'Vrouwen staan hoger dan mannen' is niet te koop
Literaire roem
Het hiernumaals van Frans Kellendonk
Nieuwe Pippi Langkous
smaakt naar (veel) meer
Cultuur Kunst
Auteurs
naar
Duitsland
f DONDERDAG 28 JANUAR11993
'22'
Eriek Verpale, pessimistisch auteur uit het Oostvlaamse Zelzate
slotte ook noe verklaard
GENT. CARLOS ALLEENE
In de verhalenbundel 'Alles in het klein' (uitg. De Arbei
derspers, 1990) publiceerde de Vlaamse schrijver Eriek
Verpale behalve enkele voortreffelijke verhalen ook enke
le brieven die gericht waren aan Luuk Gruwez, dichter,
goede vriend en kunstbroeder.
Voor het nieuwe boek 'Onder vier ogen' (De Arbeiders
pers, Amsterdam) grepen beiden weer naar hun uitge
breide correspondentie.
„Het is een autobiografisch boek waarin zowel een
dagboek, een zelfportret als een brief voorkomen. Er is
tussen Luuk Gruwez en mezelf vooraf geen enkele af
spraak gemaakt. De overeenkomsten en tegenstellingen
zijn pas naderhand aan het licht gekomen", zegt Eriek
Verpale enigszins op aarzelende toon.
de goot heeft gelegen. Heeft dat
alles zijn kijk op het leven aan
zienlijk veranderd?
,,Ik hoop dat ik hier niet in
een uitzending van 'Het Eenza
me Hartenburo' terecht ben ge
komen. Ik relativeer de ellende
die ik heb meegemaakt. Toch
zijn er momenten geweest dat
zowel op financieel als emotio
neel gebied het water tot aan
mijn lippen stond. Het heeft me
alvast geleerd dat als je niet ver
zopen bent in de zee er geen re
den is om je druk te maken als
je in een plas water trapt."
De dichter Eriek Verpale is in
tussen een zachte dood gestor
ven. Hij heeft besloten niet lan
ger meer poëzie te schrijven.
„Ik kan geen poëzie meer
schrijven. Na het verschijnen
van 'Op de trappen van Algiers'
(1980) wist ik dat ik een bepaald
niveau had bereikt. Stilistisch
en thematisch kon ik geen an
dere wegen meer bewandelen.
Vandaar dat ik besloot met poë
zie te stoppen. Ik weet dat er
dichters zijn die hiermee abso
luut geen rekening houden en
de ene bundel aan de andere
plakken. Dat interesseert me
niet. Een dichter moet zijn the
matiek in de diepte of breedte
kunnen uitbreiden. Een en an
der houdt ook verband met
mijn vriendschap met Luuk
Gruwez, die op een totaal ande
re manier poëzie schrijft. Hij
kan vooraf zeggen waarover een
gedicht zal handelen, dat is
Hij weet dat hij met Luuk Gru
wez een opmerkelijk duo vormt
in de 'Vlaemsche Letteren'. Bei
den zitten al jaren op dezelfde
golflengte, lachen om dezelfde
grappen en weten wat ze aan
elkaar hebben.
„De frequentie waarmee we
brieven naar elkaar schrijven is
opvallend eentonig. Ik schrijf al
tijd maar brieven, terwijl Luuk
zelden antwoordt. Gruwez zit
anders in elkaar dan Lk. Hij
denkt dat hij de energie die hij
in een brief stopt niet meer voor
het schrijven van een gedicht
kan aanwenden. Ach, het stoort
me niet, ofschoon ik het altijd
prettig vind als ik een brief van
hem of een ander iemand krijg.
Het schrijven van brieven dreigt
meer en meer het exclusieve
terrein te worden van degenen
die met literatuur bezig zijn. Ik
kan het alleen maar betreuren
dat gewone mensen nauwelijks
nog brieven schrijven. Voor al
les en nog wat telefoneren ze
naar elkaar. Voor een brief moet
je tijd maken, je moet er zelfs
voor gaan zitten. Heel belang
rijk is dat brieven blijven, terwijl
een telefoongesprek meteen
verdwenen is. Van het ogenblik
af dat iemand de hoorn op de
haak legt is alles weg. Jammer."
Zachte dood
Hij maakt er absoluut geen ge
heim van dat hij een tijdlang in
De dichter Eriek Verpale is intussen een zachte dood gestorven. „Ik kan geen poëzie meer schrijven. Na het verschijnen van 'Op de trappen van Al
giers' (1980) wist ik dat ik een bepaald niveau had bereikt." foto
mijn stijl niet. Neen, ik heb geen
gedichten meer geschreven tot
1991 toen Boes uit Alles in het
klein plotseling uit Afrika is te
ruggekeerd. Dat heeft me toen
zo aangegrepen dat ik nog een
vijftal gedichten heb geschre
ven. Voor de rest bestaat de
dichter niet meer."
Zwakheden
De respons van zijn lezers. Wie
zijn ze? Heeft hij er een idee van
voor welke doelgroep hij
schrijft?
„De meeste brieven die ik
krijg zijn doorgaans anoniem. Ik
heb daar nog altijd geen verkla
ring voor gevonden. Vrijwel alle
reacties op Alles in het ldein wa
ren van vrouwen afkomstig.
Vaak vertellen ze me in hun
brieven hun hele leven. Ik weet
niet waarom ze dat doen. Daar
kan misschien eens een sociolo
gische studie over gemaakt wor
den."
„Sorry, ik vind vrouwen iets
hoger staan dan mannen. Hoe
meer vrouwen in de wereld hoe
beter. Bijna al mijn collega's in
de fabriek waar ik werk zijn
Dat
mij i
ware zegen. Pas op, die
wen zijn geen zachte doetjes.
Integendeel, ze staan op hun
rechten. Ze weten verdorie goed
wat ze willen. Zo hoort het. Uit
de meeste brieven blijkt dat ik
teder over vrouwen schrijf. Ik
probeer hen te begrijpen. He
laas..."
Inmiddels heeft hij ermee le
ren leven dat er sommige tegen
zijn emotionele manier van
schrijven zijn gekant. Staat zijn
manier van werken haaks op de
tijd waarin we leven?
„Ik ben ervan overtuigd dat
kunstenaars in deze harde tijd
hun emoties en zwakheden
durven tonen. Het feit
dat men op zijn bek durft te
gaan is zeer belangrijk. Het is
een signaal voor al die mensen
die met de dag eenzamer aan
het worden zijn. Het is geen
schande om eenzaam te zijn,
het is wel een grote schande dat
daarvoor geen begrip meer is.
Wordt het ooit nog anders? Ik
ben pessimist, dusdanig zelfs
dat ik het nooit opgeef. Er zijn
dagen dat ik me moe voel. Ik
heb het eerder al gezegd: mijn
grootste verlangen bestaat er
soms in om te slapen en nooit
meer wakker te worden."
LITERATUUR
RECENSIE BERT KUIPERS
Recensie van: William Beckford. 'Menuet
ten met de markies' Portugees Dagboek
1787. Vertaald en ingeleid door Ceriof
Janzen. 270 blz. Contact. Prijs: 45,00
William Beckford (1760-1844) is
zonder twijfel de rijkste schrij-
ver die Engeland ooit gekend
heeft. Hij heeft het voor zijn tijd
ongelooflijke inkomen van 100
duizend pond (nu vergelijkbaar
met zo'n slordige 20 miljoen
gulden) dat hij jaarlijks te verte
ren had echter niet met schrij
ven verdiend. Hij erfde het ge
woon omdat hij de enige wetti
ge zoon was van ene Alderman
William Beckford, die uit een
puissant rijk geslacht stamde,
die bovendien zijn fortuin in de
suiker gemaakt had en twee
keer burgemeester van Londen
William geniet een zekere li
teraire reputatie, maar het is
niet helemaal duidelijk waar die
vandaan komt. Hij wordt door
sommigen nog steeds geprezen
om zijn roman 'Vathek' die als
een van de eerste 'gothic novels'
beschouwd wordt. Beckford zou
daarmee de basis van het genre
gelegd hebben, hetgeen wat te
veel eer lijkt want de literatuur
geschiedenis vermeldt dat niet
zo expliciet. Het heeft er eerder
alle schijn van dat Beckfords
roem iets te maken heeft met
het buitennissige en luxe le
ventje dat hij met pappies cen
ten kon leiden. Zijn bezittingen
moeten destijds tot de verbeel
ding gesproken hebben. In By-
rons gedicht 'Childe Harold' dat
onder meer aan het Portugese
lustoord Sintra is gewijd, wordt
Beckford al 'England's weal
thiest son' genoemd.
Het gedicht bevat behalve
een hommage aan de schrijver
van 'Vathek' ook een verkapte
verwijzing dat deze met zijn on
metelijke rijkdommen 'niets
blijvends en groots' tot stand
wist te brengen en in wezen
niet anders leefde dan zijn ei
gen creatie: de kalief uit zijn ge
lijknamige oosterse roman.
Beckfords literaire faam kan ten
slotte ook nog verklaard word?r
uit een omstandigheid waar By
ron eveneens op doelt en dit
William met de latere Oscai
Wilde gemeen had. Evenals 'de
illustere causeur' verliet hij Eh
geland omdat hij vreesde vooi
zijn homoseksualiteit veroor
deeld te worden, een 'misdaad
die iemand in die tijd aan d<
galg kon doen belanden.
Om aan een familieschan
daal, gevoed door roddel er:
achterklap te ontkomen were
William op een voor die tijd nie
ongebruikelijke educatieve rei;
gestuurd: een Grand Tour, orrl
hem kennis te laten maken nie
de bronnen van de westerse be
schaving. De belevenissen var:
die tocht vormen het eerste deei
van het Beckford-project*, 'Een
dromer op reis' dat vertaler G?r
lof Janzen nu voltooid heeft me
het onlangs verschenen tweede
deel: 'Menuetten met de mar
kies', het Portugese dagboel
van 1787.
Hoe onderhoudend Beek
fords biografie ook mag zijn, z<
vervelend is zijn oorspronkelijk!
dagboek dat in 1843 overigen
flink werd opgesmukt en toei
wel degelijk aan de smaak vai
het Victoriaanse publiek beant
woordde. De ruwe aantekenin
gen waaraan de vertaler groten
waarde hecht dan de gestileerd!
vorm van 1834 waarom da1
zo is, ontgaat de lezer hande
len voornamelijk over de intri
ges die William en zijn vriend
markies De Menezes spinnei
om hem aan het koninklijk ho
van Portugal geïntroduceerd ti;
krijgen. Tussen de bedrijven le
zen we dan over rendez-vou
met o.a. een Nederlandse koop
man, hofdames en grootpriors
uitstapjes met koets en sjeps
dans- en muziekpartijtjes, eei
stieregevecht en niet in
laatste plaats over de tedere
voelens die William voor jongj
koorknaapjes en markiesji
koesterde.
Dat had allemaal heel intere!
sant kunnen zijn als Beckforij
met zijn rijkeluis-zoontjes-^
neuzel in 'Menuetten met dj
markies' niet zo'n verveelde ji
druk had gemaakt.
Frans Kellendonk (1951-1990)
heeft een indrukwekkend oeu
vre nagelaten dat in één vuist
dik boek is verzameld, waarbij
voor de indeling de 'schriftelijke
aanwijzingen' naar de wilsbe
schikking van de schrijver zijn
gevolgd. Het complete werk,
zoals het boek heet, is dus wat
de schrijver zelf beschouwde als
zijn literaire nalatenschap.
Het boek begint met het
pracfitige Bouwval, waarmee
Kellendonk in 1977 debuteerde.
In dit verhaal, zelfs in de dub
belzinnige titel, ligt de complete
thematiek van zijn latere werk
al besloten. Het speelt tijdens
Allerzielen, de dag dal de doden
worden herdacht. In de context
van een familiebijeenkomst
probeert de tienjarige 'kroon
prins' Ernst (die bescheiden en
bedachtzaam wordt geportret
teerd naast zijn aanstellerig
nichtje Aapje) zijn plaats te be
palen en daarmee zijn toe
komst. Begrippen als dood, ge
boorte, ziel, geest, geld en god
vormen de draden van het web
waarin de hoofdpersoon gevan
gen zit, zoals hij is onderworpen
'aan de geest van zijn familie'.
In Kellendonks laatste roman
Mystiek Lichaam, treden een
Frans Kellendonk: 'Het Boek' als een bijbel. foto archief
broer ('Broer') en een zus de achtergrond. De man-vrouw
('Prul') op naast een dominante verhouding speelt, naast de vele
vader. De moeder is overleden, andere parallellen, een belang-
Ook in Bouwval bevindt de rijke rol in het oeuvre van Kei-
hoogzwangere moeder zich op lendonk. De vrouw zorgt voor
het nageslacht. De opa in
Bouwval zegt het als volgt: 'Als
er geen vrouw meer is om te
aanbidden wordt de man een
niksnut. De hele maatschappij
gaat naar de kloten als de vrou
wen niet meer deugen.'
Als homoseksueel moest Kel
lendonk zijn plaats bepalen in
wat hij zelf in Mystiek Lichaam
het 'hiernumaals' noemt. Zijn
katholieke achtergrond heeft op
hem en zijn schrijverschap een
groot stempel gedrukt. Over ge
loof schrijft hij aan het slot van
het complete werk: 'Ik zie maar
weinig verschil tussen het ge-
loofsprobleem in de literatuur
en het geloofsprobleem erbui
ten.' Geloof betekende voor Kel
lendonk 'een werkzaamheid
van de scheppende verbeel-
ding'.
Wie Kellendonk leest treedt
het hiernumaals binnen, en laat
de woordmagie voortduren.
'Laat nog even de taal mijn li
chaam zijn!' denkt de lezer in
het 'spookverhaal' Letter en
Geest, want straks zal hij met
een zucht overgaan tot de ande
re wereld, 'die het boek om
ringt, zoals de dood het leven.'
Dood en leven staan indrin
gend en aangrijpend op de
voorgrond in Mystiek lichaam.
Broer en de 'rijpere jongen'
worden door de dood (aids) van
elkaar gescheiden. Je kunt het
niet lezen zonder aan de vroege
dood van Kellendonk zelf te
denken. Het boek bevat onver-
Gesloft
Schrijf ik eens een zin met een
zelfbedacht woord erin, zeggen
de collega's van de eindredac
tie: „Simons, dit laten we niet
staan, want het is geen Neder
lands. Zoek maar een ander
woord." Eindredacteuren van
andere kranten zijn blijkbaar
minder streng, want samenstel
ler Frans van Lier haalde voor
zijn boekje Jaartaai. De debuut-
woorden van 1992 vrijwel alle
nieuw-ontstane Nederlandse
woorden uit kranten en tijd
schriften. Wat voor de één 'geen
Nederlands' is, is voor de ander
blijkbaar een prachtig neologis-
Of al die nieuwe woorden in
de taal aanwezig zullen blijven,
moet natuurlijk worden afge
wacht. Voor het woord weiger-
yup voorspel ik geen lange toe
komst, met het verdwijnen van
de dienstplicht zal ook dit type
mens wel ophouden te bestaan.
Min of meer hetzelfde verwacht
ik voor trotel (trein waarin je
kunt overnachten) en spookstu-
dent (wel ingeschreven, maar
gaat nooit naar college). Maar
het ecoduct, het grenshospitium,
de grijsrijder en de pret-echo
zullen we ook dit jaar nog wel
vaak horen.
Sommige nieuwe woorden
zijn zó goed getroffen, dat ik in
stilte hoop dat ze een vaste plek
in het Nederlands zullen ver
werven. Bijvoorbeeld glittera-
tuur (boeken over glamour-ach-
tige.onderwerpen), triglo (drie
hoekige, iglovormige glasbak).
multimama's (moeders met
kinderen van diverse mannen)
en zeehondisering (zielig maken
van bepaalde groepen mensen
of dieren met een politiek doel).
Dat het leven sterker is dan
de leer, blijkt uit het woord ge
sloft (een samentrekking van
'sloffend' en 'afgetobt') dat be
dacht werd door CDA-kamerlid
Hans Hillen. Juist deze pracht-
term trof Van Lier aan in... in
derdaad, deze krant. Toch blijft
de vraag bestaan: zijn deze neo
logismen voorbeelden van crea
tief taalgebruik of zijn ze 'geen
Nederlands'?
Jaartaai. Debuutwoorden in
het Nederlands van 1992. Uitg.
Thomas Rap, Amsterdam,
1993. Prijs 8,50.
WILFRED SIMONS
getelijke passages over liefde,
ziekte en dood en wordt mijns
inziens nog steeds onderschat.
Het is jammer dat er rond het
werk van Kellendonk 1;en muur
van 'academisme' is opgetrok
ken. Wie het complete werk
leest zal openingen vinden in
die muur of zelfs de toegang tot
wat literair gezien wel het 'hier
numaals' mag heten. Prachtig is
Dood en leven van Thomas
Chatterton uit Namen en ge
zichten, scherp en komisch zijn
zijn reisreportages, opgenomen
in Dagwerk, kritisch en deskun
dig is zijn verhandeling over
Shakespeare-vertalingen van
Burgersdijk tot Komrij, verras
send helder laat hij zijn licht
schijnen op een van de langste
gedichten uit onze letterkunde
van een dichter die door nie
mand meer 'werd' gelezen: Al-
taergeheimenissen van Vondel.
Deze drie openbare colleges
kunnen bovendien gelezen
worden als een commentaar op
Kellendonks literaire nalaten
schap.
Het complete werk van Kel
lendonk is voor mij een van die
tien boeken die in de koffer
meegaan naar dat onbewoonde
eiland. Veel meer dan De ont
dekking van de hemel van Har
ry Mulisch is Het Boek van Kel
lendonk als een bijbel te be
schouwen. Maar Kellendonk
was nu eenmaal bescheiden.
Piraat Jenny en haar gorillaheerlijk leesboek
JEUGDLITERATUUR
'In het haventje ging de orkaan
als een slagroomklopper te keer.
Witte golven sloegen tegen de
meerpalen. Schuim spatte over
de keien en kroop in lange leb-
bertongen tot aan de deur, ter
wijl opstandige klieders tegen
de ramen kletsten."
In zulke beeldende taal begint
Piraat Jenny en haar gorilla van
Henk van Kerkwijk, een boek
dat van de eerste tot de laatste
bladzijde je aandacht opslurpt.
Als je het vergelijkt met eerder
werk van deze auteur, zoals De
bezeten dunschiller (1988) of
Spokendans uit 1990, dan over
stijgt Van Kerkwijk zichzelf met
dit relatief dunne boek van 115
bladzijden. Allerlei fraaie adjec
tieven zijn van toepassing op dit
boek: fantasierijk, wensvervul-
len, spannend, ontroerend,
beeldend. En het is op humoris
tische wijze ook nog emancipa
torisch. Mijn liefje, wat wil je
nog meer? Genoeg voor een
leuke prijs, zou ik zeggen.
Het verhaal is ontstaan, zo
laat Van Kerkwijk ons achterin
weten, naar aanleiding van het
De Nederlandse schrijvers
Margriet de Moor en A.F.Th
van der Heijden gaan in ok
tober voor een periode van
vier a zes weken als zogehe
ten „writer in residence"
naar respectievelijk Miin-
chcn en Berlijn. De pro
gramma's in Duitsland zijn
vooral gericht op het geven
van lezingen aan universi
teiten of culturele instellin
gen.
Een illustratie uit 'Piraat Jenny
lied Die Seerauberin Jenny
de Duitse componist Kurt Wei
uit de Driestuivers Opera va
Bertold Brecht. Het lied ga;
over een meisje van een jaar
negentien dat in een vieze kroe
slecht behandeld wordt,
droomt van een verloofdeAii r
zeerover is en op een goeieda
haar zal verlossen uit de ellén
de.
Bij Van Kerkwijk is Jènn
geen negentien, maar 'hoi:
slechts negen jaar. Haar moéde)'
en broertje zijn door pol$&<
omgekomen en haar vadejg
verdwenen toen ze zev
'Achter een mooie li
aan, beweerde de buurvrouw
Net als mijn kerel.'
Ook deze Jenny wordt uitgt
buit door de kroegbaas bij
ze werkt. Voor Baas Blamey
alleen geld. Jenny is ervan os
tuigd dat haar vader piraat
geworden. Als op een avondfèej
orkaan het stadje geselt,
ny bang dat haar vader
breuk zal lijden en aanspoelt
Zij moet hem redden. Indei
daad slaat een schip op de rots
en, maar het enige wezen d;
door Jenny gered wordt, is £i
baby gorilla. Al spoedig gro<
die door Jenny's goede zorgt
op tot een reusachtig beë!
'Niet alleen in de hoogte. Ma;
ook in de breedte. Haar en s
ren overal.'
Samen met de gorilla,
overmeesterde piraat Teérpi
en later met de dames Tljet
muts vormt ze een onoverwii
nelijk piratenstel dat in 14
gerijnse slavengalei de moojsl
buit vindt die voor Jenny dehkp
baar is. Rest nog het afstrafft
van haar schofterige ex-werkgt
ver, die de kwade genius blijl
achter alle narigheid. Met
hulp van de gorilla is ook. d;
een fluitje van een cent.
Voor ldnderen vanaf een jaèz
of negen moet dit een heerlijk'
boek zijn. Een meisje van'di
zelfde leeftijd neemt initiatii
krijgt een gorilla tot vriqni
wordt gevreesd piraat, vip
haar vader terug en eindigt (ei
slotte als held van haar stadji
Epn nieuwe Pippi Langkbi
over wie Van Kerkwijk nog rrii
avonturen mag schrijven.