'Ik had ook vlinders kunnen verzamelen' Eigenwijze tante en mwe bolsters Cultuur Kunst Onwillige verzen van C.O. Jellema 'Meisjesgenade' zonder omhaal en oprecht De verveling voorbij Verhalen Maarten 't Hart compleet met rood leeslint DONDERDAG 17 DECEMBER 1992 .26 RECENSIE WIM VEGT C O Jellema Gedichten, oden, sonnetten; uitgave Quendo Amsterdam 49 90 Is dertig jaar dichterschap geen goede gelegenheid voor een volledig overzicht van gehand haafde gedichten? C.O. Jellema kiest voor zijn inventarisatie de zakelijke titel 'Gedichten, oden en sonnetten'. Het is een fraai vormgegeven dundrukuitgave, die geen Verzameld Werk wil zijn, omdat er nog niets vol tooid is. Jellema blijkt in de eerste plaats een dichter van de stren ge vorm, gezien het grote aantal sonnetten. Is die strakke vorm hem eigenlijk wel op het lijf ge schreven? Het sonnet is de uit daging voor de virtuoos en de redding voor de al te tempera mentvolle dichter. Daarnaast biedt het de evenwichtige con structie voor wie het heeft over de chaos van het bestaan. Van alledrie de mogelijkheden trekt Jellema profijt. Inderdaad, zijn poëzie gaat over de verbroken harmonie. Zijn protest tegen het leven dat aangetast is door verval, kan niet anders uitmonden dan in verzet tegen de begrenzing door de dood. Die gebroken wereld naar je hand zetten, in het ge staalde kader van het sonnet, dat is de uitdaging die Jellema accepteert. Maar hij is ook de dichter van het temperament. Bijna in elk gedicht zie je hem bewust te hoog inzetten, en zie je het hem opbreken. Het ge dicht biedt dan de kans te red den wat er te redden valt: 'Elk woord is het teveel waarin 't ge dicht/ zijns ondanks in een ogenblik ontstaat'. Daarmee heeft hij zich de klassieke vorm toegeëigend, in het karakteris tieke Jellemasonnet. Daarin wordt steeds met stelligheid ge poneerd en onmiddellijk weer teruggenomen. Iedere visie krijgt haar revisie. Dat maakt het gedicht hortend en stotend, doordat het zichzelf permanent in de rede valt. In zekere zin zijn alle gedich ten van Jellema te lezen als oden. Oden aan het verloren paradijs, aan het bestaan dat, hoe geschonden ook, blijvende schoonheid zal bieden. Jelle- ma's bundel is niet om in te bladeren. Er dient verkend te worden. Het zijn onwillige ver zen, maar zonder gewilde duis- Gemengd bericht In Israël een graf gevonden waarin een mens, niet zichtbaar vrouw of man, wiens hand - wat over is - rust op de resten van een jonge hond. Twaalfduizend jaar al bond genoten dus, mijn en jouw soort. Je mag opeens met vuile poten op mijn bed, jij die als je geen teefje ruikt bij mij wilt zijn. Ik zie hem weer, door wat ik lees, met nieuwe ogen. Lak aan de dood en al wat niet behoort, maakt hij mijn lakens zwart, duwt hij me overboord. Dit is zeker niet het sterkste gedicht van C.O. Jellema. Je kunt er nogal wat op afdingen: dat sentimenteel commentaar op een krantebericht nog geen poëzie maakt. Maar de gedach- tengang is aantrekkelijk: bondgenootschap tussen mens en hond, in de dood soortgenoot. Daarmee is er even wapenstil stand met de katteliefhebbers die trots verkiezen boven vriendschap zonder principes. En kan je de vriendschap even terloops zuiveren van alles wat het woord 'kameraad' bedierf. Uit: C.O. Jellema Gedichten, oden, sonnetten Uitgave Querido Amsterdam 1992 venj Meulenhoff. 24,50 ..Ik werd geboren in de verstik kend hete zomer van 1947, daar begint mijn geschiedenis. Ik had twee oudere broers en een oudere zuster. De jongste van de broers, met wie ik acht jaar verschil, stierf toen hij 32 was. Hij kreeg de namen Jonathan David bij zijn doop. Ik heb zijn dood niet kunnen verwerken." Met deze regels valt Carla Boogaards in haar eerste roman 'Meisjesgenade' met de deur in huis. Na het bijbelcitaat uit Ge nesis waarin Abraham zijn vrouw Sarah voorstelt als zijn zuster, uit vrees dat hun gast heer haar anders zou afpakken, is de lezer direct zo veel moge lijk thuis in de verstikkende lief desgeschiedenis die komen gaat. Deze heldere inleiding is wel zo aangenaam, omdat de vol gende geschiedenis een zeer pijnlijke, persoonlijke vertelling zal worden. Met bewonderenswaardig vaardige pen vertelt Carla Boog aards het verhaal van de hoofd persoon, de zuster die haar le ven lang haar broer heeft liefge had als de meest aantrekkelijke man in haar leven, haar ideale levenspartner, minnaar en veili ge haven. Na zijn dood, waar zijn echt genote haar ook nog eens van buitensloot, wordt de ik-figuur gedwongen een eigen, zelfstan dige richting aan haar leven te geven. Door het verhaal van hun ou ders, Jonathan Davids oorlogs jeugd en hun leven samen als broer en zus en heimelijke ge liefden jaren later te vertellen aan een minnaar, ontmantelt zij het taboe dat tot dan haar ont wikkeling tot zelfstandig indivi du heeft tegengehouden. De minnaar hier is een onwaar schijnlijk svmbolisch spiegel beeld van de ik-figuur en haar broer, maar functioneel in de rol van therapeutisch toehoor der. Tussen woeste vrijpartijen door, provoceert hij de bekente nis uit haar. Zoals gezegd, 'Meisjesgenade' is zonder omhaal en oprecht geschreven. Carla Boogaards' onopgesmukte taalgebruik maakt zowel het geladen thema van de broeder-zusterliefde, als de fantasievolle seks met de minnaar-luisteraar acceptabel leesvoer. Nieuwe sterke verhalen van Ethel Portnoy Met haar destijds spraakmakende bundel 'Broodje aap' heeft de schrijfster Kthel Portnoy een stempel gedrukt op het sterke verhaal van de twintigste eeuw. In 'Broodje aap met', onlangs bij uitgeverij De Harmonie versche nen, zorgt zij voor een kostelijk vervolg. Portnoy pikt de verhalen op uit haar eigen omgeving en hoort ze van haar kinderen. Zonder enige opsmuk worden ze door haar genoteerd. „Ik ga de verhaaltjes niet mooier maken dan ze zijn. Ik had ook vlinders kunnen verzamelen en die had ik dan in een vitrine gedaan. Nu zijn het sterke Verhalen en gaan ze tussen twee kaftjes." OEN HAAG CEES V Ze is uitgegroeid tot een van Nederlands belangrijkste publi cisten en heeft inmiddels zo'n dertien boeken met essays en korte verhalen op haar naam staan. Maar hel succes van de Broodje Aap-verhalen heeft tot nu toe alles overtroffen. In 'Broodje Aap met' schrijft zij over een vrouwelijke dieren arts die door twee mannen wordt verkracht en hen daarna op listige wijze castreert, over het 'zondagsarmpje' dat kinde ren overhouden als ze door hun gescheiden vader op zondag worden meegesleurd van de ene hamburgertent naar de an dere, over een gek die een her senoperatie uitvoert en dat per fect doet, kortom: je kunt het zo gek niet bedenken of het is er. De verhalen zijn kostelijk en al tijd verrassend. Ethel Portnoy: ,,Ik ging vroe ger nog wel eens naar cafés of daar hoor de ik wel het een en ander. Nu ik dat niet meer zo veel doe, heb ik mijn «kinderen ingescha keld en hen gevraagd overal goed hun oor te luisteren te leg gen. Ik heb ze goed getraind. Al die verhalen noteer ik zo simpel en laconiek mogelijk. Meestal zit er al een plot in, die breng ik er dus zelf niet in aan. En er gaat ook geen wetenschappelijk sausje over. Ik zie deze verhalen toch een beetje als ethnografi- sche objecten." Dienen Portnoy is lange tijd getrouwd geweest met de schrijver Rudy Kousbroek. Op de vraag of dat nou niet saai was, twee van die schrijvers bij elkaar, antwoordt ze gedecideerd: „Nee hoor, he lemaal niet. Maar doordat ik de zorg voor de kinderen op me nam, had ik wel veel minder tijd dan Rudy. Als vrouw heb je toch de neiging om te dienen, te die nen en nog eens te dienen. Nu heb ik van Aristoteles geleerd dat je juist het tegenovergestel de moet doen van waar je toe neigt, maar dat heb ik nooit zo in de praktijk gebracht. Pas de laatste jaren heb ik echt tijd om te schrijven. Want schrijven is iets dat ik altijd al heb gewild, al vanaf dat ik 9 jaar was. Ik heb toen al heel snel typelessen ge nomen, ik ben sneltypiste. In de tijd met Rudy kon ik tussen de maaltijden door al leen korte verhalen schrijven. Ik had geen tijd om tweehonderd bladzijden neer te pennen, zoals hij. Ik wil nu aan romans gaan werken. Bij elkaar denk ik dat ik stof heb voor zo'n vijf, zes romans. Ik ga die schrijven al leen maar om het pure plezier van het vertellen, dus geen es sayistiek, geen ideeënliteratuur. Die romans zijn niet autobio- allemaal pure i de weinige grafisch, het verbeelding." Luchtig Portnoy is ei vrouwelijke essayisten in deze moerasdelta. Zij heeft geschre ven over het feminisme, Ma donna, de dichteres Sylvia Plath. Daarnaast schreef zij en kele bundels met prachtige, korte verhalen. In een van die verhalen laat Portnoy, zelf een joodse, tijdens een bruiloft zes miljoen vermoorde joden op draven. De toon blijft luchtig en elegant. Portnoy: „Ik wil in mijn schrijven nooit te zwaar overko- Ethel Portnoy: „Ik doe altijd parfum op voordat ik achter de tekstverwer ker kruip. Ik vind dat mijn lezerspubliek dat verdient." FOTO JOS VAN LEEUWEN men. Ik ben niet zwaar op de hand. Veel schrijvers worden pas serieus genomen als ze dat wel zijn. Neem Harry Mulisch bijvoorbeeld, in 'De Aanslag'. Ik weet dat hij eigenlijk een vrolij ke ziel is, maar dan doet hij in dat boek ineens zo'n knieval voor de loodzware emst. En je ziet dan dat zo'n schrijver in eens serieus wordt genomen. Ik hou veel meer van een verhaal als 'De ondergang van de fami lie Boslowitz' van Gerard Reve. Daarin wordt het tragische niet bij de naam genoemd, het blijft luchtig, maar als je het verhaal uit hebt, komt er toch een zeke re beklemming over je." Portnoy is niet een schrijfster die in een morsige kamerjas en ongewassen achter haar bureau kruipt om te gaan schrijven. „Nee, ik zorg dat ik netjes en leuk ben aangekleed. Dat ik fris gewassen ben en zo. En ik ge bruik altijd een bepaald soort parfum als ik ga schrijven. 'Panache' heet het. Het is hier niet meer te krijgen, maar ik heb een tijdje geleden nog 7 flesjes weten te bemachtigen. Ik geloof dat de fabriek waar het parfum wordt gemaakt nu in Engeland staat. Als het parfum op is, ga ik daar naar toe. En als het uit de handel is genomen, ga ik alle zaakjes in de Engelse provincie af om te kijken of ze het parfum nog ergens hebben. Het is zo'n heerlijke lucht. Het ruikt een beetje naar rozen. Ik doe dat parfum altijd op voor dat ik achter de tekstverwerker kruip. Ik vind dat mijn lezerspu bliek dat verdient." Ethel Portnoy, Broodje aap met, Uitgeverij De Harmonie, Amsterdam. Sympathieke Kay Scarpetta is terug Patricia D. Cornwell: weerzien met goede bekende, foto» jerryeiaulr RECENSIE KOOS POST Patricia D. Cornwell, 'Corpus delicti', geverij Luitingh—Sijthoff. Michael Dib 'Moord in het Vaticaan', uitgevt De sympathieke Kay Scarpetta is terug. Wie de eerste thriller van Patricia D. Cornwell niet heeft gelezen zal de juichtoon in deze constatering wellicht niet onderkennen. Maar zij die met mij van haar debuut 'Fataal weekend' hebben genoten, zul len mijn wat opgewekte begroe ting van 'Corpus delicti' begrij pen. De Amerikaanse schrijfster heeft met Kay Scarpetta name lijk een kostelijk eigenwijze tan te neergezet. Ze gaat als leiding gevend patholoog-anatoom ver buiten haar boekje als ze niet alleen hel lichaam van een ver moorde vrouw onderzoekt, maar er ook vrolijk op uittrekt om de moordenaar te vinden. Dat poogt ook inspecteur Pe te Marino. Een echte rauw- douw. En niet al te vrouwvrien delijk. Hij vindt al dat amateu ristisch gedoe in feite maar niks. Toch heeft deze zoveelste ruwe- bolster-blanke-pit wel een zwak voor de doortastende Kay. De mini liefde-haat relatie tussen dat tweetal geeft extra kleuren aan het toch al goed in elkaar getimmerde verhaal. Dat zo is uitgegroeid tot een van de bete re thrillers van het afgelopen jaar. Twijfelaar Ook de Italiaanse politieman dottore Aurelio Zen behoort dankzij auteur Michael Dibdin al enige tijd tot mijn kennissen kring. Al tweemaal eerder kwam ik deze anti held in een thriller tegen. Een eeuwige twijfelaar. Een man die zelfs zijn eigen scherpzinnigheid wantrouwt. En ook niet kan geloven dat er toch een vrouw op deze wereld is die hem haar liefde zou willen geven. In eerdere verhalen heeft Dibdin verteld hoe Zen ondanks successen naar de politie van Rome werd gedegradeerd. Alsof dat niet al te schone wereldje op zichzelf nog niet erg genoeg was. krijgt hij ook nog eens te maken met een moord in het Vaticaan. En nog wel in de Sint Pieter, de majestueuze tempel van het rooms-katholieke staat- je-in-de-staat. Geen cén moord is fris, maar deze stinkt wel heel erg. Aan alle kanten. Het gaat trouwens niet alleen om moord. Het gaat eigenlijk om alles wat in een nette gemeenschap niet thuis hoort. En daar ligt de sterkste kant van het boek. Het is huiveringwekkend te lezen hoe de Italiaanse politie moet en kan werken in die in feite to taal vermolmde samenleving. Helaas is het door de soms wat ingewikkelde schrijfstijl van Mi chael Dibdin af en toe lastig om de draad vast te houden. En dat doel natuurlijk afbreuk aan het voor het overige zo sterke en meeslepende geheel. Indianenreservaat De Amerikaanse schrijfster JA Jance heeft een aantal jaren als bibliothecaresse gewerkt in een indianenreservaat in Arizona. Ze deed daar de kennis op die nodig was om de zo kleurrijke thriller 'Het uur van de jager' te schrijven. In het verhaal zint een man - veroordeeld wegens verkrachten en vermoorden van een indiaans meisje - op WTaak als hij na zes jaar weer op vrije voeten komt. Hij wijt het vonnis voor allen aan één getuige: de weduwe van zijn maat. die bij het plegen van de moord in zijn nabijheid was. Die jonge vrouw en haar 6-jarig zoontje hebben inmiddels echter hechte ban den gesmeed met de Papago- indianen. De zieners van dat volk voelen het kwaad dat op de jonge vrouw afkomt en richten op hun eigen wijze een verdedi gingslinie op. Maar ook de vtouw zelf en de politieman die na jaren nog altijd met schuld gevoelens kampt, nemen hun maatregelen. Belangen van rood en blank blijken verweven. I A. Jance ent dat alles op talrij ke indiaanse legenden, die ze in haar boek gebruikt als een soort kapstok om emoties en handel wijzen aan op te hangen. Door dat vermengen van mythe en realiteit en het benadrukken van de wisselwerking der cultu ren creëert de schrijfster een aparte, frappante en fascineren de sfeer. Ik vind het alleen jam mer dat ze dat literaire spel op voert in een teveel aan scènes. Daardoor krijgt het stuk een nogal fragmentarisch karakter en is het soms moeilijk de stuk ken aan elkaar te zetten. Maar dat neemt niet weg dat zij een bijzonder origineel en uitermate boeiend boek heeftgeschreven. Een illustratie uit 'Kerstman, je bent te dik'1 JEUGDLITERATUUR RECENSIE CASPER MARKESTEUN 'KiekeboetkJ' door Moira Kemp. per deel tje 9,50; 'Dag. Neve kerstman' door Fa- frenne Boisnard. 11.95; 'Kuifje. Mannen op de maan' (pop-up boek) door Hergé 32.50. 'Duizend bommen en granaten I doek' door Albert Algoud 27.50. Kurfje- agenda '1993. een goed hondejaar', 29,90; alle uitgegeven bij Casterman. 'Kik ker in de kou' door Max Velthuijs, uitg. Leopold. 19,90. 'Babar en de kerstman' door Jean de Brunhoff. uitg. Querido. 34,90, 'De kerstvrouw' door Penny Ives. uitg Infodok, 24,90; 'Kerstman, je bent te dik!' door Jutta Timm en Ursel Schef- fler. uitg. De Vries-Brouwers, 24.90; 'Kerstherinnenngen' door Aliki. uitg. De Vnes-Brouwers 26,90 Drie kerstdagen dit jaar zijn voor de meeste kinderen een aaneenschakeling van verveling. De volwassenen gaan op be zoek bij elkaar, eten, drinken, praten, zitten lang aan tafel. Van de kinderen wordt ver wacht dat ze daaraan meedoen of op z'n minst niet als stoor zender fungeren. Uitgeverijen bieden een uit komst voor dit probleem tijdens de feestdagen. Een greep. Voor peuters geeft Casterman de serie Kiekeboe(k) uit. Vier boekjes Kleertjes aan: Vriend jes: Naar bed; Babytjeswaarin op elk van de vijf dubbele pagi na's achter een klepje een kléi ne verrassing schuilgaat. Behal ve knuffels, jonge dieren, kleine dieren en speelgoed, speelt ook telkens aan het slot van het mi- niverhaaltje een kind een rol. De heldere, realistische tekenin gen vragen om voortdurende herhaling. Oudere kinderen (vanaf onge veer zeven) jaar zijn een poosje zoet met Dag, lieve kerstman. Een knutselboek waar geen schaar en lijm aan te pas ko men. De kleren van de kerst man, zijn huis, versieringen, kerstkaarten, -de arreslee, een trekpop: alles is uit de bladzij den te drukken. Om beschadi gingen te voorkomen moet dat wel met beleid gebeuren. Veel lol voor weinig geld. Duurder, maar voor de lief hebber of voor wie dat gaat worden verschrikkelijk leuk, zijn een paar bijzondere Kuifjes-uit gaven. Een pop-up boek van Mannen op de maan: een mon tagesteiger kun je weg trekken, Kuifje komt overeind, Jansen en Jansen duiken op uit een luik, een raket richt zich op van de bladzijde. Alles werkt en blijft werken, ook na honderd keer heen en weer schuiven. Wie mocht denken dat kapi tein Haddock zijn scheldwoor den allemaal zelf verzint, wordt uit de droom geholpen door Duizend bommen en granaten In dit 'Beknopt scheldwoor- denboek van Haddock. Schel den als kunst' wordt haarfijn uit de doeken gedaan wat de bete kenis is van scheldwoorden als anakoloet, balkanhork, druifluis, invertebraat, kanaak, mameloek of troglodiet. Voor de Hergé-fan een must. De Kuifje-agenda 1993, Een goed hondejaar, heeft zelfs ruimte voor het invullen van za kelijke gegevens als bank- en faxnummers. Terecht, want ook pa en ma vullen zo'n papieren geheugen met plezier in. Verder veel echte kerstprentenboeken. Het allerfraaist is de nieuwe Velthuijs: Kikker in de kou. Voor het eerst ervaart Kikker sneeuw en ijs. Dat bekomt hem erg slecht. Gelukkig zijn daar Eend, Varkentje en Haas om hun goe de vriend bij te staan in de lan ge winter. De prenten zijn on beschrijfelijk mooi. Ouderwets, nostalgisch, maar voor jonge kinderen moeilijk te volgen door het ingewikkelde vernaai, is Babar en de kerstman van de beroemde Jean de Brun hoff. Babar gaat op zoek naar de kerstman, omdat aapje Zefier en de olifantjes zo graag ca deaus van de kerstman willen. Een zoektocht vol problemen, maar zoals een koning betaamt, slaagt Babar. Als de kerstman en zijn ren dieren ziek zijn, neemt de vrouw van de kerstman zijn taak soepel over. Zelfs voor het vervoersprobleem heeft zij een ingenieuze oplossing. Zo is De kerstvrouw een onderhoudend, maar pretentieloos verhaal. Nieuw zijn Kerstman, je bent te dik! van Jutta Timm en Ursel Scheffler en Kerstherinneringen van Aliki. In het eerste doet de kerstman een jaar lang met de hersende fitnessmode mee. Hij wordt 'sportief, dynamisch en gezond'. Aliki laat in een gezin zelfgemaakte kerstboomversie ringen aanleiding zijn om daar over herinneringen op te halen. RECENSIE EMIEL FANGMANN Maarten 't Hart. Verzamelde verhalen. De Arbeiderspers 39,90 gulden 'Zolang ik leef volgt steevast op de maand november de maand december. Het schijnt nu eenmaal niet anders te kunnen. Wat mij betreft zou op de maand november di rect de maand januari mogen volgen. In de maand decem ber moet altijd het Sint-Nico- laasfeest, het Kerstfeest en Oudejaarsavond gevierd wor den. Van die drie feesten is het Sint-Nicolaasfeest onge twijfeld de ergste beproeving'. Wie anders dan Maarten 't I lart kan zo prikkelend, eerlijk en onnozel een kort verhaal beginnen? liet zal echter niet voor niets zijn geweest dat uitgeve rij De Arbeiderspers 'De on eindigheid' en zo'n zeventig andere verhalen enkele we ken terug uitbracht en niet in januari. Met medewerking van 't Hart natuurlijk, die zelf de chronologische volgorde in zijn Verzamelde verhalen aan bracht. Niet zo'n kunst, om dat we in de hoofdfiguur altijd moeiteloos de uit het gerefor meerde Maassluis afkomstige schrijver herkennen met de grote liefde voor natuur en li teratuur èn de problemen met de andere sekse. Zoals in het afsluitende 'Sex-appeal', waarin de schutterende hoofdfiguur op malicieuze wijze afdoende wraak neemt op een verloren jeugdliefde. Ooit verscheen al eens De verhalendeze bundel is nog completer. Weliswaar op goedkoop papier gedrukt, maar daardoor is het een buigzaam boek van bijna dui zend pagina's geworden. Met rood leeslint!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 26