Waterballet met veel perspectieven Sport Philidor 2 haalt uit DAC niet in bekerfinale f ZATERDAG 13 FEBRUAR11993 982 .25 ROB ONDERWATER. 071-1 SPORT OP TV Het gaat goed met het kunstzwemmen in Nederland. Ze ker op jeugdniveau neemt de belangstelling behoorlijk toe. Wie dat niet gelooft moet dit weekeinde maar eens een kijkje gaan nemen in het Alphense zwembad De Thermen, waar gedurende drie dagen het puikje van ons land zich klaarstoomt voor de overstap naar de senioren, die de laatste jaren al een plaatsje in de top tien van de wereld innemen. De Olympische sport trekt bij de natio nale titelstrijd voor jongeren weer een volle bak. Dat is zeker. AZC neemt de organisatie van de titelstrijd ter handen. Twee jaar geleden gebeurde dat al eerder. Niet verwonderlijk, want de Alphense club mag zich mo menteel, samen met onder meer De Dolfijn, een van de beste geoutilleerde verenigin gen van Nederland noemen. Onder leiding van trainster Els van Duyn (41) worden er ook de nodige nationale successen ge boekt. Olympia-gangers Catrien Eyken en Frouke ven Beek zijn in het (recente) verleden de Alp hense voortrekkers geweest. Momenteel komt er in het Alp hense weer een lichting aan die van zich zal doen spreken. Van Duyn, al vijftien jaar ac tief met de ballerina's in het wa- LEIDEN RUUD DOBBELAAR SCHAAKMEDEWERKER Voor de vertegenwoordigers van de Leidse schaakbond in de la gere klasses van de landelijke schaakcompetitie lijken na de zesde ronde betere tijden aan gebroken. In de tweede klasse B zorgden de reserves van LSG voor een gedegen 4-4 gelijkspel bij Fi scher Z, terwijl het Lissese De Zwarte Pion een nuttig punt meesnoepte. In 3C lijkt Philidor 2 aan een tweede jeugd begon nen. LSG 3 verkeert in bedui dend mindere vorm. Na een 5-3 verlies bij lijstaanvoerder Pro motie zitten de LSG-ers welis waar nog niet onder de rode streep, maar begint de hemel voor hen wel te betrekken. De schakers van de Zwarte Pion lijken door de dreigende degradatie te zijn wakker ge schud. Weliswaar moest oppo nent Het Witte Paard 2 even eens tot de degradatiegegadig den worden gerekend, maar de club uit Lisse geniet wel het voordeel van een licht slotpro- gramma. Na een vlptte remise van kopman Jan Bakker en een lange periode van stilte, dien den de Lissenaren plots een for se achterstand weg te werken. Richard Godijn en Onno van Dijk waren namelijk vrij geruis loos ten onder gegaan, terwijl een blunder van Jos Lemmers zelfs een score van 3,5 - 0,5 be tekende. Het waren echter Rob van de Aardweg en Sjaak Kamps die daar goede overwin ningen tegenover konden plaat sen. Toen Joost van Hal een ver loren positie alsnog in winst had omgezet, was de score weer in evenwicht. Omdat John van Dijk aan een pluspion onvol doende had, werden de punten broederlijk verdeeld: 4-4. LSG 2 hield met Fischer Z voortdurend een dynamisch evenwicht. Na een vlotte remise van Sjaak Sibbing, moest Arco van Duivenbode ondanks een pluspion eveneens met een halfje genoegen nemen. Mark Irwin kwam na een vroegtijdig dameverlies nog sterk terug, maar bleef desondanks op een nul steken. Pijnlijk was de remi se van Raoel van Ketel, die in tijdnood door Hanneke van Parreren werd geflest. Spannen de winstpartijen van Erik de Vries en Remmelt Otten zetten de score daarna naar Leidse hand: 2,5 - 3,5. Omdat Marcel Wubben in tweede zitting vanuit gelijke stelling in telkens grotere moeilijkheden geraakte en alsnog verloor, ging Chris Roosendaal nog tevergeefs op zoek naar het volle pond: 4-4. Philidor 3 bewees tegen Nieuwendam een volwaardig derdeklasser te zijn. Dankzij vlotte overwinningen van Mi- chiel Vergeer en Bas Doelman, die beiden een vol stuk cadeau kregen, proefden de Leidenaren al snel de weelde van een 0-2 voorsprong. Zwaarbevochten remises van Anne Reedijk en Jeroen van de Weijer consoli deerden de score daarna op 1-3. De balans sloeg definitief in Leids voordeel door. dankzij tijdrovende maar dik verdiende zeges van good-old Ab Smit en van Caroline Slingerland: 1-5. ter, weet zich in haar selectie verzekerd van meiden die ook het Olympisch doel voor ogen hebben. „Fifi Arp, onze nieuwe aanwinst uit Nieuw Vennep, wil in '96 naar Atlanta. Zij maakt dan ook beslist een goede kans op een medaille. Zo zijn er meer. Danielle Krozysnki, Lisse- te Visser en Dana Duin en de groepsnummers komen ook in aanmerking. En dan ben ik nog niet eens volledig. We kunnen weer wat successen verwach ten." Bevlogen De kunstzwemstrainster van AZC is bevlogen genoeg om de talenten te steunen bij het be reiken van hun doel. „Als ik in de gaten heb dat iemand graag wil, zal ik er alles voor doen. Niet ten koste van alles, maar ik zal er wel heel veel voor doen. Zelf heb ik op de sportacademie in Den Haag gezeten en daar heb ik een goede (wedstrijd- Jmentaliteit aan over gehouden. Ook al heb ik zelf de sport niet op een hoog niveau beoefend. Toen ik nog in Rijswijk woonde, trainde ik bij Inter Amigo's in Delft. Vervolgens ben ik naar Suriname geweest, waar mijn vader schoonspringtrainer was. Terug in Nederland kwam ik bij AZC in Apeldoorn terecht. Ik heb meer shows gezwommen dan wedstrijden gedaan. Maar de know-how heb ik wel." Kunstzwemmen komt oor spronkelijk uit Amerika overge waaid. Van Duyn: „Eigenlijk is het een voortvloeisel uit films van Esther Williams, zoals Dana Duin (links) en Lisette Visser vormen dit weekeinde een duet waar AZC hoge verwachtingen van heeft. 'Bathing Beauty', waarin men sen in het water liggen en met elkaar bepaalde patronen ma ken. Mensen uit Nederland hebben dat gezien en die ideë- en meegenomen naar ons land. In Amsterdam heeft zich dat verder ontwikkeld. Momenteel zijn er veel verenigingen die aan kunstzwemmen doen. Van Duyn is van mening dat de sport, die sinds Barcelona ('92) het predikaat 'Olympisch' mag voeren, juist de laatste tijd een enorme opgang maakt. „Ik ben zelf in Spanje geweest en het was helemaal uitverkocht. Het was in Barcelona echt een happening. Dat werkt door, hoewel de juiste weg nog niet ingeslagen is. Het schijnt name lijk zo te zijn dat in Atlanta al leen ploegen mee mogen doen. De soli en de duetten willen ze laten vervallen, gewoon omdat het te veel tijd zou gaan kosten. Dat zou echt zonde zijn. Het zou ook afbreuk aan de sport doen, hoewel een groepsnum mer natuurlijk een extra moei lijkheidsgraad kent." „Wat kunstzwemmen zo moeilijk maakt? Het oogt soms zo gemakkelijk. Maar het is zwemmen op muziek, waarbij de meisjes gebruik maken van hun lenigheid, kracht en uit houdingsvermogen om daar naast ook nog eens verschillen de zwemslagen toe te passen. Voor een buitenstaander is dat niet zo eenvoudig in te schat ten. De meisjes zelf gaan het doen omdat ze lenig zijn en van zwemmen en ballet houden." „Maar het is echt heel zwaar", vindt Van Duyn. „In een korte periode, waarbij je aan tijd bent gebonden bent, moet je oefe ningen doen en figuren onder water uitvoeren. Kom je boven het water uit, dan moet je weer een bepaalde hoogte aangeven, waarbij de jury je boordeelt op FOTO LOEK ZUYDERDUIN de afstand van je hoofd naar je navel. Zelfs bij een simpele armbeweging moet je schouder steeds watervrij Zijn. Kortom, je moet je krachten goed kunnen verdelen. Misschien kan ik als voorbeeld geven dat we voor Frouke van Beek eens een solo hebben gemaakt waarbij ze vijf tig seconden lang onder water zat." Het draait bij kunstzwemmen ook om de presentatie. En wat AZC betreft zal het als organisa tor op dat vlak geen slecht fi guur willen slaan. Maar dat is de Alphense club inmiddels wel toevertrouwd. DE GELIJKENIS OEGSTGEEST CERT-JAN ONVLEE Het is op zich wonderbaarlijk dat in deze gelijkenis niet slechts het korfbal centraal staat. Immers: moeder Connie en vader Mac beoefenden die sport in hun Haagse periode al (zij ontmoetten elkaar bij GKV) en met Tanja (getrouwd met oud-teamgenoot Jeroen, die nu Weidevogels traint) was ook ou dere zus Marjan bij Fiks actief. Van het gezin Reitsma meldde dus alleen Friso zich niet voor het spel met bal en korf. En dat terwijl er toch enige natuurlijk aanleg aanwezig was. Tanja herinnert zich 'dat jubileum- toernooi bij GKV' en Friso ver telt. „We waren met onze ou ders meegegaan, ik was een jaar of twaalf. Er werd toen voor de jeugd een strafworpentoernooi gehouden en daar mocht ik als niet-lid ook aan meedoen. Nou, dat viel niet tegen. Ik was blijk baar nogal koel, ik gooide ze er allemaal in en won dat toer nooi." Lachend: „De wisselbe ker die erbij hoorde heb ik nooit gekregen, dat kon natuurlijk ook niet. Maar ze hebben me toen wel een ander bekertje ge geven..." Desondanks werd het dus geen korfbal. „Mijn vriendjes voetbalden," doet hij een po ging de gang van zaken te ver klaren. En aarzelend: „Ik zal mijn zaterdagen wel op het veld van Oegstgeest hebben doorge bracht. Kennelijk trok de korf balsport me toch niet zo." Zus Tanja, op haar achtste bij Fiks met korfbal begonnen, na aan de hand van zus Marjan het veld te hebben ontdekt, springt bij. „Ik denk dat de sfeer ook een rol heeft gespeeld. Fiks is een wereldclub, we vormen echt een soort familie. Mij trekt dat specifieke sfeertje enorm, maar Friso is meer een eenling. Voor hem hoeft dat allemaal niet zo." Friso, met maatje Herman van de Broek een van de stu wende krachten achter de op mars van het huidige Pecos, ziet wel wat in die redenering, maar voelt en weet zich wel een teamspeler. „Achter de tafel sta je er alleen voor. Maar je bent wel bezig met het team. En met de vereniging." Hoe dan ook, Friso moest tot zijn dertiende wachten voordat ook hij zijn sport had ontdekt. Het begon met een tafeltennis- Het zoeken naar overeenkomsten en verschillen. Dat is het uitgangspunt van een serie verhalen getiteld: de gelijkenis. Daarin komen telkens twee leden uit een sportieve familie aan bod. Dat kunnen broer en zus zijn, vader en dochter of bijvoorbeeld twee neven. In deze aflevering aandacht voor broer Friso Reitsma en zus Tanja Huizing. Tafeltennisser Friso (32) vertoeft al jaren lang in de nationale subtop en komt met Pecos uit in de eredivisie; korfbalster Tanja (nog net 27) verblijft met het eveneens Oegstgeestse Fiks in de eerste klasse G en treedt woensdag met het Leids team aan tegen Oranje. Broer en zus Friso en Tanja. Korfballen voor Fiks en tafeltennissen bij Pecos Oegstgeest. tafel in de garage. En met Tom Locher, die bij Docos een balle tje sloeg en als kennis van zijn ouders regelmatig over de vloer kwam. „Met hem heb ik toen vaak gespeeld. Maar, niet echt fanatiek. Ik vond het leuk om te doen, maar had van mezelf ab soluut niet het idee dat ik daar goed in zou kunnen worden." Die gedachte leefde duidelijk wel bij moeder Connie. Op een regenachtige dag werd Friso naar de tafeltennisclub ge stuurd. De vereniging waar hij nu bijna twintig jaar speelt (clubtrouw kan het tweetal be paald niet worden ontzegd) en tegenwoordig ook als penning meester en als een van de trai ners fungeert. Die tafeltennistafel werd later door de vijf jaar jongere Tanja eveneens ontdekt, maar niet se rieus genomen. „Ja, ik tafelten niste ook wel eens in de garage. Met Friso. Maar dat was niks. Ik was vijf jaar jonger en veel slechter. Hij moest met links spelen om het een beetje leuk te houden." Dat 'leuk houden' is voor Tanja sowieso een belangrijk FOTO LOEK ZUYDERDUIN gegeven. Ook bij Fiks. „Als we spelen gaan we er voor, willen we best prestaties leveren, maar het moet wel gezellig zijn. Trai ners die de liarde lijn willen doorvoeren, krijgen bij ons ook eigenlijk geen kans." Friso draait die zaken om. „Ik ben lie ver prestatiegericht bezig. De club is ook zo ingesteld. Men sen die alleen maar een balletje willen slaan, zijn vaak na een paar maanden al weer weg." En, over Fiks: „Fiks had al lang hoger kunnen en moeten spe len." Hetgeen overigens niet bete kent dat Friso heel erg tevreden is met zijn eigen instelling ach ter de tafel. „Die kan beter. Ik ben een gevoelsspeler. Dat be tekent dat het heel erg goed kan gaan, maar ook heel slecht. En echt in staat om het bij te stu ren, ben ik dan niet." Beaamt ook Tanja. „Ik heb Friso partij en zien spelen dat hij echt aan een trap onder z'n achterwerk toe was." Zij is zelf wat constanter, wat minder grillig dan haar broer. Maar wel even bescheiden. Waar Friso toen hij nog voetbal de hele wedstrijden vrij kon staan, zonder de bal te vragen („Ik kreeg 'm ook niet vaak"), zal ook Tanja de bal niet snel opeisen. „Ook niet als het erg goed gaat." Ze plaatst zich niet graag op de voorgrond. Met enige afschuw herinnert de se cretaresse van Intrax zich de oe fenwedstrijd op die ene zater dag dat haar bedrijf haar met weekend-dienst en de bijbeho rende telefoon had opgezadeld. „Dat ding ging tijdens de wed strijd. Ik ben in die hal wel een kwartier aan het bellen geweest. Wat voelde ik me opgelaten." Over het niveau dat beiden in hun sport hebben bereikt, kun nen broer en zus redelijk tevre den zijn. Friso, ooit bij de laatste zestien van het winter- circuit, weet dat er niet veel meer heeft ingezeten. „Mijn sterke punten zijn op het hoog ste niveau gewoon niet sterk ge noeg. Daar wordt ook zo hard geslagen." Terwijl ook Tanja „haar beperkingen" kent. „Met mijn 1.56 kom ik gewoon lengte tekort, zo simpel ligt dat." Des ondanks maakt zij tot haar ver rassing en grote blijdschap („Maar ik ben nu al zenuwach tig") deel uit van het Leids acht tal dat woensdag tegen Oranje speelt. Friso: „En dan zit er vast wel weer een grapjas op de tri bune die zich hardop afvraagt of Leiden maar 'met zeven' speelt." Tanja beraadt zich even over een tegenoffensief. Maar besluit Friso het voordeel van de twijfel te gunnen. Het tekent de verhouding die broer en zus nu al bijna achtentwintig jaar met elkaar hebben. VOLLEYBALMEDEWERKER De volleyballers van DAC zijn er niet in geslaagd de (regionale) finale van het toernooi om de NSW-beker te bereiken. In de halve finale verloren de Alphe- naren met 3-2 van DOS. In Schooonhoven was DAC in eerste instantie heer en mees ter. Door scores van 5-15 en 10-15 stond de tweededivisio nist ria 45 minuten spelen al met één been in de finale. Ver volgens ging het echter mis. En kele scheidsrechterlijke beslis singen werden door de DAC-ers in twijfel getrokken, een gang van zaken waaronder de con centratie leed. DOS, een topper in de derde divisie, zag dit alles met genoegen aan. Via setstan den van 15-13, 15-12 en 15-13 trok de thuisclub alsnog aan het langste eind. In de districtscompetitie verloor het tweede mannen- team van Gemini/Kangeroes de uitwedstrijd tegen GSC even eens met 3-2 (15-11, 15-9, 5^15, 7-15 en 15-6). De Voor schotenaren waren aanvanke lijk niet vooruit te branden. Pas toen George Leenen, de enige bankzitter, werd ingezet ging het beter. Mede door zijn en thousiasme werden de derde en vierde reeks in winst omgezet. De vijfde set verloor Gemini door een fors aantal stopfouten in de beginfase. De vrouwenteams van Blok '77 en LUSV 2 vochten m de hoogste klasse van het rayon een degradatieduel uit. De over winning ging naar de ploeg uit Katwijk. De studentes konden in sporthal Cleijn Duin alleen de derde set (10-15) winnen Geinspireerd door het goede spel van hoofdaanvalster Corien Ringlever eiste Blok de overige speldden voor zich op: 15-5, 15-4 en 15-13. De Heer op kop Machiel de Heer heeft met nog een ronde spelen de jeugdtitel van de Leidse schaakbond voor het grijpen. Dankzij een score van 5 uit 6 staat het Philidor-ta- lent een half punt voor op riva len Stefan van Blitterswijk en Edwin van Haastcrt. De Heer koestert daarbij de weelde in de slotronde uit te komen tegen de op 4 punten staande Leithen- hoop Hiskander Schrijvers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 25