Student viert in Leiden geen carnaval 'Het moet wel beschaafd blijven' Er loopt een streepje door mij heen Mannen dossen zich meer en meer uit als vrouwen Het Gesprek van de Dag ZATERDAG 20 FEBRUAR11993 CHEF WILLEM SPIERDIJK, C I 'Als je kinderlijk plezier hebt, wordt dat vreemd gevonden „De Leidse student viert alles, behalve carnaval", kla gen de verkopers van carnavalsartikelen. En het klopt als een bus. Of je nu Augustinus, Minerva, Quintus, SSR of Catena belt: ze doen 'er' niets aan. De zuiderlingen vieren het feest in hun geboortedorpen en de achterblijvers beginnen er niet aan in onze sleutel stad. Ook Augustinus heeft er na twee manmoedige po gingen met een punt achter gezet: als zelfs Wies Cavé niet voor een massale polonaise weet te zorgen, is er echt geen hoop meer. Bij Minerva kunnen bestuursleden zich niet herinneren ooit carnaval in de sociëteit te hebben gevierd. Waarom zouden ze ook? Wij westerlingen snappên het feest ge- I woon niet en kunnen er maar beter vanaf blijven. An ders krijgt het iets krampachtigs. Trouwens: de hoem pa-band van het huis staat net met carnaval in het zui den te piepen. Volgens een kritisch SSR-lid 'verlagen' studenten zich niet zo makkelijk tot 'kinderlijke feesten' als carnaval. „Ze laten zich niet zo makkelijk helemaal gaan, maar zoeken het meer in ingewikkelde dingen. Als je kinder lijk plezier hebt, wordt dat vreemd gevonden, niet geac cepteerd", zegt hij met enige spijt. Waar het aan ligt? De SSR-man ziet verschillende ver klaringen. De moderne student denkt kritisch, werpt drempels op tegen verbintenissen ("ook als het om vas te relaties gaat") of werkt liever aan zijn carrière. Op een elegant galabal leer je natuurlijk beter hoe je je moet gedragen in de hoogste kringen. Als iemand het anders ziet is het wel de Brabantse stu dent Victor Engbers. Steevast sleurt dit Quintus-lid een stelletje westerlingen mee naar zijn 1000 zielen tellende geboortedorp tussen Eindhoven en de grens met Bel gië. Zijn moeder leidt de kameraden in door ze bij het ontbijt een pilsje in de hand te drukken en in de kroeg zijn ze net zo welkom als de gemiddelde Zwetsdurper, zoals het oord de komende dagen heet. „Je moet wel willen meedoen. Als je gaat brallen, wordt het niets. Heb je ook geen plezier", zegt Engbers. Één maal dolden wat Brabanders een meegetroonde stu dent en tekende Engbers de historische woorden 'Het zit fout' uit zijn mond op: „Ik ben meteen gaan kijken en gelukkig was het maar een grapje". Na twee dagen houden de studenten het carnaval wel voor gezien: „Ze vinden het nogal slopend en het kost natuurlijk een hoop geld". Enge mannen Mooie vrouwen en enge mannen. Dat lijkt de nieuwste trend in de Leidse carnavalswinkels. Lijkt, want de tijd is voorbij dat we ons massaal in een carnavalspakje sta ken. We beperken ons tot valse wimpers, gebitjes, snor ren, hoedjes en petten. En een schminken dat we doen. Eenmaal opgetuigd gaan we naar het zuiden of trekken we ons terug in de dorpen rond Leiden: „Want in Lei den zelf leeft carnaval veel minder. Alleen een kleine, harde kern viert het nog", zegt Van Naerssen van feest artikelenzaak Paddenburg. Vooral de glibbers tussen 15 en 25 jaar vormen een verloren carnavalsgeneratie, weet hij. Bij Vroom en Dreesmann staan de carnavalsartikelen op een prominente plek: direct na de ingang aan de Breestraat. Op weg naar andere afdelingen, trekken veel mensen aan de pakken, maskers en toeters. Over de toonbank gaan vooral de kleinere zaken voor kleine „Want die vieren wèl massaal carnaval", heet het in de camavalshoek van De Waal speelgoed in de Burgsteeg. De jongens van nu hullen zich in Turtle- en Zorro-pak- ken, meisjes kruipen in de huid van lieveheersbeestjes, feetjes, clowntjes en prinsesjes. Hun moeders vallen vooral voor de nonnen-outfit van 50 gulden. Boerenkie len zitten nog steeds in het assortiment, al verkoopt Paddenburg er tientallen in plaats van de honderden uit hoogtijdagen. Hoewel de camavalvierder van nu minder grote zaken aanschaft, is de totale omzet rede lijk stabiel gebleven. Zeggen de middenstanders. Be dragen noemen ze niet. Hooguit laat een verkoper van Vroom en Dreesmann weten dat hij in zijn handen zal wrijven als zijn vestiging eentiende omzet van de broe ders in Maastricht. Maar daar is ook eenderde etage omgetoverd tot carnavalsland, tegen een gangetje hier... PAUL VAN DER KOOU Carnavalsverenigingen uit regio hebben er zin in Taaaraaaraaaboemdiejee...de dikke dominee! 'Wij vieren feest. Wij zullen niet verdorsten. En Jan die grijpt Mina van ach teren bij d'rschouders' Juist ja. Schuine liederen zingen, achter eikaars vrouw aan zitten en zuipen als een dragonder. Velen denken nog dat het daar alleen maar om draait tijdens carnaval. Zij hebben het bij het verkeerde eind. In onze regio wordt weliswaar uitbundig car naval gevierd, maar verenigin gen als de Leidse Hutspotten en de Alphense Cascarvieten hou den het beschaafd. Piet Lang- hout, ex-voorzitter van de Cas carvieten: „Voor alles is ge zorgd. Tijdens het boerenbal is er een professionele bewakings dienst met honden. Je weet maar nooit. Als die jongelui straks een pilsje teveel op heb ben. Als er ook maar een beetje onenigheid ontstaat, kan dat nu meteen de kop worden inge drukt." Gezelligheid kent geen tijd. „Nee", zegt Piet Langhout, die jarenlang voorzitter is geweest van de Alphense carnavalsvere niging De Cascarvieten, „het moet allemaal wel een beetje beschaafd blijven. Onze be schermheer is burgemeester Paats en bij dat soort mensen kun je niet met dubbelzinnige liederen aankomen. P. Langhout is directeur van Langhout Reizen', een Alphens bedrijf dat hij samen met zijn drie zoons runt. Het is opval lend hoe druk bezet de bobo's van het qarnavalswezen het hebben in de 'gewone' maat schappij. Hoe uiterst serieus ze ook zijn. Goede daden De Cascarvieten hebben elk jaar een eigen carnavalslied. In vori ge jaren werd er vooral op de actualiteit ingespeeld. De gif stort in de Coupépolder zorgde voor heel wat gein. Ook dit jaar heeft Langhout samen met zijn collega-feestneus René Rutten het carnavalslied voor zijn reke ning genomen. Op de wijze van 'Blonde Greetje uit de polder' wordt het lied 'Wie kent niet de Ook dit jaar hebben de Cascarvieten Piet Langhout (links) en René Rutten het carnavalslied voor hun rekening genomen. Cascarvieten' gezongen. De Fanghoutjes en de Ruttentjes zijn een avond of drie bij elkaar gaan zitten en dat leverde een lied op dat klinkt als een klok. De Cascarvieten hebben geen last van bescheidenheid, maar dat hoeft met carnaval ook niet. In het refrein wordt onbe schaamd verwezen naar de goe de daden. 'Voor de jeugd of de bejaarden/altijd staan ze klaar. Samen carnavallen/bijna dertig jaar.' Carnavalslied Cascarvieten Op de wijs van Greetje uit.de polder Refrein: Wie kent niet de Cascarvieten van het carnaval Gecostumeerd of Prinsenavond of van het Boerenbal Voor de jeugd of de bejaarden altijd staan ze klaar Samen carnavallen bijna dertig jaar Couplet: Je hoeft niet per se u t het zuiden te zijn 't carnaval goed te beleven Want hier in Castellum daar is het ook fijn met carnaval moet je je geven Dus zou je echt 'n keer uit willen zijn blijf dan maar gerust hier in Alphen aan den Rijn En komen de carnavalsdagen zou ik iedereen willen vragen Couplet: Artiesten in 't echt en artiesten playback zij weten de zaal te vermaken En ook onze gardes die zijn zeer in trek je zou in extase geraken En 't is pas compleet met de boerenkapel op zo'n carnaval amuseer je je wel Dus het zuiden dat kan je vergeten en ik zou wel eens echt willen weten Tijdens het gesprek heeft Lang hout het nogal eens over gardes. We hebben de indruk dat hij het over een soort pollepel heeft, maar het gaat hier om dansma riekes, u weet wel, die meisjes die de hele tijd hun bovenbe nen tegen hun neus aan probe ren te krijgen. „We hebben een vast lied maar daarnaast ook elk jaar een twee de lied, dat telkens verandert", zegt Langhout. „Dat is een beetje zo de traditie bij ons. Ik beschouw mezelf na zo'n vijfen twintigjaar carnavalservaring toch een beetje als mede-op bouwer van de club. Het bezoek aan de ziekenhuizen, het ver welkomen van de eerstgeboren baby tijdens carnaval ik hou daar van. Dat sociale trekt me. Samen met de Ruttens hebben we het zogenaamde Cascar- kwartet gevormd. Daarmee brengen we tijdens het carnaval ons lied. Ik hoop dat het weer net zo gezellig wordt als de laatste jaren. Het carnaval staat, onterecht vind ik, vaak in een kwaad daglicht. Laatst zei ie mand dat die en die gingen scheiden en dat zou dan te wij ten zijn aan het carnaval. Onzin natuurlijk, voor een scheiding heb je geen carnaval nodig. Na tuurlijk dansje op zo'n avond niet alleen maar met je eigen vrouw, maar het blijft allemaal vriendschappelijk. Ach, je moet de zon een beetje in het water kunnen zien schijnen." Hutspotten Ook bij de Leidse Hutspotten is het braafheid troef. Toch heb ben de Cascarvieten iets voor op De Hutspotten. Namelijk het carnavalslied. Bij de Hutspotten zingt men al meer dan 25 jaar op de wijze van het Chianti-lied de tekst: ,Ja, ja, de Hutspotten, de Leidse Hutspotten, wij vieren carnaval, ja hier en overal, de zorgen gaan op stal. Ja, ja de Hutspotten, de Leidse Hutspot ten, laat het een klapstuk zijn, wij houden van de gein, hutspot alaaf.' H. Kwik, een echte Leidse Huts pot: „Ja, wij doen al bijna 25 jaar met dit lied. Vaak wordt al leen het refrein maar gezongen. Het ligt makkelijk in het gehoor. We hebben wel eens een nieuw lied aangeboden gekregen, maar dat was toch een beetje te schuin. Maar als er iemand een goed lied heeft, houden wij ons aanbevolen." Ex-prins en ceremoniemeester Wim Dijkman heeft er al be hoorlijk zin in. Hij is al jaren lang een van de feestnummers bij de Alphense Cascarvieten. „Vooral het friihschoppen op de zondagmiddag vind ik hartstik ke gezellig. Dan trek ik mijn Le- derhose aan in combinatie met een boerenkiel. Dat kan anders nooit. Carnaval is gewoon een gezellig feest en heeft niets te maken met hoeren en snoeren. Het gaat om het gezellige mee deinen. Je bent even los van de zorgen." I love you lekker Daffie Zelf begeleiden met fluit en trommel Couplet: In 't Zuiden van ons land is heel wat aan de hand. Ja, straks, moet ome Frits nog met zijn petje door het land. Die EEG was nodig. Ach, gelooft u dat nou zelf. Ons kabinet een lachertje, 't Is net de Raad van Elfi Refrein: Fokker, DAF en Philips, ja, 't is allemaal niet best. Maar ach, met carnaval dan mag de geest weer uit de fles. We vliegen en we rijden en we gloeien lekker door. I love you lekker Daffie, met je fokkie op één oor. Couplet: Ja, op Schiphol draait heel de luchthaven haast dol. Want Fokker dat wordt Dasa. Mann, Ich hab' die Nase voll! Ach, ik wil naar de hemel toe in Nêerlands fabrikaat. De landingsflappen uit! O, jongens, blijft paraat!. Couplet: Mijn ome die rijdt nu al jaren in een mooie DAF, hij dendert langs de snelweg. Zo is rijden nooit een straf. Laatst zat-ie zo te huilen dat die DAF straks weg zou gaan. Ik zei: 'Kop op, m'n jong en zet je ruitewissers aan.' CEESVAN HOORE „Als je je onder normale omstandigheden omkleedt, ben je voor de maatschappij een raar figuur." foto's Drieënhalf tot vijf procent heeft gevoelens van travestie De laatste Halloweenviering in New York 31 oktober vorig jaar leek het even of er een nieuwe trend werd gezet. Tij dens de grote parade in de Vil lage was er nauwelijks een bat man op straat te ontwaren: op de talloze feesten bleek het ge halte mannelijke karikaturen uit The Monsters ook een stuk lager dan in voorgaande jaren. De mannen dosten zich liever uit als vrouw. En zo was de Big Apple vergeven van de (gele- genheids-Jtravestieten in plaats van monsters en demonen. Direct toegeven, Halloween is iets anders dan carnaval. Het is een overblijfsel van het oude Keltische feest Samhain, dat het einde van de zomertijd mar keerde en tegelijkertijd ook het nieuwe jaar volgens de Kelti sche jaartelling inluidde. Vroe ger werd op de 31 -ste oktober overigens de avond voor het katholieke Allerheiligen het vee op stal gezet en de laatste schoof koren binnengehaald. Om oogst en veestapel te be schermen tegen boze machten en demonen die tijdens de jaar wisseling opdoken, werd (naast minder onschuldige vormen van vermaak als vandalisme) stevig en verkleed feestgevierd. Hoe serieus? De verkleedpartijen van Hallo- ween zijn, anders dan de oor sprong van dit feest, juist wel weer vergelijkbaar met wat er tijdens carnaval in Nederland gebeurt. En aangezien New York vaak voorop loopt met trends, is de kans groot dat er tijdens de komende carnavals vieringen in Nederland steeds komen, die zich voor de gelegenheid als dame uitdossen. Maar hoe serieus zijn deze 'vrouwen voor één keer' wat betreft travestie? Volgens een woordvoerder van de landelijke organisatie Gay and Lesbian Switchboard zit geen travestiet er op te wachten dat travestie wordt vergeleken met de uitdossingen tijdens car naval. „Bij een travestiet kun je eigenlijk niet spreken van ver kleden", zegt hij. Maar het idee dat een aantal meinsen alleen tijdens carnaval dè gelegenheid hebben of durven te tonen dat ze travestiet zijn, durft hij wel te onderstrepen. Al heeft het ver schijnsel volgens hem in veel gevallen meer te maken met de geschiedenis van carnaval. „Tij dens de middeleeuwen was het bij carnaval al gebruikelijk om de rollen volledig om te keren." 'Mannen in vrouwenkleren' of andersom 'vrouwen in man nenkleren' tijdens carnaval is volgens hem overigens niet iets nieuws. „Ik kom uit het zuiden. Tien jaar geleden zag ik tijdens carnaval al travestieten lopen." Kwetsbare groep Een woordvoerster van de Werkgroep Travestie en Trans- seksualiteit onderdeel van de NVSHgelooft dat carnaval voor veel travestieten een extra dag is, dat ze zichzelf kunnen zijn. „Mannen, die zich in een rok of jurk hullen zijn een kwetsbare groep", zegt ze. „Als je je onder 'normale' omstan digheden omkleedt, ben je voor de maatschappij een raar fi guur. Vrouwen die zich als man kleden hebben daar overigens minder problemen mee. Die krijgen weinig of geen opmer kingen." „De maatschappij vergeet bij mannen echter voor het gemak dat er tienduizenden mensen zijn, die dergelijke gevoelens van travestie hebben. De maat schappij accepteert dat niet", zegt de woordvoerster, zelf een transsekSueel maar vroeger tra vestiet. „Onze werkgroep be staat 23 jaar en organiseert ie dere eerste woensdag van de maand een avond waar mensen zichzelf kunnen zijn. Maar ik denk dat ook veel travestieten carnaval aangrijpen en heel erg dankbaar zijn voor de gelegen - heid die ze dan extra krijgen. Met carnaval kan het gewoon. Zodra dergelijke hoogtijdagen voorbij zijn, moeten ze hun ge voelens weer wegstoppen Enorme ballonnen Ze laat zich niet uit over aantal len travestieten tijdens carnaval; ook niet over de verhouding tussen het aantal travestieten en mensen die zich voor een keertje verkleed hebben. „Aan tallen durf ik echt niet te noe men. Maar in zijn algemeen heid durf ik wel de bewering aan dat zo'n drieënhalf tot vijf procent van de bevolking ge voelens van travestie hebben.", zegt ze. Je kunt volgens haar wél verschil zien. „Je hebt mensen die stoppen een paar enorme ballonnen onder hun truitje, maar er zijn er ook die er echt werk van maken." ANNET VAN AARSEN Voor de diamantenzwendelaar die de cel niet inhoeft omdat hij niet tegen tralies kan. Er loopt een streepje bij mij door. Of zeg maar streepjes, want het is goed mis met mij. Als ik een stapje naar links doe, schuiven de streepjes naar rechts. Als ik een stapje naar rechts doe, schuiven de streepjes naar links. Dunne, verticale streepjes. Dat is toch niet normaal meer? Ze kijken mee over mijn schouder als ik een brief schrijf aan mijn vrouw. Ze schuiven aan als ik zit te eten. Ze huppe len over mijn voeten als ik loop te ijsbe ren. Ze zijn verdomme overal, wat ik ook doe. Vooral in de zomer is het erg. Wanneer de zon in alle hevigheid door mijn ka merraampje schijnt. Strepen worden gloeiende'poken die de haren op mijn armen schroeien. En mijn huid. Sissend zweet in diepe brandmerken. Ik probeer wanhopig de streepjes van mijn klamme voorhoofd te vegen en denk aan donkere nachten. Alleen 's nachts kom ik nog een beetje tot rust. Dan liggen de streepjes, dun en iel, rustig op mijn dekens. Dan zie ik het flauwe schijnsel van de maan. die als een fraaie oorbel boven de poort hangt. En zie ik sterren flonkeren als diamantjes. Helaas duren de nachten maar kort. Met de eerste zonnestralen zijn ze er weer. de streepjes. Als ik een stapje naar links doe, schuiven ze naar rechts. Als ik een stapje naar rechts doe, schuiven ze naar links. I lelp me. Ik word gek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 21