Geen gewoon testje,maar ook geen tovermiddel 'Meer begrip voor de moslim op het werk' Personeel Plus ZATERDAG 20 FEBRUAR11993 29 Het psychologisch onderzoek: spannend en objectief Pyschologische tests. Gelouterde sollicitanten hebben er ongetwij feld mee te maken gehad. En hebben er vaak ook een hekel aan. In een direct gesprek haartjes gekamd, keurig pak aan, stropdasje om is het mogelijk jezelf te verkopen. Maar welke in vloed kun je in 's hemelsnaam uitoefenen op de uitslag van een psychologische test? Trouwens, wat gebeurt er met de resultaten? En, hebben die tests wel zin? Het is toch niet mogelijk om iemands geschiktheid in cijfertjes uit te drukken? Allemaal vragen en twij fels waarmee de sollicitant zit. LEIDEN/DEN HAAG HERMAN JOUSTRA Drs. P. Moormann, persoonlijkheids psycholoog aan de Rijksuniversiteit Lei den, meent dat de tests al te lang in het verdomhoekje zitten, terwijl de 'testfa- briek' allerminst is stil blijven staan en de loop der tijd hoogwaardig materi aal heeft ontwikkeld. Dat is simpel te controleren. „De Cotan, de commissie i testaangelegenheden Nederland, beoordeelt ze. In hoeverre meet de test hij moet meten? Is er sprake van normering, oftewel is het mogelijk een onderscheid te maken tussen de getes- in termen van hoog tot laag, of goed tot slecht? De waarde van een test is te genwoordig goed na te gaan". Moormann is voorstander vanhet ge bruik van zogeheten harde tests bij sol licitatieprocedures. Zeg maar tests irvan heel duidelijk is vast te stellen ze een bepaald aspect meten, zoals bijvoorbeeld besluitvaardigheid. Tests ook waarbij het niveau van de onder zochte kan worden bepaald. Om bij het voorbeeld te blijven: hoe verhoudt de besluitvaardigheid van de sollicitant zich tot het gemiddelde? „Harde tests ja. Maar niet alleen. Ook tests die wat moeilijker zijn te interpreteren. Je laat op die manier allerlei kwaliteiten aan bod komen van de sollicitant. Bijvoor beeld: je wilt het prestatiemotief van ie mand meten. Je gebruikt een vragenlijst en krijgt zo een score van positieve faal angst, het beter presteren onder druk. Althans je krijgt een beeld van hoe de persoon dénkt dat hij presteert onder druk." „Je kunt daarna een plaat geven met de opdracht^daar een verhaaltje bij te schrijven. Je krijgt dan een verhaal dat samenhangt met de emotionele wereld van die persoon. Neem een plaat van een huilend jongetje met een viool. Krijg je bijvoorbeeld het verhaal dat het jongetje liever wil voetballen, maar dat zijn ouders willen dat hij viool speelt. Geen harde test, maar het zou iets kunnen zeggen over zijn verleden." Al die tests bij elkaar geven een aardig beeld van de sollicitant. Kortom, tests hebben wel degelijk zin. Knelpunten Moormann signaleert echter een aantal knel punten die niet met het testen zelf hebben te maken. „De meeste sol licitatieprocedures zijn nogal gammel. Ik geef zelf ijsdanslessen. De schaatsers worden be oordeeld op wat ze doen door een jury. Daar is vaak veel kritiek op. Maar het zijn wel deskundige juryleden, die werken volgens strakke richtlijnen. Als ik die procedure verge lijk met de gangbare se lectieprocedure is die vele, vele malen beter. Want er wordt ontzet tend veel geknoeid." „Bijvoorbeeld: de se lectiecommissie moet uiteindelijk een beslis sing nemen. Hoe gaat dat? Hoe zwaar wegen de stemmen bin nen de selectiecommissie? En als twee kandidaten uit de tests gelijk uit de bus zijn gekomen, wat gebeurt er dan? Het gevaar van gigantische beoordelings fouten bestaat. Het halo-effect bijvoor beeld. Iemand die er leuk uitziet, wordt sneller positief beoordeeld. Of het volg orde-effect. Als je twintig sollicitanten hebt, kun je je de eerste paar en de laatsten beter herinneren. Je kunt nog zulke fantastische tests hebben, maar die zaken moeten eerst op een rijtje worden gezet." Bovendien volstaat men volgens Moormann in de praktijk veelal met het afnemen van een enkele test, of slechts een paar tests, waardoor een incom pleet beeld van de sollictant ontstaat. Moormann: „Het kost de bedrijven geld, want dit sóórt methoden zijn zeer arbeidsintensief. Het liefst heeft men daarom een korte vragenlijst. Alleen wordt op die manier maar een deel van de persoon belicht. Helaas valt er toch een trend in die richting te bespeuren." In elkaar flansen Dat is ook de mening van drs. P. Melt- zer, produktmanager instrumentont wikkeling en onderzoek van RPD Advies Drs. P. Moerman, persoonlijkheidspsycholoog aan de Rijksuniversiteit in Leiden. in Den Haag. De voormalige Rijks Psy chologische Dienst, die in 1990 met het Advies Centrum voor Managements- ontwikkeling fuseerde, heeft nog steeds de overheid als belangrijkste klant. In middels adviseert RPD Advies echter ook talloze andere cliënten waaronder de KLM, V&D, de politie, de tuinders- bond en een aantal grote ziekenhuizen. Op het gebied van loopbaanbegeleiding en managementsontwikkeling, maar ook personeelsselectie. Meltzer: „Men vraagt ons soms een testje in elkaar te flansen, maar dat doen we natuurlijk niet vanuit onze beroepsethiek. Het ge beurt wel dat de potentiële klant daar door naar een ander stapt. Dat is onver standig. Het is vervelend voor de sollici tant en een bedrijf neemt op basis van zo'n in elkaar geflanst onderzoek mis schien mensen in dienst die niet vol doen. En neemt mensen die heel goed zouden voldoen juist niet aan." RPD Advies gaat in elk geval niet over één nacht ijs. Volgens drs. L. van der Poel, produktmanager psychologische advisering, is er sprake van een gedegen voorbereiding voordat daadwerkelijk met het psychologisch onderzoek wordt begonnen. „Er komt een vraag van een opdrachtgever: kun je van die en die persoon bekijken of hij geschikt is voor die en die functie? Dan hebben we eerst een gesprek met de opdrachtgever. Naar aanleiding daarvan worden de concrete functie-eisen vastgesteld. De wegingsfactor is daarbij enorm belang rijk: welke functie-eisen zijn het belang rijkst. Dan stellen we het onderzoeks programma vast." Vragenlijst Dat bestaat meestal uit intelligentietests (die drie aspecten met systematisch/logisch denken, telijk inzicht). Daarnaast is er een per soonlijkheidsonderzoekdat uit verschil lende onderdelen bestaat, zoals een vragenlijst. Daarin zitten vragen die meten in hoeverre kandidaten zich pro beren te conformeren aan wat zij den ken wat de norm is ('dat willen ze denk ik graag van me horen'). Men plaatst de sollicitanten aan de hand van die woorden op de zogeheten 'sociale v selijkheidsschaal'. Als ze daarop hoog scoren, wordt aangenomen dat de ove rige scores minder bruikbaar zijn. Kortom, het is voor de sollicitant moei lijk zich anders voor te doen dan hij is. Een interview met een gestructureerd karakter (met vragen die betrekking Privacy Om kort te gaan, een grote variatie aan opdrachten. Volgens Drs. M. Douben, directie-adviseur bij RPD Advies, wor den die echter doorgaans niet allemaal op de sollicitant losgelaten. „Je maakt een keuze. Een psychologisch onder zoek neemt doorgaans een dag in be slag. Voor zware managementsfuncties kan dat soms iets meer zijn. Maar zo is de^arantie dat je een betrouwbare uit spraak doet met een grote voorspel lingskracht groter." En hoe zit het met de privacy van de sollicitant? Meltzer: „Daar gaan wij heel secuur mee om. Wij zien er op toe dat de juiste procedu res worden gevolgd. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten geven we een geschiktheidsadvies over de kandi daat aan de opdrachtgever. De onder zoeksresultaten in détail geven we niet." Van der Poel: „Je moet je altijd reali seren dat er voor de sollicitant veel van afhangt. De kandidaat krijgt de moge lijkheid het advies eerst zelf ook te zien. Hij heeft het recht om te beslissen of het advies ook naar de opdrachtgever gaat. Bovendien kun je ook veel doen voor de sollicitant in de voorbereiding. Je kunt de mystiek die er nog steeds rond het testen hangt een beetje weg nemen. Je geeft de sollicitant vooraf schriftelijke informatie over wat hem te wachten staat. Zo is het minder ge heimzinnig." Douben: „Een psycholo gisch onderzoek is spannend, maar ob jectief." Maar geen tovermiddel. Dou ben: „Nee, je hebt natuurlijk ook nog de sollicitatiegesprekken en de referenties. Dat alles bij elkaar geeft een behoorlijk volledig beeld." hebben op zaken als assertiviteit, flexi biliteit, besluitvaardigheid en stabiliteit) maakt ook vaak deel uit van de proce dure! Verder kunnen onderdelen als de creativiteitstest, het schrijven van een brief, het schrijven van een verhaal over een eigen ervaring, en een zelfbeoorde- ling tot het programma behoren. Van der Poel: „Bijzonder aardig zijn de arbeidsproeven. De sollicitant wordt uitgenodigd het gedrag te vertonen dat straks gewenst is in zijn functie. Of neem de videotest. Op beeldscherm la ten we scènes uit werksituaties zien. Bijvoorbeeld een lastige klant, een ver velende medewerker, een boze baas. De sollicitant moet reageren. Zijn reactie wordt met een camera geregistreerd." Racistische scheldbrieven LEIDEN Hij is niet bij iedereen populair, dat wordt soms pijnlijk dui delijk. Vooroordelen over moslims zijn bijzonder hardnek kig, beseft hij. Dat hij meer begrip probeert de krijgen voor de leefwijze van islam-aanhangers, wordt hem duidelijk niet door iedereen In dank afgenomen: racistische scheldbrieven en boze telefoontjes zijn zijn deel. De Leidse professsor P.S. van Koningsveld blijft zich inzet ten voor de moslims in Nederland, daar kan geen brief wat aan veranderen. De onaangename epistels verdwijnen alle maal in een keurige map, hij doet er verder niets mee. Hij vindt het vervelend en zorgwekkend, dat wel. „Het Is duidelijk dat racistische denkbeelden In opkomst zijn in West-Europa. Als ik ergens een lezing geef, voor studenten of bedrijven bijvoorbeeld, worden die soms verstoord door ul tra-rechtse groeperingen. Ik krijg de laatste tijd hele vijandi ge reacties." „Ik ontvang vooral brieven als ik me bijvoorbeeld In een krant heb uitgelaten over moslims. Dat is akelig: de brieven zijn soms anoniem, soms onder een vals pseudoniem ge schreven. Mij bekruipt vooral een vervelend gevoel als die brieven niet per post zijn bezorgd maar in mijn postvakje hier op de universiteit zijn gelegd. Dan komt het wel heel dichtbij op een plaats waar Je het niet zo gauw verwacht." voor moslims. Ook zijn er uiteraard menu's zonder var kensvlees." Het onbegrip van collega's heeft soms vervelende ge volgen, vertelt de Leidse hoogleraar. „Als je alleen maar vijandige reacties krijgt, bijvoorbeeld omdat je als mos lim-vrouw een hoofddoekje draagt, is dat natuurlijk al lesbehalve prettig. Moet je je voorstellen dat ik hier bin nen de universiteit door collega's wordt bespot vanwe ge mijn kleding. Leuk is anders." „Die kleine dingen die een werkgever kan doen voor trouwe moskeegangers zijn belangrijk voor de sfeer en de motivatie van mensen in een bedrijf. Hier op de uni versiteit doen we er ook wat aan: er zijn bijvoorbeeld geen colleges islamologie op vrijdagmiddag. Een klei nigheid voor ons, maar voor een aantal mensen heel belangrijk." Leidse professor Van Koningsveld pleit voor wetgeving LEIDEN CAROLINE VAN OVERBEEKE De Marokkaan Ahmed S. werkt bij een groot bedrijf in Nederland: hij maakt alles goed schoon. Ahmed is moslim en dat betekent dat hij er andere gewoonten op na houdt. Gaan veel Nederlanders op zondag naar de kerk, voor Ahmed is het erg belangrijk dat hij vrij dagmiddag gedurende anderhalf uur de gebedsdienst in de moskee bijwoont Maar Ahmed durft dat niet te vragen, hij is bang dat zijn werkgever dat niet goed vindt. Werkgevers en werknemers moeten meer begrip krij gen voor de vaak moeilijke positie waarin ongeveer 30.000 religieuze moslim-werknemers in Nederland verkeren. Een goqd bedrijf zorgt dat het maatregelen treft vaak kleine ingrepen zodat Ahmed zijn gods dienst kan belijden. Dat betoogt de Leidse hoogleraar islam, professor P.S. van Koningsveld. „Ook de werkgevers zijn erbij gebaat om een klimaat te scheppen waarin de werknemer zich prettig voelt. Dat levert ze meer gemotiveerde arbeidskrachten op", aldus Van Koningsveld. Er zijn nog meer zaken die bijvoorbeeld in CAO's kunnen worden' geregeld, legt de Leidse professor uit. „Zo eten moslims geen varkensvlees. Toch een kleinig heid om in de bedrijfskantine ook eens wat anders op de kaart te zetten. Kaassoufflés komen op een gegeven moment je neus uit." Ook willen veel moslims graag een snipperdag nemen om het feest te vieren aan het einde van de vastenmaand, de Ramadan, en het offer feest. Net zoals Nederlanders graag vrij willen met Pa sen of Kerstmis. Van Koningsveld realiseert zich goed dat er nog veel onbegrip is tussen moslims en niet-moslims en dat sommige vooroordelen hardnekkig zijn. Maar het ligt hem aan het hart om meer begrip te "krijgen voor de leefwijze van moslims, ook op het werk. Daarvoor zijn wettelijke regelingen nodig, meent hij. „In een aantal bedrijven is men al goed bezigs in het Leidse Acade misch Ziekenhuis en het Diaconnessenhuis bijvoor beeld, is sinds kort een aparte gebedsruimte ingericht Hoogleraar islam, professor P.S. van Koningsveld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 29