De dag van hun korte leven Quick Boys: het amateurisme voorbij 1 DONDERDAG 24 DECEMBER 1992 De Nederlandse Doe een Wens Stichting, opgericht naar het voorbeeld van een Amerikaanse organisatie, vervult hartewensen van kinderen die nog maar korte tijd te leven hebben. Niets is daarbij onmogelijk, maar naast blijdschap is er ook vrijwel altijd verdriet. Doe een Wens Stichting maakt dromen waar 33 et was januari. De vijf-jari- ge Lars vertelde ons dat hij I Sinterklaas iets was verge ten te vragen. Nu moest hij bijna een jaar wachten voordat hij de goedheiligman weer zou zien. En zo lang had hij niet meer te le ven. De Doe een Wens Stichting heeft toen een reis naar Spanje voor hem geregeld. In een kasteel in Barcelona heeft hij een groots Sinterklaasfeest gevierd. Compleet met ka- dootjes, warme chocolademelk en speculaas. En Sint en zwarte piet natuurlijk. De jongen heeft de dag van zijn leven gehad." Charles Verhaart, één van de initiatiefne mers van de Nederlandse Doe een Wens Stichting, zit in het zenuwcentrum van de wensvervullers: een klein kantoortje aan de Schorrekruidweg in Voorhout. Drie andere wensvervullers draaien om hem heen. De één zit druk te telefoneren, de ander staat klaar om naar het postkantoor te gaan. een derde maakt de nieuwe 'Wenskrant' verzend- klaar. „We werken uitsluitend met vrijwilligers", vertelt Verhaart. „Een kerngroep van zoln ne gen mensen is dag en nacht met de bezig. We zeggen wel eens tegen elkaar dat we moeten minderen, maar dat komt er ge woon niet van. Er komen steeds meer wen sen binnen en die kan je niet laten liggen. De vervulling van de wens is zo belangrijk voor het kind èn voor de ouders, broertjes en zus jes. Lars is inmiddels overleden, maar zijn fa milie teert nog steeds op de herinnering aan die fantastische dag in Barcelona." Ontmoeting De Nederlandse Doe een Wens Stichting be staat sinds 1989. Maar sinds 1980 is er in de Verenigde Staten al de Make a Wish Founda tion. Aanleiding tot de oprichting van de Amerikaanse Wensstichting was de ontmoe ting tussen de douanebeambte Tom Austin en Chris Greicius. Toen Tom op een dag thuis kwam, lag er een jongetje op zijn bank te slapen. Het was de 4-jarige Chris, het zoontje van de vriendin van Austins vrouw. Het jongetje werd wakker, richtte een speel goedgeweer op de douanebeambte en riep: „Handen omhoog. Politie." Pas toen de peu ter Austin had gefouillerd op wapenbezit, stak hij zijn hand uit en zei: „Hallo, ik heet Chris." Chris Greicius was op het moment van dit voorval al ernstig ziek. Hij leed aan kanker en zijn vooruitzichten waren slecht. Toch zat de jongen nog vol plannen. Zijn hartewens was om politie-agent te worden- Drie jaar later verslechterde de toestand van Chris. Austin en enkele andere agenten van de staatspolitie van Arizona staken de koppen bij elkaar. Ze organiseerde een dag voor Chris, compleet met helikoptervlucht boven de stad Phoenix. Toen hij landde bij het politiebureau werd hij opgewacht door vier agenten met motoren en drie patrouillewagens. In een klein, spe ciaal voor hem gemaakt uniform, mét helm en motorbril, ontving hij de politiepenning. Twee dagen later werd Chris in het zieken huis opgenomen. Zijn uniform en helm gin gen mee en werden bij zijn bed opgehangen. Binnen een week stierf de kersverse agent en hij kreeg een begrafenis met politionele eer. In de granieten steen staat: Christopher Ja mes Greicius, Arizona State Trooper. Na de vervulling van deze wens wilde Tom Austin meer kinderen met levensbedreigende ziekten een onvergetelijke dag bezorgen. In 1980 werd de Make a Wish Foundation opge richt. Inmiddels is de stichting zo groot dat hij is verspreid over 74 afdelingen. Per jaar worden door de Amerikaanse stichting 4000 wensen vervuld. „Toen ik in 1988 een artikel las over de Make a Wish Foundation, heb ik een nacht niet kunnen slapen", aldus voorzitter Verhaart. „Zo iets wilde ik, met nog een aantal ande ren. ook in Nederland opzetten. We hebben een paar mensen opgetrommeld en inlich tingen ingewonnen bij de Amerikaanse Make a Wish. Vanaf oktober 1989 zijn we een offi ciële, zelfstandige stichting, die tot doel heeft wensen te vervullen van kinderen die nog maar een beperkte tijd te leven hebben. Toen moesten we nog kinderen met wensen zien te vinden. We hebben een aantal ziekenhui zen aangeschreven. De eerste wens die we vervulden was van de 12-jarige Cindy, die in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag lag. Zij wilde graag een keer opnamen van Zeg 'ns AA meemaken. En dat is gebeurd." Na die eerste wens begon het balletje lang zaam te rollen. In 1990 vervulde de Stichting nog een hartewens en in het jaar daarop wer den ook twee kinderen gelukkig gemaakt met 'de dag van hun leven'. „Ria Bremer had al een keer gezegd dat ze een uitzending van Vinger aan de pols aan ons wilde wijden. In dit voorjaar is het er van gekomen. We had den zes wensen vervuld en er liepen er nog een aantal. We hebben enorm veel reacties gehad op de uitzending. Op 25 juni werd het programma herhaald. En toen is het hele maal begonnen. De volgende dag hebben we meer dan duizend telefoontjes gehad. Van juni tot nu hebben we dertig wensen kunnen vervullen." Limousine Eén van de kinderen die gelukkig werd ge maakt was de 8-jarige Barry uit Langbroek. Droomwens van deze kleine PSV-fan was een keer een wedstrijd vanuit de vip-room in het PSV-stadion te volgen. „We werden 's mor gens al gehaald met een limousine", vertelt Barry. „M'n twee broers en m'n vader en moeder gingen ook mee. Alleen m'n zusje moest thuis blijven, want die is nog te klein. Eerst zijn we naar een restaurant gegaan om te eten en daarna reden we naar het stadion, met voor en achter ons politie met loeiende sirenes. In de VIP-room heb ik naar de wed strijd gekeken. Vijf minuten voor de rust zijn we naar de commandokamer gegaan. We hebben daar een tijdje rond gekeken en daar door misten we het doelpunt vlak na de rust. Maar dat was niet zo erg, want ik heb de wedstrijd later op tv gezien." „Aan het eind van de wedstrijd zijn we naar de tunnel gegaan, waar de voetballers doorheen komen", vervolgt Barry zo enthou siast dat hij over zijn woorden struikelt. „Ik heb even met Hans van Breukelen gepraat en Bany (voorgrond) op bezoek bij Hans van Breukelen. foto's stichting doe een wens 'Michael Jackson is heel verlegen' „Het was héél bijzonder, het was fantastisch." De 16-jarige Danny weet eigenlijk niet goed hoe hij de vervulling van zijn droomwens moet omschrijven. Begin december vertrok hij sa men met zijn broer en ouders naar Los Angeles om Michael Jackson te ontmoeten. „We wer den door een bus opgehaald bij het hotel. Na drie uur rijden kwamen we bij een grote poort waar een bewaker stond. We werden gecontroleerd en toen mochten we de ranch op. En daar stond Michael met drie kinderen. Hij is ons gedag komen zeggen en heeft ons een handje ge geven. Hij is heel verlegen. Je moet zelf tegen hem gaan praten, anders zegt hij niets." „We hebben 's middags bij hem gebarbecued, achter in de tuin", vervolgt Danny, die lijdt aan spierdystrofie. „En daarna zijn we naar zijn gokhallen gegaan. Michael is er al die tijd bij geweest. Later hebben we nog zijn dierentuin bezocht, zijn pretpark en zijn theater. Daar heb ben we de nieuwste film van Walt Disney gezien." Hiermee was de droom nog niet voorbij. Ook bij deze wensvervulling had Doe een Wens weer een extra verrassing voor de kinderen in petto. Tijdens een bezoek aan de filmstudio's stonden de gelukkigen oog in oog met Arnold Schwarzenegger. „We mochten kijken terwijl er gefilmd werd. Schwarzenegger was bezig met een scène in een auto. Hij moest het wel tien keer over doen. Daarna is hij naar ons toegekomen. Ik heb een hele tijd met hem zitten pra ten. Hij vroeg wat ik allemaal doe en zo. Later gingen we ergens koffie drinken. Arnold Schwarzenegger kwam even langs. Hij had gehoord dat ik juist die dag jarig was en kwam me nog persoonlijk feliciteren." zijn handschoenen gekregen. En ik kreeg de bal waar de wedstrijd mee gespeeld was met de handtekeningen van alle spelers erop. Toen we uit het stadion kwamen, zijn we Re- né van der Kerkhof tegengekomen. Die heeft ook bij PSV gespeeld, weet je." „Bij iedere wensvervulling stoppen we er nog een extra verrassing in voor de kinde ren", legt Verhaart uit. „Bij Barry was dat de politie-escorte naar het stadion. Lars heeft in Barcelona, na het Sinterklaasfeest, Ronald Koeman ontmoet. En Danny, die net terug is uit Los Angeles, heeft behalve de hand van Michael Jackson ook die van Arnold Schwar zenegger geschud. De dag moet gewoon per fect zijn voor de kinderen. Er staat altijd een mooie auto voor ze klaar, vaak zelfs een zes- eneenhalve meter lange limousine, met bar, video en telefoon aan boord. Dan kunnen de kinderen in de auto al opa en oma bellen. Zo kan de dag al bijna niet meer stuk. En dat is wat we willen." Verdriet Behalve de blijdschap van het kind en zijn fa milie, maken de vrijwilligers van Doe een Wens ook het verdriet mee, dat de ziekte mee brengt „We hebben dit jaar eens een wens in zes uur moeten vervullen. Het was op een zondag. Om half elf 's ochtends werden we gebeld door de ouders van de 7-jarige Rode- riek. Het jongetje had waarschijnlijk nog maar een paar uur te leven en wilde zo graag nog een keer de dokter zien, door wie hij was behandeld. De arts woonde inmiddels in En geland en bleek bovendien weekenddienst te hebben. We hebben een vervanger voor de dokter geregeld en een ticket voor de eerste vlucht naar Schiphol. Met een politieporsche is de man naar Roderick gebracht. Om half zes zat de arts aan de rand van zijn bed en hij heeft daar gezeten tot Roderick om vijf uur 's morgens overleed." „In principe vervullen we alle v zeggen bijna nooit dat iets te duur is of on mogelijk. Wensen die onmogelijk lijken, kun nen vaak toch doorgaan. Zoals de ontmoe ting tussen Danny en Michael Jackson. Soms wijzen we wel wensen af, maar dat is dan omdat het kind in kwestie niet binnen de doelgroep valt. En het is echt niet vervelend om de ouders en het kind mee te delen dat ze niet in aanmerking komen voor de wensver vulling. Het betekent dat het kind geen le vensbedreigende ziekte heeft." Doe een Wens Stichting Schorrekruidweg 12 2215 WE Voorhout Telefoon 02522 - 30516 Quick Boys bereikte dit jaar met het landskampioenschap bij de amateurs het absolute hoogtepunt in de geschiedenis. Logisch gevolg van de explosieve groei die de club sportief en financieel doormaakte in de afgelopen jaren. De kruideniersmentaliteit in Katwijk werd vervangen door een zakelijke aanpak die zijn vruchten afwierp. Wat onveranderd bleef is de christelijke identiteit en de weigering om op zondag te voetballen. Waar gaat het heen met de zaterdageersteklasser, die zich steeds meer als een bedrijf presenteert en niet zou misstaan tussen de profclubs? Een portret van een voetbalbolwerk. B VAN DER ZANDEN Eigenlijk zou er een Europa Cup voor amateurteams moeten komen. Dan had Quick Boys weer een mooie uit daging. Maar ook als die Cup er niet komt, zullen de Katwijkers voldoende motivatie vinden om op de ingeslagen weg voort te gaan. De top in Nederland is bereikt, voorlo pig is het zaak daar te blijven. En dat laatste is al moeilijk genoeg. Sportief zal Quick Boys de komende jaren wel weer aan de top meedraaien. Maar hoe zal het steeds verder uitdijende instituut er qua omvang en organisatie in 2000 uitzien? De populariteit en uitstraling van de blauw witte enclave in Katwijk-Zuid is enorm en nog lang niet uitgewerkt. Steeds meer men sen willen lid worden van deze familie en wat nog prettiger is: veel zakenlieden willen zich aansluiten bij Quick Boys. De Stichting Vrienden van Quick Boys zeg maar de 'businessclub' is in een paar jaar tijd van tien leden gegroeid naar maar liefst 85. Sa men brengen zij ruim een ton mee. Voor hun bijdrage krijgen ze bij thuiswedstrijden een voorkeursbehandeling. Ze ontvangen par- keerkaarten en gereserveerde plaatsbewijzen voor de eretribune. Aan business-seats denkt de club nog niet, maar wat niet is, kan nog komen. Volgens Bram Haasnoot (hij bezoekt na mens de stichting de bedrijven en probeert ze warm te krijgen voor de club), is de ge groeide belangstelling te danken aan het imago van de vereniging en aan de hechte gemeenschap die Katwijk is. „Maar er zit bin nen de sponsorgroep bijvoorbeeld ook een bedrijf uit Heemstede", zegt Haasnoot om aan te geven dat de interesse niet bij de re gio-grenzen ophoudt. „Op termijn streven we naar een groep van honderd vrienden." Shirtreclame De 'vrienden', die elkaar tweewekelijks in het schitterende sponsorhome op Nieuw Zuid ontmoeten, brengen financieel minder in dan hoofdsponsor Ouwehand, die met zijn naam de shirts van de hoofdmacht opsiert. De visverwerker zal voorlopig nog wel even doorgaan als suikeroom. Vreemd genoeg was Quick Boys een van de laatste amateurclubs die met shirtreclame aankwam. Altijd was het de supportersvereniging die als een soort 'shirtsponsor' optrad. Inmiddels loopt Quick Boys voorop waar het gaat om sponsoring. De begroting waar de amateurvereniging mee werkt, ligt net zo hoog als bij een aantal eerste-divisieclubs. Quick Boys is niet anders dan bij voorbeeld Helmond Sport of Excel sior. Die profclubs hebben een begroting van 1.2 miljoen. Voorzitter Arie Guyt: „Ik hoef niet zo nodig in de krant met die bedragen, maar inderdaad, ze zijn voor ons wel reëel." Uiteraard komt er niet alleen maar geld binnen. Wat te denken bijvoorbeeld van het vriendschappelijke duel dat Quick Boys op 6 januari speelt tegen Ajax. De UEFA-Cup- houder vraagt voor een optreden 35.000 gul den. Ongezond Onlangs toonde een marketing-rapport aan dat een groot aantal profclubs in Nederland financieel ongezond is. Van Quick Boys kan dat niet worden gezegd. Guyt: „Wij kunnen daarom sportief, financieel en qua organisa tie best mee in de eerste divisie. Maar wat ons onderscheidt is het feit dat wij een echt verenigingsleven hebben. Dat kunnen veel profclubs niet zeggen." Volgens Guyt is het credo voor de komen de jaren 'kwaliteit blijven bieden'. „Groot worden is één, groot blijven is twee. De con tinuïteit is nu belangrijk, we willen graag on ze onderbouw nog verbreden. Aan betaald voetbal denken wij niet. De klasse van 'onaf- hankelijken' is ook niet in beeld, althans we staan niet vooraan om mee te doen als zo'n klasse er zou komen. Uitsluiten doen we het niet. We zullen overigens alleen op zaterdag willen spelen." In de klasse van onafhankelijken die de KNVB nog steeds in het achterhoofd heeft, worden de vergoedingen voor de spelers ver ruimd. Nederland zou dan een soort Oberliga krijgen zoals in Duitsland. Guyt: „Het is kof fiedik kijken, wat gebeurt er straks met de eerste divisie?" Subsidie Het lijkt overbodig te melden dat Quick Boys al drie jaar lang geen beroep meer mag doen op de subsidiepot van de gemeente Katwijk. De 'voetbalkolos' kan het zelf allemaal wel ophoesten. Enkele cijfers ter illustratie. De vereniging is inmiddels 1765 leden groot, daarvan behoren er 700 tot de junio ren. Een spelend lid betaalt 195 gulden. Daarmee is Quick Boys overigens een van de goedkopere verenigingen. (Ter vergelijking: gj een club als zondaghoofdklasser AFC vraagt f 't aan de leden jaarlijks een bedrag van 450 gul den). Nog steeds is er aanwas, van een leden stop wil men niet horen. Onlangs werd er bij de pupillen het zoveelste team opgericht: F14. De enorme achterban is vooral zichtbaar als Quick Boys in de eerste klasse van het za terdagvoetbal een thuiswedstrijd afwerkt. Dan komt het enorme apparaat in beweging. Maar liefst dertig vrijwillers zorgen ervoor dat alles die middag probleemloos verloopt. Van kaartjesverkoper tot suppoost, van speaker tot scheidsrechterbegeleider. Op de tribune bevolken gemiddeld zo'n 3200 fans (gemeten over seizoen '91/'92) de duinpan die wordt omzoomd door een over dekte en onoverdekte zittribune en staantri- bunes. Daar kan het gros van de profclubs een puntje aan zuigen. Voordat het seizoen begint is de club overigens al verzekerd van een aardige recette. Al zeshonderd suppor ters hebben dan een seizoenkaart gekocht voor een bedrag dat varieert van 95 tot 150 gulden. Overige kijkers betalen als ze geen lid zijn voor een zit- of staanplaats respec tievelijk vijf of zes gulden. Het is allemaal amper nog amateurisme te noemen. De club is van kruidenier tot groot grutter geworden. foto loek zuydf.rduin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 42