Onvrede als ziekte Het wantrouwen van de verzekeringsmaatschappij en .M wmontrMKt? ZATERDAG 28 NOVEMBER 1992 ZATERDAGS "P én op de tien werkenden heeft last a van stress door de omstandighe- den op zijn werk. De meesten kunnen hier niets aan veranderen. Hun werkgevers zijn vaak niet bereid om er iets aan te doen. Integendeel: werkgevers maken het werk nemers vaak steeds moeilijker. „De druk neemt alleen maar toe. Nederlandse werkne mers produceren ontzettend veel. Ze worden geconfronteerd met reorganisaties, met nog meer pressie. Kijk maar naar de gezond heidszorg. Daar ligt de werkdruk heel hoog. Tijd voor verwerldng is er nauwelijks. Tijd voor patiëntenzorg evenmin. Daar gaan mensen aan onderdoor", stelt A. van der Zouwe, beleidsmedewerker van de Gemeen schappelijke Medische Dienst in Amsterdam. Sommige werknemers lopen meer risico dan anderen. Slechts 8,9 procent van de afge keurde werknemers met psychische proble men komt uit de agrarische sector. Daarente gen valt een carrière in de gezondheidszorg niet aan te bevelen. Meer dan 30 procent van de wao'ers in die sector heeft afgehaakt van wege de te hoog opgelopen psychische nood. Een baan in het bankwezen is evenmin een aanrader, evenals het zo rustig lijkende amb- tenarenbestaan. Onvhede De percentages jagen schrik aan. Maar enige relativering is op z'n plaats. Want dat iemand is afgekeurd omdat hij het werk psychisch niet meer aankan, wil allerminst zeggen dat hij daadwerkelijk gek is geworden. Integen deel, uit onderzoek blijkt dat maar liefst 85 procent van de afkeuringen niet is gebaseerd op een deskundig rapport. Er is geen psychi ater, psychotherapeut of psycholoog aan te pas gekomen. Velen belanden in de wao op basis van psychische klachten die niet zijn vastgesteld door een daartoe bevoegde arts. Prof. dr. R. Giel, hoogleraar sociale psychi atrie in Groningen, bevestigt dat beeld. „On vrede is geen ziekte, maar wordt wel steeds vaker vertaald in termen van ziekte. Het rhioet een naam en een etiket krijgen om hanteerbaar te zijn. De afgelopen tien jaar is steeds meer het etiket 'stoornis' opgeplakt, als mensen niet meer in staat waren om hun werk te doen." Ook volgens GMD-medewerker Van der Zouwe gaat het vaak om een labeltje. Zo werkt men in de wao met de diagnose 'aan passingsproblemen'. Dat is allerminst een ziekte. Het komt er op neer dat iemand niet met z'n collega's kan omgaan (of omge keerd), of het werk niet meer aankan. Maar er hoeft op zichzelf niets met betrokkene mis te zijn. „Alleen: betrokkene is niet in staat om op die plek weer aan de slag te gaan. En dan klinkt de diagnose 'aanpassingsproblemen' toch aardig", aildus Van der Zouwe. „Het is heel moeilijk om de grens te trek ken", legt ze uit. „Het begint in de Ziektewet. Je voelt je ziek, wordt vervolgens opgeroepen door de controlerend geneesheer van de ver zekering en die praat even met je. Als je tij dens zo'n gesprek aangeeft dat je het niet meer aankunt, blijf je ziek." Tijdens de ziektewetperiode (een jaar) vol gen nog enkele gesprekjes. Totdat de wao in zicht komt. De patiënt komt vervolgens te recht bij de Gemeenschappelijke Medische Dienst. Van der Zouwe: „Daar vindt een ge sprek van zo'n drie kwartier plaats. Op basis daarvan wordt besloten of iemand al dan niet tot de wao wordt toegelaten." INFOCRAPHIC GPD In het rapport 'Zorgen voor geestelijke ge zondheid in de toekomst' wordt met schrik geconstateerd dat er in 2010 bij ongewijzigd beleid 282.000 wao'ers met psychische klach ten zullen rondlopen (tegen 139.000 in 1980 en 212.000 in 1990). De samenstellers van het rapport wijzen er op dat „de maatschappij psychisch ziek zijn steeds meer is gaan belo nen. Wie psychisch ziek is heeft recht op een gegarandeerd inkomen." Dat het inkomen daadwerkelijk vrijwel ge garandeerd is blijkt uit het gegeven dat een maal afgekeurde wao'ers zelden worden her- Zit de dagelijkse gang naar het werk u tot hierU bent absoluut niet de enige. Velen zijn afgeknapt op hun werk en zitten inmiddels thuis. In de wao. Een kwart van alle wao'ers is om 'psychische redenen' afgekeurd. Een groot deel van hen zal nooit meer aan de slag kunnen. En toch zijn ze niet echt ziek. Althans, niet volgens de normen van de psychiater. keurd. „Herkeuring gebeurt eigenlijk alleen bij jongere wao'ers met lichamelijke klach ten", aldus GMD-medewerker Van der Zou we. Of de wao'ers voor hun klachten worden behandeld, onttrekt zich overigens aan het zicht van de uitkerende instantie. „Je kunt ie mand met psychische klachten niet dwingen zich te laten behandelen. Want juist in die categorie is vrijwilligheid een voorwaarde", meent Van der Zouwe. Slechts de helft van de doelgroep is ooit bij een Riagg of een psychiater geweest. A. Frie- sen, directeur van de Riagg in West-Brabant: „De hokjesgeest in de gezondheidszorg leidt soms tot vreemde uitwassen. De uitkerings instanties hebben geen psychiaters en psy chotherapeuten, maar keuren wèl mensen af. Er is geen toets of iemand werkelijk arbeids ongeschikt is en er is evenmin enige voort gangscontrole. Wij mogen ons echter niet op dat terrein bewegen." Het is overigens de vraag of het iets zou helpen om bij de afkeuringsprocedure psy chologen of psychiaters in te schakelen, zegt Giel. „Uiteindelijk komt het er toch op neer dat veel mensen niet in staat zijn om hun werk te hervatten. Of er nu wel of niet een psychiatrisch erkende diagnose kan worden gesteld." Friesen is er van overtuigd dat het aantal wao'ers zou kunnen worden beperkt als er bijtijds wordt ingegrepen. „In veel gevallen gaat het er om dat er een evenwicht ontstaat tussen de draaglast en de draagkracht. Aan de draaglast, de taken van iemand op het werk, in zijn thuissituatie, kunnen we als Riagg over het algemeen weinig veranderen. Maar we kunnen iemand wel leren leven met zijn probleem." Ingrijpen De deskundigen twijfelen er niet aan dat de wao zal blijven volstromen met 'probleemge vallen'. Friesen: „Het bedrijfsleven in Neder land vraagt veel van de medewerkers. De sa menleving stelt ook zware eisen aan sociaal gedrag. En ondertussen vallen andere struc turen weg. Daardoor krijgen steeds meer mensen de angst dat ze zich niet kunnen handhaven in de maatschappij. Uiteindelijk haken mensen af, komen terecht bij ons en (of) in de wao. Beter is als ze bij de Riagg ko men. Tachtig procent van de cliënten zegt baat te hebben bij de behandeling. En soms kunnen we ook wel iets doen aan de werk omstandigheden. Lukt dat niet, dan komen terug. Maar dat ligt dan niet aan de Bedrijfsgezondheidsdiensten en de ar beidsinspectie zouden niet alleen naar de li chamelijke belasting moeten kijken, maar ook bevoegdheden moeten krijgen op psy chisch terrein. „Aangepast werk kan soms problemen voorkomen. Maar wij kunnen niet ingrijpen in een bedrijfssituatie", stelt GMD-medewerker Van der Zouwe. Uit onderzoek blijkt dat 79 procent van de wao'ers pogingen doet om weer aan het werk te komen. Maar juist bij de mensen met psy chische klachten is dat riskant. Zij kunnen het snelst weer uit de boot vallen. „Als er op het werk niets is veranderd, komen de symp tomen weer terug. Daarom is het soms goed om mensen tegen zichzelf in bescherming te nemen en hun af te raden weer te snel aan het werk te gaan", aldus hoogleraar Giel. Dominee Lou de Graaf, momenteel voorzitter van de Ziekenfondsraad, probeerde in zijn functie als staatssecretaris van sociale zaken enkele jaren geleden voorzichtig de groei van de wao te beperken. „In het nieuwe stelsel van de gezondheidszorg komen er meer moge lijkheden om aan preventie en zorg te doen. Ik zou me kunnen voorstellen dat een bedrijf zegt: om problemen te voorkomen, bieden we in een vroegtijdig stadium allerhande vor men van hulp aan." De voorzitter van de Ziekenfondsraad is wel in Voor orginele oplossingen. Het idee om de dominee en de priester in het basis- palcket van de ziektekostenverzekeraars op te nemen (veel goedkoper dan een psycholoog of psychiater) vindt De Graaf allerminst on zinnig. Met een glimlach: „De financiering van ons stelsel leidt tot veel meer creativiteit. Er zullen zeker allerhande extra faciliteiten komen om de gezondheidsconsumptie be taalbaar te houden." ILLUSTRATIE TOM JANSSEN Bij de verzekeringsmaatschappijen groeit het wantrouwen ten opzichte van de claims. Ze zien fraudepogingen van verzekerden steeds meer uitgroeien tot een nationale sport. Dat wantrouwen is terecht, vindt Nederlands eerste 'ombudsman schadeverzekeringen HANS SONDERS ^_een hoedenplank in de auto, méér gereden dan de polislimiet van 12.000 kilometer per jaar, of het starten van een bedrijfje aan huis zonder dit de verzekeraar te melden? Voor een verze keringsmaatschappij stuk voor stuk redenen de schadeclaim bij diefstal uit de auto, een ongeval met het voertuig of brandschade in het bedrijfje niet te honoreren. Het staat im mers in de polisvoorwaarden. Zijn bij inbraak tevens huis- en autosleu tels gestolen? Vernieuw dan zo snel mogelijk de sloten overigens voor eigen rekening van zowel woning als vervoermiddel. Anders kan de verzekeringsmaatschappij zich beroe pen op 'onvoldoende vlijt en naarstigheid' van de kant van de verzekerde. En dit kan het recht op uitkering in gevaar brengen als on verlaten het opnieuw op huis en goed heb ben voorzien. Aanwezig bij een begrafenis van een dierbaar familielid? Tref extra voor zorgsmaatregelen. Indien het dievengilde op zo'n moment in huis toeslaat, zal de verzeke raar misschien nog wel uitkeren, maar grom mend. Men had er immers op bedacht moe ten zijn. Niets doen kan dus ernstige gevolgen heb ben. Dat ondervond ook een fabrieksdirec teur in Lienden wiens bedrijfsruimte tot de grond toe afbrandde, maar die het toch zon der schadevergoeding moet stellen. De Hoge Raad. Neerlands hoogste rechtscollege, be sliste onlangs dat de verzekeringsmaatschap Fraudepogingen als nationale sport pij niets van de zes ton schade behoeft uit te keren. De directeur van het bedrijf had im mers ook niets ondernomen om de brand te stoppen op het moment dat hij die ontdekte. Een opmerkelijke uitspraak: tot dan toe werd alleen niet uitgekeerd als duidelijk was dat de brand door de verzekerde was aangestoken. Het pleidooi van de raadsman van de be drijfsdirecteur dat dan toch op z'n minst de schade van vóór de ontdekking van de brand diende te worden vergoed, vond geen ge hoor. Mr. Kist, advocaat van de verzekerings maatschappij, vindt echter dat er recht is ge daan. „De man stond er bij en keek er naar. Ik weet niet wat erger is: de brand aansteken of er niets aan doen als de zaak eenmaal in de fik staat." Verzekeringsmaatschappijen staan steeds wantrouwender tegenover de schadeaangif ten van hun cliënten. Niet in de laatste plaats vanwege het torenhoge bedrag van 350 mil joen gulden, zijnde drie procent van het to taalbedrag aan schade-uitkeringen, dat naar schatting jaarlijks wegens frauduleuze claims wordt uitbetaald. Nederlands eerste Ombudsman Schade verzekeringen, prof. dr. Van Londen, vindt het echter onjuist verzekeraars van een te harde houding te betichten. „Het is de sa menleving die ze zo heeft gemaakt, hun wan trouwen is terecht. Want hoe eerlijk mensen ook zijn, ze zetten de schade vaak toch iets zwaarder aan dan juist is. De mensen moe ten ook niet denken dat ze tegen alles verze kerd zijn. Het komt voor dat verzekeraars moeten reageren met: sorry, maar die schade is volgens de polisvoorwaarden niet gedekt, terwijl de verzekerden dachten dat dit wel zo was. Verzekeraars mogen er daarbij van uit gaan dat verzekerden de 'normale zorgvul digheid' in acht nemen. En een videocamera in je tent achterlaten is dat zeker niet." De Ombudsman Schadeverzekeringen be middelt sinds 1 april 1991 bij conflicten tus sen verzekerde en verzekeraar. Zijn functie is in het leven geroepen door de overkoepelen de organisatie van verzekeringsmaatschap pijen, het Verbond van Verzekeraars. De maatschappijen zijn niet verplicht zijn advie zen op te volgen, maar de leden van het Ver bond zullen die wel zwaar laten wegen. Ten slotte hebben ze het klachteninstituut zelf opgericht. De eerste Ombudsman Schadeverzekerin gen ziet zijn functie als een direct gevolg van het zakelijker worden van de relatie verzeke raar-klant. „Principieel staan wij aan de kant van de verzekerde, daar beginnen we. Pas daama kijken we naar de argumenten van de verzekeringsmaatschappij." Vooral reisverzekeringen zijn berucht waar het gaat om niet-uitgekomen verwachtingen. „Dure spullen die uit de auto worden gesto len terwijl je in een wegrestaurant even wat eet, worden slechts met moeite vergoed. En zeker niet als er sprake is van overnachting", weet mr. C. A. Bontje van de Consumenten bond. Illustratief voor de weigerachtige houding van verzekeraars is de leeggestolen caravan van een familie die het vehikel een nachtje in de voortuin had geparkeerd. Het gezin was deze zomer noodgedwongen uit Frankrijk te ruggekeerd nadat men daar door de weg blokkades niet verder kon. Het reisdoel werd naar Scandinavië verlegd. Op weg daarheen leek de tussenstop thuis voor de hand te lig gen. De caravan werd voor die korte pauze niet uitgeruimd. Het is nog steeds onzeker of het gezin de gestolen spullen vergoed krijgt. De Ombudsman Schadeverzekeringen buigt zich er nu over. Bontje wijst er op dat de verzekerde wordt geacht 'als een goede huisvader' over zijn verzekerde spullen te waken. „Dat is een nor male gang van zaken. Als je niet verzekerd bent, moet je ook op je spullen letten." Hoe wantrouwend verzekeringsmaat schappijen ook tegenover klanten sta; is niet al te gelukkig met 'fraudeurtje' Van Looy uit de tv-reclamespots van de nieu we maatschappij Reaal. Deze ordinaire kleine sjoemelaar poogt keer op keer en op een op zichtige manier zijn verzekeringsmaatschap pij te flessen. Menige wenkbrauw in de direc tiekamers van verzekeringsmaatschappijen werd gefronst. Nam Reaal niet een al te groot risico? Zeker gezien de groeiende maatschap pelijke opvatting dat frauderen met verzeke ringen een sport is. Marketingmanager Groot van Reaal ziet dat niet zo. In het magazine van het Verbond van Verzekeraars zegt hij er van overtuigd te zijn dat de spots fraude niet bevorderen. „Sommige mensen zullen zich misschien als Van Looy gedragen, maar op het totaal komt fraude maar weinig voor. Voor het overgrote deel van de klanten gaat het niet op." Voorbeelden van ontdekte fraudepogingen tonen vooral de schaamteloosheid van de verzekerden. Wat te denken van de claim voor vergoeding van de 'gestolen' koffer met inhoud. Toen de verzekerde een vergelijk baar exemplaar werd getoond, bleken hierin bij lange na niet alle voorwerpen te passen die als gestolen waren opgegeven. Volgens de verzekeraars staan Nederlanders er bij Oos tenrijkse douanebeambten inmiddels om be kend niet alleen de politieaangifte van de 'ontvreemde' ski's te kunnen tonen, maar na enig aandringen ook de lange latten zelf. Van het bijschrijven van een 'eentje' voor het be drag van 80 francs op de doktersrekening, kijkt niemand in verzekeringsland meer op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 32