Een werkgemeenschap zonder achterdeur
Extra
Kwaliteit drugs
sterk wisselend
DINSDAG 29 DECEMBER .1992 V/
Een oud klooster in het Limburgse
Steyl is al ruim twee jaar de basis
voor werkgemeenschap De Voorde.
De voornamelijk uit Rotterdam af
komstige leden daarvan vormen
Jan de Dreu laat er geen misverstand
over bestaan: met zijn keuze voor De
Voorde heeft hij misschien wel veel
ingeleverd, maar toch vooral een
hoop teruggekregen. „Het heeft de
dynamiek in mijn leven terugge
bracht. Het is niet zo dat ik zo nodig
de grote dienaar van de samenleving
wil zijn. Alles wat ik tot voor kort
deed was gewoon al tien jaar hetzelf
de en daar heb ik mee gebroken. Het
hele burgermansbestaan is omge
gaan."
HAN VAN DER LEUR^GPD
Iets van wat hij voor deze breuk met het
verleden terug heeft ontvangen is te zien bij
zijn rondleiding over het complex van De
Voorde. Zo kreeg hij in ruil voor de finan
ciële zekerheid die een organisatie-adviseur
heeft misschien wel het prachtige uitzicht
over de Maas in het Limburgse Steyl terug.
Bovendien is De Voorde, dat daar over de
zuidvleugel van het enorme missiehuis St.
Michaël beschikt, maar ook 'om niet' de
fantastische moes- en bloementuin kan ge
bruiken, continu in ontwikkeling.
Jan de Dreu benadrukt dat De Voorde een
wèrkgemeenschap is. „De ontwikkelingen
die we als individuen en gemeenschap
doormaken hangen nauw samen met werk.
Het opgeven van de vroegere scheiding tus
sen werktijd en vrije tijd heeft me daarbij
soms moeite gekost, net zoals het idee dat
er geen vakantie meer bestaat of dat je geen
eigen auto meer hebt. Dat is een kwestie
van afkicken. Het gaat hier om de ontwik
keling op zich, misschien om doorgroeien
tot het niet meer hoeft. Ik kan me voorstel
len dat mensen hier vertrekken als ze dat
punt hebben bereikt of wanneer blijkt dat
de gemeenschap hen te veel opslokt."
Spaargeld
De Voorde vormt niet alleen de inspireren
de omgeving voor de leden van de werkge
meenschap, maar ook voor de vele bezoe
kers - mensen met langdurige klachten,
cursisten, conferentiegangers, 'vastgelopen'
werknemers of studenten aan de zomer
school - die korter of langer in het complex
verblijven. Om die soms meer dan honderd
gasten te kunnen ontvangen is het complex
de afgelopen tweeeneenhalf jaar ingrijpend
opgeknapt en verbouwd. Ook de manier
waarop dat in zijn werk is gegaan is illustra
tief voor De Voorde en de bereidheid zeker
heden te laten varen en veranderingen aan
te durven.
Eigen spaargeld vormde de eerste aanzet
tot het bedrag van uiteindelijk 2,2 miljoen
gulden dat nodig was voor de aanpassing
van het complex. Met behulp van een 82-
jarige Franciscaner pater werden eerst po
tentiële religieuze geldschieters aange
schreven en vervolgens andere fondsen. Op
basis van het ondernemingsplan, dat onder
meer behelst dat De Voorde na een aan-
vangsperiode van drie jaar zelfstandig ver
der kan gaan, kreeg de werkgemeenschap
uiteindelijk het benodigde geld bij elkaar.
Jan de Dreu: „De spaarpotten zijn nu hele
maal leeg, niemand heeft meer iets. Er is
voor ons geen achterdeur meer en dan
moet je wel. Enerzijds betekent dat veel risi
co en onzekerheid, maar anderzijds heb je
eigenlijk ook niks meer om je druk over te
maken. Met 26 volwassenen en 16 kinderen
hebben we nu acht salarissen en verder een
paar pensioenen en het geld van enkele
halve banen, waardoor we allemaal wel een
basisinkomen heb ben
Ook dat is een breuk met het verleden,
want de meeste stafleden hadden voorheen
in Rotterdam betaalde banen in gezond
heidszorg, bedrijfsleven, theater, kerk, hore
ca en onderwijs. Vaak waren ze daarin al
'anders' actief, voor een deel ook al met el
kaar. Dank zij de mogelijkheid in te wonen
bij de paters in missiehuis St. Michaël kon
den al die Rotterdamse individuen en ini
tiatieven in Steyl uitgroeien tot de huidige
werkgemeenschap.
Restaurant
Het in de hoektoren van het klooster geves
tigde restaurant getuigt ervan dat de uit de
sfeer van macrobiotiek en alternatieve ge
zondheidszorg voortgekomen gemeen
schap allesbehalve vaag of zweverig is. In de
ruim twee jaar dat De Voorde in Steyl zit, is
men daar afgestapt van de pure macrobio
tiek. Met in het achterhoofd de gedachte
dat je niet van anderen moet verlangen wat
je zelf niet wil, is het eten er tegenwoordig
gewoon goed. „Eten dient de eter," zegt Jan
de Dreu daarover. „Er moeten geen frustra
ties ontstaan over eten."
Hierdoor is tevens een belangrijke basis ge
legd voor het zelfstandige, niet-gesubsidi-
eerde voortbestaan van De Voorde. Het res
taurant draait uitstekend en de gasten zijn
een belangrijke bron van inkomsten. Die
gasten van buiten zijn dus economisch ge
zien van groot belang, maar het gaat op De
Voorde in wezen om de ontwikkeling van
de werkgemeenschap en haar leden zelf en
om het wel en wee van de gasten die er kor
tere of langere tijd verblijven.
Hetgeen terugvoert tot de oorsprong van
De Voorde, de al in 1978 begonnen begelei
ding van mensen met chronische klachten,
van welke aard dan ook. Aan de basis van
de meeste ontwikkelingen heeft Marcel
Derkse, de grondlegger van De Voorde, ge
staan.
Vitaliteit
De begeleiding van mensen met langdurige
met nadruk een wèrkgemeenschap.
In de zuidvleugel van missiehuis St.
Michaël en in en rondom de enor
me moestuin bij de Maas is ieder
een en alles dan ook continu in
- - i
klachten heeft niets te maken met 'tussen-
je-oren-wetenschap'. Er wordt alleen niet
uitgegaan van patiënten, maar van mensen,
zo maakt Jan de Dreu duidelijk. „Het me
disch model is niet zozeer fout, als wel be
perkt. Iemand die hier binnenkomt als pa
tiënt vraagt hoe hij van de ziekte of van de
pijn afkomt. Wij proberen de mensen zover
te krijgen dat ze niet zozeer van die pijn af
willen, maar er juist ingaan. Zoals pareldui
kers die leren zich door een draaikolk mee
naar beneden te laten sleuren om er dan
pas veilig uit te zwemmen. Als ze zich zou
den verzetten, zouden ze het verliezen. Je
vraagt heel veel van mensen, maar als het
lukt, dan zie je ook echte heling."
En ook daarbij moet gewerkt worden. De
begeleiders richten zich heel nadrukkelijk
op de eigen vitaliteit en ertergie van men
sen. Ze moeten actief zijn in hun gene
zingsproces. De ziekte wordt bij De Voorde
niet ontkend, maar de behandeling daarvan
is een zaak van artsen. Wel wordt de ziekte
'op zijn plaats gezet'.
Jan de Dreu: „Suikerziekte leidt bij voor
beeld tot een verstoring van 20 procent van
de menselijke mogelijkheden, maar dat kan
bij iemand die tien jaar diabetes heeft, op
lopen tot een ontregeling van 70 procent.
Zo iemand is geen mens met diabetes
meer, maar wordt een diabeticus. Wat wij
proberen is die ontwikkeling terug te draai
en, van die 70 procent weer 20 te maken."
De werkwijze van De Voorde begint intus
sen 'officiële' erkenning te krijgen: steeds
vaker verwijzen artsen hun patiënten door
en de verzekering is toenemend bereid de
kosten van een verblijf in Steyl te vergoe
den.
Klokgelui
Dat het afkicken van medicijnen en het
aanwenden van de eigen vitaliteit werkt,
blijkt uit het verhaal van Norbert van Hest,
afkomstig uit de Rotterdamse horeca en nu
deel uitmakend van werkgemeenschap De
Voorde. Hij noemt dat verhaal achter zijn
overstap niet erg logisch, maar de factoren
die hem naar Steyl hebben gebracht zijn
bijna idyllisch. Norbert van Hest: „Ik fietste
op een zondagochtend zomaar wat rond in
Rotterdam en hoorde plots een kerkklok
luiden. Ik vond het een prachtig geluid en
reed de kant op waar het vandaan kwam.
Zo kwam ik uit bij die witte kerk op de Hof-
laan. Ik stond daar een hele tijd betoverd
voor me uit te staren tot er enkele bussen
met mongolen aankwamen. Die mensen
ontroerden me enorm, raakten me op een
of andere manier."
Die dag had voor Norbert van Hest nog
geen directe gevolgen. Maar in dezelfde pe
riode sprak hij ook met Marcel Derkse over
zijn verlangen naar een 'vakantie met in
houd'. Derkse was de laatste hulpverlener
in het proces dat van Norbert van een pillen
slikkende, regelmatig in het ziekenhuis lig
gende astmapatiënt onder meer een mara
thonloper heeft gemaakt.
Na anderhalfjaar mee te hebben verbouwd
doet hij momenteel het horeca-gedeelte in
het gebouw van De Voorde. Uiteindelijk wil
hij echter verder met de gast-patiënten-
programma's en eventueel ook gaan doen
aan stervensbegeleiding.
Norbert van Hest: „Wat me bij zieke men
sen aanspreekt is dat ze een groot waar
heidsgehalte hebben, heel oprecht zijn. Ze
hoeven zich niet groot te houden, zijn dicht
bij zichzelf. In de horeca in Rotterdam heb
ontwikkeling. Dat geldt voor de in-
dividuele leden zelf, maar ook voor
de gemeenschap als geheel en voor
de vele gasten die in het complex
verblijven. De leden van De Voorde
ik heel veel mensen gezien die dat natuur
lijk helemaal niet zijn. Door de omgang met
zieke mensen word ik zelf rustiger. Het is
niet zozeer dat ik hen wil helpen, maar
meer dat ik gewoon aanwezig wil zijn voor
hen. Ik kan denk ik het best helpen door
mezelf te ontwikkelen. Dat is voor mij heel
belangrijk: me ontwikkelen. En dan niet via
navelstaarderij, maar doorwerk."
Eclectisch
Ook al staat werk centraal bij De Voorde, er
is ook nog zoiets als een ideologische ach
tergrond. Maar ook daarbij is men min of
meer pragmatisch: de staf gaat eclectisch te
werk, 'leent' elementen bij uiteenlopende
stromingen. Dat varieert van de mystieke
kanten van religieuze stelsels, tot spirituele
tradities uit het voormalige Perzië en ingre
diënten uit indiaanse rituelen. Ook de ken
nis van heling en energie speelt een belang
rijke rol, net als ademhalen, wat weer iets
heel anders is dan alleen het happen van
lucht.
Chef-kok
Een van de mensen die Rotterdam achter
zich heeft gelaten en nu een belangrijke rol
speelt in die gemeenschap is chef-kok Ad
Maas van De Voorde. Zijn verleden is nauw
hebben vaak niet alleen Rotterdam,
maar ook een heel ander bestaan
achter zich gelaten. Het verhaal
van een Rotterdamse kolonie in
Limburg, verteld aan de hand van
verweven met Zonnemaire, dat zich eind
jaren zeventig, begin jaren tachtig onder
leiding van Rob Baris ontwikkelde van ma
crobiotisch eethuisje tot een bijzonder res
taurant dat via Wina Bom de kolommen
van het glossy maandblad Avenue haalde.
Rob Baris deed op Ad Maas ook de vonk
van het koken overslaan.
Macrobiotiek was aanvankelijk voor Ad
Maas ook een van de wegen waarlangs het
grote geluk en de vredevolle wereld konden
worden bereikt. Dat hij desondanks via de
traditionele lapanse keuken en de Franse
nouvelle cuisine eind 1983 ook voor het
eerst een stukje scharrelkip of vis bakte was
gewoon een kwestie van ontwikkeling.
Ad Maas: „Ik voelde op een gegeven mo
ment dat ik de keuze moest maken tussen
vegetarisch kok zijn of een volledige kok
worden. Van een boek over de Franse chef
koks leerde ik dat met liefde koken ook met
vlees kan. En na het accepteren van vlees
als voedsel, is het me ook makkelijk afge
gaan. Ik ben nog altijd blij dat ik er toen he
lemaal ingedoken ben en een koksopleiding
ben gaan volgen. Voorheen klopte het op
het gebied van kwaliteit en aandacht al wel,
maar was het op organisatorisch en zakelijk
gebied nog amateuristisch."
coördinator Jan de Dreu, gérant
Norbert van Hest en chef-kok Ad
Maas.
Rotterdams
Ontwikkeling zit er volop in De Voorde
sinds de verhuizing naar Steyl. Het restau
rant draait goed, er is inmiddels een hotel
gestart in een villa nabij het klooster, bin
nenkort begint de import van biologische
verf en de tuin gaat in de toekomst zoveel
opleveren dat er ook groenten verkocht
kunnen worden. Voor de leden van de
werkgemeenschap is er voorlopig nog vol
doende te doen aan de eigen huisvesting en
de permacultuur (het verbinden van men
selijke woonplaats en natuurlijke omgeving
in één ecologische of energetische kring
loop) die op het uitgestrekte terrein in op
bouw is.
Over de bevolking van De Voorde zegt Jan
de Dreu: „De mensen die je hier ziet komen
grotendeels uit een Rotterdamse generatie
van eind-dertigers en begin-veertigers.
Geen mensen die geitewollen sokken zijn
blijven dragen of doorgeschoten zijn naar
driedelige pakken. Ze zitten niet vast in so
ciaal-cultureel gedoe of politiek-ideologisch
gekibbel. Het zijn doeners.
In die zin vormen we hier wel een Rotter
damse kolonie, waarin een aantal min of
meer losse draden uit die stad is samenge
komen.
SASK1A BELLEMAN lANP
De kwaliteit van de drugs die op de Neder
landse markt - met name in Amsterdam -
wordt verhandeld, is sterk wisselend. Ge
bruikers lopen op straat de grootste kans
met troep te worden afgescheept. Dat
geldt met name voor de chemische „love-
drug" ecstacy. Gebruikers van heroïne en
cocaïne lopen veel minder risico een kat
in de zak de kopen, hoewel de zuiverheid
van de middelen over de hele linie aan
sterke schommelingen onderhevig Is.
Voor heroïne varieert dat tussen de 10
en de 60 procent en voor cocaïne tussen
de 50 en 90 procent. De „zuivere" reputa
tie die de drugs op de Nederlandse markt
geniet, is vaak onterecht De prijs blijkt op
gebruikersniveau aanzienlijk minder te
variëren. Voor relatief onzuivere heroïne
moet net zoveel worden betaald als voor
drugs met een hoge zuiverheidsgraad.
Dat blijkt uit een onderzoek naar de
verhouding tussen de prijs en de kwaliteit
van verdovende middelen dat het crimi
nologisch instituut Bonger van de Univer
siteit van Amsterdam (UvA) heeft uitge
voerd, in samenwerking met de politie in
de hoofdstad. De resultaten zijn bestemd
voor de zogenaamde Pompidou-groep, die
in EG-verband 'trends' in het druggebruik
volgt en aanzetten geeft tot nieuw beleid.
Het is voor het eerst in Europa dat een
dergelijk systematisch onderzoek is ver
richt naar de verhouding tussen prijs en
kwaliteit Volgens Korf werden gegevens
daarover tot nu toe voornamelijk geba
seerd op drugs die door de politie in be
slag werden genomen, hetgeen een verte
kend beeld van de werkelijkheid geeft.
Korf zond gedurende één jaar (1991)
acht kopers op pad die elke maand een
bepaalde hoeveelheid heroïne, cocaïne,
amfetaminen (speed), ecstacy, marihuana
(Nederwiet) en Marokkaanse hash aan
schaften. Dat gebeurde op straat, in kof
fieshops en op huisadressen. De drugs
werden geanalyseerd in het laboratorium
van de politie. In totaal werden ongeveer
400 monsters onderzocht
Estacy
Onder de naam ecstacy bleek op straat
een rijke schakering 'rommel' te worden
verkocht; variërend van suiker tot vitami
netabletten en aspirine. Van het werkza
me bestanddeel MDMA dat op het centra
le zenuwstelsel werkt, was veelal geen
spoor te bekennen. Volgens Korf geeft de
oogst op straat een volstrekt vertekend
beeld van de totale ecstacymarkt. De pil
len worden vaak verkocht door heroïne-
en cocaïnedealers die het 'er bij' doen.
„Ingevoerde gebruikers weten dat ze
ecstacy niet op straat moeten kopen", zegt
Korf. De kwaliteit van de pillen die op
huisadressen en in het uitgaanscircuit
worden verkocht, is beter en constanter.
Van de ecstacy-monsters die werden ge
analyseerd, bleek ongeveer de helft nep,
zegt R. Jellema van de Amsterdamse poli
tie.
De handel in heroïne en cocaïne speelt
zich voor het grootste deel op huisadres
sen af. Hoewel de straatverkoop het meest
in het oog springt, maakt die volgens Korf
in Nederland slechts 10 procent uit van de
totale markt. De veronderstelling dat ko
pen op huisadressen veiliger en goedko
per is dan op straat, is door het onderzoek
gelogenstraft zegt hij. „Ik dacht dat huis-
dealers zorgvuldiger waren omdat hun
klanten makkelijker kunnen reclameren.
Dat blijkt echter voor de straatdealers net
zo goed te gelden."
De plaats van aankoop blijkt voor de
kwaliteit van heroïne niets uit te maken.
Ook de kwaliteit van de soft drugs vari
eert sterk, zegt Korf. De zogenaamde thc-
waarde (tetra-hydro-cannabinol) in de
Nederlandse marihuana (Nederwiet), is
veel lager dan de Centrale Recherche en
Informatiedienst (CRI) volgens Korf be
weert en is dat zeker in vergelijking tot
Marokkaanse hash. „Puur medisch gezien
doe je met Nederwiet een miskoop", zegt
de onderzoeker. Smaak, geur en uiterlijk
spelen echter ook een rol.
Buitenlanders lopen niet meer risico op
een miskoop dan Nederlanders. Koffie»
shops die zich puur op toeristen richten,
verkopen een gelijkwaardige kwaliteit soft
drugs. De prijzen die gebruikers voor hun
verdovende middelen betalen, zijn vol
gens Korf hoger dan algemeen wordt aan
genomen. „A's je je baseert op de bedra
gen die voor de tussenhandel gelden, ken
je de markt niet Hoe kleiner de gekochte
hoeveelheid, hoe hoger de prijs relatief
wordt Eén gram heroïne kost ongeveer
100 gulden. Een bolletje bruin (heroïne) of
wit (cocaïne) kost momenteel 30, 35 gul
den, maar weegt hoogstens een kwart
gram. Per dag worden er alleen al in Am
sterdam ongeveer 1.000 bolletjes ver
kocht
Zuidoost-Azië
Tot 10 jaar geleden was de heroïne op de
Nederlandse markt voornamelijk afkom
stig uit zuidoost-Azië: Thailand, I.aos en
Cambodja. De Chinezen hielden de touw
tjes van de handel in handen. De heroïne
was volgens Jellema ,vrij zuiver": ongeveer
30 procent Rond 1962-'83 verdwenen de
Chinezen volledig van het toneel. Als ge
volg van de warme belangstelling die de
politie voor ze begon te koesteren, ver
moedt Jellema. De Turken sprongen in het
gat en haalden hun drugs uit zuidwest-
Azlë: Iran, Afghanistan en Pakistan. De
zuiverheid van de heroïne was in het be
gin van de Turkse hegemonie extreem
hoog: 70 procent Dat leidde tot een piek
In het aantal overdosisgevallen. Verslaaf
den verslikten zich letterlijk in de kwali
teit. De slachtoffers vielen met name on
der Duitse drugsverslaafden. Jellema ver
moedt dat de Turken op deze manier pro
beerden de markt te veroveren, want al
een jaar later daalde het percentage naar
35 procent
Oucl klooster in het Limburgse Steyl doet Rotterdammers hun burgerbestaan vergeten
Als de moestuin van het klooster klaar Is, kan de menselijke woonplaats en de natuurlijke omgeving In een kringloop worden verbonden. foto*.
monique baan