'Mijn boeken zijn gebaseerd op feiten'
Brokjes fictie en beschouwing
Cultuur&Kunst
Jan Guillou, van 'landverrader' tot succesvol spionage-auteur
Een uniek stukje
sportgeschiedenis
Pakkende juridische
thriller van Martini
DONDERDAG 4 FEBRUARI 1993
24
„Ik wil laten zien hoe geheime diensten werken. Mijn
boeken zijn fictie, maar ze zijn gebaseerd op feiten. Geen
enkele deskundige zegt dat ik lieg. De lezer kan er rustig
van uitgaan dat ik de onthutsende werkelijkheid
beschrijfzegt Jan Guillou. De Zweed is auteur van een
succesvolle reeks spionageromans; bij de KRO-televisie
was onlangs de op zijn werk gebaseerde serie 'Vijand van
de vijand' te zien.
ARNO RUITENBEEK
John Guillou put uit een schat
aan ervaringen. Als kritisch links
journalist werd hij in zijn ge
boorteland als landverrader af
geschilderd. Hij zat in de gevan
genis omdat hij onthullingen
had gedaan over de Zweedse in
lichtingendienst.
Net als veel leeftijdgenoten
was Guillou in de roerige jaren
zestig anti-establishment, anti-
Vietnam en anti-Verenigde Sta
ten. „De Zweedse sociaal-de
mocraten (h)erkenden slechts
één vijand. Die kwam van links,
was intellectueel en droeg lang
haar. Kortom: studenten en
journalisten."
Guillou, inmiddels tot het gil
de der broodschrijvers toegetre
den, bracht zijn ongenoegen
over de westerse democratie tot
uiting in woord en geschrift.
„Wat ik over Zweden zeg, geldt
in gelijke mate voor Nederland,
Frankrijk of welk westers land
ook. Macht corrumpeert. De so
ciaal-democraten zijn bijna al
tijd aan de macht geweest in
Zweden. Ze denken de wijsheid
in pacht te hebben. Kritiek op
hun doen en laten kunnen ze
niet hebben, critici moeten
worden neergesabeld. Wie zo
dacht of denkt, moest volgens
de machthebbers wel een land
verrader zijn. Nou, ik ben liever
een verrader dan een meelo
per."
Gearresteerd
In het veertiendaags magazine
Folket i Bild/Kulturfront publi
ceerden Guillou en een collega
vele artikelen over de geheime
agenten, met namen en foto's
erbij. Als gevolg daarvan werden
de beide journalisten opgepakt.
Tevens werd een inlichtingenof
ficier gearresteerd. „De laatste
werd onder druk gezet met zijn
homoseksualiteit. Ze zouden
z'n oude moeder wel eens gaan
vertellen welke viezigheid hij
had uitgespookt. Mijn collega
kreeg zijn conservatieve vader
en zijn geschokte echtgenote op
bezoek in de gevangenis. Zij
werden gebruikt om hem te
dwingen te vertellen hoe we aan
onze informatie kwamen."
De andere twee sloegen door.
Na hun veroordeling kwamen
ze in de gevangenis, waar al
snel bekend was geworden dat
zij 'Je goede zaak' hadden ver
raden. „Ze hebben de hel ge
zien." Guillou beschermde zijn
Konijn
Het sprong niet op,
keek alleen verbaasd
naar het eten dat ik bracht.
Het lag opgesteven in een bocht
en hing niet, zoals ik gewoon was,
uitgestrekt aan een slagershaak
met alleen nog sokken aan.
Ik schrok omdat zij het was, zo helemaal.
In dit gedicht gaat het over herkenning. Wat we gewend zijn, valt
ons niet meer op. Ie kent dat gevoel als je het huis binnenkomt na
een vakantie: alles lijkt nieuw. Hier gaat het met een konijn, zo'n
prettig eetbare knuffel die uiteindelijk bestemd is voor hoger
heerlijkheid dan doordeweekse karbonade. Gaat zij op een na
tuurlijke wijze dood, dan herken je: 'omdat zij het was, zo hele
maal.' Niet haar dood opent ons de ogen, haar ongebruikelijke
dood.
Leerzaam boekje over
'Ons Indische' verleden
RECENSIE NICO KEUNINC
De Wajangfoxtrot, Sporen uit een In
disch verleden. Joop van den Berg,
Indiëkenner Joop van den
Berg stroopt markten, beur
zen en veilingen af en pluist
krante-advertenties na, op
zoek naar Indische voorwer
pen. Aan de hand van twaalf
aldus 'gevonden' voorwer
pen heeft Van den Berg het
boek Wajangfoxtrot geschre
ven, waarin hij, zo schrijft hij
in zijn voorwoord, 'wil pro
beren aan wat aspecten van
dat koloniale verleden gestal
te te geven.'
Op het omslag staat een
Wajangpop afgebeeld met
een saxofoon in zijn handen
geklemd. Dit plaatje, dat eer
tijds gebruikt werd voor het
reclameliedje van het sigaret
tenmerk Wajang ('Ik sier
mijn koker met jouw portret-
/mijn kleine Wajang, mijn si
garet') geeft de inhoud van
het boek goed weer: een ver
menging van twee werelden,
Oost en West en in engere
zin Indië-Holland, of beter:
de onmogelijkheid van die
vermenging.
Elk hoofdstuk vangt aan
met de vondst van een In
disch voorwerp. En of dit nu
een bekertje uit kamp Kareës
betreft, oen liefdesbrief van
een zendeling aan de ouders
van een 'handschoentje'
(meisje dat bij afwezigheid
van de bruidegom die in In-
dië zat, in Holland trouwt
met een stand-in), een wel
komstbord voor Jan Soldaat,
of het zakwoordenboekje van
een vlieger, in alle twaalf
hoofdstukken legt de auteur
via het voorwerp een stukje
van de Indisch-Hollandse ge
schiedenisbloot.
De stijl is die van een
schoolmeester en bovendien
wat stroef. De geschiedenis
komt vooral tot leven dank
zij de vele citaten die Van
den Berg gebruikt. De bron
vermelding van die citaten
levert voor de geïnteresseer
de lezer een aardige lijst se
cundaire Indië-lectuur op, al
is die tamelijk willekeurig en
zeker niet compleet. Maar
dat pretendeert de schrijver
ook niet.
Zowel in het hoofdstuk
over het welkomstbord voor
Jan Soldaat als over het wel
komstboekje voor de repa
trianten hadden fragmenten
uit Ik heb altijd gelijk van
W.F. Hermans een goed
beeld gegeven van de gedes
illusioneerde, 'verneukte' sol
daten die Soekarno zouden
verdrijven. Juist in fictie kan
de waarheid het dichtst ge
naderd worden.
Het is vreemd dat Van den
Berg zelf bijna niets te zeg
gen heeft over zijn aankomst
als repatriërende bijna zes
tienjarige jongen in Holland:
'Wat kan ik mijzelf nog her
inneren van die aankomst?
Niet veel eigenlijk.'
Gelukkig hebben vele an
deren er wel over geschre
ven. Van den Berg heeft er
dankbaar gebruik van ge
maakt, hetgeen een leerzaam
boekje over 'ons' Indisch ver
leden heeft opgeleverd, dat
vooral door de compositie
(de vele invalshoeken) een
andere kijk biedt op een ge
schiedenis waarvan nog
steeds nieuwe feiten aan het
licht komen.
Jan Guillou: „De sociaal-democraten zijn bijna altijd aan de macht ge
weest in Zweden. Ze denken de wijsheid in pacht te hebben. Kritiek op
hun doen en laten kunnen ze niet hebben." foto gpd
bronnen tot het laatst. „Ik heb ik zes maanden lang steeds on-
nooit iets losgelaten. Van de dervraagd, maar ik heb mijn
acht maanden dat ik in 1972 en mond gehouden. Als straf
1973 in de nor heb gezeten, ben brachten ze me naar de zwaar
ste gevangenis van Zweden. Ik
heb het fantastisch naar mijn
zin gehad. Ik was een politieke
held voor al die moordenaars
en verkrachters. Ze riepen me
tot hun voorzitter uit, ik hielp
hen met hun beroepszaken."
Publiek
In de cel werd de spionagero
manschrijver Guillou geboren.
„Ik kende Maj Sjöwall en Per
Wahlöö persoonlijk, maar hun
boeken niet. Als ik ze sprak,
probeerde ik dat onderwerp
angstvallig te vermijden. In de
gevangenis heb ik hun thrillers
allemaal gelezen. Ik ontdekte
daarin tot mijn verbazing dat je
scherpe kritiek op de democra
tie, politiek en politie kunt heb
ben en daarmee toch een groot
publiek kunt bereiken. Als jour
nalist ben ik beperkt, omdat ik
alleen kan schrijven wat 100
procent zeker is. Als auteur van
boeken kan ik alles zeggen, ook
al ben ik soms niet zeker van de
feiten."
Het duurde desondanks tot
het midden van de jaren tachtig
tot de eerste spionageroman
van Guillous hand verscheen.
,,Ik moest een aanleiding heb
ben en die kwam in 1984. Ik
was op bezoek in Noorwegen.
Daar werd ik gevolgd door
agenten van de Noorse veilig
heidsdienst. Ik zat in hetzelfde
hotel in Oslo als waar een Israë
lische delegatie was onderge
bracht. Men verwachtte een
aanslag. Daarvoor heb je terro
risten nodig en van hun Zweed
se collega's hadden ze verno
men dat ik er eentje was. Na
tuurlijk was dat loos alarm. In
het vliegtuig terug naar Stock
holm, Een vlucht van 50 minu
ten, was 'Coq Rouge' geboren."
Het boek verscheen vorig jaar
bij de Schoorlse uitgeverij Con
serve, die ook de overige wer
ken van Guillou op de markt
brengt. De titel van de thriller
verwijst naar de hoofdpersoon,
Carl Gustav Gilbert Hamilton.
Een jongeman van adellijke af
komst, die ooit lid was van een
uiterst linkse organisatie, maar
toch geheim agent wordt. Een
soort James Bond, zij het een
die echt had kunnen bestaan en
die in de inmiddels zeven kloe
ke Coq Rouge-delen fikse klap
pen uitdeelt.
Oorlogsspelletjes
„Hamilton is geheel en al aan
mijn eigen brein ontsproten.
Dat geldt niet voor zijn bazen,
in de boeken opgevoerd als Sam
Ulfsson en DG. Zij bestaan echt
en heten Ulf Samuelsson en By-
rger Elmér. De laatste was het
hoofd van die inlichtingen
dienst die door mijn artikelen is
opgeheven!" Guillou moet nog
lachen om de hernieuwde ken
nismaking met zijn voormalige
tegenspeler: „Ik stond in de rij
bij een bankloket. De lokettiste,
die mijn eerste boeken had ge
lezen, begon plotseling hard te
lachen. Wat was het geval? El
mér stond achter me in de rij.
Buiten hebben we elkaar de
hand geschud en een afspraak
gemaakt. Sindsdien zijn we
vrienden."
Ter gelegenheid Hella Haasses 75ste veijaardag
29.90.
Afgelopen dinsdag, 2 februari, werd Hella S.
Haasse 75 jaar. Reden voor haar uitgever
om een mooi gebonden bundel 'autobio
grafische teksten' uit te geven: Een handvol
achtergrond. Deze achtergrond is haar land
van herkomst, Nederlands-Indië, waar zij in
1918 in Batavia werd geboren.
De bundel opent met Omkijken 1954,
waarin Haasse haar kinder- en jeugdjaren
beschrijft in de vele plaatsen (Soerabaja,
Bandoeng, Buitenzorg, Batavia) waar het
gezin heeft gewoond. En binnen deze plaat
sen verhuisde zij met haarvader (commies
redacteur van Gouvernements Bedrijven),
moeder (pianiste) en broer nog vele malen.
Bovendien werd het gezin door school en
studie van de kinderen, overplaatsing van
de vader (in 1920 nog een jaartje Rotter
dam) en longziekte van de moeder (Davos)
regelmatig voor lange tijd uiteengerukt. Het
langst hebben zij bijna drie jaar samen in
hetzelfde huis gewoond. Hun laatste adres
samen, in Batavia.
De eerste hoofdstukken van deze bundel
werden al eerder gepubliceerd in Zelfportret
als legkaart en in Krassen op een rots. Noti
ties bij een reis op Java. Het zijn nostal-
gisch-sentimentele beschrijvingen van het
'e, mooie oude Indië: De tempo doeloe
sfeer die tot een cliché is verworden. De
sfeer van geuren en geluiden, de prachtige
Maar juist als je deze teksten die vóór
1954 zijn geschreven, vergelijkt met de
laatste hoofdstukken uit 1985 en 1992 dan
openbaart zich een ontwikkeling van de
schrijfster waarbij Indië steeds meer naar
de 'achtergrond' verdwijnt. Tijdens eerdere
terugkeren voelde Hella Haasse zich nog
'verbonden' met de Nederlands-Indische
wereld die zij heeft gekend. Tijdens haar
meest recente reis naar Java in 1992, waar
zij toen ook de graven van het echtpaar
Kerkhoven-Roosegaarde Bisschop uit Heren
van de thee bezoekt, weet zij dat 'de navel
streng (is) doorgesneden'.
In een eerlijk, oprecht en tegelijkertijd na-
ief (in de goede zin van het woord) relaas
over de verschillende culturen komt de ge
noemde ontwikkeling, in de verschiilende
hoofdstukken van het boek, duidelijk naar
voren. Wat de schrijfster als kind en tiener
in de omgang met bedienden, Indiërs en
Indo's, heel vanzelfsprekend vond en ervoer
als gelijkheid, blijkt achteraf van de kant
van de anderen een bevestiging van het cul
tureel verschil tussen oost en west. Het ko
men tot dit inzicht loopt parallel aan het af
stand nemen van Indië.
Over de vermenging van deze beide cul
turen gaat het prachtige hoofdstuk Parang
Sawat, dat tevens de ondertitel is van deze
bundel. Hella Haasse heeft 'ongemengd
bloed' maar, haar 'geest' is gemengd. Dat
heeft niet alleen met haar jeugd in Indië te
maken, maar ook met haar ouders. Vooral
de vader die voor vele Indische kranten
schreef, naast columns ook 'zeventiende-
eeuwse Minnebeelden en Mengeldighten',
maakt in de jaren dertig in zijn krantestuk
jes en lezingen al gewag van de opkomst
van het Indonesisch nationalisme en het Ja
panse economisch imperialisme, waarmee
hij het einde van het oude Nederlands Indië
voorspelt.
In dit hoofdstuk schrijft Hella Haasse kri
tisch, met gevoelens van liefde en bewon
dering, maar ook afstandelijk over haar ou
ders. Via deze 'hoofdpersonen' komt Indië
in de overgangsperiode van koloniale staat
tot onafhankelijke republiek in al zijn ge
compliceerdheid in een Bekaran (geschie
denis) tot leven.
Het verbeelden en tot leven brengen van
een periode in de geschiedenis via persona
ges, is ook in de opgenomen fictie in deze
bundel (lees: De Lidah Boeaja) de kracht
van het schrijverschap van Hella Haasse.
Over Een handvol achtergrond zegt zij dat
de compositie ervan qua vorm bestaat uit
'brokjes Fictie, beschouwing, verslag, flash
back zoals in een batik geometrische fi
guren en gestileerde plant- en bloemmotie
ven de beschikbare ruimte vullen tot aan de
randen van de stof, in dichte wemeling. 'Pa
rang Sawat' heet zo'n typisch Javaans batik
patroon.' Een dergelijke vergelijking kan al
leen maar ontspruiten aan een 'gemengde
geest'.
SPORTLITERATUUR
De reacties tijdens de Olympische Spelen van Barcelona afge
lopen zomer waren zeer verdeeld. De manier waarop het
Amerikaanse basketbalteam al zijn tegenstanders van het
parket reegde oogste enerzijds bewondering (bij de echte lief-
hebbere/an het spectaculaire NBA-basketbal) en anderzijds
verontwaardinging. Want was het nu echt nodig om twaalf
supersterren, multimiljonairs ook, die gouden medaille te la
ten ophalen?
Hoe het ook zij, het Dream Team heeft de sportwereld la
ten zien dat er ook nog op een heel ander niveau wordt ge
speeld dan men zou kunnen concluderen bij het aanschou
wen van een gemiddeld olympisch- of wereldtoemooi.
De aanwezigheid van het Dream Team in Barcelona was
het gevolg van het opengooien van de grenzen in de sport. Als
profs mogen deelnemen aan de Spelen, waarom sturen wij
dan niet onze beste basketballers? Een Amerikaanse redena
tie waar geen speld tussen te krijgen was. En zo geschiedde.
Al in een heel vroeg stadium werden tien kanjers aangewe
zen, later aangevuld met nog twee man. Wat er vanaf dat
ogenblink gebeurde rond Michael Jordan, 'Magic' Johnson,
Charles Barkley en al die anderen is door basketbal-goeroe
Mart Smeets neergeschreven in een heerlijk boekje, dat voor
de echte liefhebber eten en drinken tegelijk is.
Smeets staat bekend als één van de grootste experts in Ne
derland op het gebied van Amerikaans basketbal en bewijst
in 200 pagina's dat dat een terechte omschrijving van zijn
persoon is. Het wel en wee van het Dream Team, vanaf de
eerste gezamenlijke training tot en met de ceremonie proto-
colaire in Barcelona, wordt gelardeerd met zeer informatieve
portretjes van alle twaalf de spelers.
Het Dream Team op dit niveau is eenmalig geweest. Het
boek van Mart Smeets mag dan ook niet ontbreken op de
plank bij degenen die enige gevoel hebben voor sporthistorie.
Mart Smeets belicht het 'Dream Team'. foto archief
Onweerlegbaar bewijs
Tijdens haar meest recénte reis naar Java in 1992 weet Hella Haasse dat 'de navelstreng (is) doorgesneden'.
foto henk bouwman
Meulenhoff Nederland (f 39.50)
Volgens de gegevens van zijn
uitgever Had Steve Martini al
heel wat ervaring als jurist in de
Amerikaanse rechtszalen opge
daan voor hij als schrijver debu
teerde met 'Compelling eviden
ce'. Een boek dat in de Verenig
de Staten zoveel waardering
ontmoette dat het grif de grens
overging. In ons land kwam het
met de titel 'Onweerlegbaar be
wijs' in de boekwinkels te lig
gen. Een wellicht onbedoeld
treffende titel, want het verhaal
vormt inderdaad het onweer
legbaar bewijs dat Steve Martini
pakkend kan schrijven.
Natuurlijk biedt de Ameri
kaanse juryrechtspraak voor
een auteur tal van mogelijkhe
den. Ontelbare malen hebben
we in films, op het televisie
scherm en in boeken kunnen
ervaren hoe subtiel het spel in
de Amerikaanse rechtszalen
wordt gespeeld. Dat gaat lang
niet altijd volgens de lijnen, die
leiden naar de bevrediging van
ons rechtsgevoel. Te vaak en te
veel domineren vage indrukken,
losse uiterlijkheden en persoon
lijke voorkeuren. We krijgen
veelal het gevoel dat wel of niet
schuldig door het toeval wordt
bepaald. Maar het ligt voor de
hand dat juist en vooral die fa
cetten van het Amerikaanse ju
ridische steekspel de aandacht
krijgen in bios of boek. Omdat
zij nu eenmaal de spectaculair
ste taferelen en zaken opleve
ren. Het geeft weliswaar een
vertekend beeld, maar het is be
grijpelijk.
Ook Steve Martini heeft voor
zijn debuut die weg bewandeld.
Hij voert in zijn boek een advo
caat ten tonele, die wordt ont
slagen nadat hij een relatie had
aangeknoopt met de vrouw van
zijn baas. Een jaar na dat ont
slag wordt die baas vermoord.
Zijn vrouw is de eerste en ei
genlijk enige verdachte. Door
allerlei oorzaken wordt ge
noemde advocaat gedwongen
de verdediging van zijn voor
malige geliefde op zich te ne
men. Vanuit een uiteraard ui
terst kwetsbare positie voert hij
vervolgens een fascinerend juri
disch gevecht in de rechtszaal,
dat naar een verrassende ont
knoping leidt.
Ik laat het bij deze gegevens.
Steve Martini bouwt zijn in op
zet dus niet bijster origineel,
maar wel helder relaas van de
moord, de vragen daarom heen
en de snel stijgende spanning
op langs goed volgbare en logi
sche lijnen. Nergens raakt de le
zer verstrikt in juridisch jargon.
Martini vertelt zijn verhaal in
soepel lopende zinnen. Met veel
heel directe dialogen. Bijna bij
tend soms. Alles bij elkaar de
buteert Steve Martini zo op in
drukwekkende wijze als schrij
ver van een juridische thriller.