ZATE RDAG S BI JVOEGSE L Het beest zit in ieder mens EINDREDACTIE PETER HEERKENS -50L ZATERDAG 23 JANUAR11993 Vrouwen als oorlogsbuit, dat is het klassieke beeld. Massale verkrachting als beloning voor de overwinnaar. In de moorddadige roes van ver nieling en dood wordt er mishandeld, geroofd en verkracht. Maar in het voor- '....Dan zie le zon V"aa' Deskundigen over wreedheid en verkrachting in Joegoslavië f r* '....Mensen met ca mouflagepakken. De stóf is per strekkende meter op de markt te koop en daar laten ze een fantasie-uniform van maken.' foto's vrouwen, en misschien wel een veelvoud van dat aantal, ver kracht door Servische strijders. Bovendien zouden die massa- Ie verkrachtingen niet meer uit sluitend een beestachtige uit laatklepzijn van troepen zon derdiscipline. Het lijkt een wel bewuste tactiek om de islami tische bevolkingsgroep te ont wrichten. Daar schrikken wij 'beschaafde'Westeuropeanen van. De wreedheid en het seksueel misbruik werden on derwerp van boze demonstra ties en verhitte discussies. Een volgende missie gaat het nader onderzoeken. Intussen roepen de schokkende berich ten vragen op. Hoe komen mensen er toe dit soort wreed heden te begaan? En hoe be trouwbaar is de informatie? Welke rol speelt de oorlogspro paganda? Op verzoek van deze krant kwamen drie deskundigen sa men om te praten over deze on derwerpen: historicus And ré Gerrits van het Oost-Europa Instituut, rechtsdes- kundige Els van Blokland van het Clara Wich- mann Instituut en luitenant-kolonel Kees Blok, jurist bij het ministerie van defensie, die namens de EG verschillende bezoeken bracht aan voor malig Joegoslavië. De drie deskundigen: André Gerrits, Els van Blokland en en Kees Blok. .foro's 0 pd cees zorn Overste Kees Blok heeft het in Kroatië van nabij gezien. „Op vrijdagavond reden busjes de kant van het front uit. Geen legerbusjes, maar gewone bestelbusjes. Mensen met ca mouflagepakken, vaak zo dronken als ik weet niet wat. De camouflagestof is per strekkende meter op de markt te koop en daar laten ze hun vrouw of hun moeder een fantasie-uni form van maken. Wapens zijn spotgoedkoop, twintig, dertig dollar. In die busjes zaten weekendsoldaten, die gingen 'huishouden' in dorpjes die buiten de macht van wie dan ook zijn, waar de krachtige bevolking al lang is weggetrokken. Er zijn video's van gemaakt. Dan zie je zo'n dorp waar allemaal lijken lig gen. Bejaarden, op de meest afschuwelijke wijze afgemaakt. En dat- gebeurt overal. Ook in Servië en Bosnië-Hercegovina." Hoe komen Serviërs, Kroaten en Bosnische moslims er toe hun vroegere buren te verja gen, verminken, verkrachten en mishande len, hun bezittingen te vernielen en cultuur goed ontheiligen, alleen omdat ze uit een an dere bevolkingsgroep komen? Een gemakke lijk, duidelijk antwoord is er niet. Een aantal motieven ligt voor de hand: het vernederen en verjagen van de tegenstander, wraak, het vergaren van oorlogsbuit en machtsvertoon. Maar hoe zijn al die mensen in die spiraal van geweld terechtgekomen? De drie gesprekspartners, op ons verzoek rond de tafel, komen samen tot een hele lijst factoren die van invloed zijn: de propaganda en indoctrinatie, de omkering van de moraal tijdens een oorlog, de normvervaging en het etnische karakter van de oorlog waardoor burgers het doel zijn geworden van het ge weld. Normvervaging Blok heeft ook in Kroatië de immense propa ganda ervaren. „Niet alleen naar het Westen om de zaak te verkopen, maar ook intern. De bevolking wordt elke dag geconfronteerd met alle wreedheden van de tegenpartijen. Dat slijt bij zelfs de meest rationele mens elk ge voel voor redelijkheid uit. Ik denk dat wij daar ook niet tegen bestand zouden zijn." Eind 1991, begin vorig jaar stonden in de kranten in Kroatië regelmatig verkrachtings- verhalen met foto's. Verhalen met een propa gandistisch doel, meent Blok. „Het kweken van stemming, het hooghouden van de oor logsbereidheid." Gerrits wijst op het mecha nisme dat verhalen zichzelf versterken. „Je moet oppassen in de berichtgeving meege sleurd te worden." Oorlog voeren verlaagt alle normen, zegt Blok. „Wat normaal niet mag, mag in oorlo gen wel. Je mag normaal geen mensen dood schieten, in de oorlog wel. Het levert een soort van straffeloosheid op." Historicus Ger rits: „Je hoeft niet per së een slecht mens te Els van Blokland wijst er op dat verkrach ten als krijgsmethode algemeen voorkomt om een bepaalde bevolkingsgroep te treffen. „Dat is zeker ook bij de Tamilvrouwen ge beurd." Maar ze weet ook hoe moeilijk het te bewijzen is. Wat is systematisch? Van Blok land: „Moet het op bevel van hogerhand zijn, moet er iets op papier staan? Ik denk dat je kunt uitgaan van systematiek als je ziet dat het op zo'n grote schaal voorkomt. Als je hoort dat er opdrachten worden gegeven, dat het doel is moslimvrouwen hun eerbaarheid te ontnemen en te zorgen dat ze uitgestoten worden uit hun eigen groep. Dan is er niet al leen sprake van verkrachting, maar wordt er doelbewust ingespeeld op de gevolgen." Gerrits sluit niet uit dat hier sprake is van een Servische oorlogstactiek, maar vraagt zich af hoe bewust dat gebeurt. „Ik denk toch dat vernedering van de tegenstander en wraak daarin misschien wel de belangrijkste motieven zijn". Effectief Van Blokland: „Maar het is zo effectief wat er gebeurt. Je haalt een gemeenschap onderuit. Je kunt dat continu vernederen en martelen zien als een tactiek, waarmee je gebieden vrij kunt krijgen van moslims." Zij vindt het vooral nodig dat nu wordt geprobeerd om bewijzen boven tafel te krijgen. In het verle den is seksueel geweld te vaak weggemoffeld. Daarmee zijn de mannen aan tafel het vol mondig eens, maar Blok vindt het moeilijk de systematiek achter de verkrachtingen te ont dekken. Hij gaat er van uit dat al die legertjes van de lokale en regionale oorlogsbazen mis daden plegen. De oorlogsbazen geven daar toe gelegenheid en moedigen het geweld zelfs aan om het moreel van hun ongeregelde troepen op te krikken. Maar dat de verkrach tingen gecoördineerd worden, daarvoor is de militaire samenwerking tussen al die strijd groepen te zwak: „Kampen, alleen met het doel om vrouwen massaal te verkrachten, zo dat ze als moslimvrouw geschonden zijn, nee, daar geloof ik vooralsnog niet in, maar ik sluit het niet uit." Gerrits: „Het ergste is dat het verkrachten geen beleid hoeft te zijn. Ik denk, voorzover ik het kan beoordelen, dat het op grote schaal voorkomt. Maar hel is niet nodig voor een le gerleiding om het aan te moedigen, het be wust als strijdmiddel te hanteren." I loewel de politieke leiders geen aanwijs bare moeite doen om het moorden en ver krachten te voorkomen, zal hun verantwoor delijkheid achteraf moeilijk te bewijzen zijn. vrezen de drie gesprekspartners. Propaganda In de hele discussie over de wreedheden van niet name de Serviërs speelt de propaganda een belangrijke rol. En er zijn tal van voor beelden uit het recente verleden waarbij gru welverhalen overdreven bleken. Gerrits: „Ie moet rekening houden met manipulaties. Overste Blok merkt op dat het verkrachten in ieder geval als wapen wordt gebruikt: „is het niet door de partij die het begaat, dan wel door de partij die het ondergaat". Blok voelt voor geen der strijdende partijen veel sympathie. „Wat mij betreft zijn het. pu pulair gezegd, allemaal schurken. Ze hebben allemaal min of meer vuile handen gemaakt Daarbij komt dat alle huidige leiders uit de zelfde bovenlaag van de maatschappij van voor 1990 komen. De huidige tegenstanders waren tot voor kort collega-officieren in het Joegoslavische federale leger en hebben op dezelfde militaire academie gezeten. Wat hem bij terugkomst in het Westen het meest heeft verbaasd, is de eenzijdige veroot deling van de Serviërs. „De etnische zuiverin gen zijn ingezet door Serviërs, maar over de zuiveringen van de Kroaten lees je weinig. De public relations van Zagreb zijn klaarblij kelijk beter dan van de communistisch getin te club in Belgrado, concludeert Blok. De politieke doelen van de Serviërs zijn volledig uit het zicht geraakt, door de wreed heden waarvan ze worden beschuldigd. Daarbij waren ze in de gevechten aan de winnende hand en kregen zo wellicht meer dan de andere partijen de kans om wreedhe den tegen burgers te begaan. Dat maakte van de andere groepen de underdogs, die op ex tra sympathie konden rekenen bij het pu bliek in West-Europa, vermoeden Van Blok land en Blok. Consequenties Toch staat wel vast dat verkrachtingen en beestachtigheden op grote schaal in het Joe goslavische oorlogsgebied voorkomen. Wat is daar tegen le doen? Wat er volgens Gerrits en Blok in ieder ge val niet moet gebeuren is grootschalig mili tair ingrijpen op basis van nog onbewezen verhalen over verkrachtingskampen. Blok ge looft in waarnemers met diplomatieke status die de strijdende partijen voortdurend bij el kaar brengen. „Hen dwingen met elkaar te praten, antwoorden te geven op vervelende vragen, informatie die je krijgt onderzoeken. Je zou er veel meer mensen, gekwalificeerd Van Blokland: „Slachtoffers van seksueel geweld moeten worden erkend als vluchte ling." Zij heeft in dit verband veel kritiek op de Nederlandse regering, die zich haastte om een visumplicht voor Joegoslaven in te voe ren toen de oorlog daar uitbrak. André Gei rits: „Je moet bij vredesbesprekingen duide lijk maken dat dit soort zaken volstrekt onai ceptabel zijn, maar ook consequenties zullen hebben. Na de oorlog." malige Joegoslavië lijkt meer aan de hand. Volgens een uit gelekt rapport van de EG-mis- sie onder leiding van de Britse Anne Warburton zijn ten min ste 20.000 Bosnische moslim- Hoe komen Serviërs, Kroaten èn Bosnische moslims ertoe hun vroegere buren te verjagen, verminken, verkrachten en mishandelen, hun bezittin gen te vernielen en ontheiligen, alleen omdat ze uit een andere bevolkingsgroep komen? zijn in het gewone leven om dit soort wreed heden te begaan." Die normvervaging heeft ook in andere oor logssituaties tot verkrachtingen geleid. De Nederlanders hebben het gedaan in het hui dige Indonesië, de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog, de Amerikanen in Vietnam. Maar kenmerkend voor de Joegoslavische burgeroorlog is dat het politieke conflict tus sen Kroaten, Serviërs en Bosnische moslims is verworden tot ongecontroleerde strijd tus sen misschien wel driehonderd warlords. Blok: „Waar geregelde legers verdwenen zijn, regels weg zijn, is er geen rem op ongelimi teerd geweld en wangedrag." Opvallend Wat vooral frappeert is de korte tijd waarin gewone mannen tot beestachtigheden in staat zijn. Gerrits ziet overeenkomsten met de Deutsche Ordnungspolizei uit de Tweede Wereldoorlog. Duitse reservisten, 'gewone mannen', waren binnen enkele weken tot grote wreedheden jegens joden in staat. „Het etnische element is erg belangrijk. Dat be paalt namelijk dat ieder van het andere volk een vijand is. Om het simpel te stellep: het neerschieten van vijf kersenplukkende Kroatische kindertjes van Servische zijde is een rationele oorlogsdaad," Daarbij heeft een klein deel van deze man nen de neiging tot gewelddadigheid, meent Gerrits. „Maar ook de indoctrinatie, de druk van de groep en angst spelen een grote rol. Angst- voor meerderen, angst voor collega's, angst om voor een doetje aangezien te wor den. Het niet willen opvallen in negatieve zin." Els van Blokland: „Want de SS zit er gens binnen in je, schreef Arnoli, zelf overle vende van de vernietigingskampen. Je ziet, en dat blijft dan toch het enge, dat mensen in bepaalde omstandigheden tot dit soort da den in staat zijn. Als je de Joegoslaven zelf hoort, begrijpen die ook niet dat het zo ver kon komen. Daar moet zo'n vervreemding hebben plaatsgevonden, waarbij je je zo te rugtrekt op je eigen etnische groep, dat die ander tot vijand is geworden waar je alles mee kunt doen." Gerrits: „Als je mensen maar voldoende in prent dat hun eigen leven ook bedreigd wordt, en dat de wreedheden die ze plegen ten dienste van hun eigen gezin zijn, dan kun je ze vrij snel zo ver brengen. Er staat geen sanctie op wreedheden, maar een premie. Ik zou niet uitsluiten dat ik hetzelfde zou doen, hoe vreemd dat ook klinkt. Ik kan me voor stellen dat mensen zozeer overtuigd zijn van nut en noodzaak om dit soort wreedheden te bedrijven, niet alleen uit wraak en vernede- ringsgevoelens maar ook omdat ze denken dat het hen uiteindelijk ten goede komt." Wreedheden niet aJs negatief bijverschijn sel van een oorlog, maar als 'wenselijke' me thode om de overwinning te behalen. Van Blokland: „Dat is ook het onvoorstelbare van de Tweede Wereldoorlog. Dat de Duitser dacht dat hij goed deed." Gerrits noch Blok sluiten uit dat zijzelf toch beschaafde Westerse mannen over de schreef zouden gaan. Gerrits: „Het gaat hier niet om een conflict tussen geregelde le gers. Dat is een van de meest essentiële za ken, die de wreedheid van het conflict bepa len. Nederlanders zijn waarschijnlijk net zo geneigd tot wreedheden als Joegoslaven, maar de kans dat Nederlandse mannen in zo'n soort conflict verzeild raken is uitermate gering. Onze samenleving is een ander soort samenleving dan het voormalige Joegoslavië, minder gewelddadig en met een andere ver houding tussen mannen en vrouwen, maar ik zie niet in waarom Nederlanders niet dezelf de soort van misdaden zouden kunnen be gaan als ze in zo'n situatie terecht zouden komen." Natuurlij! speelt er ook een lange traditie van 'antipathie' tussen Kroaten en Serviërs, erkent de historicus. „Maar ik keer mij tegen de opvatting dat de oorlog onafwendbaar was. Ik zie wel al die ressentimenten, die haatgevoelens en die traditie van wederzijdse tegenstelling, maar ik denk toch dat politieke manipulatie een belangrijke rol heeft ge speeld." Tactiek De mens kan tot beest verworden. Maar wat de verhalen uit Joegoslavië extra gruwelijk maakt is de veronderstelling dat het gaat om een oorlogstactiek, waarbij vrouwen in kam pen systematisch worden verkracht. Voor alles moet je je afvragen of de gruwel verhalen wel kloppen, meent Gerrits. „Ver krachtingen zullen veel voorkomen. Of het hier vaker voorkomt dan in vergelijkbare conflicten, dat is maar de vraag. Massale ver krachtingen gebeuren altijd in dit soort et- nisch-politieke conflicten. Voorzover ik weet zijn er geen bewijzen voor kampen waarin dat systematisch zou gebeuren als oorlogs strategie. Ik wil niet zeggen dat het niet zo is. maar de bewijzen zijn er nog niet." 0aMI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 31