Kabinetsplan voor WAO is echt zo slecht nog niet IK nea HIÊ£. Moe» wet V£A4Cr 0E>\) VOCZrtT SAHSIC&ET 'De zwarten in Zuid-Afrika moeten straks niet te veel tegelijk willen' Flores staat er bijna helemaal alleen voor in de stilte na de schok Feiten &Meningen ZATERDAG 23 JANUAR11993 Mini-stelsel en niets-doen geen goede alternatieven Eén opzetje voor een nieuwe WAO haalt het, zo lijkt het, volgende week in elk geval niet: het wetsvoorstel Terug dringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheidsregelingen (TBA). Maar ondanks alle kritiek is dat kabinetsvoorstel helemaal zo slecht nog niet. HAARLEM SJAAK SMAKMAN Wat wil het kabinet? De huidige de bevriezing 'ongedaan ma- WAO'ers boven de 50 worden n, de jongere moeten ge- ken' door weer gedeelte lijk/ aangepast te gaan werken, leidelijk inleveren. Hun huidige Er zijn de afgelopen jaren v litkering van 70 procent van schillendesubsidieregelingen het laatsverdiende salaris wordt gekomen voor werkgevers die bevroren tot ze op het niveau WAO'ers in dienst Het al een cultuuromslag bij de be drijfsverenigingen die over de toekenning van WAO-uitkerin- gen beslissen. De groei vlakt sinds een paar jaar sterk af. Maar het aantal arbeidsonge schikten neemt nog steeds toe en als er nu niets gebeurt, valt hoe dan ook een belangrijke motor achter die cultuuromslag die weer aan de slag gaan, stil. lijden of overgaan Tndebedrijfsverenigingen.be- AOW, slechts stuurd door werkgevers en werknemers, hebben de afgelo pen vijftien jaar bepaald geen reden gegeven tot overmatig heid een redelijk levenspeil te kunnen handhaven. Het derde: het mini-stelsel bete kent in eerste instantie een las tenverzwaring. De werkenden moeten immers WAO-premie blijven betalen (die langzaam lager wordt omdat er voor de 000 'dure' WAO'ers per jaar -uitke ringen in de plaats komen) plus de premie van een particuliere bijverzekering. Nu wordt die laatste niet gerekend tot de col kabinet wil WAO'ers boven de 50 geheel buiten schot laten, omdat ook mét subsidie nie mand hen wil hebben. onder de 50 die z handicapt zijn dat ze met geen 2 stelsel Nieuwe arbeidsongeschikten krijgen na een gewenningspe riode van één tot vier jaar een uitkering die afhankelijk is var leeftijd, laatstverdiende loon en dan ook de dupe: de WAO' mate van arbeidsongeschikt heid. Alle 'jongeren' worden herkeurd om te kijken wat zf nog kunnen, om- en bijscholing kunnen komen, de roemruchte worcfen verplicht en het begrip 'onomkeerbare gevallen'. Dat is passende arbeid wordt ruimd.. Het meest gewraakte onderdeel kloof tussen van het plan is. de bevriezing de gevallen, van de huidige WAO'ers onder Dat de WAO-uitkering over de de 50 jaar. Op zichzelf is de kri- hele linie lager wordt, is niet on tiek terecht dat deze mensen logisch. Diverse onderzoeken Wie garandeert dat lectieve lastendruk, dus op p voor 1993 er niet opnieuw ontsporingen plaatsvinden? In het plan wordt één groep hoe Waarschijnlijk zal er na de par- nogelijkheid r lementaire enquête naar de so ciale zekerheid wel het een en ander veranderen in het toe- pier levert het mini-stelsel e lagere lastendruk op. Maar voor de portemonnee van Jan Mo daal maakt dat weinig uit: hij is gewoon meer geld kwijt. Tenslotte valt bij het mini-stel sel de solidariteit in het sociale stelsel weg. Wie werkt ii het werk zjcht op de uitvoeringsorganen, bedrijfstak met een hoog de prijs die het kabinet wil beta- het dichten van de bestaan- r voorlopig is er nog niets Mini-stelsel Het tweede alternatief is een mini-stelsel, waarop CDA en WD aankoersen. Daarbij ga randeert de overheid slechts minimum-uitkering en beidsongeschiktheidsrisico, zoals de bouw, zal een veel ho gere premie moeten betalen voor zijn bijverzekering dan wie bij een bank werkt. De waarde van die solidariteit is overigens een kwestie van ideologie. Zo bezien is het kabinetsvoor stel helemaal zo'n slecht com- worden gekort zonder dat ze de hebben uitgewezen dat er min- moet iedereen zich desgewenst promis nog niet. Maar het zal nogelijkheid hebben gehad zich bij te verzekeren voor een aanvullende uitkering. Daar staat echter tegenover dat de WAO een uitkering is en geen verzekering waaraan rechten kunnen worden ontleend. Dat is echter een formeel argu ment, want het overgrote deel van de Nederlanders heeft de WAO altijd gezien en ervaren als een verzekering tegen ar beidsongeschiktheid. Heel wat meer hout snijdt het argument dat, zoals staatssecretaris Ter Veld van sociale zaken i uitkering gebruik wordt gemaakt naarmate die la ger is. Ook mét de kabinets plannen zal het aantal WAO' echter nog het ministerie van sociale ken: van 919.000 vorig jaar tot 1,04 miljoen in 1997. Overigens zal het aantal uitkeringsjaren maar toenemen met 20.000, omdat er steeds meer gedeelte lijke WAO-uitkeringen komen. r bijverzekeren v hogere uitkering. De voordelen zijn duidelijk: simpel, fraudebe stendiger en keuzevrijheid voor dag de Kamer nog eens schreef, niets doen. Er is, constateren ze, zonder bevriezing het gat tus sen oude en nieuwe gevallen wel erg groot wordt. Een moda le werknemer (3350 gulden bru to salaris per maand) van 30 jaar kan nu nog rekenen op een uitkering van bruto 2345 gul den. Zijn leeftijdsgenoot onder het nieuwe regime valt na een jaar 'gewenningsuitkering' terug op bruto 1624 gulden, ruim 700 gulden minder. Dat verschil wordt kleiner naar mate iemand op latere leeftijd in de WAO belandt. Een 'nieu we' Jan Modaal die op zijn 45ste arbeidsongeschikt wordt, krijgt na 2,5 jaar gewenning 2061 gul den. Dat verschil is des te on rechtvaardiger, stelt het kabinet, omdat het bij de WAO gaat om een zeer langlopende uitkering. Tot ver na de eeuwwisseling blijven forse verschillen in WAO-uitkeringen bestaan. Onomkeerbaar Er is nog een reden om de be staande uitkeringen niet buiten schot te laten: de WAO is vooral beginjaren tachtig gebruikt als afvloeiingsregeling voor overtol lig personeel. Veel mensen die best aangepast werk hadden kunnen doen, kregen toch een volledige WAO-uitkering. Voor een deel van hen geldt dat nog steeds: al kunnen ze zich niet meer bijverzekeren voor een deburge: ■9 o 79. Maar er kleven ook bezwaren aan. In de eerste plaats neemt de rechtsongelijkheid bijna ab surde vormen aan. De huidige WAO'er krijgt 70 procent van het laatstverdiende\oon, de nieuwe WAO'er 70 procent van het minimumloon. Ten tweede: duurder uit zullen zijn. Want die keuzevrijheid is in de prakijk hoe meer wordt gekort op hun een fictie, omdat iedere wer- 'toekomstige'WAO-uitkering, r, c t kende zich wel moét bijverzeke- hoe hoger de premie voor hun r,c mnc.ai0mn70 ren om bij arbeidsongeschikt- bijverzekering straks wordt. halen: de bevriezing van de huidige WAO'ers gaat niet door en de uitkeringen voor de nieuwe WAO'ers worden méér gekort. De uitkomst van het debat als de coalitie standhoudt tenminste zal daarom zijn dat de rechtsonge lijkheid tussen nieuwe en be staande WAO'ers aanzienlijk groter wordt dan in het kabi netsplan én dat de werkenden Niets doen Wat zijn de alternatieven? D66 «OTTViVISWIAT rweamc eeN s LEIDERDORP «JAN PREENEN Het begrip passende arbeid wordt verruimd. TEKENING WIM STEVENHAGEN Zuid-Afrika verandert in een slagveld als de zwarten het voor het zeggen krijgen. Blank zal, als dat tenminste nog mogelijk is, het land massaal verlaten en de economie zal volledig instorten. Kortom, Zuid-Afrika gaat een even donkere toekomst tegemoet als de omringende landen doormaken sinds daar de blanken de macht hebben verloren. Dergelijke vooroordelen zijn zowel in als buiten Zuid-Afrika vaak te horen. Sebastian Mallaby probeert er in zijn boek 'Na apart heid'mee af te rekenen, zij het niet in alle gevallen even overtuigend. De Afrikaanse correspondent van het Engelse weekblad TheEconom/sr verwacht dat in 1995 in dit land eindelijk weer sprake is van democra tie. En volgens hem moet het mogelijk zijn dat blank en zwart zonder bloedvergieten gaan werken aan een beter Zuid-Afrika. Voor iedereen. Er moet dan wel aan een groot aantal voorwaarden worden voldaan. Die eisen stelt de auteur vooral aan de zwarten, omdat zij in het nieuwe Zuid-Afri ka de hoofdrol zullen spelen. luist daarover wordt deze week driftig gepraat tussen de regering en het Afrikaans Nationaal Con gres (ANC). Ze willen de Conventie voor een Democratisch Zuid-Afrika (Codesa), waar wordt onderhandeld over de staatkun dige toekomst van het land, weer op gang brengen. Volgens Mallaby heeft Zuid-Afrika volop toekomst, omdat het onder meer beschikt over goud en platina. Het heeft ook veel ge schoolde blanke-èn zwarte arbeidskrachten, en ondanks de boycot drijft het nu al volop handel met tal van landen, vooral in Afrika. Die handel kan nog veel verder worden uit gebreid. Dat alles onderscheidt Zuid-Afrika van zijn arme buurlanden. Aan de andere kant geeft Mallaby toe dat het ook heel gemakkelijk is om somber te doen over het Zuid-Afrika zonder apart heid. Hij wijst er op dat de jaren negentig een eeuwigheid lijken verwijderd van het optimisme waarmee de eerste onafhanke lijkheidsverklaringen in Afrika werden ge vierd. Toen, begin jaren zestig, was zelfver trouwen nog troef. Op dit moment hebben veel Afrikaanse landen niet meer te bieden dan ellende. Aan goede voornemens ont brak het volgens Mallaby vaak niet, aan rea liteitszin en geduld des te meer. „Zuid-Afrika moet leren van de fouten van andere Afrikaanse landen, maar het is nog beter om ze te vermijden", stelt hij. Dat houdt in zijn ogen in dat zwarten na de 'be vrijding' niet te veel tegelijk moeten willen. „Zuid-Afrika moet niet proberen in enkele jaren de achterstand van vele jaren weg te werken. Idealistische leiders elders in Afrika hebben die aspiratie wel gekoesterd en wil den hun volkeren snel een Europees levens peil bezorgen. Die ambitie is hen zwaar op gebroken." „De nieuwe regeringen zeiden dat strohut ten een inbreuk waren op fatsoenlijk wonen en bouwden dus betonnen flatgebouwen die te duur waren om te onderhouden. Ze zeiden dat ondernemingen hun arbeiders fatsoenlijke lonen moesten betalen en maakten de arbeiders dus te duur. Op vrij wel elk beleidsterrein probeerden de eerste onafhankelijke heersers in Afrika hun land in het tijdsbestek van één vijfjarenplan een Europees uiterlijk te geven. Het allereerste probleem met de modernisering van Afrika was dat de traditionalisten erdoor werden geprovoceerd. Het tweede probleem was dat de programma's te ambitieus waren en dus bijna altijd op een mislukking uitdraai den." Veertig miljard In 1990 merkte een Zuidafrikaanse acade micus op dat ongeveer veertig miljard gul den nodig is om huisvesting, gezondheids zorg, onderwijs en oudedagsvoorzieningen voor de zwarten op te krikken naar het ni veau van de blanken. Mallaby stelt vast dat dat geld er ondanks Zuid-Afrika's rijkdom men niet is. Dus zouden de belastingen gi gantisch moeten worden verhoogd en dat zou weer leiden tot het vertrek van veel blanken, wier kennis in het apartheidsloze tijdperk onmisbaar is. Daarom pleit Mallaby ervoor om de kloof tussen blank en zwart geleidelijk te over bruggen. Zo zou de eerste door zwarten ge leide meerpartijen-regering van Zuid-Afrika moeten doorgaan met het aanleggen van kranen en latrines in de zwarte wijken in plaats van huizen voor iedereen te bouwen. En voor de dorpen zouden gezondheids werkers moeten worden opgeleid in plaats van artsen. Wat Mallaby bijvoorbeeld op onderwijsgebied wil, blijft echter vaag, ter wijl juist ook op dat terrein een wereld van verschil bestaat tussen blank en zwart. Hij laat ook de cruciale vraag onbeantwoord of de vele zwarten aan de onderkant van de samenleving wel het geduld kunnen op brengen om nog langer op verbeteringen te wachten. Ook op andere terreinen moeten volgens Mallaby het oude en het moderne Zuid- Afrika voorzichtig in elkaar worden gescho ven. Traditionele genezers en stamhoofden (meestal aanhangers van de Inkatha-partij van Chief Buthelezi) worden nogal eens als ouderwets afgeschilderd. Bovendien zijn veel stamhoofden van het predikaat 'cor rupt' voorzien, omdat ze hebben meege werkt aan het door president Verwoerd in de jaren zestig bedachte systeem van de thuislanden, de asiels voor zwarten. „Blank rechts overdreef het belang van stammen en beschouwde elke stam als een aparte natie. Dat paste goed in het apart- heidsdenken van de blanken en in het sys teem van verdeel en heers. Zwarte nationa listen maken de tegenovergestelde fout als ze met voorbijgaan aan de verschillen ver klaren dat Zuidafrikanen in harmonie kun nen samenleven." Veel ANC'ers zijn nog altijd geneigd om medicijnmannen en stamhoofden uit te roeien, omdat hun functies geforceerd in stand zouden worden gehouden door de blanken. Mallaby vindt echter dat beide groepen de kans moeten krijgen langzaam te wennen aan de moderne tijd. Mallaby vindt het ook van levensbelang dat het ANC de arme Zulu's, die zich over het algemeen tot Inkatha voelen aangetrokken, serieus neemt en niet belachelijk maakt. Arrogantie van ANC'ers zou het dodelijke geweld van Inkatha (nogal eens gesteund door de poli tie) mede in de hand hebben gewerkt. Om Zuid-Afrika vreedzamer en bestuur baarder te maken, moet volgens Mallaby ook een einde worden gemaakt aan de „on regeerbaarheid". Veel zwarten, met name jongeren, hebben steeds te horen gekregen dat ze in verzet moeten komen om de blan ke regering weg te krijgen. „Dat was heel begrijpelijk en heeft ook resultaat gehad. Zij zullen nu echter weer naar gezag moeten luisteren. Bovendien moet hun duidelijk worden gemaakt dat het leven niet alleen met een andere politiek beter wordt. Zij zul len er zelf aan moeten meewerken." Sebastian Mallaby: Na apartheid. Uitgeve rij Amber, Amsterdam, ISBN 90-5093-161-8. Prijs f39,90. HAARLEM ONNO HAVERMANS Als er geen camera bovenop staat, blijkt het belang van een ramp al snel betrekkelijk. Dat gegeven kennen we al van de hongerende bevolking in de Hoorn van Afrika. En het gaat opnieuw ondubbel zinnig op voor het Indonesi sche eiland Flores, dat op 12 december vorig jaar werd ge troffen door een zware aard beving. De bevolking van Flo res lijdt nog steeds. In stilte. Na de beving, met een kracht van 6.9 op de schaal van Rich ter, overspoelde een huizen hoge vloedgolf grote delen van het eiland. Op 14 en 22 de cember volgden nog eens twee krachtige naschokken. Meer dan 1.500 mensen vonden de dood, een dodental dat waar schijnlijk nog fors zal oplopen, aangezien dagelijks nieuwe lij ken aanspoelen. Duizenden mensen hadden dringend medische verzorging nodig. Honderden gebouwen werden verwoest, duizenden huizen eenvoudig weggevaagd. Bruggen stortten in alsof ze van luciferhoutjes waren gemaakt. Ook vitale instellingen als zie kenhuizen werden getroffen. De ogen van de wereld waren echter niet gericht op Flores, een van de 556 eilanden in de Nusa Tenggara (de Kleine Sun- da-eilanden), met zo'n 1.350.000 inwoners. De snor rende camera's van de interna tionalenieuwsagentschappen stonden opgesteld in het voor malige Joegoslavië, in Somalia en in Washington. Desondanks kwam de hulp op gang. De Indonesische regering in Jakarta stuurde reddingswer kers en medische teams. Ook de buitenlandse Niet Gouverne mentele Organisaties (NGO's) spanden zich in om zoveel mo gelijk deskundige hulp ter plek ke te krijgen. Jakarta trok 200 miljard roepia (ongeveer 200 miljoen gulden) uit, Japan schonk zelfs 300 miljoen en Duitsland steunt het hulppro gramma via zijn NGO's met liefst twee miljard D-mark. Maar dat blijkt niet genoeg. Het Bethesda Ziekenhuis in Yogyak- arta op Java stuurde onlangs een medische missie op pad, om de nood in kaart te brengen. In zijn eerste rapportage meldt het team dat 30 procent van de bevolking van Flores in zeer slechte conditie verkeert. „Veel mensen lijden honger. Puur honger", zegt Henny Nil- lissen. Zij is hoofd Hulpverle ning van Simavi, vereniging voor difecte steun aan medi sche projecten in ontwikke lingslanden. Het Bethesda Zie kenhuis heeft de hulp van Si mavi ingeroepen. Nog steeds vallen er slachtoffers als gevolg van aardbeving. De kans op epidemieën is groot door het gebrek aan vers water en de nog dagelijks aanspoelen de lijken. De medische verzor ging en de hygiëne in de ver woeste dorpen laat nog altijd veel te wensen over. Omdat veel mensen hun huis hebben verlo ren en nu in de buitenlucht le ven is, aldus het rapport, de kans op infecties, malaria, diarree em huidaandoeningen flink toegenomen. Zo'n 60 procent van de inwo ners van Flores is boer, 35 pro cent visser. Veel van hen zijn hun bron van inkomsten kwijt. Het land is door de vloedgolf onbewerkbaar geworden, rijst en maïs zijn weggespoeld en de meeste bootjes zijn vergaan. De bewoners van Flores bidden intussen voor regen. Regen kan gustig zijn, constateert het team van Bethesda, want het kan voor drinkwater zorgen en de maïs doen groeien. Maar de heftige regens zoals Indonesië die kent, kunnen ook uitdraai en op een nieuwe ramp, als de landbouwgrond verder weg spoelt. Simavi heeft inmiddels 70.000 gulden naar Flores overge maakt. Om te beginnen. „Ei genlijk doet Simavi niet aan noodhulp", verklaart Nillissen. „We steunen de gezondheids zorg en medische projecten in landen in Latijns-Amerika, Afrika eri Azië, financieel en met advies, bij voorbeeld door voorlichtingen onderwijs. Maar Simavi heeft een specia le band met Indonesië, omdat de vereniging in 1925 is opge richt door mensen die in het toenmalige Nederlands-Indië werkten. En we beseffen dat het medische team van Be thesda op Flores onze hulp hard nodig heeft." Het gironummer van Simavi is 300100, onder vermelding van 'Flores'. 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2