Z Wenen is dood, leve Budapest Habsburgers regeerden zeven eeuwen Z4 ZATERDAG 5 DECEMBER 1992 Het Duitse vorstenhuis Habsburg regeerde vanaf 1273 over grote delen van Europa. Het rijk was te groot om centraal te besturen en werd in 1556 gesplitst in een Spaans en een Oostenrijks deel. De Spaanse tak stierf in 1700 uit met de dood van Karei 11. In 1740 dreigde door de dood van keizer Karei VI ook het einde voor de Oostenrijkse tak. maar dankzij een huwe lijk van diens dochter Maria Theresia kwam de Habsburg-Lotharingse dynastie tot stand, die tot 1918 zou regeren. Al in de 19DE eeuw kwam het Habsburgse Oostenrijk onder grote druk te staan. In het revolutionaire jaar 1848 wist het Ween- se hof de oprispingen van nationalisme in diverse gebieden nog te beteugelen, maar in 1867 moest Oostenrijk toestemmen in zelfbeschikking voor de Magyaren (Hongaren) en de vorming van de dubbel monarchie, waarin de Oostenrijkse keizer tevens koning was van Hongarije. Aan herbegin van de 20ste eeuw vielen bijna 10 miljoen Duitsers (Oostenrijkers), 6,5 miljoen Tsjechen, bijna 5 miljoen Po len, 3,5 miljoen Oekraïners, 1,25 miljoen Slovenen, driekwart miljoen Kroaten en Serviërs, bijna evenveel Italianen en ruim een kwart miljoen Roemenen onder Oos tenrijk. Het rijk omvatte Oostenrijk, Zuid- Tirol, Bohemen, Moravië, een deel van Silezië. Galicië, Boekovina, Dalmatië, Slovenië en Bosnië-Hercegovina. dat door de Europese mogendheden van het Otto maanse Rijk (Turkije) was afgenomen. In het Hongaarse deel van de dubbel monarchie woonden 10 miljoen Honga ren, bijna 3 miljoen Roemenen, bijna 2 miljoen Slowaken, nauwelijks minder Duitsers, 1,8 miljoen Kroaten, ruim 1 mil joen Serviërs en een half miljoen Oekraï ners, plus nog enkele kleinere minderhe den, zoals Roethenen en zigeuners. Het gebied besloeg Hongarije, Slowakije. Roethenië, Transsylvanië, de Banaat. Voj- vodina en Kroatie-Slavonië. De bemoeienis van de Verenigde Staten was van doorslaggevende betekenis voor het verloop van de Eerste Wereldoorlog, waarin Oostenrijk-Hongarije een smade lijke nederlaag leed. De Amerikaanse pre sident Woodrow Wilson legde met zijn Veertien Punten de basis voor een nieuwe, democratische wereldorde (In een wereld die zich beperkte tot Europa, de oude we reld, en Amerika, de nieuwe wereld), waarin de Amerikanen de gewichtigste machtsfactor werden. In die wereld was geen plaats meer voor keizers. De laatste Habsburgse keizer, Ka- rel I, werd op 12 november 1918 tot aftre den gedwongen, in navolging van de Duit se keizer Wilhelm II, die enkele dagen eer der naar Nederland was gevlucht. Kareis zoon Otto, geboren in 1912. deed in 1961 af stand van alle aanspraken op de troon. ZATERDAGS BIJVOEGSEL Met het einde van de Eerste Wereldoorlog kwam in 1918 ook een einde aan het Habsburgse Rijk. Een dergelijke veelvolkerenstaat was in het moderne, industrialiserende Europa eenvoudig niet meer bijeen te houden. Oostenrijk en Hongarije moesten flinke gebie den afstaan. Rusland nam de len op in de netgevormde Sov jetunie, terwijl uit de resten van het Habsburgse Rijk Tsjecho- Slowakije en Joegoslavië ont stonden. Maar inmiddels ver keren ook die nieuwe landen in staat van ontbinding. Opnieuw is te zien hoe de vonk van het nationalisme in Mid den-Europa een verzengend vuur heeft aangewakkerd: brandhaarden van achter docht, soms smeulend, dan weer hoog oplaaiend, met lik kende tongen vol haat. Onze redacteur Onno Haver- mans reisde per trein kriskras door de voormalige Habsburgse gebieden. Zijn eerste impressie komt uit Wenen en Budapest. De vervolgartikelen van deze reis worden komende weken gepubliceerd op de pagina 'Fei ten en Meningen Vrolijk hinnikende paarden, hoe lang had het oude Wenen dat al niet meer gehoord? Het nachtelijk tafereel aan de Ringstrasse, waar 69 Lippiza- ner hengsten met korte galoppades en stijl- sprongen over de bankjes van de Volksgarten hun plotselinge ontsnapping uit de strak ge spannen leidsels van de Spaanse Rijschool vierden, bracht heel even een sfeer van los bandigheid terug in de op en top keurige hoofdstad van Oostenrijk. De aanleiding was veel minder aardig. Gretig likkende vlammen legden binnen enkele uren een deel van de Hofburg, het paleis van de Habsburgers, in de as. Ging op die vroege ochtend van vrijdag 27 november 1992 in de 18de-eeuwse Redoutenzaal ook een stukje van de roemruch te Oostenrijkse gëschiedenis in de vuurzee verloren? Het was im mers deze zaal waarin keizerin Maria Theresia haar gemaskerde bals liet plaatsgrijpen, waar de gegoede burgerij van Wenen danste en feestte tot het och tendgloren. De zaal ook waar Jimmy Carter en Leonid Brezjn- jev, die opzichtige tegenpolen van een ijzig verkilde wereld, hun handtekeningen zetten onder een verdrag over de beperking van strategische kernwapens (SALT II) en waar vertegenwoordigers van NAVO en War schaupact en afgevaardigden van de Confe rentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE) urenlang onderhandelden over het aanhalen van de banden op het ou decontinent. Maar was dat grote Oostenrijk dan niet al lang verloren? Is de Hofburg, waarvan on danks de brand vrijwel alle historische ge bouwen intact zijn gebleven, dan niet het overtuigende bewijs dat Wenen al bijna een mensenleven lang zo dood is als een pier? Niets swingt in Wenen, niets klopt of kolkt, niets bruist. Zelfs het bier gutst zo Duits in trage stromen in het glas. En in het Prater knarst en piept de draaimolen van de valse schijn. Wenen leeft in het verleden. Franz Josef I Habsburg. De gouden tijden van Oostenrijk zijn alom aanwezig in de pronkende hoofd stad Wenen. De Hofburg, de Stephans Dom, de Opera, de Josefs- en de Heldenplatz, de Herrengasse, het slot Schönbrunn, het is alle maal zo statisch, zo vol van vergane glorie. Geroutineerd leiden gidsen dagelijks duizen den toeristen door de historische zalen, in rollend Zuidduits verhalend over de kwijnen de Sissy, de logeerpartijen van Napoleon en de recitals van het Salzburgse wonderkind Wolfje Mozart. Maar hoe getrouw diens werkkamer ook is heringericht, het blijft moeilijk je hier keizer Franz Josef I voor de geest te halen, ijsberend bij de gedachte aan de opstandige Serviërs. Die hinnikende paarden, losgelaten toen de vlammen van de Redoutenzaal dreigden over te slaan naar de stallen van de Spaanse Rijschool, brachten heel even dat verleden tot leven. Hoefgekletter op de grote pleinen, ratelende houten wielen op de kleine ronde stenen van de middeleeuwse stad. Geroeze moes in de koffiehuizen, heftig politiek debat aan de leestafel, het is allemaal vervlogen. Niets is er meer over van dat bruisende middelpunt van Europa, waar filosofen en re volutionairen, moordenaars en wereldverbe teraars, wetenschappers en kunstenaars, sa menkwamen. Kort na de eeuwwisseling was Wenen op zijn hoogtepunt. Toen ene Sig- mund Freud er zijn psychoanalyse ontwik kelde, de balling Lev Bronstein (Trotski) er de eerste Pravda liet drukken en de jonge kunst schilder Adolf Hitler de eerste aantekeningen maakte over zijn inrichting van de wereld. Dubbelmonarchie Maar Wenen was toen zijn grip op de wereld al kwijt. Het moest in 1867 toestemmen in de vorming van de Donau- of dubbelmonarchie, waarin de Oostenrijkse keizer tevens koning was van Hongarije. Alleen het buitenlandse, monetaire en militaire beleid werd nog cen traal bestierd, verder moest Wenen de hege monie delen met Budapest. Budapest. Nog altijd ademt die stad de sfeer van macht en grandeur, al heeft de ver loedering onder de communisten toegesla gen. Een kasteel op de heuvels van Buda, pompeuze paleizen, kloeke kathedralen, het fraaie parlement (gebouwd tussen 1884 en 1902), het standbeeld van Lajos Kossuth, de revolutionair die in 1848 leiding gaf aan de toen nog vergeefse oprisping van Hongaars nationalisme. Dat alles imponeert, al is het even doods als de stenen restanten van het oude Wenen. Maar wat Budapest ver uittilt boven dat monument van het verleden, zijn de kolossa le bruggen over de Donau. Staand op de Margitbrug of op de Szabadsagbrug, in beide gevallen met uitzicht op de stoere Ketting brug en de machtige Erzsebetbrug, beseft een nietig mens pas goed wat het betekent 'een brug te slaan'. De Donau, al lang niet meer schoon en blauw, stroomt gestaag voort onder die gespannen bogen van boven menselijke kracht, die Buda voor altijd aan Pest hebben geklonken. Het geeft Budapest Sarajevo Toch heeft die stad niet lang plezier gehad van de dubbelmonarchie. De moord op aartshertog Franz Ferdinand, op 28 juni 1914 in Sarajevo, was de genadeklap voor het Habsburgse Rijk. Een gruwelijke oorlog brandde los, die aan bijna 10 miljoen Euro peanen het leven kostte. Verloor Wenen definitief zijn status van Europees middelpunt, Budapest raakte aan lager wal. Na de ontbinding van de dubbel monarchie volgde voor Hongarije een roerige periode, een soort politieke flipperkast, waar in de macht fluctueerde van extreem links (de Radenrepubliek van Bela Kun) naar ex treem rechts (de fascistische regent Miklós Horthy). Budapest bleef vechten om de verloren po sitie van wereldmacht te herwinnen. Maar aan de vooravond van de Tweede Wereldoor log kozen de Magyaren, in de hoop verloren grondgebied te kunnen terugvorderen, het foute kamp. De 'bevrijding' bracht de Russen naar Budapest, die de stad voor jaren wisten te knechten. Terwijl Wenen, die stad van pracht en praal, pronkt met goud en glitter, worstelt Budapest wanhopig met de erfenis van ruim veertig jaar wanbeheer. Bij de tochtdeur naast de roltrappen op het Moskouplein biedt een iel wijfje in zomerjas onooglijke bosjes bloemen te koop aan. In de hal van de metro bij het Keletistation leurt een vrouwtje op een krukje met drie stekjes, elk in hun ei gen potje. Verderop probeert een ouder heer schap brokstukken sierpleister, afkomstig van wat ooit een fraai afgewerkte gevel moet zijn geweest, aan de man te brengen. Net als in de andere voormalige communistische lan den zijn in Hongarije de bejaarden de dupe van de rasse schreden op weg naar de markt - Jongeren hebben over het algemeen wat meer mogelijkheden, al tref je onder de be delaars die elke toerist aanklampen, ook nogal wat klein grut. Voor de deur van een souvenirwinkeltje in het hart van toeristisch Buda oefenen twee jongens in klederdracht de Engelse tongval. Engels is de toverformule voor aansluiting bij het Westen, dat met zijn spreekwoordelijke rijdom nog steeds lonkt. In de steigers Die rijkdom laat in Budapest duidelijk nog op zich wachten. Voor veel mensen is de fles nog altijd de beste troost De Trabant blijkt nog altijd een populair vervoermiddel, net als de tram die zich rammelend door de straten slingert. Op de Vaci utca, de Kal- verstraat van Budapest, wisselen cd-verkopers en vrouwen met zelfgeborduurde tafelkleden el kaar af, terwijl jongens en meis jes met grote sandwich borden Westerse gasten naar de nacht clubs met topless bediening trachten te lokken. Overal staan gebouwen in de steigers, maar gezien de staat waarin de meeste panden verkeren, heeft de reno vatie nog een lange weg ie gaan. Maar wat je ook van Budapest kunt zeggen: niet dat er geen le ven in zit. Zelfs in de nadagen van de herfst houdt de stad een weldadig karakter. De bezoeker waant zich eerder in Zuid-Euro pa dan in het pas ontdooide Oostblok. Zolang het kwik een paar graden boven nul blijft staan, speelt een groot deel van het leven zich op straat af. Trouwens: ook achter gesloten deuren is het op veel plaatsen in Budapest een vrolijke boel. Natuurlijk spelen de zigeunerorkestjes in de talloze restaurants en eethuizen vooral voor toeristen, maar daarmee is hun optre den nog niet minder zwierig. Zolang de zoete rode wijn vloeit en er briefjes van 100 forint in hun geborduurde vesten worden gepropt, blijven ze virtuoos in de slag. Laat op de avond kun je ze aantreffen in louche cafés in het achtste district, waar ze tussen twee slokken bier door nog wat me lancholieke flarden laten horen. Een verlopen wijk, dat achtste, waar de herinnering aan het joodse verleden vrijwel is weggevaagd. Hoe ren en pooiers hebben de straatjes in bezit genomen. De kroegen worden bevolkt door haveloos uitschot: krom, kreupel, tandeloos, vies, ongeschoren, scheel en onooglijk. Zulke taferelen tref je niet aan in Wenen, waar het gesloten boordje de moraal van fantsoen en burgerlijke netheid predikt. Zeker, Wenen is mooi. Maar Wenen is zo saai! Zo netjes, zo burgerlijk. Die losgeslagen Lippizaner paarden van de Spaanse Rijschool brachten eindelijk weer leven in de brouwe rij. Heel eventjes. Een uurtje. Toen werden ze weer netjes in de pas gedwongen. Bruisend Oostenrijks middelpunt vervallen tot saaie stad Het standbeeld van Lajos Kossuth, de revolutionair die in 1848 leiding gaf aan de toen nog vergeefse oprisping van Hongaars nationalisme. Het Vissers bastion, een van de toeristische trekpleisters van Budapest, kon zo uit de hersenspinsels van graficus Escherzijn ontsproten. Door de stoere Kettingbrug die Buda met Pest verbindt, heeft de Hongaarse hoofdstad nog altijd het aanzien van macht en grandeur. FOTO S ONNO HAVtRMANS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 31