'Nooit geleerd om te koken' De rente hoogste bij de Nutsspaarbank 'In Katwijk is het nog Jan, Piet en Klaas' 'Instructeur heeft een brede rug...' CDA-opstel valt niet goed bij scholen Het Gesprek van de Dag Uor»obiJh *W te- VRIJDAG 19 FEBRUAR11993 -CHEF *MEiNDERT VAN DERK. Beste ouders van nu, is het dan echt zo moeilijk met een fat soenlijke naam op de proppen te komen? Bent u soms uw ver stand verloren? Je zou haast zeggen van wel. Een onderzoek je van het NIPO doet in elk ge val vermoeden dat jullie volko men de kluts kwijt zijn. Dat jul lie je zoontjes tegenwoordig het liefst Stefan, Michael of Mark noemen en nog maar zelden Hans of Wim. En jullie dochters Kelly, Denise of Lisanne, terwijl oma's roepnaam Alie is. Klopt het beeld dat het NIPO schetst? Heet alleen de stier dan nog Herman? En het paard Mein- dert? G. Wolvers, ambtenaar van de burgerlijke stand in Leiden, heeft geen flauw idee. „Daar durf ik geen zinnig woord over te zeggen. Ik heb er geen goed beeld van. Er zijn Nederlandse en buitenlandse namen, maar hoe de verhouding precies ligt? Per jaar worden hier zo'n drie duizend baby's aangegeven. Ik zal echt onderzoek moeten doen, wil ik u antwoord kunnen geven. Als u dat wilt, kunt u een briefje schrijven." Nou nee, laat maar. Dat lijkt ons te tijdrovend. Alphen aan den Rijn dan maar gebeld. Een ambtenaar met de veelbeloven de naam Robertus Gerardus Maria (roepnaam Robèr) van der Hulst staat ons te woord. Maar helaas. „Baby's die zijn vernoemd naar opa en oma, kom je steeds minder tegen. Het zijn tegenwoordig vrij veel Engelse namen. De mensen gaan zoeken hè. Bekijken bij voorbeeld de aftiteling van En gelse series. Dan krijg je namen als Dylan en Darren. Welke naam favoriet is? Dat is moeilijk te zeggen. Kevin is een tijdje in geweest. Mijn zoons heten bij voorbeeld Kevin en Mitchell. Als er nog een derde kind komt, zal het ook wel een Engelse naam worden." We hebben onze hoop op Kat wijk gevestigd. Daar weet men toch nog wel hoe het hoort? „Ja, hier wordt nog vrij veel ver noemd", zegt Jan Jonker van de burgerlijke stand. „In Katwijk is het nog steeds Jantje, Pietje en Klaasje, zal ik maar zeggen. Een naam als Stefan? Die komt hier niet zo veel voor. Ik wil wel even voor u kijken naar de lijst van vorig jaar...Eh, Bregje, Daisy, Nathalie, een paar Jacoba's, Pa trick, Roy, Gerrit, nog een Roy, Jan, Johannes...Van alles wat, kun je zeggen. Ook hier veran dert het dus langzamerhand. Vroeger had je bijna alleen nog maar Hollandse namen." En meneer Jonker zelf, hoe kijkt hij tegen de veranderingen aan? „Het maakt mij persoonlijk niet uit. Iedereen moet het voor zichzelf weten Heeft meneer Jonker zelf soms kinderen, en zo ja, hoe heeft hij ze genoemd? „Ik heb drie zoons: Kees, Pieter en Jaco. Ze zijn vernoemd naar mijn vader, mijn schoonvader, en Jaco naar mij en mijn vrouw. Het is een samentrekking van Jan enCoby." Kijk, beste ouders v willen we horen. HERMAN JOUSTRA Onderzoek wijst uit: vrouw draait op voor huishouden Neem nu het echtpaar Kemer-Schellingerhout. Zij', Carla Schellingerhout, is wethouder (CDA) in Leiderdorp. Haar echtgenoot, Bart Kerner is een hoge ambtenaar bij de ge meente Den Haag en voormalig raadslid voor de WD in Leiderdorp. Zij doet naar haar eigen schatting zo'n 60 procent van de huishoudelijke karweien die overblijven na het bezoek van de interieurverzorgster. Hij neemt de overige 40 procent voor zijn rekening. Dat komt op het eerste gezicht in de buurt van de uitkomsten van een onderzoek waaruit blijkt dat de vrouw ondanks emancipatiegolf nog steeds de- geen is die voor de huishoude lijke klusjes opdraait. Doet de man betaald werk en zij niet, dan besteedt zij 41 uur per week aan het huishouden en hij 6 uur. Werken zij beiden dan ligt de verhouding 29 om 8 acht uur. Ook wanneer beiden niet werken slooft zij ook het meest: Carla Kemer-Schellingerhout: 60 procent van het huishoudelijk werk. foto wim dijkman 42 c 112 u Toch herkent Carla Schellinger hout zich niet in het door het onderzoek opgeroepen beeld. „Ik werk toevallig in de plaats waar ik woon. Het is voor mij veel gemakkelijker om aan het eind van de dag nog een paar boodschapjes te doen en bij voorbeeld alvast aan het eten te beginnen. Bart is altijd nog een tijdje onderweg. Daar komt bij dat ik een dag in de week thuis werk." Sinds het huwelijk, dat vier jaar geleden in Leiderdorp nog een heuse rel veroorzaakte omdat zij een verschillende politieke richting aanhangen, hebben zij thuis wel een vaste werkverde ling. Zij strijkt het wasgoed en hij maakt de badkamer schoon. Zij kookt doordeweeks en hij in het weekeinde. Zij doet meestal de boodschappen en hij ver richt de technische karweitjes zoals het verwisselen van elek trische snoeren. Zij is kortom niet ontevreden over de verdeling in huize Ker ner. „Ik denk dat het een ver schil maakt of een man op zich zelf heeft gewoond vóórdat hij trouwt of gaat samenwonen. In dat geval heeft hij dus al alles zelf moeten leren en zelf moe ten doen. Wanneer dat bij Bart niet het geval was geweest, dan had ik hem dat alsnog geleerd. Ik had hem duidelijk gemaakt dat ook een man bepaalde ta ken moet uitvoeren. Maar Bart is niet het type die daar proble men over maakt, want anders was ik denk ik ook niet op hem gevallen." Volgens het onderzoek gaat het met de goede voornemens vooral fout op het moment dat de kinderen komen. Die worden nog steeds opgevoed door hun moeder. En éls de man dan eens wat met de kinderen doet, dan zijn dat de leuke dingen: uitstapjes en spelletjes. En de vrouw? De vrouw die zorgt. Toch lijkt ook de komst van een kind, nu een half jaar oud, het verdelingspatroon tussen de Kernertjes niet te veranderen. De Eminent-rekening geeft u een bijzonder hoge rente, zonder dat u uw geld hoeft vast te zetten. oor meer informatie gratis Telebank: 06-0331. Op werkdagen van 9.00 tot 21.00 uur en op U kunt altijd vrij over uw geld beschikken, zonder terdag van 10.00 tot 13.00 uur. Of Joop binnen bij t opnamekosten. Eerste inleg minimaal f 25.000,- kantoren. nutsspaarbank 5 graag gedaan Bart gaat namelijk gebruik ma ken van de ouderschapsverlof- regeling die de gemeente Den Haag heeft. Haagse ambtena ren, vaders en moeders, kunnen voor een half jaar voor 50 pro cent werken. „Nu blijft Bart in de periode maart-september een dag in de week thuis om voor onze baby te zorgen. Zijn drukke baan mag geen excuus zijn om niet op te draaien voor de opvoeding." Ook de gemeente Leiderdorp kent sinds kort een dergelijke regeling voor ambtenaren. De ouders die daarvan gebruik ma ken krijgen 75 procent van hun salaris doorbetaald. Tot nu toe hebben twee ambtenaren daar gebruik van gemaakt. Personeel bij het Motorhuis heeft ook mogelijkheden om vormen van ouderschapsverlof te nemen. Directeur Laman: „Ik sta heel positief tegenover men sen die vrij willen hebben om hun kind te verzorgen. Ik vind het prima wanneer mensen op parttime-basis bij ons gaan werken. Wij hebben verschillen de functies over twee mensen verdeeld. Het enige uitgangs punt dat ik hanteer is: als de klant maar wordt geholpen. Wanneer wie aanwezig is kan mij niet schelen, dat lossen zij maar onderling op." Laman gaat echter niet zo ver om in het geval van ouder schapsverlof ook het salaris voor een deel door te betalen. „Dat vind ik onrechtvaardig te genover de mensen die wel de hele week moeten werken. Mensen kiezen tegenwoordig uit vrije wil voor een kind, dan moeten zij er ook de conse quenties van dragen. Dat zij tij dens de eerste levensjaren van hun kind minder willen werken is voor het bedrijf niet optimaal, maar vind ik een redelijke eis." De bijdrage aan het eigen huis houden van Laman is zeer ge ring, zo moet hij bekennen. „Wij hebben drie opgroeiende Idnderen en dat vinden mijn vrouw en ik het belangrijkste. Wij hebben er dus samen voor gekozen dat zij thuis voor de kinderen zorgt. Waarom ik dat niet doe? Wanneer het mogelijk zou zijn om naast mij nog een tweede directeur aan te nemen, zou ik er wel voor te porren zijn om een deel van de opvoeding op mij te nemen. Daar heb ik geen moeite mee, integendeel zelfs." Doordeweeks gaat Laman vroeg de deur uit om pas in de avond terug te keren. Hij maakt naar schatting een werkweek van 60 uur. Dus blijft zijn bijdrage aan het huishouden van huize La man beperkt tot wat bezighe den in het weekeinde. „Ik kan nog net een ei bakken, dus ko ken wordt niets. Dat heb ik nooit geleerd. Nee, het komt er altijd op neer dat ik dan de plee schoonmaak." MEINDERT VAN DER KAAL) Agressie automobilist valt mee In zijn rijdende burcht van blik voelt zelfs het meest bedeesde burgermannetje zich tegen woordig onaantastbaar. Het le ger van brutale pedaalridders groeit met de dag. Files? Geen probleem, er is altijd nog een vluchtstrook. Trage medeweg gebruikers? Die gunnen we een rustpauze in de zachte berm. Jaja, de moderne automobilist heeft geen manieren meer, be halve slechte. Dat blijkt uit een onderzoek van het Verkeers kundig Studiecentrum van de Rijksuniversiteit Groningen. Uitgevoerd in opdracht van de ANWB die na het vernemen van de resultaten prompt een lan delijke actie aankondigde tegen agressie op de weg. Heeft dat zin? Katwijker Cees van der Plas, die als BMW-dea- ler dagelijks op de weg zit. heeft daar zo zijn twijfels over. Er is nauwelijks sprake van agressie, vindt hij. „Ach, de mensen zijn wel eens heetgebakerd. Druk ken op de claxon als je niet snel genoeg optrekt. Maar dat noem ik geen agressief gedrag. Wèl als ze uit de auto springen en ie mand te lijf gaan. Dat laatste komt gelukkig nog niet voor in de top tien 'daden van agressie in het verkeer' van de ANWB. „Wat dan wel?" We lezen Van der Plas een stukje voor. Hij reageert gelaten. .Als iemand over de vluchtstrook wil rijden moet hij dat zelf weten. Snijden en bumper aan bumper rijden? Hmm, dat zou je agres sie kunnen noemen. Maar door rood rijden niet. Dat doen we we allemaal toch wel eens?" Ge ven we maar geen antwoord op. Onze verzekeringsagent zou toevallig eens mee lezen. Jan Willem Cox, vertegenwoor diger van Mercedesdealer L1AM in Leiden, hoeven we niets meer te vertellen. Hij heeft het nieuws al op de radio gehoord. „Heel overdreven allemaal. Agressie is een groot woord. Waar ik me wel aan erger, is het feit dat er zo verschrikkelijk slecht auto wordt gereden. Met honderd op de derde baan van een vierbaansweg rijden bij voorbeeld, terwijl de twee ba nen rechts helemaal vrij zijn. Of met de mistachterlichten nog aan terwijl het zonnetje schijnt." Dat is nog geen reden om uit je vel te springen, laat staan uit de auto, vindt Cox. „Welnee. Laat iedereen elkaar respecteren. En probeer je gewoon aan de regels te houden, dan is er niets aan de hand. Als iemand anders dan tóch boos wordt, dan denk ik gewoon: die heeft slecht gesla- et zijn vrouw ge pen c had.' Op naar de echte slachtoffers dan maar. De rij-instructeurs bijvoorbeeld? Want hoe je het ook wendt of keert, voor veel automobilisten zijn lesauto's toch de trutten van de weg. Jon Kardolus, eigenaar van rijschool Noordzee met vestigingen in Leiden en Delft, heeft in zijn carrière de nodige ervaring op gedaan met wegpiraten. „Schei uit meneer. Ik heb mijn portie wel gehad. Aan dat lesbord, die 'L', is nu eenmaal een bepaald imago verbonden. Al zit je al leen in de auto, men moet en zal je voorbij. Dan is het snijden en douwen. Ook al rij je met honderd door de stad. Eh...bij wijze van spreken natuurlijk. In elk geval haal ik het bord er af voordat ik alleen met de wagen op stap ga." Zo diep zijn we dus al gezort- ken. En niet alleen in het ver keer. Volgens Kardolus is er sprake van een algemeen maat schappelijk probleem. „Als rij- instructeur kun je er verder wei nig meer aan doen. We leiden mensen op. maar zodra we ze loslaten doen ze toch wat ze zelf willen. Het toezicht is weg. Men is anoniem in een auto. Men voelt zich veilig en gaat rare dingen doen. Totdat ze de auto uitgetimmerd worden." Pardon? „Ja, rij-instructeurs hebben een brede rug en zijn vrij immuun voor allerlei peste rijtjes. maar soms houdt Mt na tuurlijk op. Bij mij zijn de stop pen ook wel eens doorgeslagen. Een vent reed het ene moment naast me en wees op zijn voor hoofd. Het volgende moment reed hij voor me en trapte steeds op zijn rem. Toen reed hij weer naast me, enzovoort. Dat deed hij wel een kwartier lang. Tsja, toen heb ik schade opgelopen, want ik zette mijn vent aan. Ik heb hem toch mooi te pakken gekregen." Moet je trouwens mee oppas sen met dat soort acties, weet Kardolus. „Ja, want het tele foonnummer van de rijschool staat op de wagen. Of ze note ren je nummerbord. Je kunt nog geen wijsvinger omhoogsteken of ze hangen al aan de tele foon." HERMAN JOUSTRA aprl^'a'w,,tc*' we**ebruj Een opstelwedstrijd onder de schooljeugd breekt het CDA aardig op. Toen de PvdA van het idee hoofde, riep ze direct dat de partij van Lubbers zondigt tegen de onge schreven wet dat politieke organisaties ver van scholen blijven. Leidse schooldirecteuren zijn het daar hart grondig mee eens. Of, zoals directeur me vrouw Volmer van de openbare basisschool De Meerpaal het zegt, „Ik vind het heel kwalijk dat het CDA zich op deze manier in de picture speelt". Directeur Klaassen van de rooms-katholieke Zonnewijzer vindt de stunt zelfs een beetje goedkoop, zeker als hij naar de prijzen kijkt. De winnaars mogen naar het Binnenhof ko men en de directeur zegt cynisch dat de kinderen daar héél blij mee zullen zijn: „Want daar hoef je helemaal geen prijs vraag voor te winnen. Daar je kun je zó ook naar toe. Ik ben er laatst nog met een klas geweest." Collega-directeur Castelein van de openba re basisschool De Burggraaf heeft vooral moeite met het tweede deel van de prijs: publicatie van de leukste opstellen in een jubileumboekje van het CDA: „Dat geeft de opdracht helemaal een kleur". En daar zit ten de scholen bepaald niet op te wachten. Natuurlijk, met verkiezingen of Prinsjesdag willen de basisscholen best aandacht beste den aan politiek: „Maar dan hebben we het over alle politieke partijen en niet over een enkele", zegt Volmer. „Bovendien sluiten we dan aan op de actualiteit", zegt Klaas sen. Nu vindt hij het thema er wat bijhan gen en verwacht hij niet dat het ook maar een kind zal motiveren. „Volwassenen zijn al niet zo gemotiveerd. zouden kinderen zich dan wel aangesproken voelen? Nee, wij doen liever mee met een actie om Poolse kinderen va kantie te laten vieren in Nederland. Of neem nou Joegoslavië, daar willen we graag wat aan doen. Dat kunnen de kinderen vat ten. Dat is echt een goed doel". Kortom, de leerlingen van groep acht hoe ven zich niet massaal te buigen over het thema van het opstel: 'Wat zou ik doen als ik minister-president van Nederland zou zijn?' En diep in haar hart vindt mevrouw Bakker van de Merenwijkschooi dat een beetje jammer: „Toen ik de brief kreeg dacht ik: 'bëst leuk. maar het klopt niet he lemaal'. Dit is en beetle ÉAm lame, .ii hoeft de minister-president natuurlijk niet van het CDA te zijn". PAUL VAN OER KOCHJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 23