Uit liefde voor
het dier
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1993
A/s er in Nederland iets «"«voo«p
omstreden is, dan is het wel de
jacht. Voor- en tegenstanders
bestrijden elkaar te vuur en te
zwaard. Een compromis lijkt
nauwelijks mogelijk: je bent
voor öf tegen. Voor veel mensen
is het een gevoelskwestie want
aan de argumenten van jagers
en actieve antijagers valt vaak
geen touw vast te knopen.
Opmerkelijk in de hele
discussie is dat deze geen
invloed heeft op de
wildconsumptie in Nederland.
De vraag naar hazepepers,
konijnebouten, reeruggen en
zwijneragoüts is zo groot dat 85
procent van het wild moet
worden ingevoerd. Een
woordvoerder van Kritisch
Faunabeheer: „Er is een grote
kloof tussen de publieke opinie
in Nederland en wat er in de
praktijk gebeurt.
Het is een druilerige zaterdag
middag als de jagers op hun
jachtveld uit de auto's stappen.
De mannen in het groen willen anoniem blij
ven en ook het jachtveld mag niet met name
worden genoemd. „We hebben al toestanden
genoeg met stroperij", verklaart de jachthou-
der.
Consulent Gerrit van Hout van de landelij
ke jagersvereniging KNJV belooft ons „een
doodgewone jacht zonder cosmetica en een
eerlijk antwoord op alle vragen." Want als er
in Nederland iets omstreden is dan is het wel
de jacht. Voor- en tegenstanders bestrijden
elkaar te vuur en te zwaard.
Met vijf 'geweren' lopen we door een pas
aangeplant bosje. Al snel valt het eerste schot
hagel en wordt er een haas geveld. Op het
'tableau' liggen aan het eind van de dag uit
eindelijk vier hazen, acht fazanten, een ko
nijn en twee houtduiven. Met braadworst en
bier wordt de dag afgesloten in de weten
schap dat twee aangeschoten dieren de vol
gende dag nog zullen worden opgespoord:
„We doen er 5 het mogelijke aan om alles
binnen te halen. Een aangeschoten dier doet
ons pijn."
Weidelijkheid
De jagers zeggen zich vooral wildbeheerder
te voelen. Ook buiten het jachtseizoen, als ze
hun buks in het vet hebben gezet. „We bepa
len het afschot op grond van het aantal die
ren in het jachtveld. Dit jaar zijn er veel ha
zen, dus schieten we er wat meer dan andere
jaren. Meestal spreken we af dat we één haas
per 'geweer' schieten. Aan 'leegschieten'
doen we niet. We hebben vandaag wel dertig
hazen gezien en er vier geschoten. Dat is
voor ons normaal", aldus consulent Van
Hout van de Koninklijke Nederlandse Jagers
Vereniging.
Het afschot van het meest voorkomende
jachtwild hazen, konijnen, reeën, houtdui
ven, patrijzen en fazanten wordt met uit
eenlopende argumenten onderbouwd. Zoals:
afschot is bevorderlijk voor een gezonde
voortplanting, er wordt inteelt mee voorko
men, de landbouw wordt gevrijwaard van
overlast en de mens heeft recht om wild 'te
oogsten' zoals dat al eeuwenlang is gebeurd.
Daarmee, zo luidt de jagersboodschap,
draagt de jacht bij aan een goede wildstand.
I -*%. „Ja, het oogstprincipe ten behoeve
FOTO S ARCHIEF UNITED PHOTOS DE BOER en ANP
De warrige discussie tussen voor- en tegenstanders van de jacht
schade aan landbouwgewassen veroorzaken.
We hebben het onderzocht, maar het af
schieten van houtsnippen heeft geen nega
tieve invloed op het aantal houtsnippen in
Europa", aldus Van Hout. 'Wise use' is de
term die jagers hebben bedacht om aan te
geven dat niet meer wordt afgeschoten dan
de natuurlijke aanwas.
Kritiek op de praktijk van het jachtbedrijf
heeft volgens de jagers geleid tot een aantal
veranderingen die langzaam maar zeker door
het jagersvolk worden aanvaard. Het uitzet
ten van fazanten één dag voor de jacht, het
aanleggen van voerputjes om ongebreideld
eenden te kunnen schieten en 'broodjagerij'
in z'n algemeenheid gelden als 'not done'.
Het motto van de jacht is 'weidelijkheid', een
wat ongrijpbaar begrip dat kan worden sa
mengevat als een sportieve vorm van jagen,
waarbij de jager een natuurbeheerder met
geweer heet te zijn.
In de afgelopen tien jaar zijn maatregelen
genomen om het jachtbedrijf te veranderen,
naast wettelijke maatregelen die de regering
heeft opgelegd. Zo is een jachtcursus inge
voerd en hebben jagers zich vrijwel overal ge
organiseerd in wildbeheereenheden. Binnen
deze zogenoemde wbe's moeten jagers af
spraken maken over het aantal dieren dat
wordt gezamenlijk actie ondernomen om bij
voorbeeld wildspiegels langs wegen te plaat
sen teneinde aanrijdingen tussen reeën en
auto's te voorkomen.
Gastjagers
Blijft de vraag welke sancties bestaan tegen
jagers die codes en regels al dan niet wet
telijk opgelegd aan hun laars lappen. „Op
dit ogenblik bestaat de mogelijkheid van roy
ement uit de KNJV, maar probleem is na
tuurlijk wel dat maar driekwart van de onge
veer 40.000 jagers bij ons is aangesloten",
stelt Van Hout van de KNJV. „Eigenlijk willen
we komen tot een soort landelijk tuchtcolle
ge, waarin naast jagers ook de natuurbe
scherming en overheid zijn vertegenwoor
digd. Dit tuchtcollege zou de bevoegdheid
moeten krijgen om jachtakten in te trekken.
Daarnaast bevordert de komst van de wild
beheereenheden zeker ook de onderlinge
sociale controle."
De belangstelling voor
telt een van de jagers.
Waarom jaagt hij dan?Ach dat weet ik zelf
niet. Ik ging als 12-jarige al met mijn vgder
mee. Daarna moest ik er een tijdje niets meer
van hebben, maar ben ik toch weer begon
nen. Ik denk dat ik jaag uit liefde voor de die-
Er is een toenemende concurrentie van ja
gers zonder jachtveld die bereid zijn om 25
gulden of meer per hectare neer te tellen. De
jagers hopen dat de wbe's aan deze 'inbreke-
rij' paal en perk gaan stellen. Elders in het
land zijn in wbe-reglementen al boetebepa
lingen opgenomen als jagers terrein voor hun
neus van collega's wegkapen door veel
geld te bieden. Want, zo luidt de
redenering binnen sommi-
de jacht is groot. Jaar
lijks slagen zo'n duizend
deelnemers aan de jacht-
Voor jagers in spe is
evenwel onvoldoende jachtter-
beschikbaar. Velen zijn aan
gewezen op de mogelijkheid om te
schieten als 'gastjager'. Er wordt veel
geld betaald om een jachtterrein te pachten.
Vraag en aanbod zijn flink uit het lood gesla
gen, waardoor een flinke strijd om jachtter-
kan ontstaan. Vooral terreinen waar
jacht op ganzen en ander waterwild of wilde
zwijnen mogelijk is zijn erg in trek.
In het oostelijk deel van Nederland is nog
grotendeels sprake van 'boerenjacht'. Dat wil
zeggen dat mensen uit de streek jagen op ter
reinen van boeren met wie al lange tijd con
tacten bestaan. Vaak gaat de jacht van vader
op zoon over en geven grondeigenaren er de
voorkeur aan om de jacht te gunnen aan
mensen die ze al lang kennen, zonder dat
enorme bedragen op tafel behoeven
den gelegd. Soms wordt helemaal geen geld
gevraagd, maar ontvangen zij jaarlijks wat
hazen of een konijn.
Aan pacht, verzekering en jachtakte beta
len deze jagers duizenden guldens, los van de
aanschaf van uitrusting en patronen. „Dat
staat in geen verhouding tot de opbrengst.
Veel wild gaat naar de poelier, maar die be
taalt tussen de 7,50 en 15 gulden voor fazan
ten en hazen. Er moet dus dik geld bij", ver-
ge jagerskringen, het kopen
een peperduur jachtterrein
bevordert de broodjagerij. Simpel gezegd:
iemand die veel neertelt voor de jacht, wil
z'n geld en schiet er naar hartelust
op los.
Van een negatieve houding van het publiek
zeggen de jagers weinig te merken. „Er komt
wel eens iemand langs die het raampje open
draait en 'moordenaar' roept. Dat zijn dan al
tijd mensen die van buiten de streek komen.
Van mensen uit de buurt heb ik nog nooit
negatieve opmerkingen gehoord. Eén keer
kwam mijn dochtertje van school thuis en zei
'Vader, je bent een moordenaar'. Ik heb een
gesprek op school gehad en toen is alles op
gelost. Ik ben trouwens blij dat er nu een spe
ciaal scholenproject over de jacht bestaat.
Daar hebben al meer dan twintig scholen in
Overijssel aan meegedaan. Goede voorlich
ting is erg belangrijk", zegt een van hen.
De Stichting Kritisch Faunabeheer, de Ne
derlandse organisatie waarin de jachttegen-
standers zich hebben verenigd, is niet onder
de indruk van de veranderingen in de jacht-
wereld. Integendeel. Volgens bestuurslid
Harm Niesen zijn wildbeheereenheden en
het pleidooi voor een tuchtcollege vooral
maatregelen die louter zijn bedoeld om de
publieke opinie gunstig te stemmen. „Zo'n
tuchtcollege klinkt wel leuk maar wie contro
leert de jacht eigenlijk? Jachtopzieners zijn in
dienst van jachtcombinaties en zullen hun
eigen baas zeker niet aangeven. Ook de poli
tie is niet toegerust om de jacht te controle
ren. Zeker nu de veldpolitie is opgeheven en
de politie op het platteland moet inleveren
ten behoeve van de Randstad. Het komt er in
de praktijk op neer dat jagers kunnen doen
wat ze willen. Daar verandert ook een wild
beheereenheid niks aan", aldus Niesen.
Vandalisme
Als voorbeeld noemt Niesen het uitzetten
van fazanten. .Zolang ze nog in een hok zit
ten, kun je niets doen, want het houden van
fazanten is niet strafbaar. Als ze eenmaal zijn
losgelaten kun je ook niets doen, want wie
kan bewijzen dat een fazant is losgelaten?
Ook als er een vergunning voor uitzetten is
afgegeven, is controle moeilijk. Hoe wil je
vaststellen dat er honderd fazanten volgens
de vergunning zijn uitgezet en geen vierhon
derd?"
De KNJV wil volledig van het uitzetten van
fazanten af, laat KNJV-man Van Hout weten.
Enkele jagers zetten daar vraagtekens bij:
„We zetten jaarlijks 40 fazanten uit om nieuw
bloed in te brengen. Dat werkt uitstekend.
Dat uitzetten gebeurt in het voorjaar als de
fazanten gaan broeden. Fazanten uitzetten in
het jachtseizoen zoals wel gebeurt is belache
lijk. Je schiet dan op tamme kippen."
Kritisch Faunabeheer gelooft niet in her
vormingen van de jacht. „Het blijft een vorm
van sport waarbij het schieten voorop staat.
Het wild in Nederland hoeft helemaal niet te
worden beheerd. Jagers omkleden zichzelf
met een vals gevoel van deskundigheid om
de jacht als noodzakelijk te verkopen. Het is
een kwestie van oogsten. De rest is bijzaak
Jacht is een vorm van vandalisme. Voor een
boer die illegaal gif spuit kun je nog begrip
opbrengen. Voor de jacht niet, want er be
staat geen jenkele economische noodzaak",
aldus Niesen.
De komst van wildbeheereenheden noemt
Niesen vooral een publicitaire stunt: „In de
wildbeheereenheden zijn alleen jagers en
boeren opgenomen en geen natuurbescher
mers. Ze zijn vooral bedoeld om de belangen
van de jagers te behartigen, bij voorbeeld bij
landinrichtingen." Nog steeds, zo vinden de
tegenstanders van de jacht, worden jachtter
reinen verhuurd aan de hoogste bieder, zon
der dat wordt gekeken naar deskundigheid of
dat er controle wordt uitgeoefend.
Het stuit de Stichting Kritisch Faunabeheer
tegen de borst dat ook door veel natuurbe
schermingsorganisaties de jacht nog steeds
wordt verhuurd aan de hoogst biedende.
Niesen: „Natuurmonumenten heeft het be
kende 'nee, tenzij-principe' ingevoerd, maar
bij voorbeeld bij de provinciale landschap
pen wordt de jacht nog steeds verhuurd. Ook
Domeinen doet vrolijk mee als het om staats-
grond gaat. Al met al worden in Nederland in
en buiten natuurgebieden twee miljoen
dieren geschoten zonder dat daar
een reden voor bestaat."
Publieke opinie
alternatief van Kritisch Faunabeheer
is een natuurbeheer zonder jacht. „Wij vin
den dat er alleen moet worden gejaagd als de
wetenschappelijke noodzaak is aangetoond.
Maar dan geen jacht door sportjagers. We
voelen meer voor betaalde jagers in dienst
van de overheid. Je kunt dan levens kiezen
voor andere vormen van jacht dan het ge
weer. Misschien is het wel veel humaner om
dieren te vangen en elders
ten", oordeelt Niesen.
De hoog oplopende discussies over de
jacht spitsen zich dan ook vooral toe op de
vraag of er een noodzaak bestaat. Eindeloos
worden verhitte debatten gevoerd over vos
sen en eksters die de Nederlandse fauna zou
den bedreigen en reeën die zonder afschot
sterven aan akelige ziekten als gevolg van in
teelt en overbevolking. Tegenstanders wijzen
op het voor veel geld neerschieten van die
ren, waarbij het knallen zwaarder weegt dan
het beheer, zoals de zwijnenjacht op een af
gerasterde Veluwe. het schieten op uitgezette
fazanten en het afschieten van trekvogels en
ganzen die in Nederland overwinteren of
doortrekken.
De publieke opinie is het belangrijkste wa
pen van voor- en tegenstanders. Weliswaar is
jacht geen brandend onderwerp bij verkie
zingen. maar jagers vrezen dat groeiende an-
ti-jachtgevoelens onder de Nederlandse be
volking wel eens een luide stem in Den Haag
kunnen krijgen. „Er is een grote kloof tussen
de publieke opinie in Nederland en wat er in
de praktijk gebeurtvindt Niesen. Hij ver
wijst naar een opiniepeiling van Natuurmo
numenten. Ruim 70 procent van de Neder
landers zou tegen de jacht zijn. Een enquête
van de KNJV wees juist op het tegengestelde,
waarna gekrakeel uitbrak over de kwaliteit
van de peilingen.
Vaststaat dat jagers zich grote zorgen ma
ken over de anti-jachthouding die vooral on
der de bevolking in stedelijke gebieden wor
tel heeft geschoten. De mannen in het groen
vrouwen zijn in de jagerswereld betrekke
lijk zeldzaam verstoren de natuuridylle
van veel mensen als ze in het weekeinde de
benen strekken. Een compromis Hjkl DUMp
lijks mogelijk. Je bent voor of tegen jacht.
Voor veel mensen is die keuze een gevoels
kwestie, mede omdat aan de verwarde argu
menten van jagers en actieve anti-jagers nau
welijks een touw valt vast te knopen.
Opmerkelijk in de hele discussie is dat de
wildconsumptie in Nederland nauwelijks is
veranderd. Wanneer de jachthoorn weer
klinkt. presenteren vele restaurants uitgebrei
de wildkaarten met hazepepers, koni|nebou-
ten, reeruggen en zwijneragoüts. De con
sumptie is zo groot dat 85 procent van h$t
wild wordt ingevoerd, vooral uit Polen en
Tjechoslowakije. 'Wild' wordt zelfs al in
gevangenschap gefokt om aan de vraag
te kunnen voldoen.