Nieuwe directie lost problemen van MEAB op Studeren in !$fS Kiezen na de basisschool den vreemde -4 0 is in opmars gjfe ■"jfm* 'Er zijn kinderen die niet naar school durven' Onderwijs Financiën vaak grootste struikelblok K. Wegwijzer door onderwijsland DINSDAG 19 JANUARI 1993 LEIDEN «GPD I 'Kijk eens over de grenzen; ga studeren in het buitenland', klinkt het steeds luider en vaker J in de wereld van het hoger on- derwijs. Voor studenten aan een universiteit of hogeschool zijn er tegenwoordig financiële mogelijkheden te over om ken nis te maken met de cultuur, J het studentenleven en het on- derwijs aan de overzijde van de grens. Vooral binnen Europa, maar ook daarbuiten. Het kan in Parijs, Rome, Athene, Londen, Venetië. Maar net zo goed in Sjanghai, Calcut ta, Rio de Janeiro, Ioannina of I elke andere willekeurige stad ter wereld met een universiteit of hogeschool. Studeren in het buitenland. De belangstelling daarvoor groeit. Vorig jaar maakten zevenduizend Neder landse studenten gebruik van de studiemogelijkheden in den vreemde. Dit jaar is dat aantal opgelopen tot achtduizend. 'Internationalisering' luidt het sleutelwoord, dat studeren in i het buitenland moet bevorde ren. De universiteiten, hoge scholen, de Nederlandse over heid en de EG vinden met el- I kaar dat het hoger onderwijs zich internationaal moet opstel len. Om het niveau te handha ven of te verbeteren, studenten de gelegenheid te bieden zich voor te bereiden op een inter nationale arbeidsmarkt en om de groeiende internationale i concurrentie het hoofd te kun nen bieden. Het is met het uitspreken van die intentie niet bij mooie woorden en goede bedoelingen alleen gebleven. Jaarlijks wor den miljoenen guldens beschik baar gesteld voor uitwisselingen van studenten, docenten en we- tenschappelijkpersoneel. Maar ondanks alle steun van de kant van de overheid, zitten HAARLEM» GPD Spannend is het soms op school, leuk is het ook, en soms een beetje eng. Maar er zijn kin deren die zo bang zijn voor school, dat ze er niet meer heen durven. Dat ondervindt school psycholoog Wim Kersten van de Stichting Onderwijsdienstverle ning Zuid-Kennemerland, beter bekend als de schoolbegelei dingsdienst. Er lijkt zich een nieuw ver schijnsel aan te dienen: de schoolfobie. „Het is een pro bleem waarmee ik in mijn werk steeds vaker te maken krijg", zegt Kersten. „Kijk", legt hij uit, „er is voor kinderen een heel groot verschil tussen de wereld thuis en de wereld op school. De school stelt veel eisen. Niet alleen omdat er leerprestaties geleverd moeten worden, maar ook stellen leerlingen eisen aan elkaar. Dan kan het voorkomen, dat kinderen bang worden om naar school te gaan. En wat zie je dan? Een ouder vindt het goed als een kind niet naar school gaat, het kind wordt ziek gemeld, maar is eigenlijk bang om naar school te gaan.Die si tuatie kan zo ernstig worden dat het kind Helemaal niet meer naar school wil." Steeds vaker krijgt Kersten met dit verschijnsel te maken. er tal van haken en ogen aan een studie in het buitenland. Wie van plan is voor een kortere of langere periode elders te gaan studeren, stuit onherroe pelijk op een aantal problemen. „Waarvan dat van de financiën vaak het grootste is", zegt Diana Verhoef. Zij is voorlichtster bij de Nufitc in Den Haag; de Ne derlandse organisatie voor in ternationale samenwerking in het hoger onderwijs. Het ligt het meest voor de hand om eerst bij de eigen in stelling te informeren of die deelneemt aan een uitwisse lingsprogramma. Is dit het ge val, dan bespaart dat veel tijd en geld. „De contacten zijn dan al gelegd en vaak is er ook een fonds of beurs beschikbaar." Een stuk moeilijker wordt het als de student niet aan zo'n uit wisselingsprogramma kan deel nemen. Diana Verhoef: „Dan komt het op een flinke portie ei gen initiatief aan. Zelf een stu dieverblijf in het buitenland or ganiseren kost namelijk een hoop tijd en moeite. Reken maar op minimaal een jaar voorbereiding." Maar ook als de studieplaats op papier is geregeld, zijn er nog problemen te over. Want dan komt de financiering van het project nog om de hoek kij ken. „Afhankelijk van het reis doel, kost zo'n uitstapje over de grens toch een lieve cent. In elk geval blijft de studiebijlage van 'Groningen' behouden voor wie een poosje in het buitenland gaat studeren. Zij het, dat er wel een aantal voorwaarden aan is verbonden." Geldstromen Het is raadzaam ruim tevoren uitvoerige informatie bij de Nuffic aan te vragen, want het aantal voorwaarden en regelin gen voor financiële ondersteu ning is divers en nogal afwij kend van elkaar. Wie deelneemt aan één van de uitwisselings- Schoolpsycholoog Wim Kersten: „Als kinderen grote veranderingen in hun leven doormaken, zoals een echtscheiding, kunnen ze angstig worden, bijvoorbeeld voor school." FOTO United Photos De Boer/ Olaf Kraak Dat houdt volgens hem onder meer verband met het toene mende aantal echtscheidingen. ltAls kinderen grote veranderin gen in hun leven meemaken, zoals een echtscheiding, ^kun nen ze angstig worden, bijvoor programma's van de EG, komt in aanmerking voor een aanvul lende beurs. Laatstejaars-stu denten kunnen weer een be roep doen op één van de cultu rele verdragen die Nederland met een aantal landen heeft af gesloten. Diana Verhoef: „Ver der zijn er nog tal van buiten landse, particuliere en universi taire fondsen, waarop je een be roep kunt doen. Bij elkaar zijn het er enige honderden". Het aanboren van die geld stromen is hard nodig om een studie in het buitenland voort te zetten. Neem bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Studeren in het land van de 'ongekende mogelijkheden' is ronduit duur. Zowel wat levensonderhoud als wat studiekosten betreft. Bij el kaar moet worden gerekend op 25.000 tot 65.000 gulden per jaar. Ook Japan is prijzig. Met min der dan 200.000 yen circa 2.600 gulden per maand aan levensonderhoud komt een stu dent niet toe. De hoogte van het collegegeld hangt samen met beeld voor school. Je ziet zulke situaties soms voorkomen situ aties bij moeders met een op groeiende zoon. Een alleen staande moeder wil haar kinde ren natuurlijk extra helpen, om dat de vader weg is. En ze wil het gezellig hebben met de kin deren. Problemen worden ook vaker met het kind besproken. Daardoor krijgt zo'n zoon ook wat meer ruimte, hij mag wat meer dan vroeger. Dan wordt-ie misschien wel eens een beetje vervelend thuis. Je krijgt dan een vreemd beeld: een jongen die zo bang is voor school, dat- ie zich drukt maar die tegelij kertijd thuis een hele grote mond heeft. Dan komt zo'n moederbij mij terecht." „Als je iets voor zo'n jongen wilt doen, moet je het probleem wel eerst met hem kunnen be spreken. Schoolfobische jonge ren hebben de neiging de school de schuld te geven. Op school doen ze alles fout, de kinderen krijgen geen aandacht, dat soort verwijten. Het is na tuurlijk moeilijk voor zo'n jon gen die thuis veel bravoure heeft, om toe te geven dat-ie bang is om naar school te gaan. Wij proberen zo'n jongen weer naar school te krijgen. Soms is het probleem verholpen als zo iemand naar een andere school gaat, en daar opnieuw kan be het type instelling; staatsonder wijs is goedkoper dan particu lier onderwijs. De kosten vari eren van 500.000 tot 1.500.000 yen per jaar. De kosten hangen vaak ook nog af van de gekozen studierichting. Voor geneeskun de worden soms collegegelden van 4.000.000 yen gevraagd. Werken „Studeren in een aantal landen is, tenzij iemand zeer kapitaal krachtig is, dan oofc alleen •mo gelijk met financiële steun van buitenaf", aldus de Nuffic-voor- lichtster. „Maar ook zij die bin nen Europa blijven, moeten er rekening mee houden gemid deld meer geld kwijt te zijn dan in Nederland. Neem alleen al de aanloopkosten, zoals de inrich ting van een kamer en de reis kosten. Voor wie in Nederland ingeschreven blijft staan, bete kent dat vaak bovendien dubbel collegegeld." Studenten, die met een baan tje in het buitenland wat bij wil len verdienen om de studie te bekostigen, stuitten tot voor ginnen. Maar de school moet ook meewerken. Die moet we ten hoe met dat probleem moet worden omgegaan. Als een leer ling een angstaanval krijgt, moet er iets gebeuren. Dat kan bijvoorbeeld door de jongen een tijdje apart in een klas te zetten. Wat natuurlijk niet moet, is dat die jongen naar huis wordt gestuurd." En de ouders moeten daarin ook meewerken, want elke keer dat zo'n kind thuisblijft, en dus aan de angst toegeeft, wordt het probleem groter. Dat is altijd zo met fobieën. Ouders moeten ook alert zijn op dit soort ver schijnselen. Kersten legt uit: „Stel je voor dat je het vervelend vindt om naar een drukke supermarkt te gaan. Je besluit om naar een rustige kruidenier op de hoek te gaan, waar je minder keus hebt en waar het duurder is. Als je het besluit hebt genomen om naar die kruidenier te gaan, lucht dat op. Dat is de beloning voor het toegeven aan de angst. Dus wordt die angst steeds gro ter. Daarom zie je ook dat men sen die een fobie hebben, daar steeds meer last van krijgen. Dat geldt ook voor jongeren met een schoolfobie." Waar kinderen precies bang voor zijn, is heel verschillend, ziegt Kersten. „Dat kan voor het kort op allerlei beperkingen en formaliteiten. Maar sinds medio 1992 is dat niet meer zo. Al thans niet meer binnen de EG. Alleen Spanje en Portugal vor men daarop nog een uitzonde ring. Het mag dan een heje toer zijn een buitenlandse studie te regelen, op de binnenlandse ar beidsmarkt levert die studie een stukje meerwaarde op. Vooral het bedrijfsleven heeft in het al gemeen voorkeur voor mensen met een brede horizon. Daarin past buitenlandse studie-erva ring heel goede. Diana Verhoef: „Maar steeds meer studenten ambiëren uit eindelijk een internationale car rière. Zeker nu de grenzen tus sen de Europese landen zijn verdwenen. Wie over de grens een deel van de studie heeft ge volgd, heeft in de regel meer kans op werk in het buitenland. Die mensen kennen de taal en hebben al aangetoond zich in een vreemd land te kunnen red den." leren zijn, maar ook voor de an dere kinderen." De schoolpsy choloog, die zich beroepshalve veel bezighoudt met kinderen die faalangstig zijn, denkt niet dat schoolfobieën alleen voor komen, omdat het aantal echt scheidingen toeneemt. Want ook bij gezinnen met wee ou ders komt de fobie voor en meisjes kunnen er even goed last van hebben als jongens. Negatieve faalangst .zo bang zijn om iets niet te kunnen dat het ook niet meer lukt is een veel voorkomend verschijn sel. Dat heeft ook te maken met de verwachtingen die ouders van kinderen hebben. Naarma te de verwachtingen hoger zijn, is de kans dat kinderen last heb ben van faalangst groter. Tegen woordig worden kinderen niet meer zo klein gehouden. Maar kinderen die al vroeg 'groot' moeten zijn, gaan veel naden ken over wat er allemaal mis kan gaan in de wereld en dan ontwikkelen angsten zich ge makkelijker". Toch is er ook nog een licht puntje, zo blijkt uit Kerstens verhaal. „Kinderen mogen te genwoordig veel meer zeggen dan vroeger. Dat betekent ook, dat als ze bang zijn voor dingen op school, ze dat veel gemakke lijker vertellen." LEIDEN Waar moet een leerling na de basisschool naartoe? Met die vraag kampen vele ouders. De schoolkeuze is van belang, want de keuze van het voortgezet on derwijs bepaalt voor een deel wat de leerling later kan gaan doen. Het voortgezet onderwijs is in Nederland in drie soorten ver deeld. Er is het algemeen voort gezet onderwijs, waar de mees te kinderen heengaan, er is het voorbereidend en individueel beroepsonderwijs en er bestaat voortgezet speciaal onderwijs. Daarnaast wordt vanaf het komende schooljaar de basis vorming ingevoerd. Dat bete kent dat alle kinderen na de ba sisschool een aantal jaren de zelfde vakken moeten volgen, binnen de bestaande schoolty pen. Het voortgezet onderwijs ziet er nu zo uit: algemeen voortgezet onder wijs: mavo oftewel middelbaar al gemeen voortgezet onderwijs. havo oftewel hoger algemeen voortgezet onderwijs. vwo: voorbereidend weten schappelijk onderwijs. vbo oftewel voorbereidend beroepsonderwijs, vso oftewel voortgezet speciaal onderwijs. In het algemeen geldt dat, hoe hoger je mikt, hoe meer mogelijkheden je later hebt om een vervolgopleiding te kiezen. Wie een vwo-diploma haalt heeft later meer te kiezen dan de mavoleerling. Vwo Het 'hoogste' onderwijstype is het vwo, voorbereidend weten schappelijk onderwijs. Het duurt zes jaar. Er wordt soms een onderscheid gemaakt tus sen atheneum en gymnasium. Wie gymnasium doet moet de eerste vier jaar klassieke talen doen: Grieks en Latijn. In een van beide moet ook eindexa men worden gedaan. Het vwo is, de naam zegt het al bedoeld als vooropleiding voor de universiteit, het weten schappelijk onderwijs. Dat bete kent niet dat je met elk vwo-di ploma alle universitaire studies kunt volgen. Het eindexamen pakket moet een beetje aanslui ten bij de studie van je keuze. Wie natuurkunde wil gaan stu deren moet in zijn eindexamen- pakket wiskunde-B en natuur kunde hebben. Wie voor politi cologie kiest moet ook wiskun de hebben gedaan. Voor tand heelkunde is een vwo-diploma met natuurkunde en scheikun de nodig en wie theoloog wil worden moet Latijn en Grieks in zijn pakket hebben, al is ook een andere regeling mogelijk. Havo De havo is een vijfjarige oplei ding. Na de havo zijn er in het onderwijs ruwweg twee moge lijkheden: vwo volgen, of naar het hoger beroepsonderwijs gaan. Het hoger beroepsonder wijs omvat veel: van de pabo, waar je leraar basisonderwijs wordt, tot de hts. Per studierich ting zijn er toelatingseisen. Die verschillen bovendien vaak per instelling. Wie na de derde klas havo dus een vakkenpakket gaat kiezen, moet eigenlijk al weten wat hij of zij daarna wil gaan doen. Mavo De mavo duurt vier jaar. Je kunt in elk vak kiezen uit twee eind examenniveaus: C of D. D is het zwaarst. Je moet in tenminste drie vakken op D-niveau exa men doen. Met het mavo-diplo ma kun je naar de havo. als je alle eindexamenvakken op D- niveau doet Het mavo-diploma heb je ook nodig als je naar het middelbaar beroepsonderwijs wilt. Welke vakken je moet heb ben gedaan, hangt van de soort opleiding af. In een aantal ge vallen kun je naar het middel baar beroepsonderwijs met een mavo-of vbo-diploma, met het juiste pakket. Afdelingen Vroeger bestonden er binnen het lager beroepsonderwijs een heleboel verschillende schoolty pen. Dat is veranderd. Een school voor voorbereidend be roepsonderwijs heeft nu afde lingen. De bekenste zijn: bouw techniek, mechanische tech niek, electrotechniek, motor voertuigentechniek, installatie techniek, consumptieve tech nieken, grafische techniek, ver zorging, uiterlijke verzorging, mode en kleding, verkoop, ad ministratie, handel, landbouw en natuurlijke omgeving en le vensmiddelentechnologie. Op een aantal scholen voor voorbe reidend beroepsonderwijs be staat ook individueel beroeps onderwijs. Vier niveaus Het voorbereidend beroepson derwijs duurt, net als de mavo, vier jaar en heeft vier niveaus, die in moeilijkheidsgraad oplo pen: A, B, C en D. Er zijn heel veel verschillende afdelingen binnen het voorbereidend be roepsonderwijs. Een school heeft meestal een aantal afde lingen; bijvoorbeeld installatie techniek, motorvoertuigentech niek, bouwtechniek en con sumptieve techniek. Zo'n school doet nog het meest den ken aan de oude lagere techni sche school. De school voor la ger huishoud-en nijverheidson derwijs is nu een school voor voorbereidend beroepsonder wijs met bijvoorbeeld de afde lingen verzorging, uiterlijke ver zorging, mode en kleding en verkoop. Wat je met een vbo-diploma kunt, hangt voor een belangrijk deel af van het niveau waarop je eindexamen doet. Met vbo-A kun je naar het primair leerling-. wezen, dat zijn opleicÖdgen waarin werken en leren worden gecombineerd. Er zijn verschil lende mogelijkheden:' in>de ho reca bijvoorbeeld, in de detail handel, of in het kappersvak. Wie voldoende vakken op B-ni veau heeft kan naar de voortge zette opleiding van het leerling wezen. Met een vbo-diploma waarin ie bepaalde vakken op C-niveau hebt, kun je naar hetyrriiddel- baar beroepsonderwijs. Per on derwijstype gelden aaat" toela tingseisen. Bovendien zijn er in het middelbaar beroepsonder wijs ook nog kortere opleidin gen. De toelatingseisen voor het kort middelbaar beroepsonder wijs zijn minder zwaar. Sommige vbo-scholen heb ben een ibo-afdeling. Die is be doeld voor leerlingen die beter met hun handen uit de voeten kunnen, ze zitten in kleine groe pen en daardoor krijgen ze meer aandacht. Een diploma geeft toegang tot het primair leerlingwezen. Speciaal Ten slotte is er het voortgezet speciaal onderwijs. Dat is vooral bedoeld voor leerlingen die al speciaal onderwijs volgen. Het gaat om leerlingen die om de een of andere reden niet op de gewone school terecht kunnen. Het voortgezet speciaal onder wijs is dan ook niet zomaar toe gankelijk, een speciale commis sie bekijkt of de school voor de leerling wel de juiste keuze is. De bekendste schooltypen binnen het voortgezet speciaal onderwijs zijn de volgende. Vso-lom, voortgezet speciaal onderwijs voor kinderen met leer en opvoedingsmoeilijkhe den, vso-mlk; voor moeilijk le rende kinderen, vso-zmlk: voor zeer moeilijk lerende kinderen, vso-zmok: voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Schoolbegeleidingsdienst signaleert 'fobie Jaarlijks worden miljoenen guldens beschikbaar gesteld voor uitwisselingen tenschappelijk personeel. studenten, docenten 1 FOTO WILLEA IHISSINK vbo/ibo 1 brugklas brugklas infograph. VWO LEIDEN Een nieuwe directie moet het Leidse onderwijs-instituut ME AB (Mondeling Economisch én Administratief Beroepsonder wijs) weer uit de problemen ha len. De instelling, gevestigd aan de Herengracht, zag het aantal leerlingen de laatste jaren dras tisch teruglopen. Onder leiding vari de nieuwe eigenaren A.J. Berhitu en C.I. van Veen boekte MEAB een leerlingenwinst van 10 procent. „We verwachten dit cursusjaar, dat tot 1 september loopt, dan ook quitte te spelen", aldus de directie. MEAB werd in 1946 opgericht door M. van der Horst. Hij bouwde het instituut op tot een bloeiend bedrijf met circa 1000 leerlingen met opleidingen in de economische en administra tieve sector. In 1952 verhuisde MEAB naar de Herengracht en daar is de onderwijsinstelling nog alijd gevestigd. Nadat Van der Horst zijn be drijf enkele jaren geleden had verkocht, daalden de aanmel dingen dramatisch. „Dat kwam door de slechte marketing", zo luidt de analyse van de huidige directeur Van Veen. Met zijn compagnon kwam hij vorig jaar eigenlijk bij toeval met MEAB in contact. „Wij or ganiseren een schriftelijke cur sus om im- en exportagent te worden. Wij wilden aan die cur sus ook 'seminars' koppelen. Zo kwamen we in contact met deze onderwijsinstelling. Toen we met de toenmalige eigenaar hierover onderhandelde, stelde hij ons voor de zaak over te ne- Voor MEAB was een koersver andering van levensbelang. „Als er niet was ingegrepen was er een faillissement gevolgd", denkt Van Veen. Belangrijke overweging voor Van Veen en Berhitu om MEAB te kopen was het feit dat het in stituut officieel door het minis terie van onderwijs is erkend. Dat betekent onder meer dat studenten recht hebben op stu diefinanciering. „Maar er zijn ook regelmatig controles van de onderwijsinspectie of er wel vol gens de richtlijnen les wordt ge geven." De overname had plaats in een periode dat landelijk de markt voor cursussen met acht tot tien procent inzakte. MEAB wist deze trend om te buigen. „We hebben dat gedaan met een aantal nieuwe cursussen zoals een cursus oriëntatie ge zondheidszorg voor mensen die een beroep in die sector ambië ren of die er bijvoorbeeld als se cretaresse werken, maar niets begrijpen van die terminolo gie." De opleiding voor het mid- "denstanddiploma is al die jaren gewoon gebleven. De minister van economische zaken wil nu de vestigingseisen voor onder nemers versoepelen. „Maar dat wil niet zeggen dat die cursus onnodig is. Tijdens de opleiding leren ondernemers natuurlijk wel dingen die van belang zijn", stelt Van Veen. Met oude en nieuwe cursus sen wil de MEAB-directie het leerlingenaantal snel weer bo ven de 1000 brengen. „Dat gaat ook lukken", stelt Van Veen. „We willen bijvoorbeeld met een zaterdag-academie begin nen. Ook willen we dat onze lo kalen overdag beter worden be nut. Zo denken we aan creatie ve cursussen, talencursussen voor vrouwen, waarbij we dan meteen voor kinderopvang zor gen.''

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 23