Veel koren, maar ware volkslied ontbreekt Wetenschap Spectrometer technologisch hoogstandje Aarde draait al 450 jaar om de zon Ook oud boerenbedrijf niet milieuvriendelijk Katalysator breekt dioxine in rookgas af Weer bemand, maar 'goedkoop' naar maan Hergebruik kunststof DINSDAG 2 FEBRUARI 1993 Historicus promoveert op 'De spiegel der volksziel' Zingen is na voetballen Nederlands tweede vorm van actieve vrijetijdsbeste ding. Het aantal koren loopt in de dui zenden. «Desondanks kijken sommigen jaloers naar Portugal, met de fadomu- ziek, het chanson in delen van Frankrijk en niet te vergeten de zangcultuur in het Verenigd Koninkrijk. Wat moet je dan met Het karretje dat op de zandweg reed? Nee, Nederland heeft veel liederen, maar hét volkslied afgezien van het Wilhelmus ontbreekt. De Nijmeegse historicus dr. Jozef Vos promoveerde onlangs op 'De spiegel der volksziel', een onderzoek naar het volks lied. Sinds zijn afstuderen in 1979 hield hij zich bezig met volksliederen, vooral met het verzamelen van titels. In de vooroorlogse jeugdbewegingen werden volksliederen vooral gecompo neerd door wat men spottend 'opvoede- laars' noemde. Wat dreef ze en wie wa ren het? Vos: „Grote namen in het jeugd- idealisme waren Jop Pollmann en Piet Tiggers, jongeren uit het arbeidersmilieu die de kweekschqol hadden gevolgd. Ze ontgroeiden hun oude milieu en misten de aansluiting met de academici. Ze gingen op zoek naar een eigen identi teit en zochten die in de volkskracht, ge dreven door een schoonheidsgevoel en vaderlandsliefde. Ze zagen zich als elite, die jongeren uit hun eigen milieu dat ge voel bij konden brengen." Bovendien was er een sterke romanti sche 'terug naar de natuur' beweging. Al leen wat 'het volk' zelf had geproduceerd was belangrijk. Volksliederen waren lie deren van het volk, het autonome lied, een rechtstreeks produkt van zijn diepste zieleroerselen. De jeugdidealisten wilden met die liederen de volkskracht reactive ren, nieuwe normen en waarden over brengen om tegenwicht te bieden aan het opkomende oppervlakkige passieve vermaak. Bij gebrek aan een eigen volksliedcul tuur speelden de jeugdbewegingen voor al leentjebuur bij de Duitsers. Die ver taalde liedjes waren zo algemeen dat ze overal voor te gebruiken waren. Volsla gen anarchisten tot extreem-reactionai ren zongen vaak dezelfde liederen. De jonge idealisten zochten aanslui ting bij de socialistische en katholieke jeugdbewegingen, de AJC en de Heem- vaartbeweging. Vooral binnen de AJC wisten Pollmann en Tiggers een eigen plaats te verwerven. Het al te zweverige maakte plaats voor meer politiek realis me, zeker tijdens de opkomst van het fascisme. „Het was natuurlijk vreemd dat men tegenover het fascisme juist kwam met ideeën over een volksbeweging. In we zen stelde men zich tegen het fascisme te weer met creëren van een eigen volks cultuur. Het is nu moeilijk om die ont wikkeling objectief te bestuderen. Onze kijk wordt toch wel erg beïnvloed door wat in de Tweede Wereldoorlog is ge beurd. Daar kun je niet omheen. Na de bevrijding gingen de idealisten onmiddellijk weer aan de slag. Het Na tionaal Instituut, de culturele tak van de Doorbraakbeweging zag het licht. Dat was evenwel van korte duur. Na een jaar was het instituut al ter ziele. Pollmann en Tiggers hadden meer succes met hun eigen stichting 'Van eigen volk'. Pollmann, de theoreticus, kon zelfs zijn baan opzeggen en stortte zich op het geven cursussen in de volksmuziek en was daarmee terug bij het oude ideaal: een kleine elite die normen en waarden doorgeeft aan het volk. Tiggers en Poll mann gaven een bundel uit die tussen 1952 en 1956 negentien drukken beleef de. In het midden van de jaren vijftig kwam de omslag. De doorbraak was niet gekomen, de veramerikanisering van de muziekcultuur nam hand over hand toe. De protestgeneratie zette zich een de cennium later af tegen liederen als 'Zeg kwezelken wildet gij dansen'. Ook vandaag de dag wordt er nog steeds erg veel gezongen. Alleen is het vergeefs zoeken naar een ideologie. De cursussen zijn ondergebracht bij mu ziekscholen. er is de stichting Huismu ziek. Maar het zingen heeft alleen nog een sociale functie, het gaat erom met een bepaalde groep mensen samen iets te doen. Vos keert terug naar het onderzoek van de volksliederen: „Je moet eigenlijk niet meer over het volkslied praten. Je zou liedboekjes kunnen onderzoeken, niet zozeer op wat erin staat, maar veel meer op wie ze gebruikten en welke lie deren ze zongen. Het 'ezelsoren' onder zoek." ZEIST PATRICIA VAN DER ZALM De massa-spectrometer, een technologisch hoogstandje van 1 a l,5 miljoen gulden, stond onlangs centraal bij de opening van het Centrum voor Struc tuuropheldering en Instrumen tele Analyse van TNO in Zeist. Dit nieuwe onderzoekslaborato rium richt zich vooral op kwali teitscontrole: het bepalen van giftigheid van stoffen, meting van milieuvervuiling, samen stelling van geneesmiddelen en voedingsstoffen. Het is bijvoorbeeld ook mo gelijk om te bepalen of een veestapel op natuurlijke wijze ziek is geworden, of dat de die ren zijn ingespoten met hormo nen of ander verboden spui. Het principe van de massa- spectrometer werd al na de Tweede Wereldoorlog toege past, maar is steeds verder ver fijnd. Via nauwkeurige kwali teitscontrole kunnen volgens prof. dr. J. van der Greef, hoofd van het Centrum en hoogleraar bij het Leiden/Amsterdam Cen trum voor Geneesmiddelenon derzoek, bijvoorbeeld schadelij ke aspecten van stoffen en pro- dukten al in een vroeg stadium worden opgespoord. „Dat scheelt fabrikanten een hoop kosten achteraf, als blijkt dat een produkt niet aan de ho ge eisen voldoet. Het wordt dan uit de handel genomen,-het produktieproces ligt stil, er is veel onderzoek nodig om de oorzaak van het gebrek te,ach terhalen", zegt Van der Greef. Een voorbeeld uit Zweden waar Kabi Pharmacia onder meer Healon oogzalf maakt. Die zalf veroorzaakte in een aantal gevallen overgevoeligheid, zo dat het bedrijf via proeven met apen de oorzaak probeerde vast te stellen. De massa-spectrome ter bij TNO liet zien dat er bij de samenstelling van de zalf-iets was misgegaan. De fout kon worden hersteld. Zo wordt op verzoek van fa brikanten ook gekeken naar de zuiverheid van onbespoten groenten: zijn ze wel zo onbe spoten als wordt beweerd? Of naar de echtheid van vruchte sappen of wijnen. Na te gaan is ook, welke werkzame stoffen van geneesmiddelen in welk deel van het lichaam terechtko men en hoe de werkzaamheid verbeterd kan worden. Alle on derzoeksgegevens worden gear chiveerd en blijven 15 jaar be waard. Fouten zijn al die tijd te achterhalen. Het ministerie van landbouw en visserij werkte nauw samen met TNO bij het dioxine-schan daal in het Lickebaertgebied bij Vlaardingen. „De massa-spec trometer kan bijzonder lage do seringen dioxine meten", zegt prof. dr. K. Verhoef, hoofd van de afdeling wetenschap en technologie van het ministerie van V&W. „We hebben er dus niet uit hobbyisme gebruik van gemaakt maar omdat zelfs lage doseringen dioxine schadelijk voor de gezondheid zijn en moeten worden opgespoord Verdergaande kwaliteitsbe waking, op welk gebied dan ook, is volgens Verhoef en Van der Greef broodnodig om Ne derlands concurrentiepositie binnen de EG te behouden. „Nederland staat nu bovenaan. Dat moet ook, want we exporte ren veel'". LEEUWARDEN HERMAN PAMVELP „We moeten af van de romanti sche blik op de landbouw. Het oude boerenbedrijf op zand gronden ziet men graag als op perste harmonie tussen mens en milieu. Maar als er bestrij dingsmiddelen waren geweest, hadden de boeren ze ook toege past. De opvatting dat de land bouw vóór 1850 zogenaamd milieuvriendelijk was, moet naar het rijk der fabelen verwe zen worden". Dat zegt dr. Jan Bieleman van de vakgroep Agrat^sche Ge schiedenis van de landbouwu niversiteit Wageningpn in zijn pas verschenen boek Geschie denis van de landbouw in Ne derland 1500-1950. Dp oude landbouw was niet miliepvrien- delijk, stelt Bieleman. Als voor beeld noemt hij de teelt van hennep in het Utrechts-Hol landse grensgebied voor de fa bricage van zeil en tuigage voor schepen. De hennepstengels liet men rotten in water, totdat de vezels loslieten van de houtdelen. Daarop werden de vezels ge droogd. Dit proces gaf «ank en waterverontreiniging. De over heid greep daarom in. In de Al- blasserwaard werd in 1646 een maatregel uitgevaardigd die dit rotten van hennep beperkte. In de toelichting bij de maatregel is sprake van infecties bij men sen en vissterfte. Ander voorbeeld van negatie ve beïnvloeding van het milieu was de uitbreiding van de tex tielnijverheid in de periode van 1570 tot 1670. Hierdoor nam de binnenlandse vraag naar wol soorten toe. Dit leidde tot een belangrijke uitbreiding van de schapenhouderij, in onder an dere de zandgebieden van Drenthe. De overbegrazing had tot gevolg dat op de meest kwetsbare plekken zandverstui vingen ontstonden. Het dorp Zeegse verdween door de verstuivingen bijna on der het zand. De mensen moes ten ingrijpen om bijvoorbeeld via bebossingen het zand weer vast te leggen. Sommige zand verstuivingen bestaan overigens nog steeds. In de huidige discussie over de landbouw gaat het vaak over bestrijdingsmiddelen. „Tegen ziekten en plagen die de veesta- Zandverstuivingen: niet altijd, maa pel en gewassen teisterden had men in de oude landbouw nau welijks of geen verweer. In de akkerbouw moest men lijdzaam toezien hoe bijvoorbeeld mui zenplagen steeds weer grote de len van de oogst te gronde kon den richten", aldus Bieleman. Toen in 1845 een ziekte de aardappeloogst teisterde, had men daar geen middel tegen. Het enige wat men kon doen was vroege soorten te verbou wen die hun wasdom bereikten vóór de zomer, zodat ze niet of minder door de schimmel zou den worden aangetast. Pas te- wel vaak ontstaan door overbegrazing. gen het eind van de 19de eeuw kwam er een middel beschik baar, de zogenaamde Bordeau- xse pap, een mengsel van kalk en kopersulfaat. Toch ging het hier nog om toepassingen op betrekkelijk kleine schaal. Kort na de Twee de Wereldoorlog kwamen de chemische bestrijdingsmidde len op, zoals DDT. Dit middel werd later echter weer verbo den. Bieleman merkt op dat de mestvoorziening één van de meest fundamentele problemen van de oude landbouw was. in Vlaanderen schaften de boeren zich al in de late middeleeuwen stadsmest aan. „Handel in -stadsmest is se dertdien een typerend ver schijnsel voor verschillende sec toren van de landbouw in de Nederlanden", schrijft Biele man, „een bekend voorbeeld is dat van de Friese hereboer Rienck Hemmema die om streeks 1574 koemest van stads hoeren uit het nabijgelegen Fra- neker aankocht. In 1610 verbo den de Friese Staten de uitvoer van mest en het gebruik ervan als hrandstof, opdat de boeren hun landerijen ermee zouden kunnen verbeteren". Omstreeks 1870 kwam de kunstmest in de handel na de ontdekking van de grondregels van de plantevoe- ding. Dat verhoogde de produk- tie aanzienlijk. De opbrengst van tarwe op klei was in 1870 zo'n 1875 kilo per hectare. Nu gaat het om 7300 kilo per hecta re. Gevolg is wel, dat de toen malige schaarste aan mest is omgeslagen in een overschot met als gevolg: verzuring. LEEUWARDEN HENK HELLEMA Het Duitse chemische bedrijf BASF heeft met succes een ka talysator beproefd waarmee dioxinen in rookgassen van (vuil)verbrandingsovens volle dig kunnen worden afgebroken. Dat meldt het Engelse blad New Scientist. Volgens BASF kan de katalysator in elke verbran dingsoven worden geplaatst. De katalysator is ontwikkeld door de scheikundige Hanspaul Ha- genmaier van de Universiteit van Tubingen. Door BASF wordt deze in licentie gemaakt. Bij de omzetting van dioxinen in rookgassen via de katalysator ontstaan uiteindelijk alleen kooldioxyde, water en zoutzuur. Bij de huidige verbrandings ovens is het nog zo, dat bij het afkoelen van de rookgassen op nieuw dioxinen worden ge vormd. BASF bouwt nabij Mannheim een installatie met een katalysator, waarmee het jaarlijks 175.000 ton afvalgas van zijn fabriek van dioxinen kan zuiveren. Het is dit jaar 450 jaar geleden dat de Poolse astronoom Co pernicus in zijn boek 'De revo- lutionibus' als eerste in de ge schiedenis beweerde dat de aar de om de zon draaide en niet andersom. Deze revolutie in de toenmalige wetenschap wordt deze week herdacht op de Volkssterrewacht Simon Stevin in het Brabantse Hoeven. De aandacht die de sterren wacht met extra openingstijden aan de in 1473 geboren astro noom gaat besteden, bestaat onder meer uit een lezing over het leven van de wetenschapper en een uitgebreide demonstra tie van het Copernicus-planeta rium. Dit voor Europa unieke planetarium laat de bewegingen van de planeten rond de zon en de beweging van de maan rond de aarde zien. Voorts beval het j02ef Vos: Voora| binnen de AJC wisten Pollman e modellen van dubbelsterren. Verder heeft de Volkssterre- plaats te verwerven." Heel misschien staat de mens kort na de komende eeuwwisse ling weer op de maan. Eén van de grootste bouwers van vlieg tuig- en raketmotoren in de VS, General Dynamics, heeft, zo meldt het blad 'Aviation Week Space Technology', plannen ontvouwd voor een 'goedkope', bemande maanexpeditie vroeg in het jaar 2000. En dat alles voor een prijs onder de 20 mil jard gulden. Dat kan door gebruik te ma ken van de huidige technologie en lanceerraketten inclusief het Space-Shuttlesysteem. Het is niet nodig en zelfs ongewenst om voor een reisje naar de maan nieuwe raketten, capsules en maanlanders te ontwikkelen. Niet alleen zou dat tientallen miljarden guldens extra kosten maar ook onnodige, extra jaren van voorbereidingen en experi mentele vluchten. Het is zelfs niet noodzakelijk om er weer zo'n reusachtige ra ket voor te bouwen als de meer dan 110 meter hoge Saturnus-V meertrapsraket, waarmee tus sen juli 1969 en december 1972 zeven bemande Apollo-vluch- ten naar de maan werden on dernomen. General Dynamics gaat voor de komende bemande reis naar de maan uit van een tweeledig scenario voor drie expedities. De eerste twee zijn onbemand en moeten de nodige 'hardwa re' op de maan brengen, zoals delen van een permanent be- manningsverblijf, een vanaf de aarde te bedienen robotcamera op wieltjes voor het verkennen van de omgeving, een waarne mingsstation, een telescoop en de nodige zonnepanelen. Dat alles kan niet in één keer wor den meegenomen. De derde expeditie zal twee astronauten op de bewuste plek moeten brengen. Die kunnen dan meteen hun intrek nemen in de drukcabine van hun 'maanhuis', daar hun ruimte- pak aan de kapstok hangen en bij een welverdiend 'slaapmuts je' bijkomen van de geweldige spanningen die drie etmalen lang inbeukten op hun psychi sche en fysieke gestel. In tegenstelling tot de vroege re Apollovluchten, waarbij de Apollocapsule (met één astro naut) in een parkeerbaan om de maan bleef draaien en de maanlander (met twee astro nauten in het daarop bevestigde 'hokje') zelf de tocht naar het maanoppervlak (én weer om hoog) maakte, zal nu alleen de Centaurraket rondjes om de maan beschrijven gedurende het verblijf op de maan. De cap sule zelf is bevestigd aan het frame van de vierpotige en - motorige lander. Het huidige scenario voorziet in een 'ouderwetse' landing in zee; onderweg stoot de van een hitteschild voorziene capsule de lander af en onderneemt, na een serie 'surfbewegingen' in de bovenste dampkringlagen om de snelheid af te remmen, de definitieve, vurige duik in de dampkring om daarna aan pa rachutes in de Stille Oceaan te plonzen. Het door de firma gepresen teerde concept biedt, zo bena drukt GD zelf, grotere voordelen boven »de aloude Apollovluch ten. Zo wordt onder meer ge bruik gemaakt van veel lichtere materialen en efficiëntere voortstuwingstechnieken dan ruim 20 jaar geleden. Het reis- verblijf (de capsule) behoeft bo vendien slechts plaats te bieden aan twee, in plaats van drie, as tronauten. Hij is dus een stuk lichter (en iets kleiner) dan zijn bonkige voorgangers. Ook de lander zelf, bestaande uit een vederlicht maar oersterk frame dat, naast de capsule, ook drie tanks met vloeibare waterstof en zuurstof (in totaal 17 ton) omvat, levert veel meer bewe gingsrendement op dan de vroegere LM (Lunar Module). NASA-leiders, met in gedach ten nog de Challenger-explosie ARNH0M ANP De KEMA gaat samen met een aantal buitenlandse bedrijven in he| kader van een EG-project de mogelijkheden onderzoeken om kunststoffen te hergebrui ken. Volgens de EG hangt de toe- komsti-van het hergebruik van kunststoffen sterk af van de kwaliteit van het materiaal. Het project #moet nu duidelijkheid brengen over die kwaliteit, wat een stimulans voor grootschalig hergebruik kan betekenen. Het project is van belang om dat de drpk op de industrie om materialep te hergebruiken steeds groter wordt. De maanlander, met vier flexibele poten en vier motoren, heeft zich losgemaakt uit het ruim van de Space Shuttle (achtergrond). De lander staat op het punt aan een Centaurraket (rechs onder) te worden gekoppeld. van eind januari 1986, kijken overigens met een scheef oog naar dat zeer explosieve meng sel. Eén van de belangrijkste conclusies van het onderzoek na de ramp met de Challenger was nu juist: zo min mogelijk licht ontvlambaar spul mee naar boven nemen en vooral niet in het laadruim van de Space Shuttle. General Dyna mics pareert deze vrees met het gegeven 'dat het mogelijk is om in geval van een onverhoopte terugkeer van de shuttle naar de aarde, de drie brandstoftanks uit het laadruim te dumpen'. Door internationale samen werking zouden de kosten voor de VS teruggebracht kunnen worden tot 10 miljard gulden, waarbij de Europese ESA dan de lancering van de Centaurmotor en de constructie van het be- manningsverblijf op de maan verzorgt en een bijdrage levert aan planning en constructie van een deel van de maanlander. Daarmee zal ook een slordige tien miljard gulden zijn ge moeid. Of het lukt om alle bu reaucratische en technische rompslomp zó snel rond te krij gen mag worden betwijfeld. wacht een expositie ingericht van bijzondere munten betref fende Copernicus en een facsi mile uitgave van het boek 'De revolutionibus'. Tot de verschijning van het wetenschappelijke werk van Copernicus gold de aarde als het middelpunt van het heelal. De sterrenkundige kwam tot zijn in die tijd opzienbarend in zicht, toen bleek dat zijn waar nemingen niet klopten met de geschriften van de Griekse ge leerde Ptolemeus. Deze was sinds eeuwen de grote autoriteit op sterrenkundig gebied. Na de publikatie van Copernicus kwam Galilei in aanvaring met de paus van Rome, omdat hij de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 10