UIT 9 De verbleekte ster van Jacques Herb moet weer stralen De wereld van Jeroen Bosch Jarenlange strijd om een gelijk loon 'Kinderen zijn bewuste mensjes' Rtv show gesproken WOENSDAG 2 DECEMBER 1992 12 Rowan Atkinson in f Humo: „Ik heb een grote aanhang van drieja- rigen. Zo zit visuele comedy nu een maal in elkaar: ze is infantiel, wreed en geweldda- dig." Rowan Atkinson opnieuw in Humo: „Vroeger ging ik wel eens voor de spiegel staan om te zien of ik grappig was als ik één wenk brauw op een bepaalde manier optrok, maar het hielp allemaal niet. Dus gaf ik het maar op." Bart Peeters in Humu: „Een van de manieren om in deze wereld te overleven is: hardnekkig in Sinterklaas blij ven geloven. Daar ben ik nu ze ker van. Ik heb de Sint één keer bloot gezien - hij nam namelijk een bad - en zelfs toen was hij absoluut heilig. Zijn Geheime Delen heb ik niet gezien: het betrof een schuimbad." Bart Peeters opnieuw in Hu mo: „Ik heb heel wisselende ge moedsstemmingen: van walge lijk extravert tot beklemmend introvert. Ik ben zowel iemand die op de tafel springt en het hele café begint te entertainen, als iemand die schuw langs de plint wegsluipt. Dat is soms heel vervelend, want zelfs tijdens een concert kan ik grondig van stemming wisselen. Maar schi zofrenie is geen schande." Paul de Leeuw in Oor „Onze gasten weten best dat ze me kunnen pakken op mijn dik- zijn, of op mijn homoseksueel zijn. We geven ze wel sugges ties, hoor. Als ik zeg: God, ben je kapper? Kom eens een keer langs, dan ligt het voor de hand dat die aangesprokene mij pro beert te pakken. Maar ik heb natuurlijk één voordeel. Ik ben enorm snel. Alert. Dus als ie mand iets tegen mij inbrengt dan kan ik daar meestal wel iets grappiger op reageren. Adelheid Roosen in Elsevier: „Op televisie kan je de dingen rauw laten zien. Zonder ze on derhevig te maken aan fatsoen. Dat is de paradox want televisie is natuurlijk fatsoensrakker nummer één. Mensen maken het medium fatsoenlijk en daar door wordt het de norm in de huiskamer. Het grappige van te levisie is dat iedereen er dag in dag uit mee leeft en als je met het medium eens iets anders wil doen dan de mensen gewend zijn komt er geen einde meer aan het geklaag. Dat achterlijke heb je bij theater absoluut niet." Adelheid Roosen: „Op televisie kun je dingen rauw laten zien." foto gpd Astrid Joosten in VARA TV-Ma- gazine: „Wat ik heb geleerd is dat je zeer zorgvuldig met succes moet omgaan. Ik dacht: wat eenmaal opgebouwd is, blijft wel. Maar succes is als een ont rouw vriendje. Als je succes niet koestert, niet op zijn juiste waarde weet te schatten, gaat het er met iemand anders van door. Ie moet het steeds op- Gerard loling in Privé: Er wordt wel van mij gezegd dat ik heel eigenwijs kan zijn en me niet schik naar de mensen. Dat zal dan wel. Maar wat ik echt wil dat doe ik ook. Ik heb ook heel wat knallende ruzies achter de rug, bonje met mijn mana ger Jan van Doom gehad en heus heel wat fouten ge maakt. Maar dat hoort, denk ik, bij het gevecht om het te maken." „Jacques Herb verdient een plaats in de top van onze nationale showbizz. Hij is een van de weinige zangers in ons land die het levenslied met gevoel en emotie kan brengen. Ik hoop dat hij de aandacht krijgt die hij verdient." Mary - Zangeres zonder Naam - Servaes her self was afgelopen maandag naar Amsterdam gekomen om Jacques Herb het eerste exem plaar te overhandigen van zijn nieuwe cd 'Een weg terug'. De titel is duidelijk: de 46-jarige zanger van het legendarische lied 'Manuela' werkt hard aan een come-back. Maandagavond stond hij voor een uitverkochte zaal in het Amsterdamse Paradiso. Collega's en enkele televisieploegen volgden hem op de voet. „Ik hoop dat Jacques weer hits zal scoren", sprak de Zangeres zonder Naam. „Dat is niet alleen goed voor Jacques, maar voor alle arties ten die het Nederlandstalige lied brengen." Zanger van het legendarische 'Manuelawerkt aan een come-back Gerry Bouma: „We konden kiezen: de nieuwe salarisregeling accepteren of weggaan." foto snoek Flairck wil volksmuziek doen herleven Haarlemse Gerry Bouma contra de KLM Gerry Bouma uit Haarlem, pur ser bij de KLM, heeft jarenlang moeten vechten om even veel betaald te krijgen voor haar werk als haar mannelijke colle ga's. Ze moest strijd voeren tot de Hoge Raad, voor ze in het gelijk werd gesteld. Vanavond in Dossier Weerwerk haar ervarin gen (2110 op Nederland 3). In 1979 kwam Gerry Bouma in vaste dienst bij de KLM als assistent-purser. Daarvoor had ze vijf jaar op contractbasis ge werkt. Ze ontdekte dat ze veel minder verdiende dan haar mannelijke collega's, die voor 1977 in dienst waren gekomen en hetzelfde werk deden. Vrou wen konden tot 1977 alleen op contractbasis werken. In 1977 ging de KLM om, en mochten vrouwen wèl in vaste dienst komen. Alleen niet voor hetzelfde salaris als de mannen die voor 1977 waren aangeno men. De belangenvereniging van het cabinepersoneel ging hiermee akkoord. Gerry Bouma en enkele andere collega's die al voor 1977 voor de KLM op con tractsbasis werkten, protesteer den. Bouma: „We konden kie zen: de nieuwe salarisregeling accepteren of weggaan." Vervolgens liet Bouma de zaak rusten, hoewel de verschil len in sommige gevallen oplie pen tot 1000 gulden bruto per maand. Gerry Bouma werd lid van de ondernemingsraad en begon in 1983 een studie politicologie. In 1985 werd ze purser. Door haar studie stuitte ze op de Wet Ge lijke Behandeling. Ze deed een verrassende ontdekking: wan neer een vrouw hetzelfde werk doet als een man en hetzelfde aantal dienstjaren heeft is de werkgever verplicht de vrouwen hetzelfde salaris te geven als haar mannelijke collega's. De Haarlemse zoekt contact met de Commissie Gelijke Be handelingvan mannen en vrou wen bij Arbeid en dient een klacht in tegen haar werkgever. Vervolgens stapt ze naar de be langenvereniging van cabine personeel, maar daar keurt men haar actie sterk af. Er is immers een akkoord tussen KLM en bond gesloten? De Commissie Gelijke Behan deling stelt Bouma in het gelijk, maar de directie van de KLM legt de uitspraak naast zich neer. Bouma schakelt een advo caat in om de zaak uit te zoe ken. In september 1987 spant ze bij de kantonrechter een proces aan tegen de KLM. De kosten voor de juridische bijstand wil ze verhalen op haar vakbond, omdat ze niet alleen voor haarzelf vecht, maar ook voor al die 180 vrouwen die minder betaald krijgen. Het be stuur van de bond weigert ech ter om de proceskosten te beta len. Uiteindelijk dwingt Gerry het bestuur middels een alge mene ledenvergadering om de portemonnaie te trekken. De kantonrechter stelt Gerry Bouma in het ongelijk, zonder zijn uitspraak toe te lichten. De Haarlemse gaat in hoger be roep, maar ook daar wordt haar eis tot gelijke behandeling afge wezen. Bouma aarzelt of ze moet doorgaan. „Ik wilde naar de Hoge Raad, maar twijfelde of ik mijn gelijk wel zou halen. Ik besloot toch te gaan. omdat niemand mij op een acceptabe le manier had kunnen uitleg gen, waarom ik minder betaald kreeg dan mijn collega's." Op 24 april 1992 doet de Ho ge Raad uitspraak: Gerry Bouma wint. Het uitbetalen van achter stallig loon gaat de KLM zo'n 4 miljoen gulden kosten (Dossier Weerwerk: de zaak- Bouma, vanavond, 21.10 uur, Nederland 3) De groep Flairck in de huidige samenstelling. Geheel rechts Erik Visser, oprichter en enig overgebleven groepslid van het eerste uur. foto gpd rik Visser, oprichter van de groep Flairck, heeft het I j druk. Hij is net terug van een toernee door Japan. JÊLmm^é „Ook een toemee is geen routine. Je geeft je voor de volle honderd procent, je kijkt om je heen, je praat met musici van het land, maakt kennis met hun instrumenten. We gaan er zo hard tegenaan, dat we ervan overtuigd zijn dat we ons voor tijdig het graf in werken." In de veertien jaar dat Flairck bestaat heeft de samenstelling van de groep nogal eens gewisseld. De meeste musici houden het gemiddeld zo'n vijf tot zes jaar uit. Visser: „In feite bestaat Flairck uit een verzameling solisten. Die formule is ook de ver klaring van het succes. Maar tegelijkertijd vorm je, zelfs als so listen, een groep. Je moet voortdurend, ondanks de ruimte voor improvisaties, muziek van een ander spelen. Die ander ben ik in negen van de tien gevallen. En ik houd weliswaar re kening met de persoonlijkheden van de groepsleden, maar het is toch voor hen een vorm van een dictaat." „Op een gegeven moment willen ze zichzelf meer ontplooi en. Ik vind dat logisch. Ik zou precies hetzelfde reageren. Daar bij komt de werkdruk. Het leven dat wij leiden slokt je hele maal op. Er is nauwelijks plaats voor een geordend privé-leven. Ik kan rustig stellen dat vrijwel alle relaties die we hadden, zijn misgelopen." Theater Vorig jaar ontstond bij Erik Visser het idee voor 'De Optocht', een theaterprogramma gebaseerd op de schilderijen van Jeroen Bosch. „Ik ben een Brabander, katholiek opgevoed, met processies, met carnaval. De wereld van Jeroen Bosch. Zijn schilderijen maken ook deel uit van m'n wereld. Daarbij komt: ik vond dat we met Flairck meer de kant uitmoesten van 'thea ter maken'. Nu ben ik inmiddels zo ver dat een beetje minder theater ook weer mag." Met De Optocht trok een bonte stoet mensen met vedels, fluiten, schalmeien, kromhoorns en draailieren door het land. Onlangs is een cd uitgekomen met een selectie uit het pro gramma. Visser: „Het is moeilijk om een genre aan te geven of een noemer waaronder we te vatten rijn. Het was vaak een combi natie van Oosteuropese en Keltische motieven. Dat was niet voor niets. In Nederland is niet zo veel volksmuziek overgele verd. Nog is het zo dat je als Nederlands musicus, ook vanuit je opleiding aan de conservatoria, slechts de keuze hebt tussen klassiek of jazz. Op volksmuziek kun je niet terugvallen. Wij vonden dat een gemis." Visser wilde iets van de sfeer oproepen die ons erfgoed is. Al dus verschijnen in De Optocht onder meer 'De Verloren Zoon', 'De Hooiwagen' en 'De Blauwe Schuit'. Vraatzuchtige nonnen en nietsnuttende rijkeluiszoontjes. Visser: „Met immer de waarschuwing: het is de hang naar materialisme dat je van de hemel afhoudt. Dat thema is op vrijwel alle schilderijen van Bosch terug te vinden. Die worsteling is natuurlijk van alle tij den." Niet perfect Erik Visser studeerde bouwkunde en werkte zelfs een tijdje op een architectenbureau. Toch koos hij voor de muziek. „We hebben de naam virtuoos te rijn en misschien zijn we dat soms ook wel. Maar je moet het niet overschatten. Ik zou niet graag een klassiek gitaarstuk spelen. Trouwens, in kringen van con servatoriummensen staan we helemaal niet zo hoog aange schreven. Terecht, vind ik." Aan de andere kant: technisch mogen we dan voor vakkrin gen niet perfect zijn, we pretenderen dat ook niet. Zo kijk en luister ik ook liever naar een zanger die dingen heeft meege maakt en zo z'n liedjes zingt. Z'n stem zal dan wel doorrookt zijn en zeker zangtechnisch niet perfect. Maar wat hij zingt gaèt dan ergens over. Over, eh, het leven?" AMSTERDAM KAREL BECKMANS Jacques Herb. Vergeten v»erd hij misschien, de zanger van de ongeëve naarde smartlap 'Manuela'. Maar juist dat maakt een come back voor de man met een traan in zijn stem tot een uitda ging. De verbleekte ster van Jac ques Herb moet, twintig jaar nadat hij met 'Manuela' de top pen van zijn roem bereikte, weer gaan stralen. „Ik wil nog één keer aanknopen bij het suc ces van toen." Jacques Herb stond toevallig ergens op straat in Amsterdam, toen twee voorbijgangers naar een affiche keken waarop een concert van de 46-jarige zanger werd aangekondigd. „Maar die is toch al lang dood?", zei de een tegen de ander. Herb kon erom lachen en heeft het twee tal maar in de waan gelaten. Binnenkort komt zijn nieuwe cd uit, er zijn weer optredens voor de televisie en afgelopen maan dag was er een groots opgezet come-backconcert in Paradiso. Als 6-jarige zong Jacques Herb al in de kroeg. Als tiener trad hij op tussen de schuifdeu ren. Daarna volgden de optre dens in kroegen en bij talenten jachten. Geheel in het zwart ge kleed, met een gitaar op zijn rug en op zijn bromfietsplaatje 'Black Jack' geschreven, toerde Jacques van Herp door zijn toenmalige woonplaats Den Haag. „Op mijn eerste gitaar speel de ik krampachtig enkele ak koorden. Na een hele middag studeren riep ik dan vanaf mijn kamer: 'moeder, kom eens luis teren'. Dan zong ik voor haar mijn eigen liedjes en nummers De doorbraak kwam tijdens de talentenjacht in 1970 in Scheve- ningen. Met zijn eigen nummer 'Toreador' liet Jacques Herb vierhonderd andere aanstor mende talenten achter zich. De finale werd op televisie uitge zonden, en naar die uitzending keek Pierre Kartner (Vader Abraham). Jacques Herb mocht bij hem plaatjes komen zingen op voorwaarde dat het Neder landstalig was. Zo werd 'Manu ela' geboren, een uit het Duits vertaalde Schlager, die bij de oosterburen geen potten kon breken. Voor Jacques Herb werd 'Ma nuela' binnen twee maanden het grootste succes uit zijn car rière. De plaat heeft veertig we ken in de nationale hitlijsten ge staan, waarvan vier weken op één. Goud en platina kreeg hij ervoor. Later volgden er num mers als 'Een man mag niet huilen' en het veel minder suc cesvolle 'Werkeloos'. Maar al na enkele jaren verbleekte de roem van Herb en stokte de plaatver koop. Scheidingen en andere persoonlijke tegenslagen wer den zijn deel. De echte liefhebbers van het Nederlandse lied weten dat Jac ques Herb (46) desondanks is blijven doorgaan. De zalen waar hij optrad werden kleiner. Hij bleef platen opnemen. Goud werd het niet meer, zijn in eigen beheer uitgebrachte plaat 'Ei genwijs' flopte. Hij bleef num mers schrijven voor zichzelf en, met iets meer succes, voor an deren. „Ik ben steeds blijven zingen. Ook toen ik merkte dat de plaatverkoop stokte. Ik bleef op treden, verhuisde naar België, had daar nog een tijdje een dis cotheek. Zingen is mijn lust en mijn leven, ik kan niet anders. Voor mij is elk optreden een soort talentenjacht. Ik zie nog steeds in het publiek tie juryle den klaarzitten om straks de bordjes met hun punten om hoog te houden. Die prikkel heb ik ook nodig. Het liefst zing ik li ve. Er moet kracht en overtui ging in je optreden zitten. Als je de spanning, die er altijd is tus sen publiek en artiest, hebt weggenomen, dan voel ik me goed. Na zo'n optreden ben ik ook helemaal leeg, maar dat geeft juist een goed gevoel." Film De ster van Jacques Herb is weer voorzichtig gaan glimmen sinds hij twee jaar geleden in de film 'De tranen van Maria Ma- chita' een van de hoofdrollen speelde. Regisseur Paul Ruven, een fan van Jacques Herb, be naderde hem voor deze gezon gen film. De zanger werkte toen aan plannen om in Duitsland zijn geluk te proberen met on der meer Napolitaanse liederen. Die plannen verdwenen in de ijskast. Het succes van Maria Machi- ta (onder meer bekroond met een Gouden Kalf) klonk ook door voor Jacques Herb. „Ik werd weer benaderd door men sen die met mij platen wilden opnemen. Ik werd bovendien vaker gevraagd om te komen zingen op televisie en in het theater. Ook merk je dat het Ne derlandse levenslied veel meer gewaardeerd wordt dan vroe ger. Het is niet alleen muziek voor wat je noemt campingpu- bliek. De tijd is rijp voor een co me-back. Na de vele teleurstel lingen die ik in de afgelopen ja ren heb gekend, ben ik er klaar voor. En als het nu niet lukt, kan ik het altijd nog in Duitsland proberen." Presentator Bas Westerweel breekt lans voor de jeugd Kinderen verdringen zich om Bas Wes terweel. Ze willen een handtekening van de pre sentator van Alles Kits! (elke za terdagochtend op Nederland 1). Westerweel is begonnen bij de radio, met jeugdprogramma's. „Eerst maakte ik Praatpaal 15 en daama Stennis en de Zwe vende Hemel voor de AVRO. In 1986 kwam ik voor het eerst op de televisie. Presentator Kas van lersel ging weg bij Toppop en toen vroegen ze of ik dat wilde gaan doen. Dat leek me wel wat. Ik werd natuurlijk ook een beetje gedreven door ijdelheid. ledereen vindt het leuk als hij waardering krijgt, maar ik wist helemaal niets van televisie. Ik werd gewoon in het diepe ge gooid." Zes jaar later heeft Wester weel de muziek en de radio achter zich gelaten. Hij presen teert nu elke zaterdag 'No time to waste' een Greenpeace milieuquiz en is te zien in ver schillende kinderprogramma's. „Een heleboel mensen zeggen dat ze heel erg milieubewust zijn. In de praktijk blijkt echter maar ongeveer 4 procent seri eus rekening met het milieu te houden. Het is soms doodeng wat er in de wereld gebeurt. Op een gegeven moment is het ge woon: op is op." Bas Westerweel zei meteen 'ja' toén hij werd gevraagd voor de de quiz. „Ik kom uit een ge zin waarin wordt nagedacht over bepaalde zaken. Het milieu is iets wat me bezighoudt. Ik kocht eerst bijvoorbeeld altijd pakken melk en nu alleen nog maar flessen. Maar je weet niet met wat voor produkten die flessen worden schoongemaakt Zo blijf je bezig." In de quiz vormen drie deel nemers een team dat de race te gen de klok moet winnen om moeder Aarde op symbolische wijze te redden. Kandidaten die onze planeet weten te 'redden' mogen een dag meevaren met het Greenpeaceschip de Solo. „De prijs moet een aardigheidje zijn", zegt Westerweel. „Dit is toch veel leuker dan geld of au to's?" Geen toontje In de jeugdprogramma's waarin Bas Westerweel te zien is, praat hij met kinderen vaak over de dingen van het leven. „Met kin deren kun je werkelijk overal over praten. Ze zijn veel harder en oprechter dan volwassenen. Onderling kunnen ze een kei harde strijd voeren over onder werpen als het milieu of de dood. Het zijn hele bewuste mensjes. Grote mensen houden vaak niet genoeg rekening met kinderen." Westerweel vindt het vooral belangrijk om zichzelf te blij ven. „Je moet tegen kinderen geen 'toontje' aanslaan. Ik pro beer altijd mezelf te blijven, dan kom je ook veel beter in contact met de kinderen. Het Klokhuis vind ik een heel goed jeugdpro gramma, maar daar wordt nog steeds minachtend over ge daan. Uitleggen waarom er geen smaak aan water zit, dat vind ik heel interessant. Vorig jaar is Het Klokhuis bijna van het scherm gehaald; dat is toch raar? Je zou trots moeten zijn op dat programma. Nu het weer goed loopt durven de hoge ba zen zelfs niet toe te geven dat het een goed programma is." De omroepen zouden volgens Westerweel samen jeugdtelevi- sie moeten maken. „Het Jeugd journaal is heel leuk voor kinde ren, zoiets zou 's ochtends ook mogelijk moeten zijn. Eigenlijk zou je een groep televisiema kers bij elkaar moeten zetten om samen een prachtig fanta sievol jeugdprogramma te laten maken." Jacques Herb: wellicht vergeten, maar nog lang niet uitgezongen. foto gpd van Mario Lanza en Elvis Pre sley. En dan zei ze: 'Nou jongen, geweldig.' Later in de café's ging de stekker uit de jukebox en dan zong ik wat de mensen wilden horen." Presentator Bas Westerweel: „Het milieu is iets wat me bezighoudt. Ik kocht eerst bijvoorbeeld altijd pakken melk en nu alleen nog maar flessen." foto gpd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 12