Martine Bijl: 'Het is een enig uitje' Yokoo via Europa terug naar Japanse kunst Rembrandthuis wordt te klein Intermezzo: van madrigalen uit de Renaissance tot popmuziek Cultuur&Kunst DINSDAG 5 JANUAR11993 redactie: annemiek ruygrok (CHEF) e jan rijsdam saskia stoelinga Zes pianorecitals alphen aan den run» In de serie pianorecitals die de Stichting Alphen Muziek (STAM) organiseert in de concertzaal Streekmuziekschool, is op 10 januari Frank van de Laar aan de beurt Na in het SweelincKconcours de eerste prijs te hebben be haald trad Van de Laar in 1988 voor het eerst op in de grote zal van het Concertgebouw. Sindsdiens is hij als solist op binnen- en buitenlandse podia te horen. amsterdam gpd Het Rembrandthuis in Amster dam heeft per jaar 150.000 be zoekers te verwerken. Te veel voor een 'gewoon woonhuis' vindt directeur Ed de Heer. Om de telkens uitdijende collectie, een vrijwel complete verzame ling van Rembrandts grafische werk, naar behoren te presente ren, wil hij uitbreiden naar het naastgelegen Saskiahuis. Het museum is gevestigd in een woonhuis dat in 1606 aan de toenmalige Breestraat is ge bouwd. Rembrandt kocht het in 1639 voor 13.000 gulden. In 1907 werd de Stichting Rem brandthuis opgericht, die het huis van de gemeente Amster dam overnam, en werd het pand onder handen genomen door de beroemde architect K.P.C. de Bazel. In 1911 was de restauratie voltooid en werd het Rembrandthuis feestelijk ge opend door koningin Wilhelmi- na. De collectie omvat voorna melijk etsen. Op voorstel van de schilder Jan Veth, een van de eerste bestuursleden van het Rembrandthuis, was er al vroeg gekozen voor het bijeenbrengen van een verzameling van Rem- brandt-etsen, die nergens beter konden worden'tentoongesteld dan in het huis waar zij waren ontstaan. Veth legde zelf de ba sis met een tijdelijke bruikleen en al spoedig kwamen de eerste giften binnen. Het Rijksmuse um stond in 1911 elf etsen af en vanaf die tijd groeide de verza meling in rap tempo. De Heer: „Onze collectie is inmiddels uitgegroeid tot een vrijwel volledig overzicht van Rembrandts grafische werk. Wij zijn de enige plaats ter wereld waar die etsen altijd voor het publiek te zien zijn. In het Bri tish Museum en in het Rijksprentenkabinet liggen ze in dozen opgeslagen. Daar zijn ze alleen toegankelijk voor onder zoekers. Rembrandtkenners vinden de etsen als geheel aan trekkelijker dan zijn schilderij en. Omdat Rembrandt de ets kunst van een reproduktiemedi- um tot een zelfstandig artistiek medium wist te ontwikkelen. Ook het publiek stroomt mas saal toe. We hbben het afgelo pen jaar ruim 150.000 bezoe kers gehad. En zo'n aantal schept een probleem. De trap pen zijn hier soms verstopt" Kunstenplan De gemeente Amsterdam heeft in navolging van het Rijk geko zen voor een meerjarig Kun stenplan. Dat kan vervelend uit pakken de sluiting van Fodor maar voor het Rembrandt huis is het gunstig verlopen. De Heer: „We hebben in één klap subsidie gekregen voor vier jaar. Voor de gemeente moest ik een beleidsplan schrijven. Voor ons de gelegenheid om de proble men aan de orde te stellen. Het museum is te krap gehuisvest Wat ontbreekt zijn publieksfaci liteiten. Het is hier zo krap dat de buitendeur, die altijd moet aanstaan, tegen de balie aan openzwaait. We hebben niet één tentoonstellingszaal: het in richten en weer afbreken, ge beurt in het huis zelf. Voor de Pieter Lastman-tentoonstelling hebben we het museum zelfs een week moeten sluiten." Als er ooit een kans is om uit breiding van het Rembrandt huis te realiseren is dat nu. Want het Saskiahuis komt leeg. Het huurcontract loopt af en de gemeentelijke diensten die er in huisden, gaan er uit. Moeten we denken aan een opstelling zoals in het Rubens huis in Antwerpen? Met meube len en schildersezels en snuiste rijen die de tijd van Rubens en zijn rapen doen herleven? De Heen „Het is niet de bedoeling om het Rembrandthuis terug te brengen tot een soort Madame Tussaud. Het moet met musea le middelen. Het huis was in ge bruik als woonhuis, als atelier, als opleidingsinstituut en als verzamelaarswoning. We zullen de wanden als expositieruimte blijven benutten. Daarbij blij ven we zo oorspronkelijk moge lijk. De gevel van het huis is authentiek. En de indeling van de kamers is zo veel mogelijk teruggebracht naar de tijd dat Rembrandt er in woonde. Om dat hij in 1656 failliet ging, is er inventaris opgemaakt van zijn bezittingen. We weten wat hij had en waar hij het had en hoe de kamers werden genoemd." De collectie van het Rem brandthuis is drieledig: de pren ten van Rembrandt, werk van zijn voorgangers en werk van leerlingen. De Heer: „Ik ben nu bezig om het werk rond Rem brandt te versterken. Zodat zijn etsen kunnen worden getoond in relatie tot zijn voorlopers, de pre-Rembrandtisten, die bijna allen in deze straat gewoond hebben. Dan praat ik over schil derijen. De vroeg zeventiende- eeuwse Amsterdamse schilder kunst van de pre-Rembrandtis ten: Lastman, Moeyaert, Teng- nagel en de gebroeders Pynas, wordt nergens in samenhang getoond." beeldende kunst o 13 00-17.00 uur in galerie Amber, Leiden. Japanse kunst vormt een probleem voor de wes terling. Iedereen met enig inlevingsvermogen kan zien, dat de tot Europa doorgedrongen uitin gen van schilderkunst, grafiek of architectuur niet zelden een sublieme spiritualiteit vertegen woordigen en toch geraken we nooit tot de kern van zulk cultuurgoed. We staan er domweg te ver vanaf. Niettemin bestaat er al sinds de koloniale acti viteiten van de VOC in Nederland een traditie van uitwisseling met Japan, met als gevolg dat er ondanks de culturele kloof nog altijd belangstel ling bestaat voor kunst uit Japan. En omgekeerd bestaat er in het land zelf vanouds een oriëntatie op het westen, al was het maar omdat er een christelijke minderheid leeft. Binnen dat kader werkt de Leidse galerie Am ber. Zij stelt zich ten doel correspondenties te to nen tussen Oost en West. Wat dat betreft is de nieuwste tentoonstelling intrigerend. Te zien zijn schilderijen en gouaches van Tatsuhiko Yokoo, in 1928 geboren te Fukuoka. Van zijn christelijke vader kreeg Yokoo zijn eerste lessen in de zoge naamde 'Nihonga', de contemporaine voortzet ting van de traditionele, verfijnd decoratieve schilderkunst. Deze vooral figuratief en aards ge richte kunst is de tegenpool van de transcenden te 'Yoga'-schilderkunst, ontsproten aan Zen. In 1965 verhuisde Yokoo naar Europa, waar hij de westerse schilderkunst bestudeerde en ver werkte in fantasierijke, aan Jeroen Bosch herin nerende schilderstukken vol metafysische we zens. De ironie wil, dat Yokoo in 1978 gegrepen werd door de antroposofie. De leer van Rudolf Steiner bracht hem terug tot zijn Japanse identi teit. Het handschrift bleef gelijk, maar de schilde rijen werden aardser en abstract. De letterlijke verwijzingen naar het transcendente verdwenen en maakten plaats voor een rechtstreeks verslag van meditatieve concentratie. Dit werk is nu te zien in Galerie Amber. De schilderijen hebben forse formaten en dragen ti tels als 'Keizerlijke Muziek', 'Kosmische Klank' of 'Gouden Draak'. Het meest merkwaardige is, dat de doeken een transparant, ijl kleurkarakter heb ben en tegelijkertijd door vermenging van de verf met zand, ook uiterst plastisch werken. Het ge bruik van goudverf en bladgoud geeft er een uni verseel tintje aan, dat evenzeer aan altaarstukken uit Sienna doet denken als aan een Boeddhis tisch heiligdom. Een opvallend schilderij heet simpelweg 'Cirkel'. Hier heeft Yokoo op zijn ei gen manier de eeuwenoude 'Enso', de 'Zen-cir kel' geschilderd. In één moment van concentra tie trekt de schilder, als een volleerd calligraaf, een bijna volmaakte cirkel. Deze 'Enso' wordt door de galeriehouders Irma en Octaaf Roefs ge presenteerd als symbolisch voor Yokoo's artistie ke zoektocht, die volgens hen is als een 'cirkel gang langs afgronden van magisch realisme en surrealisme naar een keerpunt,' dat hem heeft teruggebracht tot zijn 'rechtmatig erfgoed'. Expositie van porseleinen poppen in Amsterdamse galerie De Amsterdamse galerie Rijkers Art Diffusion beleeft top dagen. Zo'n honderd bezoekers per dag, op zaterdag zelfs een paar honderd. Ze komen uit alle hoeken van het land om de porseleinen poppen van Martine Bijl te be wonderen. Zelfs de koffietent op de hoek van de straat heeft er profijt van. „Ze maken daar overuren", zegt gale riehouder Henk Rijkers lachend. Martine Bijl: „Vrienden van me beweren dat ze op mij lijken, amsterdam martin hermens Martine Bijl geniet van al die aandacht voor haar kunstwer ken. Het streelt haar dat men sen speciaal voor haar poppen een reisje naar Amsterdam ma ken. „Het kost niks en het is een enig uitje", zegt ze bescheiden. De poppen zijn het bekijken meer dan waard. Ze leggen op verrassende wijze de voor het grote publiek nog onbekende kwaliteiten van de artieste bloot. „Het is geen hobbyisme meer", vertelt Martine over het maken van die poppen. „Daar voor ben ik al te lang bezig." Het kostte haar vele jaren van zelfstudie om op dit niveau te komen. „Ik vind het leuk om te doen. Net als theater, maar dat is ook geen hobby van me. Het maken van poppen is voor mij een prettig tegenwicht voor het optreden voor publiek. In het theater ben je elke avond onder de mensen. Het maken van poppen is een eenzame bezig heid; er zit geen mens met ae neus bovenop." Lambert Monet, mede-eige naar van de Amsterdamse gale rie, zag een tijdje geleden foto's van de poppen. Hij raakte meteen enthousiast. „Dit is kunst. Martines poppen zijn van een zeldzaam hoog ni veau", oordeelde hij. In een paar weken tijd was de expositie geregeld. Waarom er nooit eer der een tentoonstelling van haar was te zien? Martine Bijl resoluut: „De poppen waren niet goed genoeg." Ze maakte zelf een selectie uit haar verzameling. „Ik heb thuis nog veel poppen op zolder die hier niet mogen staan", zegt ze kritisch. In het verleden heeft ze ook veel poppen kapot gegooid omdat ze de toets van haar kri tiek niet konden doorstaan.Als ik schrijf voor het theater gooi ik ook veel materiaal weg. Ik heb altijd makkelijk dingen kunnen weggooien. Dat doe ik liever dan met iets naar buiten treden dat niet goed is." De tentoonstelling in Amster dam is er niet gekomen omdat ze tot de categorie Bekende Ne derlanders hoort „Lambert had er geen idee van wie Martine Bijl is", vertelt ze. „Ik voelde er ook niets voor om als Bekende Nederlander met een creatieve hobby naar buiten te treden. Daar heb ik een hekel aan. Ik heb de poppen altijd wel ergens willen neerzetten. Maar ik was er bang voor dat zoiets alleen zou gebeuren omdat ik bekend ben. Een kans zoals nu in Rij kers Art Diffusion krijg ik niet meer." „Natuurlijk wil ik mijn pop pen laten zien", vervolgt ze ge dreven. „Ik wil er applaus voor hebben. Ik denk dat iedereen dat heeft. Je maakt zoiets niet alleen voor jezelf. Als ik op een onbewoond eiland zou zitten en er zou klei aanwezig zijn, dan bleef ik kleien in de hoop dat ie mand de kleibaksels honderd jaar later vindt. Als je het niet laat zien, bestaat het niet." Schilderen Lang voordat ze als zangeres ontdekt werd, schilderde ze re gelmatig. Het was ook de be doeling dat ze een beeldende kunst-opleiding zou gaan vol gen. „Maar toen is zingen mijn vak geworden. Als ik nu zou moeten kiezen tusseji het thea ter en het maken van poppen, weet ik niet wat ik zou kiezen. Ik doe het allebei graag, maar het maken van poppen misschien wel het liefste." Een paar jaar geleden deed ze in Zwitserland mee aan een wedstrijd. Daar wonnen haar poppen een prijs. „De juryleden vonden dat de oren grote flap pen waren. Daar heb ik me boos over gemaakt. Waarom zouden poppen alleen maar mooi en ideaal moeten zijn? Uit protest heb ik een paar Mongooltjes gemaakt. Ik denk dat die juryleden zich kapot schrikken als ze die poppen zouden zien." In haar kunstwerken komen veel dezelfde karaktertrekken voor. „Vrienden van me bewe ren dat ze op mij lijken", vertelt Martine. „Dat zou best kunnen. Als ik aan een pop werk, kijk ik veel in de spiegel om de juiste verhoudingen te krijgen. Ik be gluur mensen ook ongegeneerd om bijvoorbeeld uit te zoeken hoe oren aan het hoofd vastzit ten. Mijn poppen zijn meestal fantasie, maar ik heb altijd al fo to's van gezichten uitgeknipt. Al was het alleen al om de neus." Kostbaar Wie een echte Martine Bijl op de schouw wil hebben, moet fors in de buidel tasten. De pop pen veranderen voor minimaal 10.000 gulden van eigenaar. „Er zijn er al een paar verkocht. Dat vind ik leuk en niet leuk", be kent de artieste. „Niet leuk om dat ik ze eigenlijk niet kwijt wil. En heel leuk omdat er mensen zijn die ze zo mooi vinden dat ze ze willen hebben." De poppen van Martine Bijl zijn tot en met half januari te bezichtigen In Rijkers Art Dif fusion aan de Singel 540/Hoek Geelvincksteeg In Amsterdam. amsterdam kees groenenboom Precies op het goede tijdstip kwam drie jaar geleden het pre sentatiebandje van Intermezzo terecht op het bureau van Shir- een Strooker. Ze was net bezig met de voorbereidingen voor de muzikale theaterproduktie 'Bouvard en Pécuchet' en de vijf vocalisten pasten daar prachtig in. Zo ontdekte Intermezzo, dat al jaren 'voor de grap' a-capella- stukken zong, het theater. 'Avondvullend Intermezzo' heette het eerste programma dat de groep zelf in elkaar zette. Het vervolg daarop, 'Tribunaal', gaat morgen in première. Evert Bandringa (bas), lek de Vos (bariton), Matthijs Over- mars (tenor), Ronald Becker (bariton/countertenor) en Stijn van der Loo (bariton/counter tenor) kennen elkaar van het Utrechts conservatorium. Al in de studententijd zongen ze'ge zamenlijk als hobby. Sinds het avontuur met Strooker is die liefhebberij steeds professione ler geworden. „We zingen al een jaar of acht samen, maar dat was nooit met de ambitie het professionele circuit in te gaan", zegt Ronald Becker, met 29 jaar de jongste van het kwin tet. „We zitten nu op een om slagpunt. Eigenlijk zit niemand van ons meer echt in het onder wijs. Intermezzo begint steeds meer onze hoofdjob te wor den." Na de gunstige reacties op 'Avondvullend Intermezzo' hoopt de groep met 'Tribunaal' een plek te veroveren in de Ne derlandse theaterwereld. „Nu krijgen we bij theaters nog wei eens te horen: 'We hebben Montezuma's Revenge dit sei zoen al'. Maar ik denk dat er ge noeg ruimte is voor meer van dit soort programma's." Klassiek Wat Intermezzo doet is maar deels te vergelijken met Monte zuma's Revenge. Weliswaar zit ten er ook bewerkingen van popnummers en zelf geschre ven lichte nummers in het re pertoire, maar het kwintet grijpt ook terug op klassieke stukken. Tot en met madrigalen uit de Renaissance, de bloeiperiode van de a-capella zang. Maar ook vocale bewerkingen van een Rossini-ouverture en de 'Sonate Pathétique' van Beethoven, een Mozart-lied waarbij het ensem ble de pianobegeleiding over neemt, en een vocaal gebracht koperkwintet. Op de cd 'In fooi color', die verleden jaar in eigen beheer werd uitgebracht, staat een staalkaart van Intermezzo's kunnen. „Ons repertoire gaat van de gebroeders Brouwer tot Prince", zegt Becker. „Dat komt omdat we vijf totaal verschillende mensen zijn, met heel verschil lende voorkeuren. Stijn zit echt in de popmuziek, Matthijs is meer de klassieke man." Die individualiteit tegenover de gezamenlijkheid van de groep is het uitgangspunt van Tribunaal'. Intermezzo bor duurt daarmee verder op het thema van het eerste program ma. „Een tribunaal is een soort rechtszitting voor een jury die niet uit juristen bestaat maar uit mensen uit de bevolking. Zo zien wij dat ook als we op het podium staan, je moet je tegen over elkaar en tegenover het publiek verantwoorden voor wat je doet. Je krijgt niet de kans je te verschuilen in de anonimi teit van de groep. De ene keer word je naar voren geduwd om dat jij nu een keer aan de beurt bent, de andere keer word je tot de orde geroepen omdat je te ver gaat. In hoeverre moet je je conformeren aan het grote ge heel en in hoeverre krijg je de kans jezelf apart te zetten, daar gaat het om." Humor Dat klinkt allemaal zwaarder dan het op het podium is. In feite is de voorstelling een gesti leerde vorm van wat zich tij dens repetities, in de kleedka mer en in het busje onderweg binnen het vijftal spontaan af speelt. De humor speelt daarin een belangrijke rol. „Toen we nog helemaal niet aan het thea ter dachten, deden we het ei genlijk ook al zo. Iemand stond een nummer aan te kondigen, een ander begon daar dan doorheen te praten. Daar heb ben we nu een vaste vorm aan gegeven". „De nummers vertellen geen verhaal. Ze zijn willekeurig ge kozen, omdat het goeie muziek is, die geschikt is om te zingen en prettig om naar te luisteren. Maar aan het eind van het pro gramma blijkt wel dat ze alle maal precies op hun plek zitten, dat ze niet willekeurig gerang schikt zijn". De grote kracht van Inter mezzo is volgens Becker de hechtheid van de groep, on danks de onderlinge verschillen. „Omdat we al zo lang bij elkaar zijn, kennen we elkaar onge looflijk goed. Je weet wat je ei gen plek is in de groep. Dat merk je bij voorbeeld bij het in studeren van de partijtjes. Je weet hoe het ongeveer moet gaan klinken, waar het naar toe moet, dus dingen vallen vaak meteen op hun plek. En je merkt het aan onze uitstraling op het toneel. Daar staan vijf mensen die aan elkaar gewaagd zijn." Speellijst: 5 t/m 7 januari: Am sterdam, Nieuwe de Ia Mar (5 try-out, 6 première), 26 febru ari: Haarjem, Concertgebouw, 6 maart: Rotterdam, De Ro- meynshof, 19 maart: Utrecht, Vredenburg. Intermezzo: daar staan vijf mensen die aan elkaar gewaagd zijn. FOTO GPD/ANDRÉ BEEKMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 17