De headhunter en zijn speurtocht naar goede managers 'Alleen een brede aanpak maakt een kans' Personeel Plus ZATERDAG 20 FEBRUARI 1993 31 Leo van Welij: 'Het mooiste is als onze kandidaat na twee jaar promotie maakt' Headhunters, zijn dat soms geheimzin nige heren die undercover peperdure managers ronselen? Er zit een kern van waarheid in die bewering. Ze zoeken dis creet, werken op basis van vertrouwelijk heid en hangen hun bevindingen nooit aan de grote klok. ,,We vertellen nooit hoe we aan iemands naam komen, alles wat we doen is supervertrouwelijk", zegt headhunter Leo van Welij van het Am sterdamse bureau Amrop International Noteboorn Partners. HAARLEM ED BLAAUW Maar het is een misvatting te denken dat head hunters alleen speuren naar managers van top niveau, bestuurders die vijf ton of meer verdie nen. Veruit de meeste kandidaten die het bu reau van Van Welij recruteert, verdienen een sa laris tussen de twee en drie ton. „Ons werk be gint eigenljjk daar waar een stuk spanning in de markt zit, daar waar bepaalde mensen schaars zijn. Zeg maar zij die tussen de ƒ75.000 en ƒ150.000 verdienen." „Ja, hoe komen wij aan onze mensen? Het kan via ons relatie-netwerk. Of doordat mensen zich bij ons hebben ingeschreven. Maar ook doordat een outplacement-bureau ons benadert. Ja, en tijdens een opdracht leg je veel contacten. Je komt altijd wel mensen tegen die jou weer ver der kunnen helpen." De gebruikelijke gang van zaken voor mensen zonder werk om weer aan een baan te komen, is via (de hulp van) het arbeidsbureau, het reage ren op advertenties in dag- en weekbladen en middels een outplacement-organistie. „Outpla cement is de andere kant. Out betekent dat mensen bedrijven moeten verlaten. Je begeleidt de kandidaat. Wij doen aan /wplacement. Wij begeleiden de werkgever bij het zoeken naar een geschikte kandidaat, dat-is onze primaire taak." Opdrachtgevers willen slechts de besten. Kneusjes vallen af. Maar ook zij, die tot de grau we middelmaat behoren, hoeven nauwelijks te rekenen op een telefoontje van een headhunter. En werklozen, die hun baan buiten hun schuld zijn kwijtgeraakt, maken evenmin veel kans op een uitnodiging van Van Welij. „De mensen die wij benaderen hebben een opgaande carrièrelijn. Soms praten we ook wel met mensen wiens carrière op een dood spoor zit. Hoe geschikt een kandidaat ook is, als hij geen baan heeft, is het niet makkelijk onze op drachtgevers te interessseren. Want, zo wordt gezegd: „De beste man zetten ze niet aan de dijk. En mensen met een serieuze staat van dienst die buiten de deur zijn komen te staan, het is mogelijk dat ze kandidaat worden, maar het vereist wel een extra inspanning." Geslaagden Kandidaten met wie Van Welij om de tafel zit, zijn vaak redelijk schaars („ze weten meestal zelf wel hoe misbaar ze zijn") en succesvol in hun baan. „Meer dan 95 procent van de mensen met wie wij in zee gaan, kun je omschrijven als ge slaagden in de maatschappij." Wie door een search executive („een betere omschrijving") is benaderd, voelt zich vereerd, gevleid, zo weet Van Welij. De headhunter ver telt het een en ander over de inhoud van de baan, maar rept met geen woord over de salarië ring. „Je wilt kandidaten niet een overstap laten módcen primair vanwege het toekomstige salaris. Je probeert mensen te laten nadenken over een strategische keuze. Maar ik geef toe, naarmate je lager in de hiërarchie komt, wordt het salaris be langrijker." Meestal draagt Van Welij drie, vier mensen voor. Maar slechts éép kan de baan krijgen.Als de door ons uitgekozen kandidaat het uiteinde lijk niet wordt, is dat voor hem een domper op de feestvreugde. Je solliciteert niet, maar je wordt het ook niet." Toch is er geen man overboord voor de over blijvers, vindt Van Welij. „Zo'n man of vrouw blijft dan in dezelfde functie, dat wel. Positief ef fect van de gesprekken die wij voeren, is dat kandidaten eens stilstaan bij hun eigen carrière. En dat ze het idee krijgen dat er vermoedelijk toch meer is achter de horizon." Achtergronden De man of vrouw die Van Welij heeft uitverko ren, hoeft niet per definitie iemand te zijn wiens kwaliteiten naadloos aansluiten bij de wensen van de opdrachtgever. „We zoeken de beste kandidaat, maar hij hoeft niet de beste te zijn. Met andere woorden, we zoeken niet die super carrièremaker of de absolute top. Het kan best zo zijn dat onze man tot de goede middelmaat behoort. Belangrijk voor ons is om te'weten of iemand in een organisatie past. We willen daar Headhunter Leo van Welij: „Alles wat wij doen is supervertrouwelijk." om veel van de achtergronden van mensen we ten. Niet alleen welke banen en studies, maar ook wat zijn interesses zijn en of hij maatschap pelijk actief is, subjectieve criteria. Vaak ook wordt onderweg het profiel aangepast. Geregeld is de keuze het resultaat van een compromis." Als de keus is bepaald, wordt de man of vrouw in kwestie gepolst. Dat kan rechtstreeks zijn of nadat informanten zijn geraadpleegd. „Ik bel de mensen wel op kantoor. Maar het eerste wat ik vraag is of we vertrouwelijk kunnen praten. Ik vraag ook of ik ze eventueel thuis terug kan bel len. Ik vertel ze dat ze aan de criteria voldoen en dat de baan een belangrijke stap in hun carrière zou kunnen zijn." De procedure neemt gemiddeld drie maanden in beslag. Van Welij rapporteert veelvuldig aan zijn opdrachtgever. Want die wil precies weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. Per opdracht heeft Van Welij rond de zeventig contacten. De absolute top van het Nederlandse bedrijfsleven gebruikt de headhunter niet zo snel als interme diair. „De overstap van Ahold-topman Pierre Everaert naar Philips, dat is volgens mij onder ling geregeld. Everaert kent Timmer, de topman van Philips. Die weet dat Everaert een specialist is als het gaat om consumer-marketing. En zo'n man had Timmer voor zijn consumenten-elec- tronica net nodig. De activiteiten van cfeze top mensen zijn zichtbaar. Dat is dus makkelijker zoeken. Hoogstens vervult de headhunter of een andere adviseur hier een support-functie." Grijze massa „Naarmate de functie lager is, is het moeilijker zoeken naar de juiste kandidaat. Onze bijdrage is om uit die grote grijze massa de juiste man of vrouw te vinden. Contacten zijn voor iedereen belangrijk. Maar je ziet toch steeds meer dat mensen zonder kruiwagen ver kunnen komen." Van Welij stroopt feitelijk heel Europa af naar passende kandidaten. Zijn bureau heeft, door samenwerking met kantoren in tal van landen, een internationaal netwerk van relaties opgezet. „Want het bedrijfsleven heeft steeds meer be hoefte aan internationale managers. En wij re- FOTO UNITED PHOTOS DE BOER OLAF KRAAK cruteren lokaal, nationaal en internationaal." Goede resultaten betekenen nieuwe opdrach ten en opdrachtgevers. Het is een klein wereldje waarin de search-bureaus opereren. De head hunters zijn niet goedkoop. Als vergoeding voor bewezen diensten krijgen zij ongeveer 30 pro cent van het jaarsalaris van de aangenomen kandidaat. „Het probleem in onze markt is dat er in ons werk geen kwaliteitskeurmerk is. Wat me ook opvalt is dat Nederlandse opdrachtge vers zo makkelijk betalen zonder na te gaan hoe effectief hun bestedingen wel zijn." De kroon op het werk van headhunter Van Welij is als zijn kandidaten promotie maken bij hun nieuwe werkgever. Maar als de zorgvuldig uitgekozen manager niet voldoet aan de ver wachtingen en binnen een jaar vertrekt, gaat Van Welij gratis en voor niets op zoek naar een vervanger. „Dat is de garantie die we onze op drachtgevers geven." De Kleuver en Kramer trainen managers in terugdringen ziekteverzuim HAARLEM «JAAP SLUIS Voor een beetje manager is er bijna geen ontkomen meer aan: trainingen. Al gauw een paar per jaar. Want alles valt te leren. En waar een wil is, is een weg. En dus gaan ze. Met honderden, misschien wel duizen den per dag. Bijspijkeren op kosten van de baas. Tot meerdere eer en glorie van de zaak. En niet te vergeten de collega's. Want die krijgen als het allemaal lukt een door nieuwe inzichten voortgestuwde chef terug. Vervuld van begrip, inlevingsvermogen en tact. Niet te snel oordelend, goed luisterend en hard doch rechtvaardig. Ofwel: een men selijke manager. Als het allemaal lukt. Maar, zeggen Johan de Kleuver (psycholoog) en Marret Kramer (trainer communicatieve vaardigheden) uit Haarlem, het lukt niet altijd. Neem de trai ningsvideobanden. Die zijn nogal eens saai, te modelmatig en allesbehalve sprankelend. Anders gezegd: niet leuk om naar te kijken. En dat, zeggen de twee Haarlemmers, ter wijl een inhoudelijk goede invulling en een licht satirische aanpak uitstekend samen kunnen gaan. Het leuke als versterking van het leerzame. Maar dan wel zonder dat het gaat overheersen. Dat laatste is, vindt De Kleuver, enigszins het geval in ooit door John Cleese gemaakte trainingsfilms: „In houdelijk best verantwoord. Maar het wachten was toch steeds weer op een vol gende grap. En dat werkt verstorend." Videoband Met hun 'De Kleuver en Kramer, partners in training' kwamen en komen de twee over de vloer bij ondernemingen als Heineken, Hoogovens, RVS en de HoUand Beton Groep. Daarnaast hebben zij samen met een scenario-schrijver en onderwijskundige het bedrijf Human Images dat educatieve middelen waaronder video's produ ceert. Zo'n video is de onlangs uitgekomen trainingsband 'Ik word er ziek van'. Bedoeld om het midden en lagere management te trainen in mogelijkheden om ziekteverzuim te verminderen. Het proces van verzuimen door werknemers, ziek worden en de werk hervatting wordt stapsgewijs doorgenomen. De Kleuver en Kramer tekenden voor de in houdelijke kant van de zaak en stelden daarbij hun credo 'leerzaam en leuk' uiter aard centraal. 'Ik word er ziek van' gaat over Leo Tijk mans, chef van de afdeling dossiers bij zo maar een bedrijf. Een beetje steile, ouder wetse man. Van goede wil, maar wat star in het oppikken van signalen van zijn werkne mers. Door fouten in de aanvoerlijn en een nijpende onderbezetting loopt de werkdruk flink op. Tijkmans negeert de tekenen die wijzen op naderend onheil en let hoofdza kelijk op een ongestoorde voortgang van het werk. Later vallen hem de schellen van de o&en en begint het grote corrigeren. Tijk mans toont zich van goede wil en verandert van een steile in een redelijk open leiding gevende. Zijn rol wordt, net als die van de werknemers, gespeeld door een professio nele acteur. Het bedrijf TFC uit Velp (Tech nisch Film Centrum, de grootste distribu teur van trainingsvideo's) brengt de 25 mi nuten durende produktie op de markt. Er hoort overigens een tweede, 22 minuten lange band bij. Daarin wordt aan de hand van vraaggesprekken met managers van de vervoersmaatschappij NZH, de gemeente Bloemendaal en de Van Eeden Stichting (psychiatrisch ziekenhuis in Amsterdam) een aantal praktijkvoorbeelden getoond. Marret Kramer: „De eerste band laat rede lijk luchtig zien hoe het kan. De tweede werkt versterkend omdat daarin regelrechte praktijkvoorbeelden worden gegeven. Zodat je niet achteraf het verwijt krijgt dat op( de werkvloer van al die mooie verhalen weinig terechtkomt." Ziekteverzuim Zij bespeurt een groeiende aandacht voor het ziekteverzuim: „Er wordt steeds meer aan onder meer het verbeteren van arbeids omstandigheden gedaan. Ik heb dat meege maakt bij Heineken, waar we trainingen voor leidinggevenden hebben verzorgd. Voorafgaand daaraan werd onder een deel van de personeelsleden een enquête gehou den over wat ze in hun werk anders zouden willen. Daar kwamen allerlei signalen uit, die door het bedrijf heel serieus werden ge nomen. Chauffeurs van vorkheftrucks klaagden over rugklachten als gevolg van het rijden over betonnen vloeren. En dus wordt er een proef met aangepaste vloeren gedaan. Ze klaagden over oog-problemen bij het naarbuiten rijden, van het donker naar het licht. En dus werd de lichtsterkte aangepast. Ik vind dat een goede manier om ziekteverzuim te voorkomen." Maar, vult De Kleuver aan, alleen een net te omgang met de werknemers is niet vol doende om de zaak gezond te krijgen of te houden. Daar is meer voor nodig. „Het ini tiatief kunnen tonen, het optimaal ont plooien van talenten, het bieden van vol doende uitdaging, het op gezette tijden la ten rouleren van werk. Een nette behande ling van het personeel is geen trucje om het ziek zijn aan te pakken. Dat lukt je pas met een hele brede aanpak, op alle fronten." Op de vraag of hij zelf, als kleine zelfstan dige, wel eens verzuimend onder de wol blijft, antwoordt De Kleuver ontkennend. Om even later uiteen te zetten welke cul tuuromslag er in Nederland aan de gang is: „Die kleine zelfstandige blijft alleen weg als het echt niet anders kan. Wat je nu ziet ge beuren is dat die houding ook van werkne mers bij grote bedrijven en ambtelijke dien sten wordt verwacht. Het recht op verzuim blijft overeind staan. Daar wordt terecht niet aan getornd. Maar men vindt in toene mende mate dat er zorgvuldig gebruik van moet worden gemaakt. Die verplichting wordt wat nadrukkelijker dan in het verle den richting werknemers geschoven. Zoals van werkgevers steeds duidelijker wordt verwacht dat ze zorgen voor goede arbeids omstandigheden." Migraine Sprekend over verzuim onderscheidt De Kleuver drie categorieën. Allereerst de witte: het gebroken been of de gescheurde spier Direct benoembaar en doorgaans een kwestie van genezen. Tweede categorie: de grijze. Daarin is sprake van ziekte, maar het hoe en waarom blijft onduidelijk. Migraine, voortdurend verkouden, pijn in de rug. Het is de categorie die in de trainingsbanden uitgebreid aan bod komt. Met als centrale punten: hoe los'ik als manager dit probleem op, hoe komen we er samen uit zonder el kaar de zwarte Piet toe te spelen? Corrige rend en repressief optreden kan in zo'n ge val de zaak alleen maar erger maken. Want de werknemer in kwestie komt weliswaar naar de zaak, maar ruilt het ziekteverzuim sluipenderwijs in voor arbeidsverzuim. Dat kan zich uiten in het min of meer structu reel de snor drukken. Lange pauzes, een overdaad aan toiletbezoek, enz. Pas als er sprake is van de zwarte categorie (pure on wil) kunnen de correctie en repressie uit de kast worden gehaald. Marret Kramer: „Maar een beetje manager let goed op de signalen van zijn medewerkers en doet er alles aan om dat zwarte verzuim buiten de deur te houden." Johan de Kleuver en Marret Kramer, partners in training. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER OLAF KRAAK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 31