorig jaar al uit het
jaarverslag van de ABU, de Alge
mene Bond van Uitzendbureaus
de conclusie kunnen trekken dat
het minder zou gaan met de eco
nomie. Mantel: ,,De ontwikkeling
bij ons ijlt iets vooruit. Wij krijgen
als eerste de signalen. Als het wat
minder gaat, bezuinigen bedrijven
het eerst op de uitzendkrachten.
Pas daarna wordt gesneden in de
eigen organisatie. Andersom is het
zo dat als de economie aantrekt,
bedrijven beginnen met het aan
trekken vap uitzendkrachten voor
dat ze mensen in vaste dienst ne
men." Als de stellingname van
Mantel klopt, staat de economie
nog heel wat te wachten. Het vier
de kwartaal van '92 kampte de
branche als geheel met een terug
gang van zeven tot acht procent.
Pionier
Luba werd in 1968 opgericht door
de toenmalige echtgenote van
Mantel. Het was toen een van de
pioniers van de sector. De naam
Luba staat voor Lugdunum Bata-
vorum, de naam van de Romeinse
vestiging die ooit lag in de omge
ving van het huidige Leiden. Het
uitzendbureau richtte zich op stu
denten en daarom was voor deze
naam gekozen. Leidse studenten
plegen de universiteitsstad in die
jaren nogal eens met die 1-atijnse
naam aan te duiden. Dat ging zelfs
zover dat ze de afkorting LB zelfs
gebruikten bij de adressering van
hun post.
Luba maakte na relatief rustige
beginjaren een stormachtige groei
door. Die zette in nadat in 1973 de
eerste nevenvestiging werd ge
opend in Alphen. Dat jaar verdub
belde de omzet, die in 1972 voor
het eerst het miljoen passeerde.
Het begin van een groei naar een
landelijk bereik. Mantel: „We
groeiden op een logische manier,
steeds vanaf de rand van ons werk
gebied. Zo volgde na Alphen Zoe-
termeer, enzovoort." Luba werd
met die groei steeds minder een
studentenuitzendbureau. Toch is
die binding er nog steeds. Zo be
middelt een dochterbedrijf nog al
tijd bij het vinden van werk voor
eerstejaarsstudenten tijdens de in
troductiedagen van verenigingen.
Het geld dat daarmee wordt ver
dient komt ten goede aan de socië
teiten. Dat doet Luba niet alleen
voor Leidse verenigingen, maar
ook in andere studentensteden. De
binding met Leiden is er ook nog
steeds. Hier staat het hoofdkan
toor, een bescheiden pand in de
professorenwijk. Mantel: „Maar
het geld moet ook worden ver
diend in de vestigingen." En in
Leiden is Luba nog steeds nadruk
kelijk aanwezig als sponsor van
basketbalvereniging Luba Leiden.
Erkenning
Mantel is naast zijn directeurschap
van Luba ook in het algemeen ac
tief voor 'zijn' branche. Zo is hij
sinds jaar en dag bestuurslid van
de ABU. „Ik heb twintig jaar ge
vochten voor erkenning van het
uitzendvak", zegt hij daarover. Dat
gevecht moest worden geleverd
met de overheid en met de vak
bonden. Uiteindelijk leidde dat on
der andere tot het huidige vergun
ningstelsel, waarbij uitzendkrach
ten een half jaar op een plek aan
de slag mogen, en tot een CAO. De
bonden zijn nu de strijd aange
gaan voor een pensioenregeling.
Voor zo'n regeling voelen de werk
gevers alleen als ze wordt opgezet
voor uitzendkrachten die geduren
de lange tijd op 'geregelde' basis
als zodanig werken.
Mantel is als vice-voorzitter van
de ABU nog altijd nauw betrokken
bij de belangenbehartiging van de
branceh. Een speerpunt van nu is
de volgens hem valse concurrentie,
die uitzendbureaus ondervinden
vaq bedrijven die personeel deta
cheren, bijvoorbeeld in de auto
matiseringsbranche. „Zij kunnen
zonder dat ze daartoe een vergun
ning hebben in feite tijdelijk perso
neel bij een klant stationeren.
Daarbij zijn ze dan niet gebonden
aan de maximale uitzendtermijn,
zoals wij."
Een ander punt is de bemidde
ling van vaste arbeidscontracten,
een taak die tot voor kort alleen
aan de arbeidsbureaus was voor
behouden. Ook uitzendbureaus
kunnen daarvoor nu vergunningen
krijgen, maar dat wil het niet vlot
ten waar het de grote uitzendbu
reaus betreft. Een aantal kleintjes,
waaronder het Leidse Switch,
daarentegen heeft de vergunning
al wel. En dat steekt Mantel. „We
worden na 25 jaar nog als de eerste
de beste beginner behandeld. Ken
nelijk had het ministerie de storm
loop van aanvragers niet verwacht.
Maar ik vind dat dan gerenom
meerde ondernemingen met lang
jarige ervaring een voorkeursbe
handeling moeten krijgen."
Ingestort
Het verhaal van Luba is niet aleen
een succesverhaal. Nadat vanaf
1973 de ene na de andere vestiging
kon worden geopend, stortte in
1980 de markt in. Dat had te ma
ken met een beperkend overheids
beleid. Het werken met uitzend
krachten werd systematisch ont
moedigd. Zo werd de uitzendter
mijn teruggebracht van zes tot drie
maanden. Bovendien vatte bij veel
bedrijven de opvatting post dat het
inzetten van veel tijdelijk perso
neel zou duiden op een slecht be
leid. Binnen korte tijd halveerde
het aantal uitzendingen. Mantel:
„We zijn er toen bijna aan onder
doorgegaan." Luba moest noodge
dwongen vestigingen sluiten. In
1983 vierde Luba nog aangeslagen
het vijftienjarig bestaan. Hel per
soneel droeg zelf financieel bij aan
de feestelijkheden. Dat jaar be
droeg de omzet elf miljoen gulden,
tegen twintig miljoen in 1978 toen
het bedrijf tien jaar bestond en
ruim 50 miljoen nu. De jaren tach
tig werden dan ook de jaren van
herstel. Nevenactiviteiten, een
schoonmaakbedrijf en de dansstu
dio America, werden afgestoten.
„We zijn ons weer helemaal gaan
richten op datgene waar we goed
in zijn, het uitzenden van tijdelijk
personeel."
Vrouwen
Gepaard aan deze 'wederopbouw'
ging ook een omslag van mentali
teit. Vestingen kregen de opdracht
zelfstandiger de markt op te gaan.
„Iedere vestigingsleidster moet
plaatselijk een entrepreneur, een
ondernemer zijn, zonder overigens
de concurrentie aan te gaan met
andere vestigingen. Op dat punt
moet er samenwerking zijn. Auto
matisering moet een uitwisseling
te weeg brengen en ervoor zorgen
dat er zo min mogelijk tijd heen
gaat met niet-produktieve admini
stratieve handelingen", zegt Rob
Mantel
Hij spreekt daarbij overigens
niet voor niets over vestigingsleids
ters, want van de 75 vaste perso
neelsleden van Luba zijn er 68
vrouw. Mantel is daar enthousiast
over. „Vrouwen blijken zeer ge
schikt te zijn voor dienstverlening,
waar dit werk toch op neerkomt."
Niettemin wfl hij balana wei
veranderen. „Want toch blijken
zelfs vrouwen op sleutelposten, die
zeer behoorlijk carrière maken,
uiteindelijk toch hun baan op te
geven om hun man te volgen als
die van baan verandert. Daardoor
ontstaat een groot verloop."
Leids Arbeidsbureau leidt huisschilders op
Een rij kozijnen en deuren om keer op keer
te schilderen en wandjes om steeds maar
weer te behangen in een loods aan de
Zoutkeetlaan in Oegstgeest. Alles staat er
klaar om jongeren de fijne kneepjes van
het schildersvak te leren. Maar de leer
werkplaats van het Samenwerkingsverband
Praktijkopleiding Schildersbedrijf (SPOS) is
ook de plek waar het Leidse arbeidsbureau
werklozen laat scholen om aan de slag te
gaan in het bouwvak.
LEIDEN RUDOLF KLEUN
Dat daarbij is gekozen voor schilderen, is geen toe
val. „Het is gek, maar terwijl het in feite helemaal
niet zo goed gaat met de bouw, is er een aanhou
dend tekort aan schilders", zegt Willem Colijn co
ordinator van de sector bouw bij het Arbeidsbu
reau. Een reden daarvoor is moeilijk aan te geven.
„Misschien dat bedrijven en instellingen die ver
bouwingen uitstellen omdat ze geen geld hebben
en in plaats daarvan de boel maar eens laten op
schilderen."
Het is voor het eerst dat het Arbeidsbureau op
deze manier een herscholingsproject heeft opge
zet, waarbij een contract is gesloten met een in
stelling om een groep op te leiden. Een duur pro
ject, want de acht deelnemers krijgen een half jaar
lang full-time les van een leermeester. Maar het
heeft wel rendement. Uiteindelijk kosten ook uit
keringen veel geld. Om de kans van slagen te ver
groten heeft het Arbeidsbureau een behoorlijk
strenge selectie toegepast. En ook tijdens de oplei
ding is er een intensieve begeleiding van de deel
nemers. Nu ziet er naar uit dat vrijwel iedereen
half maart de opleiding succesvol afrondt en aan
de slag kan bij een schildersbedrijf. Volgende win
ter, de stille tijd voor het schildersbedrijf, komt er
vrijwel zeker een nieuwe lichting.
Gemotiveerd
De acht deelnemers aan het project vormen een
hechte gemotiveerde groep binnen het opleidings
centrum. Terwijl de 'echte' leerlingen, die veel jon
ger zijn, nog wel eens een dolletje willen uithalen
in de werkplaats, is dat er bij deze groep niet bij. Er
wordt stevig doorgewerkt, maar dat neemt niet
weg dat de leerlingen het zo nu en dan wel gezien
hebben in de werkplaats, waar ze steeds dezelfde
deuren opnieuw schilderen en weer af bijten, de
zelfde wandjes weer behangen of oefenen in ruiten
inzetten.
Om dat te doorbreken zijn er excursies. Naar Ak-
zo in Sassenheim, om verf te spuiten, of naar een
steigerfabrikant. En er zijn ook een paar echte
klussen uitgevoerd. Zo knapte de groep een wo
ning voor asielzoekers ('die was écht uitgewoond')
op en werd het gebouw van de Centrum Vakoplei
ding Volwassenen geschilderd. „Ze waren gewoon
dankbaar", zegt een van de deelnemers. De moge
lijkheden voor het aannemen van dat soort klussen
zijn echter beperkt. Er mag geen sprake zijn van
concurrentie met schildersbedrijven. En omdat het
bestuur van het Samenwerkingsverband bestaat
uit de werkgevers in de regio, wordt daar streng de
hand aangehouden.
De deelnemers hebben een uiteenlopemde ach
tergrond. Langdurig werklozen, een lasser die al
lergisch bleek te zijn voor lasstof, een stratenmaker
die wegens de zware belasting van knieën en rug
ander werk zocht. Anderen waren zonder oplei
ding aan de slag in het schildersbedrijf en klopten
De deelnemers aan het scholingsproject voor schilders aan de slag in de werkplaats in Oegstgeest.
op aanraden van hun werkgever aan om scholing.
Ze waren te oud om binnen het leerlingstelsel te
worden opgeleid, terwijl het hen vaak ook aan de
daarvoor benodigde opleiding ontbrak.
Katwijk
Verschillende deelnemers steken in de werkplaats
hun enthousiasme voor het vak niet onder stoelen
of banken. Hendrik roemt de creatieve kant van
het werk. „Je ziet het resultaat en het is steeds an
ders." Richard die als stratenmaker werkte, is blij
dat het lichamelijk minder Van hen vergt. Maar
een collega wijst erop dat ook schilders veel moe
ten tillen, ladders moeten beklimmen en risico lo
pen door de dampen die ze inademen.
J. Smit, voorzitter van het SPOS en eigenaar van
een Leids schildersbedrijf, ziet in de acht na vol
tooiing van de opleiding bruikbare krachten die de
bedrijfstak echt nodig heeft. Hoewel hij oqk con
stateert dat zij in de praktijk nog routine moeten
FOTO HENK BOUMAN AfzMVO
schilder. Dat is in Leiden en Alphen anders. Daar is
het aanbod praktisch nihil."
Willem Colijn wijt het gebrek aan belangstelling
voor een belangrijk deel aan het imago van het
schildersvak. „Veel werkzoekenden hebben geen
flauw idee wat het werk inhoudt of wat een vak
man verdient. Dat kan oplopen tot zo'n 500 gulden
netto per week. Als je dat vertelt, zijn ze stomver
baasd."
opdoen. Ambachtelijke beroepen in het algemeen
verliezen steeds meer hun aantrekkingskracht on
der jongeren. In de regio Leiden is er zelfs nog
maar één LBO-school in Katwijk met een
schildersklas. Die zit vol met Katwijkers, er blijken
maar weinig jongeren te zijn die voor dit soort
praktische opleidingen willen reizen. Smit: „Het is
gek, maar in Katwijk zitten nog echte schildersfa
milies. Daar zien jongeren wat het vak inhoudt en
kijken ze er niet op neer. Iedereen kent wel een