Meer aandacht nodig
voor slechthorenden
Ozonlaag van alle kanten bedreigd
Buitenaards leven bestaat
Oude Sumeriërs waren
notoire bierdrinkers
Wetenschap
Franse beroering
over hersenziekte
AIDS-vaccin op eerste mensen beproefd
DONDERDAG 17 DECEMBER 1992
LEIDEN BEN APELDOORN
Meer dan 5000 jaar oude in
scripties uit het Midden-Oos
ten vermelden al methoden
van bierbrouwen. Bier moet al
in de tijd van de Egyptische fa
rao's en in het oude Babyloni
sche rijk een populaire drank
zijn geweest. Amerikaanse ar
cheologen hebben aan de
hand van potscherven aange
toond dat de oude Sumeriërs
in het vroegere Mesopotamië
al bier brouwden.
De Sumeriërs duidden in
hun hiëroglyfachtige alfabet
het woord 'bier' ('kas') aan
met enkele symbolen die lij
ken op hoekige kruiken voor
zien van evenwijdige marke
ringen. De gevonden scherven
èn chemische analyses daar
van bewijzen dat die symbo
len tekeningetjes waren van
echte bierkruiken.
De scherven werden gevon
den tijdens opgravingen aan
de voet van het Zagrosgeberg-
te. dat in het huidige Iran ligt.
De scherven maakten ooit
deel uit van aardewerken krui
ken die tijdens de Uruk-perio-
de werden gebruikt. De gevon
den fragmenten zijn gedateerd
op ongeveer 3500 jaar vóór
Christus.
Sommige scherven vertonen
groeven die daar opzettelijk
lijken te zijn aangebracht en
de onderzoekers denken dat
deze groeven bedoeld waren
voor het bezinksel van brouw
sels. Op grond van andere ar
cheologische vondsten in dat
gebied was al komen vast te
staan dat de Sumeriërs onder
meer gerst, spinazie en rabar
ber verbouwden en de kruiken
gebruikten om er 'gerstenat' in
te laten fermenteren (gisten)
of in op te slaan.
De Amerikaanse archeolo
gen hebben nu langs chemi
sche weg aangetoond dat in de
kruiken inderdaad bier heeft
gezeten. Zij troffen in de groe
ven van sommige scherven
een lichtgele aanslag aan. Dit
werd afgeschraapt en che
misch onderzocht. Er bleek
calcium-oxalaat in voor te ko
men, een zout dat ontstaat
door het bij elkaar brengen
van kalk en oxaalzuur.
Oxaalzuur is niet alleen een
zeer sterk maar ook bijzonder
giftig zuur; het komt onder
meer voor in sommige gewas
sen zoals rabarber en zuring.
Verder komt calcium-oxalaat
voor in het bij bierbrouwers
bekende 'bier-steen'. Net als
kalk uit water op het verwar
mingselement van wasmachi
nes zet 'bier-steen' zich af op
de binnenkanten van gistings-
en opslagtanks voor gerste
bier. Met het aantonen van
calcium-oxalaat in de lichtgele
aanslag van de scherven aard
ewerk menen de Amerikanen
bewezen te hebben dat in de
oorspronkelijke kruiken ger
stebier heeft gezeten.
In Noord-Europa was het
brouwen van bier tijdens de
middeleeuwen, rond de 12de
eeuw, een zaak van vrouwelij
ke huisvlijt. Een slordige eeuw
later werd het meer moderne
bier, gekruid en geconserveerd
met hop, ingevoerd. In de
middeleeuwen ontstonden in
Duitsland en Engeland in
vloedrijke brouwersgilden,
niet zelden verbonden aan
kloosters waar de geestelijken,
behalve zichzelf, ook de omge
ving voorzagen van geestrijk
vocht.
Pas ruim een eeuw geleden
werden, vooral door toedoen
van Louis Pasteurs onderzoe
kingen aan gistingsprocessen,
de brouwtechnieken sterk ver
beterd. Zo werd onder meer
kooldioxide toegevoegd om
het bier 'meer levendig' te ma
ken. Want waar anders komt
de zegswijze 'leven in de brou
werij' vandaan?
REDACTIE BRAM VAN LEEUWE.'I
Hoogleraar Grote luidt noodklok
De Leidse hoogleraar keel-,
neus- en oorheelkunde,
prof. dr. J. Grote, vindt, dat
er veel meer aandacht
moet komen voor slecht
horendheid. Niet één chro
nische afwijking komt zo
vaak in ons land voor.
Maar in belangrijke be
leidsadviezen voor chro
nisch zieken, wordt er met
geen woord over gerept.
LEIDEN «JAN WESTERLAKEN
Grote schat dat er in ons land
nu 1,5 miljoen mensen aan
slechthorendheid lijden. De ko
mende jaren stijgt dit aantal tot
2 miljoen. De Leidse hoogleraar
relateert die cijfers aan de be
vindingen in de VS. Daar heeft
ruim 9 procent problemen met
horen.
Hij noemt het schrijnend dat
zo'n grote groep er niet meer bij
hoort. Als iemand die normaal
hoort een slechthorende aan
spreekt en hij moet een paar
keer hetzelfde herhalen, haakt
hij af. „Je ziet dat in gezinnen
met opgroeiende kinderen
waarin een van de ouders niet
goed hoort. Er wordt al gauw
gezegd: laat maar zitten. Slecht
horenden trekken zich dan te
rug en komen niet voor zichzelf
op. Zo is hun karakter, maar op
den duur vervreemden ze."
En daar wringt de schoen. Gro
te: „De mensen worden steeds
ouder. Hoe ouder iemand
wordt, hoe groter de kans dat
het gehoor minder wordt. Een
Prof. dr. J. Grote: „Schrijnend dat zo'n grote groep
r niet meer bij hoort".
op de tien bejaarden krijgt er
mee te maken. De kans dat ze
juist dan in een isolement raken
is groot. De buitenwacht denkt
vaak dat deze mensen 'dement'
worden. Daarvan is geen spra
ke. Slechthorendheid is het,
meer niét.
Een feit is echter wel, dat be
jaarden die licht dement zijn en
slechthorend, heel snel bergaf
waarts gaan. Volgens Grote ver
blijven er in de verpleeghuizen
mensen die nog thuis hadden
kunnen wonen als er meer aan
dacht aan hun gehoor was be
steed. De arts pleit er vurig voor
om bij lichamelijk onderzoek
ook het gehoor te testen.
Slechthorendheid kan op elke
leeftijd voorkomen. Daarom
noemt Grote preventie van
groot belang. Jongelui moet
worden gewezen op het gevaar
FOTO JAN HOLVAST
van te veel lawaai in de disco of
de walkman die te hard staat.
Muzikanten van grote orkesten
lopen ook een grotere kans om
slechthorend te worden. Revali
datie is mogelijk, benadrukt hij.
„Dat begint bij goed communi
ceren en niet bij een gehoorap
paraat. Je hoeft niet hard tegen
een slechthorende te praten,
maar betrek hem wel bij het ge
sprek. Zo begint de revalidatie."
LEEUWARDEN HENK HELLEMA
In Franse regeringsJcringen
heerst grote beroering over 18
kinderen met een ongeneeslij
ke hersenziekte, aldus meldt
het Amerikaanse wetenschap
pelijke tijdschrift Science. Het
gaat om funderen die door een
ernstige groeistoornis tussen
januari 1984 en mei 1985 zijn
behandeld met groeihormoon.
De hersenziekte wordt veroor
zaakt door een 'prion', een in-
fectieus deeltje ter grootte van
een eiwit. -
Infectie met deze prionen
had plaats via toediening van
een groeihormoon-preparaat
dat uit de hersenen van over
leden mensen werd bereid.
Ook in Nederland werd dit'
groeihormoon-preparaat, tot
1985, bij kinderen met een
ernstige groeistoornis toege
diend. Sindsdien worden
groeihormoon gebruikt dat via
recombinant-DNA technieken
is bereid, en daarom geen
prionen bevat.
De vraag die men zich in
Frankrijk nu met grote onge
rustheid stelt, is of het grote
aantal lunderen met de her
senziekte op toeval berust ol
dat men in 1984 en 1985 te
nonchalant is geweest bij het
zuiveren van het hersenweef
sel voor de bereiding van hel
groeihormoon.
Plant voorbeeld voor zonnecel
WAPENINGEN NICO HYLKEMA
Zonne-energie is in Nederland
nog geen redelijke alternatieve
elektriciteitsvoorziening. Met de
huidige generatie zonnecellen
zou je daarvoor heel het land en
delen van onze buurlanden
moeten bedekken met zon
nepanelen. Maar de ontwikke
ling staat niet stil.
Prof. Tj. Schaafsma van de
Landbouwuniversiteit Wage-
ningen doet samen met
Utrechtse en Delftse collega's
onderzoek naar organische zon
necellen. Zo'n siliciumcel levert
nu slechts 10 procent rende
ment en dan gaat er ook nog
eens flink wat energie verloren
bij het transport. Een plant
blijkt veel beter in staat zonne
stralen in elektriciteit om te zet
ten dan welke zonnecel ook.
Dat natuurprincipe is inmid
dels opgehelderd, maar moet
nu nog worden 'vertaald' naar
een zonnecel. De Novem, de
Nederlandse Maatschappij voor
Energie en Milieu, heelt daar
voor een subsidie van 1,7 mil
joen beschikbaar gesteld. Om
de natuur te imiteren nam
Schaafsma c.s. een laagje half
geleider, een superdunne laag
kleurstof, een antenne voor de
absorptie van licht en een het I
dun metaalfilmpje. Om dé
kringloop te sluiten, werden
technieken gebruikt die ook
worden toegepast bij een foto
kopieermachine. De organische-
cel moet aan een aantal voor
waarden voldoen: het moet een
eenvoudige synthese zijn, geen
zware metalen bevatten, foto-
chemisch stabiel zijn en de'
hechting op de halfgeleider
moet goed zijn. De resultaten
zijn niet overweldigend, maar al
wel voldoende om bijvoorbeeld'
autoramen te verwarmen. Dat
wil zeggen 100 watt pervierkan
te meter bij bewolkt weer. Het
wachten is nog op de grote
doorbraak.
De ons tegen te veel ultraviolet
te straling beschermehde ozon
laag wordt van alle kanten be
dreigd. Aan de produktie van
ozon afbrekende stoffen komt
maar moeizaam een eind en op
de lijst van ^bedreigers' moeten
nu ook het broeikaseffect, vul-
kaanstof en het klimaat worden
bijgeschreven. Is het tij nog te
keren?
De ernst van de zaak begint
steeds meer tot verantwoorde
lijke politici door te dringen ge
tuige de uitkomsten 'Kopenha
gen' waar vertegenwoordigers
uit 65 landen bijeenkwamen
om bijna zonder morren eerder
in Montreal afgesproken 'dead
lines' voor een aantal schadelij
ke stoffen te vervroegen.
De produktie van de berucht
ste ozonvernietigers, de chloor-
fluorkoolstof-verbindingen
(CFK's) die worden toegepast in
isolatiemiddelen, koel- en vries
kisten en als oplosmiddelen,
moet niet in het jaar 2000 zijn
stopgezet maar 'al' vier jaar eer
der. Hetzelfde geldt voor enkele
andere verbindingen zoals van
chloor en methaan (oplos- en
schoonmaakmiddelen) en
chloor en koolstof ('tetra').
Over een minstens zo schade
lijke verbinding, tussen met
haan en broom (methylbromide
of broommethaan), is nog geen
overeenstemming bereikt. De
ontwikkelingslanden en de EG
zelf stribbelden tegen. Broom
methaan wordt toegepast in de
glastuin- en akkerbouw als ver
delgingsmiddel en op fruit en
groente. Officieel mag het in
ons land niet meer worden ge
bruikt, niet zozeer omdat het de
ozonlaag aantast (en wel 50
maal intenser dan CFK's dat
kunnen) maar meer omdat ons
grondwater er door wordt ver
giftigd.
Ook kooldioxide (C02), waar
van de concentratie over 40 jaar
meer dan verdubbeld is, draagt
bij tot de teloorgang van de
ozonlaag. Engelse meteorolo
gen melden dat de ozonlaag bo
ven de Noordpool en wat lage
re, meer gematigde breedten te
gen die tijd bijna is gehalveerd.
Vrijwel al het ozon op hoogten
tussen 15 en 25 kilometer boven
het aardoppervlak zal zijn ver
dwenen. Dat komt aldus de En
gelsen. omdat waar het broei
kasgas in de onderste luchtlaag,
de troposfeer, juist tot een glo
bale temperatuurverhoging
leidt, het in de luchtlaag daar
boven (de stratosfeer) een tem
peratuurdaling veroorzaakt.
Daar ontstaan dan 'Antarcti
sche toestanden': extreem lage
temperaturen in het vroege
voorjaar waarbij ozonafbraak
maximaal is. „Misschien den
ken we daar nog wel veel te op
timistisch over", zegt John Aus
tin van het Engelse Meteorolo
gische Instituut desgevraagd.
„Een vermindering van het
ozongehalte zou volgens ons
model kunnen leiden tot veel
koudere, vroeger invallende
winters en dus tot nog veel lage
re temperaturen aan het eind
van die winters dan we nu kun
nen voorzien".
Austin wijst op meetgegevens
van de World Meteorological
Organization (WMO) boven de
Noordelijke streken van Eurazië
en Canada. De metingen in de
onderlagen van de stratosfeer
medio 1992 lieten zien dat het
ozongehalte daar 12 tot 15 pro
cent lager was dan ooit waarge
nomen in de laatste 40 jaar.
Een team van Amerikaanse
en Italiaanse klimaatdeskundi
gen onderzocht de invloed van
het stof van de Filippijnse Pina-
tubo- en van de Chileense Hud-
son-vulkanen op de ozonlaag.
De Hudson-vulkaan kwam in
augustus 1991 tot een heftige
eruptie en de in minuscule ijs-
deeltjes gevangen, vulkanische
stofdeeltjes waren al boven An
tarctica aanwezig toen daar,
eind september van dat jaar, de
zon weer boven de horizon ver
scheen om het voorjaar in te
luiden.
Het bleek dat het vulkaanstof
van de Hudson het gehalte aan
ozondeeltjes tussen 9 en 13 ki
lometer hoogte vrijwel had ge
halveerd. Men vermoedt dat
zich boven de Noordpool soort
gelijke processen afspelen door
toedoen van deeltjes afkomstig
van de Pinatubo-vulkaan die in
1991 tot reeksen zware uitbar
stingen kwam.
Metingen leerden begin 1992
dat het Pinatubo-stof zich in
dunne atmosfeerschillen' tot
boven het Noordpoolgebied
had uitgestrekt en wel tussen 8
en 16 kilometer hoogte. Net als
boven Antarctica in september
1991 was het Arctische ozonge
halte tussen de genoemde
hoogten begin april 1992 vrijwel
gehalveerd. Gevreesd wordt dat
het komende voorjaar zich nog
alarmerender waarden zullen
openbaren.
Onderzoekers van het KNMI
lieten op 3 december een
ozonsonde aan een ballon op
om metingen aan het ozonge
halte te doen. Elke seconde
seint de telemetrie van de son
de de gemeten ozonconcentra
tie door naar De Bilt. Men is nu
eens niet benieuwd naar ozon
afbraak door menselijke pro-
duktiemethoden maar naar de
fluctuaties in het ozongehalte
door toedoen van het Üimaat
zelf.
De ballonoplating is de eerste
in een reeks die tol eind 1993
zal voortduren. De metingen
worden betrokken bij de globale
gegevens over de gesteldheid
van de ozonlaag, die alle levens
vormen al tientallen miljoenen
jaren beschermt tegen schade
lijke invloeden van buiten.
Peter Jenniskens: „Oersoep wordt tussen de sterren gemaakt".
Leidse sterrenkundige overtuigd
Het is er: buitenaards leven. Dat
staat buiten kijf. Maar waar be
vindt zich dat? Wetenschappers
proberen via radiogolven con
tact tot stand te brengen met le
ven in de ruimte. Tot nog toe
zonder resultaat. Dat komt, zegt
de Leidse sterrenkundige Peter
Jenniskens, doordat het leven in
het heelal zo ver weg is. Zo on
meetbaar ver. dat hij zich af
vraagt of er ooit contact mee
kan worden gemaakt.
De sterrenkundige die on
langs promoveerde aan de Leid-
zegt dat het zoe
ken ernaar net zo moeilijk is als
naar een speld in een hooiberg.
Leven is er, benadrukt hij. De
bestanddelen (zuurstof, water
stof. stikstof en koolstof) zijn
volop in de ruimte aanwezig. Ze
worden tussen de sterren ge
vormd, ontdekte de Leidse as
tronoom. Oersoep, noemt de
wetenschapper deze vier ele
menten samen. Dank zij die
'soep' kon er ook leven op aarde
ontstaan, zegt Jenniskens.
Aan leven op andere planeten
twijfelt niemand meer. Hij en
zijn collega's breken zich het
hoofd over de vraag hoe dat kan
worden bereikt. Jenniskens: „De
planeten liggen onmenselijk ver
van elkaar. Mensenlevens. Wc
hebben er zelfs nog nooit een
gezien, omdat ze te weinig licht
uitstralen. De huidige techniek
is ontoereikend om zo ver weg
contact te maken."
Als het ooit lukt blijft de vraag*'
of dal leven is zoals wij dat hier
op aarde kennen. Jenniskens is
daar zeer terughoudend over.
„Ik noem het leven, maar zeg
niks over IntdUgent leven i Jat
kan ik niet, omdat we er hele
maal niets van weten. Eén ding
is zeker, de mens is niet de spil
van alle leven zoals men hon
derden jaren heeft gedacht. Er is
meer tussen hemel en aarde."
LEEUWARDEN GPD
Ruim 300 Amerikanen die door
hun leefwijze grote kans op een
AIDS-besmetting lopen, onder
gaan binnenkort proeven met
twee vaccins tegen dat virus. Als
duidelijk is hoe deze mensen op
de middelen reageren, zullen op
zijn vroegst in 1995 wereldwijd
duizenden vrijwilligers aan de
vaccins worden blootgesteld.
Volgens dr. A. Fauci van het
Amerikaanse nationale instituut
voor allergie en besmettelijke
ziekten zijn er bij de ontwikke
ling van een vaccin grote pro
blemen. Zo is het de vraag of bij
mensen die een hoog risico op
AIDS-besmetting lopen, de re
actie van het immuunsysteem
hetzelfde is als bij mensen met
een laag risico. Bovendien is
moeilijk vast te stellen of het
vaccin zijn werk heeft gedaan,
omdat niemand bereid is expres
een besmettimg op te lopen. De
vaccins die nu worden uitge
probeerd zijn de eerste twee die
zowel in de reageerbuis als bij
dierproeven hoopvolle effecten
te zien gaven. Beide bestaan uif
gestnjate versies van een HIV-
virusfamilie die veel voorkomt
in de VS. De vaccins kunnen
zelf geen AIDS veroorzaken.
Drijfgassen uit spuitbussen en verbrandingsgassen uit schoorstenen en motoren zijn funest voor de ozonlaag.
FOTO GPD