'Vermoeidheid is de prijs die vrouwen betalen' ZATERDAG 2 JANUAR11993 'Je leeft samen met mannen, het zijn je vijanden niet... YVONNE ZONDEROP >T k heb altijd het idee gehad dat je I het samen met mannen moet zien te klaren, met hen tot oplossingen moet zien te komen. Je leeft samen met mannen, het zijn je vijanden niet." Ze zegt het zacht maar duidelijk, Christien Brinkgreve, hoogleraar sociologie, moeder van twee jonge kinderen en succesvol colum niste. Van alle deelnemers aan het debat over 'de verhouding tussen mannen en vrouwen' is Brinkgreve bepaald niet de luidruchtigste. De vrouwenzaak gaat haar ter harte. Maar grimmige snikken, snerpende terechtwijzin gen of emotionele uithalen horen niet bij haar. Integendeel, Brinkgreve schrijft bemoe digende, verstandige stukjes, met een veelal hoopvolle conclusie. Als hoogleraar Vrouwenstudies aan de Ka tholieke Universiteit Nijmegen viel ze mede daarom behoorlijk uit de toon. Brinkgreve had niet die felheid en strijdlust die iedereen wel degelijk verwachtte van een vrouw in haar functie. Lang hield ze het er niet uit. Na ruim drie jaar aanvaardde ze een hoogleraar schap sociologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht voor vier dagen in de week. In haar columns, eerst voor De Volkskrant, later voor NRC-Handelsblad legt Brinkgreve een verfrissende openhartigheid aan de dag over haar privéleven. Persoonlijke ervaringen en observaties gebruikt ze om iets algeme- ners te beweren over de verhouding tussen jongens en meisjes, ouders en kinderen en vooral mannen en vrouwen. Zo weten we uit haar columns dat ze samenwoont met een man, die uit een eerder huwelijk twee doch ters heeft. Met hem heeft ze twee zoontjes van zes en twee jaar. U bent over mannen zo mild gestemd. Terwijl u als hoogleraar vrouwenstudies toch heel wat feiten hebt verzameld over het onrecht dat vrouwen, vaak door mannen, wordt aan- Brinkgreve: „Ik ben nog wel degelijk ver ontwaardigd over allerlei misstanden. Bij voorbeeld dat vrouwen nu wel veel werk bui tenshuis verrichten, maar dat er binnenshuis nog zo weinig is verdeeld. De taaiheid van die ongelijke verdeling kan mij echt de strot uitkomen. Maar ja: ik zie wel verbetering optreden, daar ben ik optimistisch over. Bij voorbeeld hoe vaders tegenwoordig met hun kinderen bezig zijn. Sommige vrouwen schamperen daarover. Ze noemen het 'sierfietsen' als een vader met zijn dreumes voorop het stuur door de stad crosst. Maar ik zie dat de be trokkenheid van die vaders met hun kinde ren wel degelijk heel groot is. Alleen al het feit dat ze hun tijden moeten aanpassen aan de schooltijden van hun kinderen. Dit soort processen verloopt nu eenmaal traag. We zitten met de ellende van een heel andere opvoeding, van een moederbeeld en een vaderbeeld, dat verbonden is met zor gende moeders en buitenshuis kostwinnende vaders. Dat hebben we als kinderen natuur lijk overgenomen. Dat zit helemaal verankerd in de beelden van mannelijkheid en vrouwe lijkheid, zelfs in ons geweten. Die beelden van vroeger bepalen mede of we nu vinden of we iets wel of niet goed doen. Dat wis je niet in een paar jaar uit. Als je de lijn trekt, de verschillende genera ties vergelijkt, dan vind ik dat te langzaam, dat wel maar dat zich een verandering voltrekt, al gaat die vaak ongelijk." Taai gebied Gelijke verdeling van lusten en lasten, van rechten en plichten. Ook al vinden mensen het nog zo mooi klinken, ze handelen er vaak niet naar. Dat komt niet alleen, meent Brink greve, doordat mannen te lamlendig zijn om iets van hun voorrechten in te leveren, maar ook doordat sommige vrouwen dat helemaal niet op prijs lijken stellen. Brinkgreve: „Het is een taai gebied. Het hangt sterk samen met waardering en zelf waardering. Niet alleen van de mannen, maar ook van de vrouwen. Vrouwen hebben voor een man die alles in het huishouden doet op den duur geen respect. Ik ken voor beelden waarin de man de helft van het huis houdelijk werk ging doen. Maar uiteindelijk liet zijn vrouw hem zitten en ging er vandoor met een veel traditioneler macho type. Daar zit 't 'm ook in. De mannen die zijn gezwicht voor het argument van de redelijk heid, die omwille van de eerlijke verdeling van alles hebben ingeleverd voor hun vrouw, bezuren het soms op een treurige manier. Omdat ze hun aantrekkingskracht verliezen, ze zijn maatschappelijk minder ver gekomen. Ik geloof dat dit een angstbeeld voor veel mannen is, dat ze hun veren verliezen. De kwestie is nauw verweven met identiteit en zelfrespect. Dat wordt ook door vrouwen in standgehouden". Uit uw boek rijst het beeld op van een geluk kig getrouwde vrouw, van iemand die het per soonlijk goed met mannen heeft getroffen. Brinkgreve denkt na, zegt dan: „Ja, dat klopt wel. Thuis heb ik nooit te maken gehad met tegenwerking, ook in mijn ouderlijk huis niet. Ik ben altijd gestimuleerd door mannen, vooral in mijn werk. Ik denk dat dat mee speelt bij mijn manier van kijken. In mijn Is het nog steeds oorlog tussen de seksen? Of lijkt de vrede getekend? Op allerlei fronten staat de vrouw er tegen woordig beter voor dan pakweg 20 jaar geleden. Meer vrouwen volgen hoger onderwijs. En meer vrouwen gaan wer ken en blijven werken, ook als er kinde ren komen. Maar het ongenoegen knaagt. Vrouwen in vooraanstaande functies leggen het hoofd in de oververmoeide schoot: ze zijn opgebrand en uitgeteld. Mannen blijken nauwelijks méér in het huishou den te doen nu hun vrouwen ook bui tenshuis werk verrichten. De oorlog tus sen mannen en vrouwen is veranderd in een uitputtingsslag: alleen desterksten houden het vol. 'De vrouw en het badwater' heet het boek dat professor Christien Brinkgreve onlangs dienaangaande schreef. Ver slaggeefster YvonneZonderop sprak met haar over fietsende vaders, de prijs van de liefde, wat je van kinderen kunt leren en de toekomst die ons toelacht. heel veel van leert. Ze houden je levend en vitaal. Juist grote bonzen, politici, directeu ren, als die nu eens één uur per dag met kin deren zouden doorbrengen.... En dan hoeven ze wat mij betreft heus niet meteen af te was sen of te stofzuigen, maar gewoon met die kinderen optrekken. Wat zou dat heilzaam voor ze zijn." U schaamt zich niet voor uw vermoeidheid, zegt u. Maar het wordt feministen wel degelijk voor de voeten geworpen dat veel vrouwen zo moe zijn. Veel mensen denken heimelijk: ei gen schuld, dikke bult, dat krijg je er van als je zo veel wilt. d Brinlcgreve: „Ik vind dat zo oneerlijk en ook zo onjuist. Het is geen kwestie van 'eigen schuld, want je moest toch zo nodig'. Het is een kwestie van ongelijktijdige processen in de samenleving. Vrouwen willen wel gaan werken, maar de samenleving is er nog niet op ingesteld. De wetgeving niet, de winkeltij den niet, er zijn geen verloven mogelijk voör ziekte en calamiteit. Vrouwen moéten dat al lemaal zelf oplossen. En omdat ze niemand te kort willen doen, betalen ze zelf de prijs. Het is ook geen probleem van kinderen al leen, het gaat veel en veel verder. Je bent er echt niet met nog een crèche er bij." Toch klinkt er iets juichends door bij mensen die vaststellen dat feministen vaak zo moe zijn. Vrouwen die veel hebben, een mooie baan en ook nog een man en kinderen, wek ken kennelijk toch veel weerstand op. Professor Christien Brinkgreve: „Maar ik zie wel verbetering optreden. Daar ben ik optimistisch over." FOTO MONIQUE BAAN De strijd met de samenleving over taakverdeling en kansen werk heb ik ook de voordelen geplukt van het vrouwzijn. Ik heb wel het idee dat ik geboft heb." Recentelijk zei u: „Ik had ook een man kun nen kiezen die precies de helft doet in het huishouden. Maar gelukkig laat de liefde zich zo niet dwingen." Brinkgreve: „Een heleboel bezig om de werkzaamheden heel precies in tweeën te delen en proberen dat vervolgens af te dwingen. Dat gaat dan heel moeizaam, en levert dan vaak van die heel vervelende, boekhoudachtige kibbelverhoudingen op. Dat heb ik er niet voor over. Ik hou veel van mijn man, hij doet heel veel in huis. We houden allebei van ons werk, we kunnen een oppas betalen. Dat vind ik veel belangrijker dan de strijd of we alles wel eerlijk verdeeld hebben. Het gaat niet zonder fricties, maar dat gaat 't nergens. Ik heb niet gekozen voor de strijd voor de volkomen gelijkheid op huishoudelijk gebied. Ik wil er ook graag het leven nog een beetje bijhouden, dat je kunt genieten... Nou ja, ik ervaar het toch erg als winst dat ik al die dingen nu kan doen die ik doe. Er zit natuurlijk wel een prijs aan: iedere oplossing heeft een prijs. De prijs verdeling die we vroeger hadden r aan het werk, vrouwen thuis heeft veel de pressies gekost en veel heel beperkte levens. De prijs voor mijn leven is een veel te grote vermoeidheid. Ik schaam mij er niet voor om dat toe te geven. Ik ben heel hard bezig om na te denken hoe dat te verminderen, want ik vind het een te hoge prijs. Ik heb geen zin om tien jaar moe te zijn. Ik ben echt aan het den ken hoe ik het werk zo kan veranderen dat het meer op maat is gesneden. Ik zoek het dan eerder in de organisatie van het werk dan in nog meer oppas, want daar is een grens aan. Mijn zoontje van zes gaat het op passen steeds vervelender vinden. Daar heb ik mij op verkeken, hoor. Ik dacht: baby's hebben veel verzorging nodig, daarna wordt het makkelijker. Welnu: het blijkt andersom te zijn. Mijn oudste zoontje wil mij. Daar wil ik goed naar luisteren. Maar ja, mijn baan opgeven zal ik ook niet gauw doen: ik vind het een enige baan. Het is ook geen oplos sing. Want opgestaan is plaatsje vergaan. Dan zak je weg. houd je je vak niet meer bij. Ik heb aardige medewerkers, die denken ge lukkig met mij mee. Ze geven me niet het ge voel dat ik hier in faal. Ook zij zien het als een algemener probleem. Legitiem Alsof ze haar woorden kracht bij wil zetten, verontschuldigt Christien Brinkgreve zich even. Ze moet de oppas even bellen, vragen of ze nog medicijnen moet ophalen voor haar jongste zoon. Die was ziek en moest naar de dokter. Er blijkt niets ernstigs aan de hand. Opgelucht zet ze zich weer aan tafel en zegt: „Je kunt natuurlijk twee jaar vechten met je man over de juiste verdeling van al het werk en dan de zaak geregeld hebben. Hoe wel... (lachend), ik ken geen voorbeelden van mensen die het op die manier hebben opge lost. Een goede oppas is natuurlijk belangrijk. Ik vind dat ook een legitieme oplossing. Dat is niet van een ideologisch mindere orde. Je moet gewoon uitzoeken hoeveel oppas je ge zin kan verdragen, waar de grens ligt. Mijn oudste zoon vindt het heerlijk als ik thuis ben. Dan hoef ik niet speciaal met hem te spelen, mijn werk doen mag ook. Hij in zijn speelkamer, ik in mijn werkkamer, dat zijn heel gezellige middagen. Met mijn jongste is het makkelijker als ik wegga om te werken dan als ik dat thuis doe." Lachend: „Die gaat dan onderaan de trap staan kermen: mama, niet, niet gaan werken. Dat snijdt dan altijd door mijn ziel." Zouden dat ook hebben? Brinkgreve: „Hij roept het niet tegen mijn nan, alleen tegen mij. Ik denk dat ik er ook iets gevoeliger voor ben, iets ontvankelijker." Heilzaam Mannen hebben, aldus Christien Brinkgreve, er niet om gevraagd dat hun partners zich gingen emanciperen. Mannen hebben nu eenmaal tijd nodig om aan dat idee te wen nen. Vrouwen hebben er wèl om gevraagd buitenshuis te kunnen werken, zichzelf te kunnen ontplooien, een rijker leven te leiden. Het is dus wel begrijpelijk dat zij al wèl zijn doorgedrongen tot de wereld buitenshuis en dat mannen nog niet zo ver zijn gevorderd bij het deelnemen aan huishoudelijk werk. Brinkgreve: „Hoe zorg je nou dat het 't bes te tot mannen doordringt dat ze er meer moeite voor moeten doen? De ene vrouw zal het afdwingen met strijd, de andere met ziek te, de derde met het argument van de rede lijkheid. Mijn ervaring is dat mensen niet erg gevoelig zijn voor het argument van de rede lijkheid. Ze moeten zelf zien dat het goed voor ze is, dat ze er beter van worden als de zaken eerlijker worden verdeeld. En het is na tuurlijk ook goed voor ze! Ik denk dat het heel goed is voor mannen om zich met kinderen bezig te houden. Er wordt te vaak gepraat over kinderen als lastige, carrièrebelemme- rende wezens die opgeborgen moeten wor den. Terwijl je ontzettend veel aan ze hebt, er Brinkgreve :„Dat klopt. Er bestaat wel de gelijk weerstand tegen vrouwen die alles wil len. Ik wek veel jaloezie op. Ik heb ook veel. Ik kan ontzettend genieten van mijn leven, tk zou nooit willen ruilen met een thuismoeder. Die hele beweging 'terug naar het aanrecht' vind ik ook een heel verkeerde oplossing. De arbeid moet aangepakt worden, binnenshuis en buitenshuis. Ik verzet mij ook tegen de oplossing om mijn werk maar op te geven. Ik zou dat als een groter falen zien dan alleen van mij per soonlijk Ik wil heel graag dat vrouwen hoog leraar kunnen zijn, ook met kleine kinderen. Veel vrouwen hebben de prijs van een goede, baan betaald met geen kinderen krijgen. Ge lukkig is die tijd achter de rug. Nu is ver moeidheid de prijs die we betalen. Maar met die vaststelling zijn we er niet, dèn begint het gesprek pas." In uw boek bent u uitgesproken optimistisch over de toekomst Waarom eigenlijk? Brinkgreve: „Ik heb het idee dat het op dit: moment spaak loopt, zowel voor vrouwen als voor veel mannen. De eisen op het werk wor den tegenwoordig zo hoog opgeschroefd dat ook veel mannen er aan onderdoor dreigen te gaan. Die werkdruk moet echt verminde ren. We zitten in een spiraal van steeds hoge-; re eisen. Ik geloof dat veel mensen er van doordrongen zijn dat daar iets aan moet ge-I beuren. Nu al zie je dat mannen het niet meer kun nen maken om thuis te komen en zich ver volgens te verbergen achter de krant. Geeri man kan het huishouden nog helemaal aart zijn vrouw overlaten. En daarnaast zie je steeds meer mannen tijd uittrekken voor hup kinderen. Het is nu veel meer maatschappe lijk aanvaard dat een vader tijd besteedt aan zijn kinderen dan bij de vorige generatie va-I ders. De kinderen naar school brengen is (e-l genwoordig helemaal niet slecht voor de sta tus. Je hoort mij niet zeggen dat er geen strijd meer geleverd hoeft te worden. Maar dan denk ik ook aan de strijd buitenshuis. De so ciale zekerheid moet veranderen, de organi-! satie van de arbeid moet anders, er moeten meer verlofmogelijkheden komen, meer moj gelijkheden om korter te werken. Het wordt dé opgave voor de komende tijd: hoe kunnen gezinsleven en werk gecombineerd worderj lèn vrouwen." Christien Brinkgreve: 'De vrouw en het bad water'. Uitgeverij Meulenhoff, prijs f32,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 26