Van Schie gaat nog voor goud De wederopstanding van Helder Simpel trainen is hun Sport ZATERDAG 5 DECEMBER 1992 REDACTIE HERMAN JOUSTRA Het is zondagmiddag, de 22ste november 1992. Het Kasteel in Rotterdam, thuisbasis van Sparta, biedt een troosteloze aan blik. Het is een uurtje of vier, maar al knap sche merig. De regen stort vrij wel onophoudelijk om laag. Slechts 2500 toe schouwers bevolken de tribunes tijdens het duel tegen Go Ahead Eagles. Ze zien een gedenkwaardige wedstrijd. Met een hoofd rol voor Glenn Helder. Ondanks het grijze decor beleeft het karige publiek op Spangen een leuke middag. De 2500 zien tien doelpunten (6-4) en zijn bovendien getuige van een wel heel ontroerend tafereeltje. Sparta-trainer Rob Jacobs roept oud-Roodenburger Glenn Hel der (24) een paar minuten voor tijd naar de zijlijn. 'Om nog wat tactische aanwijzingen te ge ven', denkt de linksbuiten. Mis. Om hem een hand te geven voor zijn voortreffelijke presta tie. Ooit schudde Jacobs, toen nog bij Feyenoord, om die re den de hand van Wlodi Smola- rek. En nu was Helder dus aan de beurt. „Logisch", zegt Ja cobs. „zo iemand beloon je op dat moment. Van de zes goals bereidde hij er vier voor. Boven dien was hij betrokken bij veel acties die bijna een goal ople verden. Dat noem ik een rende ment van bijna honderd pro cent. Kijk, zo n hand geven is ook een kwestie van iemand ondersteunen, ledereen ziet dat op dat moment. Glenn had dat ook nodig." Want Helder, bezig aan zijn derde seizoen bij Spar ta. was een tijd uit vorm. Zijn eerste jaar, vaak als in valler, was redelijk. Zijn tweede jaar begon hoopvol. Of sterker nog: flitsend. Ja cobs: „Toen ik tekende heb ik gezegd: bij mij mag hij al leen maar uitvallen, niet in vallen. De voorbereiding in Schotland speelde hij fabu leus. De competitie begon hij geweldig." De media stortten zich op het talent. Studio Sport 'ontdek te' de Leidenaar. Acht wedstrij den om precies te zijn speelde hij de sterren van de hemel. Toen schopte Claus Boekweg, verdediger van FC Groningen, hem een gebroken midden voetsbeentje. Het begin van een lijdensweg. Na zijn genezing haalde hij lange tijd niet de vorm van het begin van het sei zoen. „Glenn denkt dat vorm iets is, dat je zo maar weer kunt oppakken", zegt Jacobs. „We moesten hem na zijn blessure vaak afremmen en beschermen. Hij nam te veel hooi op zijn vork. Ging dingen doen die hij op dat moment nog niet kon. Hij moet acties maken op de helft van de tegen stander. Niet op eigen helft. Dat is te riskant. Hij forceer de de boel." Ook aan het begin van dit seizoen, nadat de linkervoet weer een tijdje in het gips had gezeten. Helder weet dat zelf ook. „Ik ben soms te gretig. Normaal gesproken eindig ik bij duurlopen bij de eerste vier. Dat wilde ik nu ook en ik liep me over de kop. Vervolgens schopte ik tij dens de wedstrijden soms van vermoeidheid in de grond. Maar nu heeft hij eindelijk de grote vorm weer te pakken. Wat is eigenlijk het speciale aan Hel der? Jacobs weet het wel: „Glenn is ontzettend snel. Hij kan zijn acties op snelheid uit voeren. Alleen kan zijn voorzet nog beter. En moet hij meer gaan scoren. Maar zijn acties zijn een lust voor het oog. Hij is dikwijls onnavolgbaar. Onbere kenbaar." Voor de tegenstanders dan en voor de trainer. Want Helder zegt dat hij precies weet wat hij aan het doen is. „Men zegt wel eens dat linksbuitens pure in stinctvoetballers zijn, maar puur op je instinct kun je geen betaald voetbal spelen. Als ik voetbal weet ik wel precies waarmee ik bezig ben. Weet precies waar ik wil lopen en wat de bedoeling daarvan is. Je moet nadenken over wat je doet. En tijdens een actie reage ren op veranderingen. Een ver dediger kan zich ineens anders opstellen dan je verwacht bij voorbeeld. Als je ziet dat iets niet kan, moet je snel iets an ders verzinnen. Dat lukt op dit moment vaak." „Dat is typisch Helder", lacht Jacobs. „Hij is goed met zijn vak bezig. Als hij zo blijft spelen, zal het niet eenvoudig zijn hem te behouden voor Sparta. Als ik andere wedstrijden bezoek, wordt er met veel repect over hem gesproken. Ik houd mijn hart vast." Helder maakt zich ondertus sen nog niet druk om een even tuele transfer. „Dat zie ik alle maal wel. Waar het om gaat is dat ik nu iets extra's moet bren gen. Ik weet dat er meer van mij H W PC H PC O Oh wordt verwacht. Ze gaan me nu weer in de gaten houden. Dat merkte ik in de wedstrijd bij Vi tesse. De trainer (Neumann, red.) praatte de hele tijd op de rechtsback in, Roberto Straal. Straal was op een moment zelfs opgelucht dat hij een corner had weggegeven. Was-ie ten minste niet gepasseerd. Toch vond ik dat hij nog vrij redelijk voetbalde. Alleen straalde er angst uit zijn ogen. Hij was bang voor mij." Glenn Helder is weer in vorm. ACHTERGROND ZAANDAM RUUD PAAUW Piet Ikelaar: mysterie rond brons en zilver Lia van Schie wentelt zich nog even in de anonimi teit. Terwijl trainer Henk Gemser mede-kernploeg- lid Sandra Voetelink al publiekelijk aan de schandpaal heeft gena geld, blijft de 22-jarige Stompwijkse gevrijwaard van kritiek. Simpelweg omdat zij nog geen wan prestatie heeft kunnen le veren. Van Schie lag in de belangrijke aanloop op het seizoen namelijk met griep te bed. 'Aan het begin van het seizoen gaat bij mij de knop om a BROUWER DE KONING „Het was twee weken voor de IJsselcup", herinnert zij zich na een korte denkpauze. „Ik voelde mij die hele week al niet zo lek ker. Maar in zo'n geval beeld ik mij in dat er niets aan de hand is. Mijn temperatuur durfde ik niet op te nemen, omdat ik bang was dat ik koorts zou heb ben. Ik wilde namelijk niet ziek zijn. Maar toen de kernploeg af reisde naar het trainingskamp in Inzeil, lag ik thuis in Stomp- wijk onder de wol. Dat was een moeilijke beslissing, maar als je griep hebt kun je beter thuis zijn dan ergens op een hotelka- Er zat voor de schaatskam pioene van Nederland niets an ders op dan uitzieken. Van Schie: „Dat is aanvankelijk ook het enige waaraan ik dacht. Over de conditionele achter stand die ik had opgelopen, ging ik me pas later drukmaken. En ik moet zeggen: dat viel me niet mee. De eerste dagen dacht ik nog dat ik aardig kon meeko men, maar daarna lukte er plot seling niets meer. De anderen reden drie keer harder dan ik." De nieuwe vrouwencoach Gemser had begrip voor de pro blemen van zijn pupil. „Ik kreeg aangepaste.schema's van Henk. Hij kon verder nog niet zo veel aandacht aan mij besteden. Maar ik heb nu al de indruk dat het klikt. Ik ben in elk geval blij dat hij gekomen is. Op zich is het niet gunstig als je elk jaar een nieuwe trainer krijgt, maar zijn vakmanschap als schaats- trainer staat buiten kijf." Van Schie had alleen grote moeite met de gang van zaken rond de aanstelling van de nieu we coach. „Hij had er al veel eerder bij moeten zijn. Wat dat betreft heb ik een nare periode achter de rug. In het voorjaar kwam het bericht dat de vrou- wenkemploeg doodleuk zou worden opgeheven. Vervolgens duurde het veel te lang voor Gemser (als opvolger van Arie Koops, red.) aan de slag kon. Ik heb mijn onvrede aanvankelijk duidelijk laten blijken. Maar dat kostte vreselijk veel energie. Bo vendien had ik niet de indruk dat er naar mij werd geluis terd." Na die vervelende periode nam de Stompwijkse zich voor er hoe dan ook een Fijner sei zoen dan het vorige van te ma ken. „Dat kan nog steeds, ook al mag ik voorlopig nog geen top prestaties verwachten. Daarom vond ik het niet zo erg dat ik het afgelopen weekeinde nog niet in aanmerking kwam voor deel name aan de World Cup-wed strijden in Berlijn. In plaats daarvan reed ik hier in Den Haag op De Uithof samen met Jeroen Straathof een wedstrijd. In de anonimiteit, ver van de publiciteit. Daar ben ik achteraf heel blij om. In Berlijn had ik toch weinig te zoeken." Inmiddels is het bloed weer gaan tintelen. „De World Cup wedstrijd in Finland geeft een indicatie van waar ik op dit ogenblik sta, al weet ik nu al dat ik te weinig aan tempo-training heb gedaan. Bovendien is de concurrentie ook niet blijven stilzitten. Vervolgens gaan we op trainingsstage naar Collalbo. Als je zoals ik full time met sport bezig bent, is het belangrijk om af en toe eens in een andere omgeving te verkeren. In janua ri moet ik op de nationale af standskampioenschappen rij den voor wat ik waard ben. Daar worden de tickets voor de grote toernooien verdeeld. Als ik dan niet presteer, is het seizoen snel voorbij." Dat zou een streep door de rekening zijn van de eerzuchti- Lia van Schie: „Ik heb mijn onvre de aanvankelijk duidelijk laten blijken." foto» archief ge 'kroonprinses' van Yvonne van Gennip. Coach Gemser mag zijn hooggespannen ver wachtingen inmiddels hebben getemperd, zijn pupil gaat nog steeds voor goud. Hoewel Van Schie al twee keer eerder de strijd om het Europees kam pioenschap miste, wil zij daar van beslist geen gewoonte ma ken. Sterker nog, EK en WK lig gen haar minstens zo na aan het hart als de Olympische Spe len. „De Spelen worden in mijn ogen te belangrijk gemaakt. Daar doen wij zelf inderdaad ook aan mee. Geef mij maar een groot toernooi over vier af standen. Dat gaat mij als all- rounder goed af. Maar iedereen praat natuurlijk in zijn eigen straatje." Alarmerende geluiden als zou het langebaanschaatsen zijn langste tijd hebben gehad, gaan bij Van Schie het ene oor in en het andere uit. „Als er ploegen- estafettes worden ingevoerd, moeten ze dat maar onderbren gen bij shorttrack. Ik ben het er overigens niet mee eens dat langebaanschaatsen maar in enkele landen op niveau wordt beoefend. Het is toch geen ma nier dat een tak van sport waar in Nederlanders uitblinken meteen wordt afgeschaft?" Nu moeten de vrouwen van Gemser eerst nog bewijzen of ze bij de smalle wereldtop beho ren. Sandra Voetelink zakte in Berlijn als eerste figuurlijk door het ijs. De schaatsster die cen traal stond in een olympische video-clip in Albertville, heeft volgens haar coach niet serieus genoeg 'overzomerd'. Van Schie laat zich wijselijk niet uit over haar bekritiseerde ploeggenote. Maar zij betrekt de ongezouten kritiek evenmin op zichzelf. „Ik heb nu eenmaal ge kozen voor topsport. Aan het begin van het winterseizoen gaal, de knop om. Twee tot drie keer trainen per dag. En 's avonds vroeg naar bed. Dat be tekent dat ik bijvoorbeeld in het weekeinde niet naar de disco ga. Als ik dat al leuk zou vin den." Ikelaar, een coureur met een ijzersterke body, kon zowel op de baan als op de weg uitstekend uit de voeten. Aan de weg gaf hij de voorkeur, hoewel er in die tijd in ons land maar heel beperkt wegwedstrijden werden toegestaan. Ikelaar werd Neder lands kampioen op de weg bij de amateurs in 1919 en 1920 en bij de profs in 1923 en 1924. De baan was voor de oorlog veel po pulairder dan de weg en internationaal boekte de Amsterdammer hier zijn grootste Tijdens de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen legde hij samen met Frans de Vreng beslag op de bronzen medaille op het nummer 2000 m tandem. Maar het was zijn merkwaardige avontuur op de 50 km op de baan dat hem een permanente voetnoot in de olympische historie opleverde. Het ging er op dat nummer buitenge woon spannend aan toe. Het draaide uit op een massasprint. De befaamde wielerjour- nalist Joris van den Bergh, die er getuige van was, schreef er (in 1927) dit over „Het was een spurt van volle 400 meter en 25 meter voor de streep lag Ikelaar nog eerste. Een Belg en een EngelsChman kwa men toen naast hem en wiel aan wiel wer den de laatste meters uitgevochten. De Belg George passeerde toen het eerst. Doch de Engelschman Alden, die met Ikelaar gelijk lag, trok een meter voor de streep zijn wiel dwars en viel. Of het nu door den schrik kwam, maar in ieder geval: de voorzitter- kamprechter plaatste Alden tweede en Ike laar derde. Maar Ikelaar (dit hadden we duidelijk gezien) was eerder dan de vallen de Alden de streep gepasseerd". Van den Bergh toog vervolgens met enige officials naar de voorzitter-kamprechter om hem op zijn vergissing te wijzen. "Deze functionaris hield echter vol zich niet ver gist te hebben, waarop wij gedrieën hem vroegen wat hij zou doen indien wij hem het bewijs leverden dat Ikelaar tweede was. Ex-wielrenner Plet Ikelaar leefde zó lang dat op het moment dat hij het moede hoofd definitief neer legde geen tijdgenoot meer over was die nog kon verhalen van zijn triomfen. De Amsterdammer overleed vorige week op 96-jarige leeftijd in Zaandam. Hij was de oudste nog in leven zijnde Neder landse olympische prijswinnaar. Dan herroep ik mijn uitspraak, zei hij breed. Er is toen net zoolang gezocht tot men een photograaf gevonden had, die het geval recht en zuiver voor de streep had op genomen. Op de photo was duidelijk te zien, dat Ikelaar de streep passeerde toen Alden nog even voor de streep in de lucht zweefde. Die is den voorzitter-kamprechter toegezonden en de man heeft Ikelaar twee de geplaatst maar deze gewijzigde uitspraak is in de officieele besluiten niet overgeno- Er is ook een andere lezing. Daarin werd het bewijs voor Ikelaars tweede plaats pas een week na de wedstrijd geleverd door een foto in het Franse blad Le Miroir des Sports. De jury zou toen echter hebben besloten dat op een zo laat tijdstip de uitslag niet meer kon worden gewijzigd. Vrijwel alle Nederlandse bronnen (van 'Een Eeuw Nederlandse Wielersport' van Wim van Eyle tot en met De Telegraaf van vorige week) kennen Ikelaar een zilveren medaile op de 50 km toe. Maar het Interna tionaal Olympisch Comité heeft hem tot op de dag van vandaag als derde staan. in het kader van het 75-jarig bestaan van het Nederlands Olympisch Comité spoorde ik Ikelaar op in 1987. Hij was toen 91 jaar en zat in een verzorgingshuis. Even daarvoor had de dochter van Ikelaar, die de prijzen - kast van haar vader beheerde, mij verzekerd dat er wel degelijk een zilveren medaille van de Spelen van 1920 in hing. Zouden Alden en Ikelaar buiten de officiël kanalen om hun prijzen hebben geruild? Er was nóg een mogelijkheid: in die tijd werden de medail les pas na afloop van de Spelen overhan digd. Dat gebeurde meestal aan een official die thuis de prijzen aan de rechthebbenden gaf. Het is mogelijk dat de jury, die niet offi cieel aan de uitslag wilde peuteren, bij die gelegenheid alsnog haar fout heeft rechtge zet. Het ging in die tijd niet zo heel formeel toe. Ik hoopte de oplossing van het raadsel van Ikelaar te vernemen. Maar helaas, hoe hij ook wroette in zijn geheugen, het kwam er niet meer uit. „Meneer, ik weet het niet meer" zei hij ten slotte. „Het was een vreemde wedstrijd waarbij het niet eerlijk is toegegaan, dat staat me nog bij". Mist nam bezit van het verleden. Hij heeft het myste rie nu meegenomen in zijn graf. Chinese tafeltennisploeg voor trainingsweek in Nederland HILVERSUM ERJC OE BIE/GPP 'Zeer leerzaam en een investe ring voor de toekomst', noemen de Nederlandse tafeltennissers bijna in koor de trainingsweek met een Chinese ploeg die zij op het ogenblik beleven. In een zaaltje in Hilversum fungeerden de Aziatische topspelers de af gelopen vier dagen als sparring partners. Gisteren (vrijdag) stond in Gorssel de laatste twee van in totaal vijf oefeninterlands op het programma. Niet eerder was een Chinese topformatie zo bereid de Ne derlandse selectie 'les te geven'. Want hoewel delegatieleider Yiao Go Je na de open Franse kampioenschappen niet met de allersterkste spelers en speel sters in het vliegtuig naar Am sterdam stapte (onder anderen olympisch kampioene Deng Ya- ping en de beste man, Ma Wen- ge reisden niet mee), keken de protégés van de bondscoaches Jan Vlieg en Li Ji Shu deze week soms hun ogen uit. „Ze spelen met vreselijk veel effect", vertelt Mirjam Hooman na een oefensessie. ,Ik stond net tegenover een vreselijk service - monster. Ik kreeg aanvankelijk maar geen vat op die tollende ballen. En toen dat wel lukte, toverde ze gewoon een andere variant tevoorschijn. .Normaal gesproken krijg je alleen tijdens toernooien gelegenheid erva ring op te doen met de Chinese speelstijl. Dus deze week komt mooi uit." Alleen het boegbeeld van het Nederlandse tafeltennis, Bettine Vriesekoop, is heel wat minder onder de indruk. Ze voelt zich zeker niet slechter dan de Chi nese vrouwen, die ze bijna alle maal tijdens toernooien al eens heeft verslagen. De Europees kampioene beschouwt de week vooral als een prettige versto ring van de normale trainings- sleur. Een welkome extra prik kel in de voorbereiding op het nieuwe seizoen, waarin de Eu ropese Top-Twaalf en de we reldkampioenschappen de hoogtepunten moeten worden. Het bezoek van de Chinezen is voor het grootste deel de ver dienste van Li Ji Shu, die zich drie jaar geleden in Nederland vestigde en thans als bonds coach van de mannenploeg bij de NTTB in dienst is. Zijn land genoten wilden na de open Franse titelstrijd nog een weekje ergens in Europa trainen en klopten aan bij Li, die in eigen land nog steeds op behoorlijk wat waardering kan rekenen. Maar niet alleen dat respect heeft de Chinezen doen beslui ten in Hilversum hun trainings kamp op te slaan, zo wil Yiao Go Je doen geloven. „Het Ne derlandse tafeltennis staat op een hoog niveau. Vooral dat heeft de keuze bepaaldis de vrouwen-bondscoach beleefd. „In vergelijking met ons spelen de Nederlanders met veel meer 'power'. Dat kunnen wij van hun leren." De tijden zijn dus blijkbaar toch iets veranderd. Het Chine se tafeltennis voelt zich niet meer zo oppermachtig en heeft daar gezien de huidige resulta ten bij de mannen alle reden toe. Europeanen voeren daar de boventoon. De Chinese vrou wen staan wel nog op eenzame hoogte. De 48-jarige Yiao, die nauwelijks Engels praat en zijn antwoorden door Li laat verta len, geeft met een vriendelijke glimlach een verklaring. „De laatste jaren hebben zich bij de mannen wat minder talenten aangediend. Daardoor hebben we een achterstand opgelopen, maar die proberen we nu goed te maken. Hoe? Door onder meer het ontwikkelen van nieu we technieken." Verder meent Yiao dat het vertrek van enkele sterke Chine zen naar het buitenland, waar bij clubs vaak lucratieve con tracten klaarliggen, van invloed was èn is. „Voor het tafeltennis in de wereld is dat een goede zaak, voor het Chinese niveau natuurlijk niet. Je kunt er echter weinig tegen doen. In de toe komst zal het, denk ik, alleen maar erger worden", aldus Yiao. Geleund tegen de verwar ming en zwijgend volgt hij in de kille trainingszaal de verrichtin gen van zijn pupillen. Dit in te genstelling tot Vlieg of Li die re gelmatig de slagenwisselingen onderbreken. De Chinezen zorgden deze week sowieso voor de nodige verbaasde blik ken bij de Nederlanders. Dat begon al bij de 'warming-up' voor de eerste training. Terwijl Vriesekoop en consorten fana tiek de spieren opwarmden, za ten vooral de Chinese vrouwen nog wakker te worden. Voordat zij nun plaatsen achter de tafels opzochten, deden ze nog naar kleine oefeningen. Maar daar mee hield het op. „Chinezen trainen veel min der gevarieerd", weet Vriese koop, die al enkele stages in China achter de rug heelt. „Ze hebben maar enkele basisoefe ningen, die ze echter urenlang herhalen. Het Is allemaal heel simpel. Maar daarin ligt juist hun kracht." Hetgeen ze tijdens de eerste oefeninterlands meteen bewe zen. Dinsdag kregen de Neder landse vrouwen in Beverwijk op hun broek. Technisch directeur Jan Vlieg kan er niet mee zitten. Voor hem is het veel belangrij ker dat de Chinezen met een te vreden gevoel naar huis terug keren. Wellicht gaan dan in de toekomst „de deuren nog ver der open.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 23