UIT 'Zeg 'ns Aaa werd toch wel een beetje sleur' 'De film is mijn uiteindelijke doel' Megabrein: een quiz met diepgang Rtv show WOENSDAG 6 JANUAR11993 .10 John Leddy hangt plunje Koos Dobbelsteen aan de wilgen Koffie?", fluistert John Leddy in de studio waar de populaire serie 'Zeg 'ns Aaa' wordt opge nomen. De repetities voor de laatste afleveringen zijn nog in volle gang en rumoer is niet ge past. Binnenkort is de acteur weer vrij man. Na een elfjarig televisiehuwelijk met Mien Dobbelsteen (Carry Tefsen) hangt hij binnenkort de bouw vakkersplunje van Koos aan de wilgen. De serie Zeg 'ns Aaa ver dwijnt van de Nederlandse beeldbuis. „Het werd tijd", zegt Leddy zelf. „Alles is leuk aan het werken in Zeg 'ns Aaa. Alleen: het duurt al zo lang, het wordt dan toch een beetje een sleur. Zelf had ik er trouwens geen eind aan kun nen maken. Daarom ben ik blij dat Chiem van Houweninge, de schrijver van de serie, het heeft Gebeiteld Tegen de wand van de studior uimte zijn keurig naast elkaar alle bekende interieurtjes ge plaatst Links heb je het Bra bants bonte keukentje van Mien, daarnaast de woonkamer van de Dobbelsteentjes en een eindje verderop het hele interi eur van de doktersfamilie Van der Ploeg/ Landsberg. Alles al leen gescheiden door dunne wandjes van hardboard. „Kijk, hier piept wel eens de camera door", laat John Leddy even later zien, terwijl hij op zijn stekkie in Miens keukentje zit. En hij opent een deurtje dat onzichtbaar in de zijkant van het decor is gezaagd. Kan het gekibbel van Koos en Mientje ook van opzij gefilmd worden. De repetitie is afgelopen. De scènetjes die gespeeld zijn heb ben niet lang geduurd. Iedereen zit overduidelijk gebeiteld in zijn rol. Van het ene op het an dere moment is John Leddy de ietwat stuntelige Koos, die door zijn vriend Jopie en zijn vrouw Mientje op zijn kop gezeten wordt, maar desondanks zijn goede humeur bewaart. John Leddy zit al lang in het vak. Na een opleiding aan de Amsterdamse toneelschool speelde hij een dikke tien jaar repertoiretoneel. Omdat het plichtmatige spelen van veel rollen hem tegen begon te staan, koos hij vervolgens voor het bestaan van free-lancer. Dank zij de televisie legde hem dat geen windeieren. Halverwe ge de jaren zestig speelde hij in De Glazen Stad, de eerste Ne derlandse tv-serie, en de rollen voor de camera zijn sindsdien niet te tellen. Bekendste rol in de jaren zeventig: de echtge noot van Willeke Alberti in De Kleine Waarheid. Bekendste rol nu: Koos Dobbelsteen. „Ik word altijd gevraagd voor boeren, vis sers of bouwvakkers", lacht de acteur. „Dat zal wel met die kop van me te maken hebben." Gezellig Leddy is niet bang om de rest van zijn leven als Dobbelsteen door de wereld te moeten. „Die angst voor het Swiebertje-effect had ik ook als Spaargaren in De Kleine Waarheid kunnen heb ben", relativeert hij. „Ik kan heus alle soorten rollen spelen, al zie je die dan meestal niet op tv, maar in het theater. In De Moeder van David S. was ik een alternatieve psychiater, Yvonne Keuls wilde per se mij voor die rol." John vindt het jammer dat hij zo weinig de gelegenheid krijgt zijn kunnen in een speelfilm te tonen. Hij was tot dusverre al leen te zien in De Zaak MP van Bert Haanstra, Soldaat van Oranje en in Jan Rap en z'n Maat. „Ik heb gewoon niet veel contacten in die wereld. Toch zou ik het graag doen." Zeg 'ns Aaa noemt Leddy een typisch voorbeeld van 'het har moniemodel'. Werkgevers en werknemers gaan ontspannen met elkaar om, de doktersfami lie is ruimdenkend en geestig, de Dobbelsteentjes olijk en ge zellig. „Dat vindt iedereen leuk om naar te kijken", verklaart John het succes. „Extreme za ken weren we bewust, je zult ons bijvoorbeeld nooit horen vloeken. Wat dat betreft zit Zeg 'ns Aaa duidelijk op een andere toer dan bijvoorbeeld De Vlaamse Pot." John Leddy is een gezellige prater. Steevast is hij bereid een anekdote met een gespeeld ty petje te illustreren. Een kijker is hij ook. „Toen ik eens op een terrasje zat, vroegen ze me of ik fotograaf was, zo observeerde ik de mensen. Op die manier kom je er het beste achter hoe je mensen moet spelen. Ko van Dijk was daar trouwens nog veel beter in dan ik." Schrijven Leddy wil naast acteren met iets nieuws beginnen. „Schrijven", klapt hij uit de school. „In het De Dobbelsteentjes John Leddy en Carry Tefsen, verleden heb ik wel eens een poging daartoe ondernomen, maar nu moet het echt wat wor den. Een comedyserie, voor de tv. Ik doe dat met Ruud de Rid der, een Vlaming die in België veel succes heeft met zijn Echt Aantwaarps Theater. Schrijven als de schrijvers van Zeg 'ns Aaa. Ik vertel liever niet waar die comedyserie over gaat. We moeten eerst maar eens zien dat we hem van de grond krij gen." Natuurlijk blijft John Leddy ook acteren. Naast Zeg moet je met iemand doen, net is hij de afgelopen jaren steeds op de planken van het theater actief gebleven en dat verandert niet. „Ook met Ruud de Rid der", lacht hij. „Die heeft een stuk klaarliggen dat in België 'Mijne gebuur, die heeft 't zuur' heet. Dat gaan we binnenkort opvoeren in Nederland. Hoe 't heet? AI sla je me dood, dat foto a weet ik niet meer. Ik ben nu nog bezig met Zeg 'ns Aaa, Koos Dobbelsteen is nog springle vend. Die moet ik eerst op goede manier aan zijn einde brengen." Esther Way combineert toneelschool met televisiewerk bij MCW HILVERSUM LEO VAN CELDEREN „Ik houd van hard werken", zegt ze ergens in het interview. Esther Way is nooit anders ge wend. De 24-jarige Noordhol landse studeert aan de Hoge school voor de Kunsten in Utrecht. Ze combineert die stu die met spelen in onder meer de razend populaire tv-serie Medisch Centrum West (MCW). Eerder doorliep de actrice de Scapino-dansacademie. De eer ste tijd op de dansacademie combineerde ze met haar laatste studiejaar VWO. En of het de normaalste zaak van de wereld was, deed ze in het laatste Scapinojaar alvast auditie voor de toneelschool. Ook daar werd ze aangenomen. Dat alles onder het motto 'Al leen met tweehonderd procent inzet kun je iets bereiken.' Esther Way weet wat ze wil en is niet van dat pad af te brengen. „Als kind al wilde ik spelen in mooie films. Ik keek naar musi cals als 'The Sound of Music'. Dat maakte indruk. Toen kwam ook dat dansgevoel naar boven. Het gekke was dat ik toch nooit echt de ambitie heb gehad om danseres te worden. Nee, ook niet toen ik eenmaal op de dansacademie zat. De dans is een middel geweest om me te ontwikkelen. Acteren bleef en blijft mijn grote voorkeur hou den. En dan het liefst voor de camera. Vandaar dat ik op de toneelschool terecht ben geko- Met de discipline die een stu die aan de toneelschool van je vraagt, zegt Esther geen moeite te hebben. „Ik ben altijd fana tiek geweest. Wat ik belangrijk vind, is dat je 's morgens niet als een halve mummie de les binnenrolt omdat je bent door gezakt. Dat gaat gewoon niet. Ook moet je zoveel mogelijk de lessen volgen. Ik zit nu in het voorlaatste jaar. Dan studeer je met de klas allerlei stukken in. Als je het dan af laat weten, du peer je je medeleerlingen." Op het moment dat ze dit zegt, vult ze onmiddellijk aan: „Ik zit nu zelf in zo'n parket dat ik niet altijd aanwezig ben, om dat ik voor de MCW-serie heel wat draaidagen moet afwerken. Daardoor mis ik toch veel les sen. Dat betekent dat ik thuis nog meer extra werk moet doen. Ik wil niet achterblijven." Aardige opstap Esther Way ontkent niet dat MCW een aardige opstap naar het grote werk is. „Het is alle maal razendsnel gegaan. Cas tingbureau Van Dam vroeg of ik auditie wilde doen. De volgende dag was ik aangenomen. Ik Esther Way: „Kijk, ik mag dan nu op de televisie een beetje publiek bezit zijn, daarbuiten ben ik van mezelf." dacht dat het om een gastrol ging, maar het ging om een vas te rol. Ik speel nu Anke Ver meer, een leerling-verpleeg ster." Spelen in een serie als MCW betekent voor Esther dat ze toetrad tot de rijen der bekende Nederlanders. Die kant van het televisiewerk heeft in haar over weging om ja tegen de zieken huisserie te zeggen geen enkele rol gespeeld. „Ik had geen idee hoe ik dat moest inschatten. En ik heb het gevoel dat ik niet zo snel herkend zal worden. Waar om? Omdat ik zelf zo wezenlijk anders ben dan de rol die ik op de tv speel. Of dat reëel is, zal de tijd leren." „Tot nu toe heb ik van een massale herkenning gelukkig geen last. Ik ben daar blij om. Ik zit er niet op te wachten om door mensen aangesproken te worden. Daar doe ik het ook niet voor. Ik wil mooie rollen spelen. Goede dingen doen. Mijn uiteindelijke doel is de film. Daar richt ik mijn carrière op." In het verlengde van die her kenning liggen de roddelbladen. Ook die zijn tuk op elk nieuw gezicht op de buis. „Tot nog toe heb ik geen interview gegeven. Kijk, ik mag dan nu op de televi sie een beetje publiek bezit zijn. Daarbuiten ben ik van mezelf. En wat ik privé doe, daar heeft niemand iets mee te maken. Als er al verhalen in dat soort bla den verschijnen, denk ik dat het Nederlandse lezerspubliek ver foto gpd standig genoeg is om de zaken op hun juiste waarde te schat ten. Ook al die zogenaamde sterren party's zijn aan mij niet besteed. Omdat ik nu met mijn hoofd op de buis verschijn, wil dat niet zeggen dat ik al die feesten af ga lopen." Heftig laat ze er op volgen: „Nee, nee, en nog eens nee. Oh, ik zal best wel eens naar zo'n feest gaan. Maar mondjesmaat. Ik ben geen par ty-tijger, zal dat nooit worden ook." Leerschool Spijt vam haar besluit om mee te doen in MCW heeft ze geen mi nuut. „Nee, waarom? Het is een goede leerschool. De combina tie school en werk is heel goed. Je leert veel. En veel zien me nu. Je hoopt toch dat daar iemand tussen zit die denkt: hé, zij is geschikt voor die rol. En werken aan een serie als MCW is heel leuk om te doen. Er hangt een goede sfeer en de mensen waarmee ik werk, vind ik interessant." MCW heeft een enorme kijk dichtheid. Toch is er ook een publiek dat fiks aanschopt te gen zo'n serie. „Het is altijd makkelijk om zoiets negatief te benaderen. Maar al te vaak is het een manier van mensen om zich tegen de populariteit van zo'n programma af te zetten. Populariteit is voor mij geen doorslaggevend criterium. Het is meegenomen." „Zwaarder telt de vraag of ik er iets van leer en of het kwali teit heeft. Als je MCW vergelijkt met andere Nederlandse series, vind ik het nog steeds een van de betere series. Er wordt goed in geacteerd. De meesten in de serie komen van de toneel school. Ja, vooral kwaliteit is voor mij heel belangrijk. Ik be doel, ik ben ook voor een soft- pornofilm gevraagd. Dat is dus iets waar ik absoluut niet aan begin. Niet dat ik tegen bloot ben. Helemaal niet. Maar het moet wel logisch passen in een film." Naast haar school en Medisch Centrum West stond Esther eer der in een aantal korte filmpjes en speelde ze gastrollen, onder meer in de VARA-serie 'Bureau Kruislaan'. Kun je dat planning noemen of rol je overal in? „Overal inrol len suggereert dat je er zelf de hand niet in hebt. Ik ben na tuurlijk toch begonnen aan een dansopleiding met een bepaald doel. Datzelfde geldt voor de to neelschool. Ik weet wat ik wil en weet ook wat me overkomt." Stel dat je carrière stokt? Wat dan? .Acteren is echt het liefste dat ik doe. Ik ben ook niet ie mand die, als het niet gaat, van een toren afspringt. Je kunt al tijd verder. Toch wijk ik liever niet af van het pad waarop ik nu zit. Maar om dat pad te volgen is talent alleen niet voldoende. Een beetje geluk is nooit weg. Mensen moeten je op de juiste tijd en de juiste plek zien. Voorts moet je in dit vak kei hard willen werken. Anders lukt het niet. Natuurlijk hoor je wel eens van mensen die via krui- wagentjes ergens komen. Niets op tegen. Als ik op die manier een mooie rol krijg aangeboden, prima. Dan is het aan mij om te bewijzen of ik het kan. Want in dit vak moet je het uiteindelijk zelf doen. Met of zonder krui wagen. Altijd." Erik van Muiswinkel, presentator van Megabrein. HILVERSUM GPD In feite is Megabrein, gepresen teerd door Erik van Muiswinkel, een programma dat spot met de essentie van televisie-maken. De kenniskwis van de KRO is voor de gemiddelde geïnteres seerde kijker niet te volgen. En ook verder mist het spelletje al les wat andere spelletjes aan trekkelijk maakt. Desondanks gaat Megabrein vanavond zijn tweede seizoen in. Erik van Muiswinkel be schouwt Megabrein „een beetje een experiment met het Neder lands kijkers- en kandidaten-ar senaal" en heeft er alle vertrou wen in dat dat experiment lukt. De nieuwe serie ziet er wat anders uit dan de eerste reeks. Het decor is veranderd, en er wordt minder tijd besteed aan de introductie van de kandida ten en meer aan die van het on derwerp. En er treden meer vrouwen aan dan in de eerste serie: toen vier en nu negen. Dat laatste is wellicht ook ty perend voor wat de kwis onder dat kleine gezelschap cliënten teweeg heeft gebracht. Die 'vreemde' gasten, die zowat al les afweten van een onder werpje, waarvan het merendeel van de goedwillende kijkers zelfs nog nooit gehoord heeft. Volgens Erik van Muiswinkel is dat kringetje zelfs zö klein dat het vierkoppige team, dat drie kwart jaar bezig is met het be denken van de vragen, nauwe lijks van een specialistische bi bliotheek gebruik kan maken. Omdat de kandidaat die na tuurlijk ook bezoekt en dus in de gaten kan hebben welk boek geraadpleegd wordt. Of de keu ze van de geraadpleegde weten schappelijke deskundige ver raadt al alles over de aard van de vragen. Neemt niet weg dat het aantal kandidaten stijgt. De opzet van de kwis blijft dezelfde. In razende vaart moe ten de kandidaten binnen twee minuten gemiddeld zo'n 22 vra gen beantwoorden en wordt niet gewerkt met wat rustbren- gende filmpjes of geluidsfrag menten. Ook niet met indirecte puntensystemen, zoals jokers bijvoorbeeld. Verder hoeven de kandidaten niet te rekenen op uitbundige uitingen van mede lijden, als ze het niet halen en is er voor de uiteindelijke winnaar geld noch goed, maar 'slechts' een Verkade-beeldje en de eer. Erik van Muiswinkel vertelt dat hij zichzelf heeft aangemeld voor de Connaisseur, de andere 'zware kwis', gepresenteerd door 'Ome Ad' s'Gravesande. Gewoon omdat hij van spelle tjes houdt en nu eenmaal zelf zo graag wil meedoen. Dat straalt hij ook uit in deze twee de serie van Megabrein. Het on schuldige van iemand die het écht leuk vindt en daardoor dat kleine sfeertje van spanning en emotie weet op te roepen. GESPROKEN éJohn de Mol sr. in De Telegraaf: „Uiteraard zijn mijn vrouwen ik trots op Linda en John. Maar niet meer dan andere ouders van wie de kinderen iets bereikt hebben. Toevallig zijn Linda en John ver gekomen bij de televisie, maar dat maakt ze niet meer bij zonder dan anderen." Linda de Mol in De Telegraaf: „Ik stapte eind vorig jaar met John in de trein naar Keulen. Lek ker gezellig met z'n tweetjes op stap, dacht ik nog. In Duitsland spraken we met de hoogste baas van RTL Plus. Die zei dat onze programma's ook bij zijn station passen. Ik heb toen meteen ge zegd dat ik die wel wilde maken, maar realiseerde me pas later dat het enorm veel werk was. Eigen lijk te veel, maar ik had het toege zegd, dus moest het gebeuren." Leonard Cohen in De Telegraaf: „De meeste songschrijvers die ik ken schrijven hun meesterwerken aan God toe en de mindere songs aan zichzelf. Diep in hun hart koesteren ze die laatste het meest, zoals sommige ouders stiekem hun moeilijkste kinderen voortrekken. Ik kan dat niet doen, want al mijn songs zijn onopvoed bare sekreten." Meryl Streep archieffoto ap Meryl Streep in De Telegraaf: „Ik heb het zelf nooit van sexy schoonheid, van een lekker lijf of een wulps gezicht moeten heb ben. Ik weet wat ik waard ben als actrice. Ik heb de tijd mee gehad. Er werden steeds zwaardere eisen gesteld aan het talent en het vak manschap van acteurs en actrices en de gloriejaren van de sexbom- men waren definitief voorbij. Te gen 'stukken' kan ik toch niet op. In de tijd van Greta Garbo was ik kansloos geweest." Maarten Spanjer in VARA TV-Maga- zine: „Mijn tijd op de middelbare school herinner ik me vooral als een periode van eindeloos voet ballen, de ontdekking van seks en de geur van verse patersandalen en grote mannentenen." Gert Berg in VARA TV-Magazine: „Ik heb een haat-liefde verhou ding met mijn talkshow. Als ik naar de redactie rij, denk ik wel eens: waarom doe ik dit in gods naam allemaal? Ik bedoel, het is altijd spannend, altijd zweet in je poten en dan denk ik na de uit zending: vyat zijn de mensen er mee opgeschoten?" Freek de Jonge in Humo: „Het is een bekend psycholo gisch verschijnsel dat je je vader moet vermoorden wil je je eigen persoonlijkheid kunnen ontwikke len. Ik heb het voordeel gehad dat-ie vanzelf doodging." Freek de Jonge, wederom in Humo: "Abe Lenstra was in mijn jeugd een fenomeen en nu ondenkbaar. Hij verscheurde een blanco che que uit Italië en ging vissen in een slootje achter zijn huis. Hij zou nu gek verklaard worden, omdat hij geen prostituée is maar iemand die een eigen persoonlijk- ~W heid heeft."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 10