'Bentwoud
waanzin
ten top'
¥7
De zeebonk moet een alleskunner zijn
IV A
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1993
Boerderij van Wim en Rita Lievaart
wordt bos of moeras
Iedereen aast op het land van de boeren. Soms moeten
daar nieuwe woonwijken en wegen komen, soms
industriegebieden. Maar wie denkt dat Nederland één
grote asfaltlaag wordt, komt toch nogal eens bedrogen
uit. Want in het boerengebied tussen Zoetermeer,
Hazerswoude-Dorp, Boskoop, Waddinxveen en de
rijksweg A12 komt bos; wat heet, een woud van 21
vierkante kilometer. Tenminste, als het aan het rijk en
de provincie ligt. Zij hebben het bos de naam
'Bentwoud'gegeven
WILFRED SIMONS
en ambtelijke stuurgroep heeft in-
m middels drie bosontwerpen ge-
maakt. De betrokken boeren zijn
veel minder enthousiast over het Bentwoud.
Zij willen het liefst met rust gelaten worden,
maar: „Dat het woud er komt, staat zo goed
als vast", zegt Willem Lievaart (72) somber.
Rita en Wim Lievaart hebben pech. Welk
bosplan ook doorgaat, in alle gevallen ver
dwijnt hun boerderij. Volgens het eerste plan
('compact bos') recreëren in het eerste de
cennium van de volgende eeuw de eerste ste
delingen op hun grond. Als het tweede ('ge
spreid bos') of het derde plan ('bosreeks')
doorgaat, is het een ondoordringbaar stuk
De meesten van de tweehonderd akker
bouwers worden alleen in één van de drie va
rianten bedreigd. Sommigen van hen kunnen
dus uiteindelijk de dans ontspringen, maar
voorlopig voelen ze zich allemaal bedreigd.
Zij hebben zich dan ook verenigd in de Agra
rische Commissie Bentwoud, die de komst
van het woud wil tegenhouden. Woordvoer
der Dirk Buitenhuis noemt het onbegrijpelijk
dat het rijk en de provincie 'de beste akker-
bouwgrond' van Nederland improduktief
willen maken.
De boerderij van Wim en Rita Lievaart telt
42 hectare en ligt midden in de Hazerswoud-
se droogmakerij. Benthuizen is vlakbij, maar
voor de rest is er niets dan open landschap
voor zover het oog reikt. Heel in de verte te
kent Gouda zich af. Het winterse landschap
suggereert niets dan rust, maar het tegendeel
is het geval: Wim (33) is dezer dagen druk be
zig met het uitrijden van een gigantische
berg aardappelen.
De ene helft gaat naar een chipsfabriek op
Voome Putten, de andere helft wordt als
pootgoed geëxporteerd. Wim krijgt hulp van
zijn vader Willem (72), die zich in 1949 op de
boerderij vestigde. „Die liggen vanmiddag
nog in het vet" zegt hij, terwijl hij een breed
gebaar maakt naar een enorme vrachtwagen
die tot de rand is gevuld met aardappelen.
Geen vetpot
Naast aardappelen verbouwen de Lievaarts
spruitkool, suikerbieten, graszaad, erwten en
gerst. Alle gewassen zijn gewild, behalve de
gerst: „Dat gewas verbouwen we alleen om
de grond rust te geven, al zijn sommige soor
ten geschikt voor de bierproduktie."
Toch is het boerenbedrijf al met al geen
vetpot, zegt Wim. „Als je het kapitaal inves
teert dat je voor een boerderij nodig hebt en
zelf een baan bij een baas neemt, houd je aan
het eind van het jaar meer over." Toch doet
Lievaart junior dat niet, want hij wil graag
ondernemer blijven.
Het plan voor het Bentwoud omvat twee
delen. Er moeten bossen komen voor recrea
tie, waar jaarlijks tussen de 1,8 en 2,4 miljoen
bezoekers komen. Ook koint er een deel dat
niet voor het publiek toegankelijk is, waar
edelherten, reeën, vossen, marters en roofvo
gels een goed heenkomen kunnen vinden.
Het woud krijgt, zoals dat in ambtelijk jargon
heet, een 'hoge belevingswaarde', met ver
schillende typen bos, open ruimten en water
partijen. In de directe omgeving van het
Bentwoud wonen ongeveer zes miljoen
Randstedelingen.
De overheid wil het bos onder meer aan
leggen om de verstedelijking van het gebied
tegen te gaan. Een bos zou voor de gemeen
ten, die graag nieuwe wijken willen bouwen,
'heiliger' zijn dan landbouwgrond. Willem
Lievaart is het met die redenering absoluut
niet eens: „Als die woningen echt nodig zijn,
dan hakken ze dat bos heus ook wel weer
om." Bovendien ziet hij niet in waarom bos
heiliger is dan landbouwgrond: „Ik zie de
meerwaarde van een bos niet in. De overheid
zou akkerbouwgebieden ook met rust moe
ten laten."
Lievaart senior ergert zich eraan dat de over
heid moedwillig een hele infrastructuur om
zeep helpt: „Nu hebben we alles in de buurt:
een veiling, bedrijven die landbouwmachines
verkopen en repareren, verkopers van granen
en pootgoed, loonwerkbedrijven, leveran
ciers van kunstmest en bestrijdingsmiddelen,
noem maar op. Dat verwijnt allemaal, zelfs
als er nog wat boeren overblijven. Want voor
een klein groepje boeren is het niet lonend
om zo'n infrastructuur in stand te houden."
Lievaart meent bovendien dat de overheid
tot pure kapitaalvernietiging aanzet. „Als je
bedenkt dat deze droogmakerij omstreeks
1760 is aangelegd door mensen die het ook
niet zo breed hadden en dat er meer dan
twee eeuwen in deze boerderijen is geïnves
teerd, dan is zo'n bos toch gekheid? Er ligt
hier een drainagesysteem in de bodem dat
duizenden guldens heeft gekost en dat moet
er dan helemaal uit. Alles moet wijken voor
dat onzinnige bos, dat op zijn beurt ook nog
eens 175 miljoen gulden moet kosten. De
waanzin ten top!"
Mlokkades
Poes Mickey komt met opgeheven staart de
keuken binnen. Zij wordt uitbundig begroet
door Chris (3), die even zijn grote legoblok-
ken laat vallen. De 4-jarige dochter Esther
bekijkt de belangstelling van haar broer met
afkeuring: „Hij speelt heel wild met Mickey.
Ze vindt dat helemaal niet leuk." Rita is het
met haar dochter eens en sommeert Chris
om afstand te houden. Even kijkt de boer in
de dop verstoord, dan nemen de legoblokken
hem weer in beslag. Inmiddels druppelen
ook de andere familieleden de keuken bin
nen. Het Bentwoud is het voornaamste on
derwerp van gesprek.
Voorlopig protesteren de boeren alleen
binnen de Agrarische Commissie Bentwoud.
Rita Lievaart: „Blokkades van de snelwegen,
storten van aardappelen of oprukken naar
het Binnenhof, daar beginnen we voorlopig
niet aan. We willen onze goodwill bij de bur
gers niet verder verspelen. Eerdere acties van
boeren hebben onze reputatie al geen goed
gedaan."
Wat gaan Wim en Rita Lievaart nu doen?
Ze weten het nog niet: „We weten nog maar
sinds vorige week dat onze boerderij in de
drie bosplannen valt. Over de gevolgen heb
ben we dus nog niet nagedacht. We gaan er
vanuit dat het de eerste tien jaar wel los
loopt. Die 175 miljoen hebben de overheden
nog niet bij elkaar en de grondaankopen be
ginnen pas in 1995." Ze kijken er zelfs vrolijk
bij.
Eén mogelijkheid is, dat het bos er| wel
komt maar dat sommige akkerbouwers iri het
bosgebied kunnen blijven boeren. Deze op
lossing spreekt de Lievaarts nid aan. ,<Dat
geeft niets dan ellende. De dieren uit het bos
vreten je gewassen aan en uit zo'n bos waai
en luizen, insecten en virussen Hét land op.
De landbouwgrond wordt dan tóch waarde
loos. Of je zou veel intensiever rrfóeten spui
ten en dat kan toch ook niet de bedoeling
zijn. De bedrijfsvoering wordt dan ook veel
duurder, want éép keer spuiten kost duizen
den guldens. Een dergelijke oplossing is al
leen geschikt voor veetelers."
Flevoland
Over de kansen dat ze elders weer aan een
boerderij kunnen kpmen zijn de Lievaarts
niet optimistisch. Het wordt moeilijk meent
Rita: „Er zijn zo'n tweehonderd akkerbou
wers in het gebied waar het bos moet komen.
Als je diegenen die hun bedrijf willen beëin
digen, niet meetelt, houd je er nog altijd heel
wat over. Waar moeten al die boeren heen?
Zó veel landbouwgrond is er in Nederland nu
ook weer niet, zeker niet van deze kwaliteit.
We zouden het misschien in oostelijk
Flevoland of in Groningen opnieuw kunnen
proberen."
Op zichzelf zijn ze wel bereid om de boer
derij op te geven en ergens anders een nieu
we start te maken, maar veel hangt af van de
prijs per hectare die de overheid biedt. Die is
nog niet bekend, maar ook op dit punt is
Wim niet optimistisch: „Bosgrond is niet zo
veel waard als bijvoorbeeld grond voor hui
zenbouw. Ik vrees dus dat we er niet al te veel
voor zullen krijgen."
Ze maken zich niet eens zo veel zorgen
over hun eigen toekomst, maar ze denken
vooral aan hun zoontje Chris: „Als het tegen
zit, wordt hij nooit boer."
De overheid komt met
steeds strengere
vangstquota. De
visserij vloot krimpt in.
Toch kiezen steeds meer
jongeren voor een
opleiding aan de
Zeevaartschool in Katwijk.
De school zelf houdt
inmiddels wel rekening
met het feit dat de
werkgelegenheid'op zee'
terugloopt. „We bieden
perspectieven vooreen
baan aan de wal en
maken van de jongens die
de zee op gaan goede
allrounders", zegt directeur
Aad van Duin.
JEROEN KOSTER
I et de twaalf aanwezige jon-
I Xtf §1 Bens 's de klas nagenoeg vol.
JL. w Jtkm Ze worstelen zich met zicht
bare moeite door de theorethische kanten
van de dieselmotor. Vraagstukken en theorie-
en over zuig -en drukvulling, kleppenafstel-
ling en cilinders spoken door hun hoofd. Als
er een tekening gemaakt moet worden ko
men passersets, linealen en geodriehoeken
uit de tassen tevoorschijn. Een enkeling
neemt de omtrek van een colablikje. „Verge
ten dat je bij dieseltechniek wel eens moet
tekenen."
Dieseltechniek is nog altijd betrekkelijk
nieuw voor de zeebonken in de dop. Het vak
is samen met Koel -en Vriestechniek de
nieuwste aanvulling op het zeevaartonder-
wijs. De Katwijkse zeevaartschool is de rich
ting Techniek ingeslagen om een veelvoorko
mend probleem voor opvarenden met een
goede functie op zee te voorkomen. Wanneer
zij aan de wal willen gaan werken ontbreken
daarvoor de diploma's, terwijl alle vaardighe
den en kwaliteiten wel aanwezig zijn. De
nieuwe vakken in het pakket moeten dat pro
bleem in de toekomst verhelpen.
Al sinds de laatste decennia van de vorige
eeuw, de beginjaren van haar bestaan, ont
wikkelt de school zich door veranderingen in
de zeevaart. Toen was er alleen nog kustvis
serij en hoefden de opvarenden slechts epke-
le vangsttechnieken te kennen. De mogelijk
heden waren met hun 'bomschuiten' immers
beperkt. Ze konden maximaal een kilometer
of dertig kilometer de zee op omdat anders
de hele vangst zou bederven. Maar de con
sumptie en dus de vraag naar vis groeide en
er volgde een grote verandering in de visserij.
De hele Noordzee werd bevaren en de reizen
werden langer. Het gevolg was dat de kennis
van de bemanning te kort schoot, want van
bijvoorbeeld navigatie wisten ze niets. De
komst van Visserijonderwijs rond 1880 naar
Katwijk bood uitkomst.
De voormalig Visserijschool is dit jaar pre
cies veertig jaar gevestigd aan de Sluisweg.
Het scheelde echter niet veel of het zeedorp
was eind jaren tachtig zijn school kwijt ge
weest. Na enige onzekerheid over het voort
bestaan kreeg Katwijk in 1988 van de toen
malige staatssecretaris Ginjaar-Maas toch
toestemming om een eigen school voor de
Zee(vis)vaart te houden. Maar deze moest
dan wel fuseren met de drie nautische scho
len in Haarlem, Amsterdam en IJmuiden.
Katwijk ging akkoord en sinds 1990 zijn de
vier scholen samen opgegaan in het IJ mond -
college. Slechts de vestigingen in Katwijk en
IJmuiden bleven bestaan, onder de naam
Maritiem Instituut IJmond.
Twee jaar geleden verdween het LBO Zee
(vis)vaart uit het dorp. Van Duin'vindt het
een slechte zaak. „Op onze informatieavond
vorige maand moest ik nog enkele kinderen
en ouders telleurstellen. Ze dachten hier na
de basisschool terecht te kunnen."
Een korte rondgang in het gebouw van de
Zeevaartschool biedt een goed overzicht van
het scala aan vakken dat wordt onderwezen.
Een tiental jongens heeft een praktijkles file
ren en bakken, waardoor de geur van vis in
het hele gebouw overheerst. Praktijklessen
als visverwerken staan in contrast met de les
die een deur verder gegeven wordt. Een les
Zeemanschap, over de stabiliteit van schepen
bij het laden en lossen. Hier maken de reken
machines overuren en wordt de vaardigheid
om met tabellen op te gaan op de proef ge
steld.
Het IJmond in Katwijk kent twee verschil
lende opleidingen: een korte vakopleiding en
een lange opleiding. Vreemd genoeg duren
beide opleidingen twee jaar lang, maar het
niveau en de instroomeisen zijn erg verschil
lend. Het diploma van de korte vakopleiding
geeft recht op de vaarbevoegdheid Stuur
man/Werktuigkundige. Met dat papiertje op
zak mag je als stuurman varen op de kotter-
vloot en als schipper of hoofdwerktuigkundi
ge in de kustwateren. Ook kun je instromen
in het tweede jaar van de lange opleiding. De
jongens die deze opleiding tot een goed ein
de brengen hebben meer mogelijkheden. Ze
mogen wereldwijd varen en naast de kotter-
vloot ook op de grote vriestrawlers. Natuur
lijk geldt voor de opleidingen dat eerst een
aantal vaaruren moet worden gemaakt.
Avontuur
Dat eerst een hoeveelheid vaarervaring moet
worden opgedaan is voor de scholieren aller
minst een probleem. „Het vrije leven is alles,
daar doe je het voor", zegt de 18-jarige Dirk
Kuyt. De Katwijker heeft al enige praktijker
varing. „Ik ben een van de weinigen hier die
nog vier jaar LBO-zeevisvaart heeft gedaan,
toen ik dat achter de rug had ging ik varen.
Vanaf mijn vijftiende heb ik twee jaar op een
kotter gevaren, eerst als jochie, later als ma
troos. Het was werkelijk te gek. Nu is het
voorlopig weer even uit met het gezellige le
ventje", vertelt Kuyt bij wie het verlangen
naar de tijd op zee duidelijk van zijn gezicht
is af te lezen. „Maar toen ik ging varen had ik
wel het idee nog terug naar school te komen,
ondanks dat je het echte werk alleen in de
praktijk leert. Maar ja, dat papiertje hè!." Hij
verzucht: „Ach, je krijgt er een hoop voor te
rug, want het leven op zee is alles."
Kuyts klasgenoot Dirk Haasnoot heeft op
de HAVO drie certificaten gehaald. „Mijn
ooms, opa en vader gingen vroeger ook de
visserij in. Het grote verschil Is echter dat ik
vrij kon kiezen en zij wel moesten." Voïgens
Dirk Kuyt hebben de meeste leerlingen fami
lie in de zee(vis)vaart. „Mijn vader zat er ook
in en mijn keuze zal daar onbewust wel mee
te maken hebben gehad. Ik wist namelijk van
kinds af aan al dat ik wilde varen. Als hij tim
merman was geweest, had ik dat misschien
wel leuker gevonden. Maar eerlijk gezegd be
twijfel ik dat, want op zee maak je onvergete
lijke dingen mee. Bovendien is het erg afwis
selend. Zeg nou zelf, het is toch een uitdaging
en avontuur om ergens bij Afrika op vis te va
Ook de familie van Huig van Duin (18) zit
in de zee(vis)vaart. „Ik zat op de MAVO, toen
ik hier voor het eerst kwam kijken. Het leek
me wel wat en er is me toen aangeraden de
LTS te volgen, omdat deze school daar beter
op aansluit. De definitieve keuze voor de vis
serij was dus mijn beslissing."
De drie toekomstige zeebonken zijn het
over één ding nadrukkelijk eens: Thuiskomen
is het mooiste van het varen. Kuyt: „Als je
van IJmuiden terug naar Katwijk rijdt, zie je
op een gegeven moment vanaf de weg al de
drie torenflats. Dan weet je dat je weer thuis
bent, dat is grandioos." Dirk Haasnoot: „Het
is toch perfect: één keer in drie weken naar je
werk en terug. Hoef je niet elke dag heen en
weer te rijden."
Toekomst
Over de toekomst van de visserij hebben de
scholieren een eensluidend oordeel: de visse
rij blijft altijd bestaan. Dirk Haasnoot: „Het
wordt misschien iets minder, maar het blijft
zeker." Dirk Kuyt gelooft ook niet in de altijd
sombere voorspellingen over de visserij. „De
visserij is niet weg te denken, vergelijk het
maar het het boerenbedrijf."
Huig van Duin hoort nog wel eens negatie
ve geluiden rond de visserij. „De meeste
mensen denken dat er alleen tuig werkt in de
visserij. Mannen met tatoeages, die veel zui
pen en illegaal vangen. Natuurlijk zijn er wel,
maar hooguit een paar. De rest zijn gewoon
hardwerkende mensen, die brood op de
plank willen." Haasnoot knikt, „Dat is zeker
waar. Je moet je in de visserij wel waar ma
ken. Het Is een harde wereld."