'Er hoeft niet altijd een vent bij te komen?' 'Ze kosten je je rug en je fiets' 'Ze motte die zeikbak weghalen' Het Gesprek van de Dag Hoe glazenmaker glazenier werd DINSDAG 9 FEBRUAR11993 19 De Actievoerder Het lijkt zo prachtig: mensen met een bijstandsuitkering krijgen van de ge meente geld om via een relatiebemid delingsbureau een partner te zoeken. Zo'n partner haalt de zoekende uit zijn isolement én kan een uitkering overbo dig maken. De gemeente Haren brengt het planne tje sinds kort in de praktijk, maar Con- ny van het Steunpunt vrouwen in de bijstand hoopt dat Leiden dat 'kwalijke idee' niet overneemt. Het bezorgt haar visioenen van een sociale dienst die precies registreert wie het bureau heeft ingeschakeld en steeds wil weten waar om 'aanbiedingen' zijn geweigerd: ,,Zo van, het was toch een prima partij?" „En als je iemand vindt, zijn ze je meteen op het spoor. Na drie maanden komen ze dan tandenborstels tellen en vragen hoe je nou verder wilt. Of je een economische eenheid wordt en ze je uitkering kunnen inhouden". Dat er eenzaamheid heerst onder men sen met een bijstandsuitkering, zal Conny niet ontkennen: „Maar er hoeft toch niet altijd een vent bij te komen? Dan sta je weer vieze onderbroeken en zweetsokken te wassen". Haar steun punt mikt juist op vriendschappen via alleenstaandenavondencursussen, zangavonden, zwemuurtjes, vakanties en culturele avondjes. Ook reageert Connie geregeld op kran- te-advertenties waarin vrouwen mel den hoe eenzaam ze zijn: ,,lk schrijf ze dan dat niemand eenzaam hoeft te zijn. Kom naar zo'n avondje, zeg ik dan. Of schrijf die of die". En dan grap pend: „Ik ben écht goedkoop en mani puleer niet. Liefde moet groeien, zeg ik altijd". Hoe duur haar bureau is, laat mevrouw H. Sibarani van de Leidse Date Stich ting het liefst in het midden: „We vra gen enkele honderden guldens, maar voor mensen met een bijstandsuitke ring hanteren we een speciaal tarief." Uit ervaring weet ze dat ook dat specia le tarief te hoog is voor veel mensen met een uitkering: „Dan hebben ze een wasmachine of koelkast nodig of kle ding voor hun kinderen. En dan ver dwijnt deze uitgave naar de achter grond." Ze betreurt dat: „Ik gun iedereen na melijk alle geluk van de wereld. En een relatie kan zoveel geluk brengen. Al houd je er maar een goede vriendschap aan over of een LAT-relatie voor eens in de maand. Mensen met een uitke ring die iemand gevonden hebben, zeggen vaak: ik tel weer mee. Eindelijk kan ik weer eens leven". Ook voor het bestand is het prima wanneer er meer 'eenvoudige vrou wen' bijkomen, meldt de Harense Date Stichting:Als een vrachtwagenchauf feur zich hier inschrijft, kun je hem na melijk geen arts op zijn dak sturen". Si barani geeft toe dat ook in deze regio een groot tekort heerst aan 'eenvoudi ge meisjes van de huishoudschool'. Maar ze betwijfelt of dat wordt opge lost door het subsidiëren van uitke ringsgerechtigden: „Ik denk dat in deze universiteitsstad ook veel mensen met een universitaire opleiding zonder partner zitten". En dan: „Iedereen is welkom, al hebben we vooral behoefte aan vrouwen onder de dertig". Bij de Leidse sociale dienst heeft nog nooit een bijstandsgerechtigde aange klopt om subsidie. Wat het antwoord zou zijn, weet een woordvoerder niet: „Dat is pas aan de orde als er aanvra gen binnenkomen". De Date Stichting laat zich dat geen twee keer zeggen en wil de zaak vandaag nog aankaarten. „Ik hoop namelijk dat Haren de ogen heeft geopend", zegt bemiddelaar Si barani. „Natuurlijk, mensen met een uitkering hoeven niet om te komen van de honger. Maar er is weinig aardigheid aan het leven als je niet eens geld hebt om voor twee gulden vijftien een kopje koffie in de stad te drinken of eens naar de bioscoop of schouwburg te gaan. In je eigen kamertje ontmoet je geen Conny van het steunpunt vindt dat zwaar overtrokken. Haar activiteiten zijn zeer schappelijk geprijsd en de beste ontmoetingsplaats is zelfs hele maal gratis: „Weet je waar mensen partners vinden? Op het kerkhof'. PAUL VAN DER KOOU Postbodes willen gulden per catalogus Postbodes, die de zware catalo gi van onder meer postorderbe drijven niet meer in hun karre tje willen zien, tenzij daar een 'meesleepvergoeding' van een gulden per boekwerk tegenover staat. Zijn ze soms gek géwor dén, die mannen in die blauwe - en inmiddels ook rode - pak ken? Of lopen er inderdaad ve len rond met rugpijn, zoals het verhaal van de PTT-onderne- mingsraad luidt. Om daar een antwoord op te krijgen, gingen we eens op zoek naar de men sen die elke dag trouw de post door onze brievenbus schuiven. Dat blijkt - als je het op de nette manier doet, dus aangekondigd - nog een heel probleem. Niet dat er in Leiden geen postbodes zijn, maar Tante Pos doet er nogal moeilijk over. Zo zegt me neer Streng (het opperhoofd van de Leidse postbodes, die zijn naam eer aan doet) het niet zo te zien zitten dat zijn onder danen aan de tand worden ge voeld over hun zware bestaan. „Daarvoor moet u onze lande lijke afdeling voorlichting heb ben. In Den Haag, ja." De voorlichtster: „Ja inderdaad. De ondernemingsraad heeft een voorstel bij de PTT-directie ge daan om voor elke catalogus een gulden vergoeding te geven. Maar het lijkt ons wat vroeg om daarover nu al postbodes aan te spreken. De PTT wil dit eerst in tern onderzoeken, zoals het hoort." Ze lijken daar bij de PTT wel bang voor verhalen over werk nemers met rugaandoeningen. Niet getreurd, op een miezerige maandagochtend bij het post kantoor aan de Schipholweg posten en je komt vanzelf de postbodes tegen. En die blijken een stuk toeschietelijker. Post bode De Vos bijvoorbeeld. „Die gidsen worden steeds dikker", moppert hij. „En wij brengen ze voor niets weg. Je krijgt er altijd een hele stoot in een keer bin nen en die moeten dan binnen een bepaalde tijd op de mat lig gen. Twintig tot dertig stuks per dag, en dan een paar kilo per stuk. Dat kost je je fiets en je rug. Moet je je voorstellen dat je met zo'n afgeladen tas naar bo ven moet in een flat. Maar goed, het kwam vroeger wel voor dat we met zijn allen een middag terugkwamen om die gidsen te bezorgen. Toen hadden we ook nog Wehkamp in het pakket. Nu is het vooral Neckerman en Otto." Rugklachten zijn volgens post bode Ger Smit ietwat overdre ven. „Ik denk niet dat dat voor komt", zegt hij als hij op de fiets stapt om het maandagse rondje te doen. „Waarom kom je ei genlijk op maandag? Dan is er bijna geen post." En inderdaad, z'n tassen zijn bijna leeg. Maar ook hij geeft toe dat het in de 'postordergidsen-tijd'extra zwaar werken is. „En we krijgen er niets extra's voor", zegt hij. „Natuurlijk, er wordt wel eens een draai aangegeven via bo nussen. Maar het blijft een hoop extra werk. Als die gidsen Postbode Verhoog: „Per exemplaar een gulden, daar zijn wij niet op tegen." komen, moet je vaak een paar keer op en neer naar je steun punt fietsen. Je krijgt ze eenvou dig niet in een keer in je fiets tassen." Een gulden per gids is bij hem dus welkom. Dat geldt ook voor postbode Verhoog, al heeft hij van het voorstel van de PTT-on- dernemingsraad nog niet ge hoord. „Per exemplaar een gul den, daar zijn wij niet op te gen", is zo'n beetje zijn reactie. Ook volgens hem was het voor heen een grotere krachttoer om alle gidsen te bestellen. Tja, sinds Wehkamp een particulier bezorgbedrijf heeft ingehuurd... Het lijkt er op alsof de PTT-on- dememingsraad de postorder- post iets te laat aan de kaak heeft gesteld. ANNETVAN AARSEN 'We doen alleen nog niets met vliegtuigen' In Leidschendam raakt bus lijn 46 zo vol, dat er mensen buiten moeten blijven staan. „In dit soort situaties trekken we vaak bij de NZH aan de bel", zegt Frans Mensonides, secretaris van de vereni ging Reizigers openbaar vervoer (Rover), afdeling Leiden. „Maar dan krijgen we in de meeste geval len te horen dat het niet zo erg is, dat andere bus sen nog voller zitten." Een mede-passagiere be moeit zich ermee. „Er is waarschijnlijk weer iets mis met de trein." Mensonides laat zich elke ochtend om twintig over zeven per bus van Leiden naar Rijswijk rij den. En al is hij als vertegenwoordiger van Rover vaak degene die met klachten aan de bel trekt, ziet hij openbaar vervoer als zijn hobby- Ook voor de uitstapjes in het weekeinde maakt hij gebruik van trein of bus. Aan zijn werk voor Rover be steedt Mensonides zo'n vijftien uur per week. Dat is nog eens wat anders dan een potje voetbal. Over zijn collega's van Rover: „Er zitten er bij, die je kunt bestempelen als wandelende bus- of trein- boekjes. Zo erg is het bij mij niet, maar als ik een maal met een bepaalde lijn heb meegereden, weet ik hoe laat hij vertrekt. We houden ons overal mee bezig. Met busvervoer, met trams en metro's, met de treinen en zelfs met pontjes. We doen alleen niets met vliegtuigen. Ik weet eigen lijk niet waarom niet." Mensonides: „Ik reis over het algemeen graag met het openbaar vervoer. Ik zou het niet kunnen missen. Het zijn vaak de kleine irritaties, waar door menseneen hekel krijgen aan bussen en treinen. Maar bij mij is de balans nog positief. Het is een absolute onwaarheid dat de mensen de bus en trein niet in zijn te slaan. Ze willen er met het openbaar vervoer zelfs best een kwartiertje langer over doen dan met de auto, maar zodra het tijds verschil erg oploopt, haken ze natuurlijk af." Hij is trots op de 'Üeine' successen die Rover heeft geboekt. Want het blijkt vaak moeilijk om de vervoersmaatschappijen zo ver te krijgen dat ze verbeteringen aanbrengen. Of ze staan financieel met de rug tegen de muur, of ze willen van klach ten niet horen. „Bij de NZH heb ik het idee dat we vaak niet sqrieus worden genomen, je moet maanden wachten op antwoord, als je al ant woord krijgt", aldus Mensonides. „Ik heb wel eens gedacht over de waag hoe het is als je als individuele reiziger een klacht indient. Op een gegeven moment weigerde een chauffeur van een volle bus verder te rijden. De mensen wil den volgens hem niet naar achteren doorlopen. En dat terwijl die hele bus al volgeladen was. Hij pakt z'n tas en stapt dus uit. Het excuus achteraf van de NZH werd zo gedraaid dat de passagiers toch nog de schuld kregen. Wat Rover dan wel gedaan heeft gekregen? „Nou. lijn 48 reed, bijvoorbeeld, nog inaar totetds chendam en niet tot Den Haag We hebben de NZH zo ver gekregen dat er vanaf mei weer een rechtstreekse verbinding met Den Haag is", ver telt Mensonides over recente succesjes. „Vanaf mei wordt ook het dienstrooster van lijn 60/61 naar Noordwijkerhout aangepast, zodat de aan sluitingen weer kloppen. Die waren verloren ge gaan omdat de NZH het dienstrooster had gewij zigd. We vinden eigenlijk dat de zaak al voor mei moet worden teruggedraaid vanwege het grote aantal gedupeerde reizigers." Frans Mensonides: „Soms denken we wel eens dat de NZH ons niet serieus neemt." foto henk bouwman Sinds een 38-jarige Amsterdam mer zijn pikhouweel in het Am sterdamse Auschwitz-monu ment plantte, ligt één woord op ieders lippen: glazenier. Met een beetje creativiteit denk je dan dat zo'n glazenier iets met glas doet. Vraag is alleen: wat? Kranten meldden trouw dat de man eerst het glas op het mo nument had aangebracht, maar waarom heette hij dan glaze nier? Volgens de 'dikke' van Da- Ie is een glazenier iemand die de glasschilderkunst beoefent en dat leek toch echt niet van toepassing. „Het woord glazenmaker lijkt me dan ook veel beter", zegt hoofdredacteur A. van Moerdijk van het Woordenboek der Ne- derlandsche Taal, de aan de Leidse universiteit gevestigde bron van de 'dikke' Van Dale. „Een glazenmaker is een am bachtsman die ruiten inzet of vervangt." Waarom het dan toch glazenier werd? „Het glasbedrijf opereert natuurlijk in de kunsthoek en het woord glazenier klinkt dan blijkbaar veel deftiger. Omdat er het woord glas in zit, het in het verlengde van hotelier en hove nier ligt en iemand een vaag idee van de betekenis heeft, wordt het dan opgepikt en over genomen. Zónder dat iemand zich afvraagt wat het precies be tekent." Deskundigen als Van Moerdijk hebben vervolgens het nakijken. Nu de 'taalgemeen schap' eenmaal het woord gla zenier heeft omarmd, moet zijn club het woord een bredere be tekenis geven en het woord gla zenmaker steeds verder uithol len. „Terwijl glazenmaker juist een heel mooi woord is. Het legt de nadruk wat meer op het am bachtelijke. Vakwerk. Dat is toevallig. We staan bij het Vredesmonument op de Leidse Garenmarkt te praten over de recente vernielingen en wie komt daar aanlopen? Juist ja: wethoudster van Cultuur, Hen- nie Koek. Met peilloos trieste oogopslag inspecteert zij haar culturele zorgenkindje. Op de in de grond verzonken schijnwer pers die het monument 's avonds een extra bekoring moe ten verlenen liggen enkele bo lussen, maat: bouvier. Triest, triest. O, du holde Kunst! Het commentaar van de Leidse burger op de vernielingen vari eert van 'Ze motte die zeikbak weghalen' tot 'Ja, ze hebben er met zo'n glazen monument zelf om gevraagd'. Daarmee is Koek het niet eens. „Vandalisme is er natuurlijk overal, maar dit wordt wel een beetje te bar. Of ik me zou kunnen indenken dat het monument wordt verplaatst als de vernielingen doorgaan? Ja, dat kan ik me wel indenken. Maar dan moet het vandalisme wel extreem lang aanhouden. Ik wou maar dat jullie er eens wat minder over schreven. Ik heb namelijk de indruk dat dit soort vernielingen door al die publi- katies in de hand wordt ge werkt. Een tijdje erover zwijgen, misschien dat dat helpt." Daar zit volgens politievoorlich- ter Dick Graafland wel wat in. „Het komt vaak voor dat wij bij mensen die zich hebben schul dig gemaakt aan vandalisme of die muren met graffiti hebben beklad allerlei krantenknipsels aantreffen die melding maken van hun wapenfeiten. Dat is de kroon op hun werk. Maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat een krant over dit soort ernstige zaken zwijgt. Die discussie over het momument duurt nu al een tijdje en ik denk wel eens: waar om zouden we geen camera's inzetten die daar de boel in de gaten houden? Iedereen denkt dan weer aan nare Big Brother is watching you-toestanden, maar waarom zouden we in een tijd die steeds harder wordt niet dit soort technische hulpmiddelen inzetten? Verplaatsen van het mónument is volgens mij geen oplossing. Je kunt het wel op de binnenplaats van het politiebu reau neerzetten, maar dat is dus niet de bedoeling. Een monu ment als dit moet op ieders res pect kunnen rekenen." Ton Uyl, lid van het Vredesplat- form Leiden, gelooft niet meer dat het bij deze vernielingen om kwajongenswerk gaat. „Ik heb het idee dat dit met een voorop gezet plan gebeurt. Dat er be paalde mensen zijn die het niet eens zijn met de vredesgedach- te die dit beeld uitdraagt. We hebben er binnen het Vredes- platform wel aan gedacht om een wake te gaan houden bij het monument. Maar daarmee los je natuurlijk het prebleem niet op." De buurtbewoners zijn niet alle maal even verguld met het mo nument. Maar dat betekent niet dat het dan ook maar weg moet. Bij café Het Vatlegat denken ze dat de vernielingen bewust en door één en dezelfde persoon worden aangebracht. Door ie mand „die iets bij zich heeft en meteen kan toeslaan." De maker van het kunstwerk, Piet Hein Stulemeijer, kan zich ook niet aan die indruk onttrek ken. „Ik denk dat het hier gaat om een en dezelfde persoon, die elke keer weer in zijn vuistje lacht als hij ziet hoeveel publici teit deze affaire oproept. En de commotie rondom het Auschwitzmonument speelt na tuurlijk ook een rol. Ik wou maar dat de dader eens uit de anonimiteit trad en zijn motie ven kenbaar maakte. Dit heb ik echt nog nooit eerder meege maakt. Overigens vind ik het zeer onverstandig van een man als Van der Rhee dat hij zegt dat er nieuwe panelen in voorraad zijn. Dat is toch ongelooflijk, dat is vragen om problemen. En dan natuurlijk de berichtgeving in uw krant. U heeft het zelfs bestaan om een toiletjuffrouw naast het monument te laten fotograferen met wat dubbeltjes op een schoteltje. Ik heb eens gezegd dat 'de geest van de stad' dit monument moet be schermen. Daar werkt u met dit soort publikaties niet bepaald Dat de glazenmaker van het Amsterdamse bedrijf Tetterode, de man die het Auschwitzmo nument heeft vernield, mis schien debet zou zijn aan de eerste vernieling van het Leidse Vredesmonument wil er zowel bij Stulemeijer als bij de politie Leiden niet in. Maar Stulemeijer herinnert zich nog wel een pi kante uitspraak van de glazen maker. „Toen we bezig waren met de montage van het monu ment zei hij tegen me dat hij in Leiden een junk was tegengeko men die een pikhouweel wilde aanschaffen om daarmee het Vredesmonument te vernielen. Ik dacht toen: wat moet ik hier qiee? Maar ik heb het later wel aan de Amsterdamse politie verteld." Moeten er geen camera's komen die daar het vredesmonument in de gaten houden?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 19