ïi
Het ware
leven van
Salman
Rushdie
D
ZATERDAG 13 FEBRUAR11993
D
N K W I J
R
HUNTER DAVIES THE
Morgen precies vier jaar geleden verklaarde de Iraanse
ayatollah Khomeiny de Brits-Indiase schrijver Salman
Rushdie vogelvrij, door de fatwa, ofwel de doodstraf, over
hem uit te spreken. De auteur zou in zijn roman De Dui
velsverzen de islam en zijn profeet Mohammed ernstig
hebben beledigd, waardoor het volgens Khomeiny de hei
lige opdracht van iedere moslim ter wereld zou zijn om
Rushdie te doden. Sindsdien leeft de schrijver onder
gronds, balancerend tussen hoop en vrees. Het ene mo
ment overheersen de angst en de depressies, het andere
moment zoekt Rushdie actief de steun die een eind aan
zijn beproeving kan maken. Tijdens een van zijn zeldza
me uitstapjes ging de schrijver, in gezelschap van zijn
lijfwachten, lunchen bij Independent-columnist Hunter
Davies. De weerslag van een vijf uur durend gesprek.
'Ik ben de crimineel
niet. De misdaad is
tegen mij gepleegd.
|-C aad eens wie er komt lunchen? Ik
H moest het mijn vrouw wel vertel-
JL. ^^len, want wat zou ze hebben ge
dacht als opeens die bebaarde, bebrilde
knaap met wijkende haargrens voor de deur
had gestaan? Plus drie gewapende zware jon
gens. Oh nee, zegt ze, wat moet ik dan ka
ken? Maak je geen zorgen, zeg ik. Salman eet
alles, zo blij als hij is dat hij even naar buiten
kan en iets behoorlijks te eten krijgt. Nee,
zegt ze, de zwaargewichten. Eten ze met ons
mee. of eten ze broodjes in de keuken? Pro
blemen, problemen.
Een jaar of tien geleden heb ik al eens met
Salman Rushdie geluncht, en ik herinner me
zijn humor, zijn krachtige verteltrant, zijn
zelfspot. Niet het beeld dat het grote publiek
van hem heeft.
Een klop op de deur en de eerste zware
jongen is er. Hij komt binnen en controleert
onze benedenverdieping. Vervolgens haalt
hij zijn walkie-talkie tevoorschijn en begint
hij met zijn maat, ergens in de gepantserde
Jaguar, te praten. Dan opent hij de voordeur
en wacht.
Salman wordt snel naar binnen geschoven.
Een beetje dikker geworden in tien jaar, maar
zijn we dat niet allemaal. Hij ziet er-wat moe
uit. Hij heeft het de afgelopen maanden dan
ook erg druk gehad, sinds hij is begonnen
met reizen en zich beschikbaar houden voor
de media, wetende dat zij hem ruimte zou
den willen geven ter gelegenheid van de vier
de verjaardag van de fatwa, morgen op Va
lentijnsdag. Om hem daarna waarschijnlijk te
vergeten. Dat was zijn probleem, de afgelo
pen vier jaar, om zijn naam in de aandacht
van het publiek te houden.
„De eerste anderhalf jaar heb ik me rustig
gehouden, op advies van Buitenlandse Za
ken. Zij hoopten dat de opschudding wel zou
overwaaien als mijn zaak uit de kranten zou
blijven. Toen mocht ik natuurlijk van
wege de gijzelaars niets zeggen wat hun situ
atie zou kunnen verergeren. Het heeft vier
jaar geduurd voor het tot de regering was
doorgedrongen dat die zachte aanpak niet
werkte. Zwijgen is altijd de verkeerde manier.
Het spijt mij dat ik mijn mond zo lang heb
gehouden. Daardoor kon de andere kant de
agenda bepalen. De wereld sprak over hen en
hun dreigementen, niet over
mijn roman. De afgelopen weken
is het Britse beleid plotseling ver
anderd. Staatssecretaris Douglas
Hogg van buitenlandse zaken
heeft hulp beloofd en hij is het er
mee eens dat het het beste is de
zaak veel aandacht te geven."
Hij werd 45 jaar geleden gebo
ren in Bombay. Islamitische ou
ders, maar niet streng, vader een
welvarende zakenman, grote
anglofiel, opgeleid in Cambridge.
Salman, zijn enige zoon, ging
naar Rugby, vervolgens naar
Cambridge. In Rugby was hij on
gelukkig. De mensen schreven
'Ga naar huis, bruinjoekels' op
de muur. Na Cambridge, waar
hij het naar zijn zin had, werkte
hij voor een alternatieve theater
groep. daarna in de reklame. Gaf
dat allemaal voor het schrijven,
toen zijn eerste roman uitkwam.
Eigen schuld
De omslag in het Britse beleid
ten aanzien van zijn zaak heeft
twee redenen. Ten eerste zijn ei
gen campagne, geleid door Arti
kel 19, de Britse anti-censuuror-
ganisatie, waarbij negen landen zijn bezocht
om steun te vergaren bij buitenlandse rege
ringen. „Ik vind het prettig om te denken dat
dit doorslaggevend is geweest, maar waar
schijnlijk vlei ik mezelf daarmee." Op de
tweede plaats zijn de Irattiërs zich weer
slecht gaan gedragen. „Ze dreigen niet alleen
maar mij te vermoorden. Zij hebben de
laatste tijd drie mensen gedood, onder wie
een Turkse journalist. De wereld erkent nu
dat Iran harder moet worden aangepakt."
In de Verenigde Staten, Canada, Skandina-
vië en overal elders waar hij ontmoetingen
had met functionarissen en toespraken hield,
haalde hij de voorpagina's, maar thuis
schreef de pers geen regel. „Ik begrijp het
niet. In Groot-Brittannië hebben schrijvers
niet dezelfde status. Misschien is men in
Groot-Brittannië de kwestie moe. Ik weet het
niet, zeg jij het maar."
Het zou persoonlijk kunnen zijn, Salman,
racistisch zelfs. Er zijn er nog steeds die vin
den dat je niet één van ons bent, en sommige
mensen vinden dat het voor een deel je eigen
schuld was...
Diepe zuchten, een vermoeide blik, dus ik
maak de eerste fles open. De zwaargewichten
weigeren alle drank of eten. „Wij eten of
drinken niet in diensttijd", zegt een van hen,
„Dat houdt ons alert en scherp. Doe maar
alsof we er niet zijn." „Hoe had ik kunnen
weten wat er zou gebeuren?", zegt Salman,
„Is iets dergelijks in de hele geschiedenis ooit
eerder gebeurd? Je zou me voor krankzinnig
hebben gehouden als ik je op de dag van de
publikatie had gezegd dat ik met de dood zou
worden bedreigd, en dat degene die me zou
vermoorden zou worden beloond met twee
miljoen pond, alleen maar vanwege mijn
boek."
Ik ben schrfjver
Maar je hebt een islamitische achtergrond. Je
wist van de extremisten.
„Ik wist dat de mullah's niet gecharmeerd
zouden zijn, maar ik schrijf niet voor het ge
noegen van de mullah's. Vergeet niet dat
Schaamte (zijn derde roman) een prijs heeft
gekregen in Iran. Een roofdruk, overigens,
waarvoor ik nooit royalty's heb gekregen. Het
is de taak van een kunstenaar om heilige
huisjes omver te schoppen, om een afwijken
de mening te geven. Culturen kunnen niet
stil blijven staan. Ik had verwacht dat een
paar mullah's beledigd zouden zijn, me zou
den uitschelden, en dan had ik mezelf in het
openbaar kunnen verdedigen. Daarop was ik
voorbereid."
Keek je er zelfs naar uit?
„Ik zei dat ik was voorbereid, dat is alles.
Kijk, ik word doodziek van al die mensen die
zeggen dat ik het had moeten weten. Iets
dergelijks had ik eerlijk niet verwacht. Het is
een roman waarin juist het westerse materia
lisme wordt gehekeld. De toon is komisch.
Alle aanvallen zijn gedaan door mensen die
het boek niet hebben gelezen. Als ze het boek
zouden lezen, zouden ze zien wat ik probeer
de te zeggen."
Maar realiseerde je je als intelligent mens
met een islamitische opvoeding niet dat de
aanvallen zouden komen van mensen die het
boek niet hadden gelezen?
„Wat jij zegt is dat ik het boek niet had
moeten schrijven. Ik ben schrijver. Ik schrijf
boeken. Anders ga ik dood."
Ik leg uit dat ik hem alleen maar voorleg
wat anderen, onder wie schrijvers en politici,
hebben gezegd. „Het is een merkwaardige
omkering. Ik ben het slachtoffer van religieu
ze vervolging, maar toch zijn
zeggen dat ik de oorzaak ben van mijn eigen
vervolging. Als ze willen denken dat ik mijn
eigen kanker heb bedacht, of dat ik de publi
citeit zoek of een schandaal veroorzaak om
meer geld te verdienen, wat kan ik dan nog
zeggen? Ik ben de crimineel niet. De misdaad
is tegen mij gepleegd."
Jaren van de laag
Er zijn twee dieptepunten geweest in de vier
jaren van zijn, ja, hoe noemen we dat? Je zit
niet in de gevangenis, je bent geen gijzelaar.
„Ik heb daar geen naam voor. Soms denk
ik: 'sinds ik ondergronds ging', of 'voor de Ja
ren van de Plaag Het ergste was het toen
hij zei dat hij in de islam geloofde, en dat la
ter herriep. Niemand heeft me gesouffleerd,
zegt hij. Hij dacht dat het een vredelievend
gebaar was, om de gewone moslim te laten
weten dat hij één van hen was. „Ik was een
dwaas. Ik was erg depressief. Ik betreur geen
van mijn woorden of daden, behalve dat."
De andere klap in zijn ondergrondse be
staan kwam na vijf maanden, toen zijn tweè-
de vrouw, Marianne Wiggins, die samen met
hem ondergedoken zat. tevoorschijn kwam
en hem ervan beschuldigde laf en door zich
zelf geobsedeerd te zijn. „Zij moet leven met
wat ze heeft gezegd. Ik ga niet met modder
teruggooien." Maar het huwelijk was volgens
alle berichten al niet optimaal?
„Ze was geen steun toen ze bij
me was. In mijn eentje was het
beter."
Alleen zijn moet zeker de ergste
ontbering zijn, met name voor
iemand die zoals jij houdt van
feestjes, roddels en gesprekken.
„Vergeet niet dat ik ook schrijver
ben. Ik was er aan gewend de he
le dag alleen te zitten. Het ver
schil is dat ik nu niet 's avonds
kan uitgaan om me te amuseren.
Wat ik het meeste mis is mijn
vrijheid. Ik heb er genoeg van om
voor alles wat ik wil doen toe
stemming te vragen, zelfs om
naar de WC te gaan."
Toch slaapt hij goed, heeft hij
geen nare dromen, maar als hij
wakker wordt, denkt hij nooit
een moment dat dit allemaal niet
is gebeurd. „Zelfs mijn onderbe
wustzijn doet niet alsof." Hij
staat om negen uur op, zet koffie,
hij kookt alles zelf. meestal diep
vries, waarvoor hij één van de
zwaargewichten met een bood
schappenlijstje wegstuurt, drie
dagen vooruit. In vier jaar tijd is
hij maar één keer in een winkel geweest, om
kleren te kopen. Hij mist zijn nu 14-jarige
zoon uit zijn eerste huwelijk deerlijk, maar hij
spreekt hem bijna dagelijks over de telefoon.
Om half elf begint hij te schrijven.
Doodskist
De afgelopen vier jaar is hij op grofweg vijftig
verschillende plaatsen geweest. Van moment
op moment, van dag tot dag, vreest hij niet
voor zijn leven. Dat is de zorg van de veilig
heidsmensen. De hele operatie kost ongeveer
een miljoen pond (2,65 miljoen gulden) per
jaar. Hij draagt zelf 100.000 pond per jaar bij.
Ik suggereer dat dat voor de huur is. voor le
vensonderhoud, maar dat wil hij niet zeggen,
dat kan een aanwijzing zijn.
Als hij verhuist, wat hij regelmatig doet.
neemt hij'dezelfde paar dingen mee: een
klein zilveren blokje met daarop de kaart van
India vóór de deling, dat hij van een vriend
van zijn vader heeft gekregen: een klein Haï-
tiaans primitief schilderij, gekregen van een
vriend; een home-trainer, en een Apple Mac.
Slecht één keer in die vier jaar heeft hij me
dische verzorgi/ig nodig gehad: hij moest
naar het ziekenhuis om een verstandskies te
laten weghalen. I lij kwam er later achter wat
de zwaargewichten van de Special Branch
zouden hebben gedaan in het geval hij zou
zijn ontdekt: zij zouden hem verdoven, in
een lijkezak stoppen en in een doodskist naar
buiten brengen. Er zijn voortdurend andere
zwaargewichten. Veel van hen worden vrien
den.
Hij is halverwege een roman, die The
Moor's Last Siglt gaat heten, wat verwijst naar
de verdrijving van de Moren uit Granada in
1492. Oh, Salman. Salman, doe het niet weer.
„Ik ga me geen zelfcensuur opleggen, maar
maak je geen zorgen. Het is een moderne ro
man. De verwijzing naar de Moren slaat op
een schilderij, waaraan één van de romanfi
guren werkt."
Hij heeft een dagboek bijgehouden, een
verslag van zijn gedachten en gebeurtenis
sen, dat hij op een dag hoopt te publiceren.
„Ik had nooit gedacht dat ik een autobiogra
fie zou schrijven, maar wat mij is overkomen
is zo vreemd, om zo in het centrum van de
storm te zitten. Ook wil ik de vrienden be
danken die me hebben bijgestaan en me
hebben geholpen, me steun hebben gege-
Zijn drie zussen, van wie er één in Enge
land woont, wil hij niet in de zaak betrekken.
Zijn vader is dood, maar zijn moeder leeft
nog en woont in Pakistan. „Iedereen weet
waar ze woont, weet wie ze is. maar in die
vier jaar heeft ze nooit een onvertogen woord
gehoord of vervelende telefoontjes gekregen.
Dat bewijst dat dit hele gedoe is bekokstoofd
door de mullahs, in elk islamitisch land de
meest gehate personen."
Eigen hoekje
Waar zal het allemaal toe leiden? Er was een
tijd waarin werd gezegd dat de fatwa nooit
zou kunnen worden herroepen. Nu is duide
lijk geworden dat dat om redenen van natio
nale veiligheid wél zou kunnen. „Dat was al
lemaal onzin. Iran wordt bestuurd door een
religieuze, fascistische dictatuur. Daar, dat
zijn woorden die ik vier jaar geleden niet zou
hebben mogen gebruiken. Als er genoeg in
ternationale druk op hen wordt uitgeoefend,
veranderen ze alles. Ik hoop dat Douglas
Hurd (de Britse minister van buitenlandse
zaken, red.) mijn zaak nu voor de Raad van
Europa brengt. En één van de buitenlanden
die ik heb bezocht brengt de kwestie voor het
InternaiionaleGercchtshof."
„Ik voel me nu beter dan de afgelopen vier
jaar. Nee. ik denk niet dat ik aan het winnen
ben. Mijn leven is kapotgemaakt. F.n dat is
het nog steeds. Alles wat ik nu doe, is het be
vechten van mijn eigen hoekje."
LUUTJE NIEMANTSVERDRIET
Salman Rushdie, for
O REUTER JOHN HRY-
NIUK
Het vonnis van niet-goed-genoeg
De vooraanstaande gezinstherapeute Virginia Satir
gaf ooit de volgende illustratie van het soort krank
zinnigheid, zoals ze dat noemde, waarin velen van
ons opgroeien. Stel je eens, zei ze, de volgende scene
voor tussen een kind, een moeder en een vader. De
ongelukkige uitdrukking op het gezicht van de moe
der doet het kind zeggen: Wat is er, mamaJe kijkt
zo verdrietig. "De moeder antwoordt, met dichtge
knepen keel: „Er is niets hoor, laat me maar.Waar
op de vader boos reageert met: „Maak je moeder niet
overstuur!" Het kind kijkt geschrokken heen en weer
van moeder naar vader, begrijpt helemaal niet
waarom het op de kop krijgt en begint te huilen.
Daarop valt de moeder tegen de vader uit: „Kijk nou
eens wat je gedaan hebt!"
Laten we de scene eens
wat nader onder de
loep nemen. Het kind
neemt korrekt waar dat de moe
der iets dwars zit en reageert
adekwaat op. De moeder be
stempelt door haar reactie die
(korrekte) waarneming van het
kind als vals. Misschien doet ze
dat uit een behoefte het kind 'te
beschermen', misschien weet ze
ook niet hoe met haar eigen on-
gelukkig-zijn om te gaan. Als ze
had gezegd: „Ja, da's waar. ma
ma voelt zich nou wat verdrietig:
lief dat je daarnaar vraagt", dan
zou ze het kind het (terechte) ge
voel hebben gegeven dat het de
wereld goed waarneemt. Door
haar eigen ongelukkig-zijn een
voudig en openlijk toe te geven,
zou ze de betrokkenheid van het
kind op anderen hebben gesti
muleerd en het iets hebben ge
leerd dat van wezenlijkjjelang is
voor een gezonde manier van
omgaan met (emotionele) pijn.
elijkc
n de r
len", „Gae
ikee
der te beschermen, mogelijk ook
uit schuldgevoel omdat het on
gelukkige gevoel van de moeder
met hem te maken heeft, geeft
het kind op de kop en maakt
daarmee de situatie alleen nog
maar verwarrender of onbegrij
pelijker voor het kind. Als moe
der niet verdrietig is, waarom
zou een eenvoudige vraag haar
dan overstuur maken? Trouwens.
waarom zou zo'n vraag haar
überhaupt overstuur maken? Het
kind voelt zich gekwetst, weet
niet meer wat het doen moet en
begint uit hulpeloosheid te hui
len. Dan begint moeder tegen
vader te keer te gaan, implice
rend dat ze het niet eens is met
het feit dat hij het kind heeft aan
gevallen. De ene tegenstrijdig
heid of de ene ongerijmheid sta
pelt zich op de andere. Hoe kan
het kind er nog een touw aan
vast knopen?
Het zou kunnen weg rennen
en driftig op zoek kunnen gaan
naar iets of iemand om mee te
spelen, om op die manier de her
innering aan het voorval zo snel
mogelijk uit te wissen. Te ver
dringen wat het heeft waargeno
men en gevoeld. En als het kind
wegvlucht in verdringing, in 'on
bewust maken', om zo te ont
snappen aan het beangstigende
gevoel van in een soort van
nachtmerrie gevangen te zitten,
moeten we dan de goedbedoe
lende ouders verwijten? Moeten
we ze beschuldigen van het feit
dat zij bij hun kind het idee heb
ben gevestigd dat het gevaarlijk
is te zien en dat het veiliger is om
blind en doof te zijn?
Een gewoon verhaal, zonder
schurken. Niemand zal tenmin
ste willen beweren dat de ouders
opzettelijk of uit kwaadaardig
heid zo reageerden. Maar door
de keuze te maken eenvoudig de
werkelijkheid te ontkennen, ge
ven ze het kind de indruk dat het
in een onbegrijpelijke wereld
leeft, waar je niet moet vertrou
wen wat je ziet en er beter ook
maar niet over na kunt denken.
Het is helaas niet het enige
voorbeeld van verwarrende en
ongezonde ouderlijke bood
schappen. Als ik de verschillende
ouderlijke boodschappen, die ik
regelmatig in mijn therapieka
mer hoor, overzie dan is er waar
schijnlijk geen die zo'n negatief
effekt op zelfbeeld en zelfrespekt
van een kind heeft dan (op welke
manier dan ook uitgedrukt): 'Je
bent niét goed genoeg'. Helaas
krijgen een heleboel mensen al
vroeg in hurfleven zo'n bood
schap van hun ouders of andere
opvoeders, als onderwi jzers of le
raren, mee: 'Het mag dan mis
schien zo zijn dat je bepaalde
mogelijkheden in je hebt, maar
zoals je nu bent is niet accepta
bel. D'r moet nog heel wat aan je
gesleuteld worden'. Typische
manieren waarop dat wordt uit
gedrukt zijn: „Ga toch eens een
keer rechtop zitten". „Hoe kan je
dat soort kleren nou bij elkaar
aantrekken", „Praat eens wat
tigs doen", ,,)e kunt wel een gro
te mond hebben, maar je bent er
nog lang niet jongetje". „Wat is
er met jou aan de hand?"
De kern van al die boodschap
pen is duidelijk: Je zult er mis
schien wel een keer komen, je
zult wel een keer voldoen, maar
dat is voorlopig nog niet zo. Dal
is pas zo als je aan mijn (onze)
verwachtingen voldoet.
Soms wordt de boodscii \p 'Je
bent niet goed genoeg' niet via
kritiek, maar juist via overdreven
lof afgeleverd. Als een kind zich
overgewaardeerd voelt, .ds zijn ot
haar prestaties door liefhebben
de ouders worden overdreven
luister eens naar hoe Chris kan
zingen, we hebben een Pavarotti
in de familie is het gevolg hij
het kind een gevoel van 'Wat ik
werkelijk kan of ben, dat is niet
goed genoeg'.
De tragiek in het leven van veel
mensen is, zoals de psycholoog
Nathaniel Branden het zegt. dat
ze door niet in beroep te gaan te
gen het vonnis 'Je bent niet goed
genoeg', zichzelf veroordelen tot
een jarenlange uitputtende zoek
tocht naar de heilige graal van
enoughnesévan genoeg-zijn.
'Als ik die opleiding maar een
maal heb afgemaakt, als ik die
baan maar krijg, als ik maar een
keer zoveel verdien, rils ik maar
eenmaal een vaste relatie heb. als
ik maar eenmaal ook die man
(vrouw) versierd heb, als ik
maar. als ik maar
Maar de siag om goed-genoeg-
zijn is op deze manier nooit te
winnen. Hij was in feite al verlo
ren op de dag dat je toegaf dat er
iets moest worden bewezen,
zoals het volgende verhaal laat
zien. Een koning ging zijn tuin in
en trof er kwijnende en stenen
de bomen, struiken en bloemen
aan. De berk zei dat hij weg
kwijnde. omdat hij niet zo groot
kon worden als de eik. De eik
vertelde dat hij wegkwijnde, om
dat hij geen druiven kon voort
brengen zoals de wingerd. De
wingerd vertelde dat hij het niet
meer zag zitten, omdat hi) niet
zo kon bloeien als de roos. Toen
vond de koning ergens tussen
een paar struiken een plantje,
het driekleurig viooltje, dat er fris
en bloeiend uitzag als nooit te
voren. Op zijn vraag daamaah
kreeg de koning dit antwoord- Ik
nam aan dat toen u mij plantte,
u een driekleurig viooltje wilde.
Als u een eik had gewild, of een
wingerd of een roos, dan had u
die wel geplant. Dus dacht ik.
omdat ik niks anders kan worden
dan wat ik ben, laat ik dat dan zo
goed mogelijk doen.
Met andere woorden, de enige
manier om je van het vonnis an
'niet-goed-genoeg' te bevrijden,
is het gewoonweg te verwerpen
FT
RENE DIEKSTRA
hoogleraar klinische en
gezondheidspsychologie
elite
„Doe
den", „I leb Je niks bel
opgev
doer