'Ik wil geen slag missen'
Het Gesprek van de Dag
'Kinderen hebben nog geen benul van geld'
Bedrijven
leren milieu
te ontzien
Sleepboot raakt
duur ponton kwijt
Japanse markt kiertje open
voor Nederlandse tuinbouw
VRIJDAG 22 JANUAR11993 9W 17*:'
redactie: willem spierdijk (CHEF) meindert van der k,
monica wesseling*
Katwijkse Anneke Luines volgt schaatskampioenschappen met zweet in de handen
Er waren tijden dat zij in de
nacht van zaterdag op zondag
geen oog dichtdeed van de ze
nuwen. Maar ook dit weekeinde
zit schaatsgek Anneke Luines
(42) met het zweet in haar han
den voor de buis. Natuurlijk
met een schema op schoot dat
haar man op de computer heeft
gemaakt, om de rondetijden bij
te houden. „Ik wil geen slag
missen van het Europese
schaatsampioenschappen",
zegt de Katwijkse.
Het is allemaal begonnen bij de
zilveren plak die Kees Verkerk
op de 1500 meter in Innsbruck
(1964) haalde. „Tot dan toe in
teresseerde het mij helemaal
niet. Maar toen hij zo onver
wacht die plak won, ben ik hele
maal om gegaan. Sindsdien
houd ik elk jaar alle rondetijden
bij. Ook in de slappe tijd, toen
de Nederlanders niet zo goed
presteerden. Het Leidsch Dag
blad stopte ook met het afdruk-
'Falko en Rintje
zijn geen
volkshelden'
Waar zijn de tijden gebleven dat
hij met vrienden op de grond
zat en ijverig de rondetijden zat
i mee te schrijven? „Ik weet het
niet", zegt Wim de Roo (47),
oud-voetballer van het Leidse
Lugdunum. „Ik heb er eigenlijk
ook geen verklaring voor waar
om het huidige schaatsen mij
niet meer aanspreekt. Ik denk
altijd maar dat het aan mij ligt,
dat ik er te oud voor ben gewor-
I den."
De Roo weet wie de kansheb
bers zijn voor de Europese titel
van dit jaar, maar wie straks
met de lauwerkrans naar huis
mag, zal hem worst zijn. „Ik blijf
er in ieder geval niet meer voor
thuis. En dat was twintig jaar
j geleden ondenkbaar. Wij waren
helemaal gek van Ard en Kees-
sie. Het waren in die jaren
volkshelden."
Het verschil tussen het duo Ard-
/Keessie en Falko/Rintje kan De
Roo niet aangeven. „Tja, die
Zandstra zal wel een aardige
jongen zijn, maar hij spreekt
mij niet aan. Maar ik loop voor
I heel dingen niet meer warm. Ja,
ken van de schema's. Allemach
tig wat baalde ik daarvan. Moest
ik de Telegraaf gaan kopen".
Luines dreigde dit jaar in de
problemen te komen, omdat zij
óf dit weekeinde óf het week
einde van de Wereldkampioen
schappen moest werken. Maar
met haar werkgever, Anneke is
verpleegkundige bij de Van de
Berghstichting, kon zij met ge
broken diensten het toch zo re
gelen dat zij het grootste deel
'live' kan zien. De rest gaat op
de video. Op zondagmiddag
gaat zij bijvoorbeeld tijdens een
dweilpauze als een haas naar
haar werk, waar zij de rest kan
Als zij thuis het schaatsen volgt,
moet niemand haar storen,
want daar kan zij niet tegen. „Ik
ben dan zo gespannen. Soms
schijn ik zelfs met mijn bovenli
chaam heen en weer te gaan
alsof ik zelf op de schaatsen sta.
Ja, voor mijn kinderen is het
een moeijijke tijd", geeft ze grif
toe. Zij herinnert zich dat zij bij
de Elfstedentocht van 1986 bij
de start om 6.00 uur 's ochtends
al voor de buis zat. Haar zoontje
van drie jaar kwam naar bene
den en riep wanhopig uit:
'Mam, is het schaatsen nu nog
niet afgelopen?'
De uitbreiding van de kam
pioenschappen naar de vrijdag,
omdat de dames op hetzelfde
toernooi schaatsen als de heren,
vindt zij roostertechnisch wel
een probleem. Het is tenslotte
weer een extra dag dat alles in
het gezin voor het schaatsen
moet wijken. „Maar voor die
meiden vind ik het prachtig. Ik
gun het hen dat zij in die hek
senketel in Heerenveen mogen
rijden. Zij trainen er hard ge
noeg voor." Zelf gaat Luines zel
den naar een kampioenschap.
„Ik ben toen naar het WK in
Den Haag geweest. Die sfeer is
wel leuk, maar thuis zie je alles
toch een stuk beter hoor. Ik wil
graag de herhaling zien. Wan
neer iemand valt wil ik meteen
weten hoe dat precies is ge
gaan."
Alle dramatische ogenblikken
staan haar nog helder voor de
gee§t. Jan Bols die vergat van
baan te wisselen, Hilbert van
der Duim die een rondje voor
het eind dacht dat hij er al was,
Kees Verkerk die viel op de 10
kilometer en daarmee het kam
pioenschap verspeelde. „Dat
zijn momenten dat ik mijn
emoties ook bijna niet meer de
baas ben. Man, als ik het Wil
helmus hoor dan kan ik wel jan
ken. De volumeknop van de te
levisie gaat dan helemaal open.
Het is dan net alsof ik zelf op
dat podium sta."
meindert van der kaaij
„Nee, hoor. Hij krijgt drie gul
den zakgeld per week", zegt B.
van der Geer, moeder van Joost,
die zelf beweerde over 7,50 te
kunnen beschikken. Ook me
vrouw Jansen herroept de uit
spraak van haar zoon. „Zeven
gulden! Zei Daan dat echt? Nou
hij krijgt drie kwartjes in de
week." Jansen moet lachen.
„Kinderen hebben gewoon
geen benul van geld. Dan moet
je ze ook niet zoveel geven."
Uit een landelijk onderzoek
naar het zakgeld van kinderen
bleek dat de trend is dat kinde
ren op jongere leeftijd vaker en
meer geld krijgen. Het gemid
delde bedrag dat kinderen tus
sen 6 en 9 jaar ontvangen is 1,80
gulden, maar het gemiddelde
blijkt uiÊ uitersten te bestaan.
Het Gesprek van de Dag vroeg
dertig kinderen van 6 tot 9 jaar
oud in Zoeterwoude naar hun
zakgeld. De kinderen bleken
weinig spraakzaam over hun
bron van inkomsten. Sommigen
hielden zelfs als ware econoom-
pjes de lippen stijf op elkaar of
verdraaiden de werkelijkheid.
Het bedrag dat de meeste jeug
dige Zoeterwoudenaren ont
vangen ligt lager dan de lande
lijke 1,80 gulden, maar enkele
uitschieters met 7,50 of 10 gul
den trekken het gemiddelde
omhoog.
„Een mooi bedrag", noemt B.
van der Geer de 1,80 gulden. Ze
vindt het belachelijk dat er kin
deren zijn die al zo jong veel
geld toegestopt krijgen. „Kinde
ren gaan het te snel gewoon
vinden dat ze veel krijgen en het
gevolg is dat ze nooit meer te
vreden zijn." Zelf geeft ze de 8-
jarige Joost drie gulden per
week. Dat is wel meer dan het
gemiddelde, maar de helft gaat
direct naar de bank. De andere
daalder mag hij zelf besteden,
maar zijn moeder houdt wel
een oogje in het zeil.
M. Bos, moeder van Thomas (7)
is het daar roerend mee eens.
„Ik ga niet zeggen hij moét dit
of dat kopen, als zijn zakgeld
maar zinnig besteed wordt." Ze
is blij dat Thomas zelf begon
nen is van zijn gulden te sparen
vooreen stereo. „Wij onder
steunen hem dan ook graag,
door op het moment dat hij de
radio wil kopen bij te springen
met het resterende bedrag."
Bos vindt dat anders dan wan
neer je het geld meteen geeft.
Als je zulke jonge kinderen nu
al een tientje geeft, hoeveel
moet je ze dan wel niet geven
als ze zestien zijn?"
Geen van de kinderen klaagde
te weinig geld te ontvangen,
maar het meest opvallende is
toch het spaargedrag van de
kinderen. Enkelen 'moeten',
maar de meeste kinderen vullen
geheel vrijwillig hun piekenpijp
of oude sok. In totaal spaart
liefst zeventig procent van de
'kids' een deel van zijn of haar
zakgeld. De redenen lopen uit
een van 'grote dingen' tot 'voor
later'. Zelfs de 7-jarige René
spaart 'een deel' van zijn zak
geld. Hij heeft maar een kwartje
in de week.
jeroen koster»
Op de grond voor de tv met pen en papier, verleden tijd voor Wim de Roo.
het voetbal. Alleen wanneer het
Nederlands elftal goed loopt te
voetballen, dan wil ik wel uit
mijn dak gaan. Maar zeker niet
voor het schaatsen."
Vrijdagavond gaat De Roo met
zijn ploegmaten lekker trainen.
Zaterdag wordt er slechts zijde
lings naar het schaatsen geke
ken, maar de boodschappen
gaan voor. Zondag moet De
Roo zelf weer de wei in met zijn
foto henk bouwman
veteranenelftal. „Zelf voetballen
is altijd nog veel leuker dan er
gens naar kijken."
meindert van der kaaij
Ook de jongens van Scoutinggroep Zoeterwoude weten dat het in de wereld allemaal om geld draait. Zakgeld in hun geval, foto hielco kuipers
Meeste ouders zijn tegenstander van veel zakgeld
leiden/den haag monica wesseling
Het midden- en kleinbedrijf in
deze regio moet milieubewuster
werken. Daarom begint het Af
valpreventieteam van de pro
vincie Zuid-Holland eind febru
ari in Leiden en omstreken, de
Rijnstreek en de Bollenstreek
een project. Doel daarvan is een
kleinere afvalproduktie en een
vermindering van vervuiling
van bodem, water en lucht door
de bedrijven.
Het Afvalpreventieteam denkt
dat de milieubelasting door be
drijven sterk te verminderen is.
Zo kan de afvalstroom afnemen
wanneer de spuiterijen niet te
veel verr mengen of op karitoor
stenen bekers invoeren en pa
pieren handdoeken worden ver
vangen door stoffen. Met ener
giezuinige ketels of isolatie valt
het energieverbruik sterk te ver
minderen.
Het project IMPRES (Innova
tieve Milieuzorg en Preventieve
Samenwerking) begint met een
onderzoek naar de bereidheid
van het bedrijfsleven om mee te
werken aan een milieubespa-
ringsprogramma.' Eind februari
gaat het Afvalpreventieteam om
de tafel zitten met onder meer
de Bedrijfs Milieu Dienst Rijn
land, de Kamer van Koophan
del, het Nationaal Milieu Cen
trum, het Instituut voor Mid
den- en Kleinbedrijf, de EWR en
de reinigingsdiensten. „Als
blijkt dat men bereid is aan het
mileu te gaan werken, kunnen
we verder gaan", aldus beleids
medewerker afvalpreventie V.
van den Broek.
Vervolgens worden de ver
schillende branche-organisaties
bij het project betrokken. IM
PRES werkt branchegericht.
„Een autogarage heeft immers
met hele andere milieuproble
men te maken dan bijvoorbeeld
een ziekenhuis of een kappers
zaak."
Voor alle bedrijfstakken zijn
milieuopleidingen, gericht op
de dagelijkse praktijk binnen
het bedrijf, ontworpen. „Voor
elke bedrijfstak is er een oplei
ding in afvalpreventie, voorko-
Veel garagebedrijven hebben inmiddels milieumaatregelen getroffen. Garage Hemcar in Leiden heeft onder
meer aparte containers voor oliefilters, asbest, poetsdoeken en koelvloeistof. Papier, glas, metaal en kunststof
worden apart ingezameld. Deze monteur tapt afgewerkte olie af. foto hielco kuipers
ming van verontreiniging en
energiebesparing. We dragen
niet alleen de kennis over maat
regelen en technieken over,
maar geven daarbij ook aan of
het bedrijf in aanmerking komt
voor subsidie", zet de afvalpre
ventie-medewerker uiteen.
Overigens is hij ervan over
tuigd dat een betere bescher
ming van het milieu niet alleen
geld kost, maar ook kan opleve
ren. Energiebesparing betekent
een lagere gasrekening. Minder
afval produceren bespaart niet
alleen op de afvalverwijderings-
kosten, maar betekent vaak ook
minder verspilling van grond
stoffen. Bovendien kan een be-
'drijf reclame maken met zijn
milieuvriendelijkheid.
Sleepboten van het bedrijf
SmitWijs hebben voor de kust
van Zuid-Noorwegen een
enorm ponton van het Leidse
offshore-bedrijf Heerema verlo
ren. Het gevaarte, dat 30 mil
joen dollar waard is, is eigen
dom van een Amerikaans be
drijf en werd door Heerema ge
huurd. De huurder is aanspra
kelijk voor de schade. Heerema
is daarvoor verzekerd.
Het ponton liep zaterdag op de
rotsen bij Farsund en is inmid
dels onder water verdwenen. In
verband met de slechte weers
omstandigheden kunnen dui
kers vermoedelijk pas eind vol
gende week het gezonken pon
ton inspecteren en bekijken of
berging mogelijk is.
Het ruim tweehonderd meter
lange en 55 meter brede gevaar
te was vanuit Amerika onder
weg naar Noorwegen, waar het
een onderstel voor een produk-
tieplatform zou ophalen. Op
korte termijn heeft Heerema
geen ander ponton voor dit kar
wei beschikbaar. Een woord
voerder van het bedrijf ver
wacht dat het enige maanden
zal duren voor een ander ge
schikt vaartuig beschikbaar is.
Het ponton werd gesleept
door de 'Smit Singapore'. In
verband met het slechte weer
werd uitgeweken nèar de haven
van Kristiansand, waar een
Noorse sleepboot te hulp werd
geroepen voor het laatste deel
van het traject. In hevig nood
weer ten westen van Farsund
braken de sleepkabels. Het pon
ton moet worden geborgen,
omdat het is vergaan in een na
tuurgebied.
SmitWijs is het bedrijf waar
de grote sleepbedrijven Smit In-
ternationale in Rotterdam en
Wijsmuller in Hmuiden 'hun
grote slepers in hebben onder
gebracht.
Staten voor splitsing provincie
den haag Rijnmond (OOR) zelfstandig
kan worden. De provincie vindt
dat het gebied zowel gemeente
lijke als provinciale taken moei
krijgen. Voorwaarde is evenwel
dat de „bovenregionale coördi
natie" geregeld moet worden.
Provinciale Staten van Zuid-
Holland hebben zich donder-
middag uitgesproken vóór split
sing van de provincie. Dit bete
kent dat het Overleg Orgaan
AGENDA
Japan heeft gisteren de grenzen
voor Nederlandse tomaten en
paprika's geopend. Voor de Ne
derlandse tuinbouw wordt dat
gezien als een doorbraak. De
feitelijke export is echter meer
een kasplantje dat vooral dank
zij goede zorgen van bedrijfsle
ven en overheid uiteindelijk
moet gaan groeien en bloeien.
Japan stelt zeer hoge eisen
aan de import v&n landbouw-
produkten. Formeel heet het
dat Japan de eigen landbouw
wil beschermen tegen de im
port van ziekten en plagen. Het
is echter een publiek geheim
dat Japan de eigen boeren ook
wil vrijwaren van al te veel bui
tenlandse concurrentie. Tot nu
toe had Nederland geen toe
stemming om groenten naar Ja
pan te exporteren, omdat ons
land niet vrij is van de Middel-
landse-Zee-fruitvlieg.
Nederland heeft nu als eerste
land ter wereld toegang tot de
Japanse markt, zonder geheel
vrij te zijn van het schadelijke
insekt. Enkele tientallen andere
landen staan in Tokyo nog op
de wachtlijst. De hoge kwali
teitseisen aan de ene kant, maar
ook de hoge prijzen die Japan
bereid is te betalen maken dat
de verwachtingen hoog gespan
nen zijn. Bovendien is deze nu
nog beperkte export goed voor
het imago. Wie aan Japan mag
leveren, hoort tot de wereldtop,
redeneert men bij het produkt-
schap voor land- en tuinbouw-
produkten.
Bij de feitelijke export is ove
rigens maar een select gezel
schap telers in het Westland be
trokken. Deelnemers aan een
speciaal project van het pro-
duktschap en de Planteziekte-
kundige Dienst. Hun teelt wordt
nauvykeurig onderzocht en ge
volgd, zodat er garanties zijn
over de inperking van de scha
delijke fruitvlieg. Gehoopt
wordt dat met deze produkten
de markt langzaam wordt open
gebroken. Vandaar ook de in
tensieve zorg waarmee het pro
ject is omgeven. „Dit is een exa
menjaar", zegt C. van Leeuwen
van het produktschap.
Voorwaarde voor de export is
dat de produkten in Nederland
worden gecontroleerd door Ja
panse keurmeesters. Waar
schijnlijk worden dat dezelfde
drie die nu in Aalsmeer bloe
men controleren. Nu de Japan
se grens open is, wil het pro
duktschap zo spoedig mogelijk
de promotie van het Neder
landse produkt in Japan ter
hand nemen. Eerste gelegen
heid daarvoor is de grote le-
vensmiddelenbeurs Foodex die
in maart in Tokyo wordt gehou
den. Het is de bedoeling dat de
Nederlandse tomaten en papri
ka's daar voor het eerst te zien
zijn.
De Meeuw®
modulaire bouwsystemen