'Ik zie concours als concert'
Cultuur&Kunst
'Een stijl vind ik weerzinwekkend'
VERBIJSTEREND
O
Lanönima
Imperial
gevarieerd
WOENSDAG 25 NOVEMBER 1992
REDACTIE ANNEMIEK RUYGROK (CHEF) JAN RUSDAM SASKIA STOEIINGA
Midas Dekkers in Alphen
alphen aan den run» Midas Dekkers, bioloog en schrijver, maakt
met de Nieuwkoopse illustrator Han van Hagen zijn opwachting
in het literair café in Alphen. Morgenavond zijn zij om acht uur
in het Parktheater. Daar kan het publiek nader kennismaken
met de schrijver van onder meer 'Leve de dieren', 'Bestiarium',
'Het beest' en tal van andere boeken over de relatie mens en
dier. Van Han van Hagen, die twee van Dekkers' boeken illu
streerde is tot en met 3 december een tentoonstelling te zien in
de foyer van het theater. Openingstijden: ma. t/m vr. 10.00-12.00
uur, ma. t/m do. 14.00-16.00 uur. De bijeenkomst morgenavond
begint om 20.30 uur.
Klantgerichte kunstmarkt
leiden Ron van den Burg schildert wat de gemiddelde mens
naar zijn zeggen mooi vindt: zeegezichten, landschappen en
stillevens. Geen onbegrijpelijk abstract modernisme, maar figu
ratieve kunst. Werk van hem en een groep jonge kunstenaars is
donderdag 26, vrijdag 27 en zaterdag 28 november te koop in
het winkelcentrum op het Diamantplein.
Feestweek Zoeterwoude
zoETERWQUPE De restauratie van de Zoeterwoudse Dorpskerk is
afgerond. Reden voor een feestweek ter plekke. In dit kader tre
den vanavond het Trio Sonero en de volksdansgroep Achalay op
(20.15 uur). Morgenavond om zeven uur treedt kindertheater
Pardoes aan met 'De Toverspijker'. 'Flexibility The Sweetwold
Dixiestompers' brengen, de naam zegt het al, dixielandmuziek
op vrijdagavond (20.15 uur). De feestweek wordt zaterdagavond
besloten met een concert door 'II Preto Rosso'. Op het program
ma staan werken van Quantz, Telemann, Bach, Schaffrath.
Haydn, Bridge en Sammartini. Aanvang concert: 20.15 uur.
Vertellingen bij Silvester
leiden Het vertellerscollectief Silvester leest op drie vrijdag
avonden in de feestweken voor. Vrijdagavond 27 november is
Heer Hawein en de Groene Ridder te horen. Anne Brands vertelt
deze Arthur-legende en Marit van Delft begeleidt haar op de luit.
'Ragebol', 'Slimme Grietje' en 'De Bereman' worden op 11 de
cember gelezen door Anemoon van Schaijk, Kathleen van der
Weerd en Anne Brands. Zij worden begeleid door Frans Bouw
meester die de bamboefluit bespeelt. Tot slot wordt op 18 de
cember het Driekoningentryptiek verteld door Johan Versteyhe.
Hij bewerkte dit triptiek van Felix Timmermans ook. Aanvang
van de vertelavonden bij jeugdboekhandel Silvester, Rapenburg
17, is 20.15 uur. Toegang kost een tientje, jongeren tot 16 jaar
betalen de helft.
Record bezoekers Huisman Museum
workum Het Jopie Huisman Museum in Workum heeft in 1992
meer dan 165.000 bezoekers getrokken. Dat betekent een record
voor het totale museumbezoek in geheel Noord-Nederland. Het
museum verhuisde in februari naar een nieuw pand in de Friese
IJsselmeerstad. Bezoekers kunnen fot 1 december het werk van
de schilder en oud-lompenkoopman nog bewonderen, daarna is
tot 1 maart 1993 gesloten.
Fodor: 'Plannen museum heilloos'
amsterdam De adviesraad van museum Fodor in Amsterdam
heeft afwijzend gereageerd op het voornemen van cultuurwet
houder Ernst Bakker de functie van dit centrum voor hoofdste
delijke kunstenaars onder te brengen bij het Stedelijk Museum.
„Dit is een heilloze weg die binnen een paar jaar zal leiden tot
verdamping van deze fiünctie", aldus plaatsvervangend voorzit
ter Ruud Nederveen.
Leidse pianiste doet mee aan Nationaal Concours
De Leidse pianiste Brigitte Bovée doet mee aan het ze
vende Nationaal Concours van de Stichting Jong muziek
talent Nederland. Op zondag 29 november krijgt ze haar
vuurdoop, als ze in het conservatorium in Enschede drie
stukken speelt voor een jury met illustere leden als Gé-
rard van Blerk, Alwin Bar en Jan Wijn. Dat Wijn haar spel
moet beoordelen, vindt Bovée heel verwarrend; twee jaar
geleden kreeg ze nog les van hem.
leiden «wilfred simons
De 21-jarige Bovée leidt een
druk bestaan. Zij studeert niet
alleen piano aan het Haagse
conservatorium, maar ook
Frans aan de Leidse universiteit:
„Toen ik van het gymnasium af
kwam, heb ik besloten om pia
no te gaan studeren. Ik was daar
een tijdje mee bezig, toen ik
merkte dat ik het Frans toch
niet kon missen. Sindsdien doe
ik de studie erbij." Op de vraag
of dat niet moeilijk te combine
ren is, knikt ze: „Het is inder
daad druk. Straks komen er
voor Frans weer tentamens aan
en dan moet ik geestelijk over
schakelen. Dat is moeilijk, want
voor beide activiteiten heb ik
veel concentratie nodig."
Hoe haar toekomst eruit ziet,
weet Bovée nog niet: „Het leven
van een concertpianist is onge
looflijk zwaar. Zeker in Neder
land moet je alle concerten aan
pakken die je krijgen kunt, want
anders verdien je niet genoeg.
Ik weet niet of ik dat wel wil.
Het liefst zou ik het pianospelen
op de een of andere manier wil
len combineren met het Frans.
Bij een bedrijf werken wil ik niet
en lesgeven ook niet. Misschien
is wetenschappelijk onderzoek
een mogelijkheid."
Gewoon concert
Bovée houdt eigenlijk niet van
concoursen. Ze is aangemeld
door haar docent, Marcel Bau-
det. Bovée: „Ik zie het meer als
een concert dan als een con
cours. Een gewoon concert is
net zo spannend, je moet je dan
ook goed concentreren. Ik wil
wel graag weten wat de juryle
den van mijn spel vinden, daar
voor doe ik het ook een beetje.
Maar als je denkt: ik móet win
nen, dan ben je verkeerd bezig.
Het gaat om de muziek en ik
vind dat muziek en competitie
niets met elkaar te maken heb
ben."
Voor het concours heeft ze
drie stukken uitgekozen: de Pre
lude en Fuga in A van J.S. Bach
(„dat is een snel stuk"), het eer
ste deel van de Sonate opus 28
in D van Ludwig van Beethoven
en de Prélude, Choral en Fugue
van César Franck. Ze heeft deze
composities uitgekozen omdat
ze uit verschillende stijlperio
den dateren. Zo kan ze allerlei
facetten van haar spel laten
Toch heeft Bovée gedecideer
de ideeën over de 'stijl Bovée':
„Het spel moet eerlijk zijn. Je
kunt veel indruk maken met al
lerlei krachttoeren en een over
vloedig gebruik van rubato,
maar dat zijn trucjes en daar
houd ik niet van." Ze geeft
Franck als voorbeeld: „Als je
zijn werk héél romantisch
speelt, dan gaat het er altijd in.
Maar Franck was een ingetogen
religieus mens. Je moet daar
een middenweg tussen vinden.
Ik denk dat ik die nu wel heb
gevonden." Maar ze haast zich
om te zeggen: „Het kan natuur
lijk altijd beter. Iedere dag pro
beer ik nieuwe interpretaties
uit."
Over haar kansen wil Bovée
niets zeggen, al weet ze wel
waar ze zo ongeveer staat: „Ik
ken alle andere kandidaten in
mijn groep; voor een groot deel
zijn dat ook studenten van Bau-
det." Ze benadrukt echter dat er
veel onberekenbare elementen
zijn: „Het is erg afhankelijk van
mijn eigen stemming of van die
van de juryleden." Als ze wint,
is ze natuurlijk blij, maar ze
blijft relativeren: „Ik heb het
laatst nog eens nagekeken: van
de meeste prijswinnaars van het
Koningin Elisabeth-concours
heeft nooit meer iemand ge
hoord. Daartegenover staat
Brigitte Bovée: „Het kan natuurlijk altijd beter. Iedere dag probeer ik nieuwe interpretaties uit."
K ZUYDERDUIN
Martha Argerich, nu wereldbe
roemd, maar die heeft destijds
de voorronden niet eens over-
Voor schilder Hugo Claus is elke dag een nieuwe periode
ENSCHEDE HERMAN
Als schrijver is hij een jaarlijkse
kandidaat voor de Nobelprijs,
als schilder een betrekkelijk on
bekende. Toch maakte Hugo
Claus deel uit van de Cobra
groep en zit hij dagelijks enige
uren in zijn atelier. Een repre
sentatief deel van zijn werk, met
als thema het vrouwelijk naakt,
is momenteel te zien in Ensche
de.
Bij de deur van de lift, die zijn
appartement met het aardse le
ven beneden verbindt, staat
Hugo Claus een ogenblik stil.
Buiten valt de schemer van de
herfst over Antwerpen. Nee, hij
schuwt het vulgaire niet. Noch
in zijn boeken, noch in zijn
schilderijen en tekeningen. Het
hoort bij het leven en dus bij de
kunst. „Ze zullen zeggen dat het
porno is. Maar het vulgaire is
aan de kant van het vitale, aan
de kant van de kunst. Hoe kun
je Velazquez waarderen als je
niet naar pomo kijkt? Hoe kun
je een mooie vrouw beminnen
als je ook niet de liefde hebt be
dreven met een afzichtelijk ge
drocht?"
Hugo Claus is 63 jaar inmid
dels, maar hangt nog steeds met
hart en ziel aan het leven. „Ik
ben niet bang voor de dood, ik
ben bang voor het verval. Zo
gauw dat komt, mag het ook af
gelopen zijn." Van de tekenin
gen en aquarellen, die hij voor
Enschede selecteerde onder de
suggestieve noemer 'V.nus Vul
garis', druipt het vitalisme af:
knap gemaakte studies van
vrouwelijke naakten, soms in
obscene poses, die zich geleide
lijk oplossen in grote abstracte
vlekken op papier en vreemde
botachtige structuren. Het ba
nale en het verhevene gaan
hand in hand.
„Het zijn, op de keper be
schouwd, vieze tekeningen.
Maar ik laat het daar niet bij. Ik
ga verder. Mijn uitgangspunt is
steeds het reële leven. Of dat nu
een vrouw is, een bioscoopad
vertentie of de terugkeer van
Bobby Fischer aan de schaakta
fel. Wat ik heb geprobeerd is die
naakten te herleiden tot het
merg /e dienpn als voorstudie
god is. Zo'n Documenta: dat is
helemaal niets. Een zandbak
voor debiele kunstenaars, die
mongoloïde met elkaar en met
vage begrippen als originaliteit
mogen stoeien. Ik schaam me
er niet voor dat ik regelmatig
kopieer. En ik baseer me daarbij
op de Chinese schilderkunst,
waar het als een compliment
je
dat
schilderij als twee druppels
ter op een ander leek."
leefd. Er is een bepaald type overtuigd dat ware muzikaliteit
pianist dat het goed doet op altijd komt bovendrijven, con-
concoursen. Maar ik ben ervan cours of niet."
Chinese achterglasschilderingen
schildering op een glazen plaat
of aan de binnenzijde van een
glazen voorwerp is in Europa al
vele jaren oud. Sinds het begin
van de zestiende eeuw zijn
vooral in Zuid- en Midden-Eu
ropa en in de Nederlanden ach
terglasschilderingen gemaakt.
Die voorstellingen hebben
meestal een religieus karakter.
Ook in andere continenten
heeft de techniek van de achter-
glasschilderen haar toepassing
gevonden. In China is deze
schildertechniek waarschijnlijk
rond 1760 door Europeanen ge
in troduceerd.
Vijftien Chinese achterglasschil
deringen zijn vanaf 27 novem
ber te zien in het Rijksmuseum
voor Volkenkunde. De schilde
rijen tonen tafereeltjes van het
leven in het 18e eeuwse China.
De meeste aandacht gaat hier
bij uit naar de zuid-Chinese ha
venstad Canton en de daar in
de handel met westerlingen rijk
geworden Chinese 'havenba-
n'. De schilderingen zijn
met 14 februari 1993 te
Het aanbrengen
Hugo Claus:„Hoe kun je een mooie v
lijk gedrocht."
voor iets anders, dat verdergaat.
In die zin gaat dat verhaal van
pomo ook niet op."
Zijn activiteiten als schilder
zijn, zeker in Nederland, betrek
kelijk onbekend. Hoe verklaart
hij die geringe belangstelling
voor zijn schilderkunst? „Oh,
dat ligt voor het grootste deel
aan mezelf. Als je niet regelma
tig exposeert, val je buiten het
circuit. Voor velen bleef ik toch
de schrijver, die ook zo nodig
moest schilderen. Terwijl dat
niet zo is. Ik heb nooit een on
derscheid gemaakt tussen die
twee. Het is er gewoon allebei.
Maar in onze hokjesmaatschap
pij wordt zoiets niet geaccep
teerd."
Zijn eerste tekeningen in Co-'
bra-stijl maakte hij eind jaren
veertig. Later, in Parijs, woonde
hij met Comeille en Appel in
één huis. „Ach ja, we ontdekten
de spontaniteit. We moesten
het kind, de idioot, de zondags
schilder in onszelf wakker hou
den. Dingen, waar ik later ver
vandaan raakte. Natuurlijk deel
je bepaalde opvattingen, maar
ik bleef toch een buitenstaan
der."
Blaaskakerige momenten
„Het probleem was dat de
meeste Cobra-schilders zich al
vrij snel bezig gingen houden
met zoiets armzaligs als een
stijl. Ze klampten zich er
krampachtig aan vast: een mens
is steeds weer een cirkel met
twee ronde puntjes als ogen, en
meer van die onzin als vogelfi
guren en kinderkopjes. Op een
gegeven moment vond ik dat
erg verengend worden. Het was
eigenlijk ook in tegenspraak
met de aanvankelijke opzet van
Cobra, namelijk om alle feno
menen zo ontvankelijk mogen
te bekijken en dus niet onder
worpen aan het ordende pa
troon van een stijl. Op blaaska
kerige momenten denk ik wel
eens dat ik nog de enige Cobra
schilder ben."
Het werk van Hugo Claus
kenmerkt zich evenals zijn
romans door een grote reeks
stijlwisselingen. Het onderwerp
lijkt de stijl en de compositie te
bepalen. Zijn tekeningen en
schilderijen zijn soms abstract,
dan weer figuratief of zelfs clas
sicistisch. Wie het onder één
noemer wil vangen, loopt tel
kens vast. „Dat ik zo weinig ge-
exposeerd heb, heeft met die
veelvormigheid te maken. Ex
posities geven een onvolkomen
beeld. Wie deel wil hebben aan
wat ik maak, moet alles zien. Of
bijna alles. Mijn werk is een
vuilnisbak. Er zit van alles in.
Een stijl is weerzinwekkend,
omdat het de veelvormigheid
van het leven tekort doet. Zoiets
wil ik niet."
„De hedendaagse kunst is
voor mij vreemd. Mijn belang
stelling houdt in grote lijnen op
bij de Renaissance, als de mens
begint te denken dat hij zelf een
Aktueei kort leren veterlaarsie met rubberzooi. 36 t/m 42. In zwart kastanjebruin,
donkerbruin en bordeaux. Normaal 149.- Tot en met 5 december a.s. of zoveel QQ
eerder als de voorraad is uitverkocht voor de verbijsterende prijs van ww -
"Damesschoenen'
U ontdekt elke keer een andere Bijenkorf
RECENSIE MAARTEN BAANDERS
Voorstelling 'Afanya t'a poe a poe" door
Lanönima Imperial Genen 24/11
Schouwburg.
Leiden.
De Catalaanse dansgroep Lanö
nima Imperial trad vorig jaar in
het Holland Festival voor het
eerst in Nederland op. Spaanse
balletgroepen zijn onbekend in
Nederland en het bleek dat het
hoog tijd was dat daarin veran
dering kwam. Dit seizoen komt
de groep terug voor een tournee
door heel Nederland. Lanönima
Imperial is een gezelschap van
dansers die opvallen door een
knappe combinatie van soepel
heid en felle, trefzekere bewe
gingen en een uitstekende on
derlinge samenwerking.
Choreograaf Juan Carlos Gar-
da heeft een internationale
scholing als achtergrond. Hij
heeft, behalve in eigen land. ge
danst bij de Franse choreograaf
Gallota en is in de leer geweest
bij de Cunningham Dance Stu
dio in New York. Vooral de stijl
van Cunningham is te herken
nen in 'Afanya t'a poe a poe',
het programma dat gisteravond
in de Leidse Schouwburg werd
gedanst.
'Afanya t'a poe a poe' bestaat
uit drie delen, die door een
prachtige dramatische lijn met
elkaar verbonden worden. Deel
1 is als een waterstroom, waarin
de dansers één voor één invoe
gen en zich mee laten voeren
met golvende heup- en armbe
wegingen. Ze stralen iets non
chalants uit, maar ze bewegen
uiterst gedisciplineerd. Geleide
lijk worden de bewegingen fel
ler, soms zelfs extatisch, en de
dansers waaieren langs mooie
lijnen uit over de dansvloer.
Vanuit het water komen ze tot
leven. Het gevoel van een
stroom komt des te sterker over
doordat er een passage is waar
in er juist rechte lijnen gevolgd
worden, langs de zijden van een
rechthoek op de vloer.
Na deze hoofdzakelijk collec
tieve dans volgt deel 2, waarin
de dansers zich in een decor
van een kast met diverse ope
ningen en een divan tot levende
individuen ontwikkelen. Als
contrast met het doorstromen
worden de bewegingen nu tel
kens onderbroken: afwisselend
één maat dans en één maat stil
stand. De dansers gaan daarna
allerlei confrontaties met elkaar
aan in een zorgvuldig gecompo
neerd totaalbeeld van simultane
duetten, trio's en solo's. Er is
zoveel te zien: het eenzelvig spel
van een danser op de divan, een
verbeten gevecht, een wanho
pig naar elkaar reiken enz. Maar
de stemming wordt overheerst
door de eenzame, geïsoleerde
bewegingen waar elk contact
uiteindelijk in uitmondt. Werke
lijke harmonie met elkaar blijkt
niet bereikbaar. Er komen ook
groepsdansen voor, waarin ie
der zijn individuele bewegingen
blijft maken en zo bijdraagt tot
een prachtig, steeds wisselend
totaalbeeld.
De ernstige en trage stem
ming zet zich voort in het derde
deel, dat de neergang van het
uit het golvende water ontstane
leven laat zien. Lr heerst een
vermoeide sfeer, waarin de dan
sers steun bij elkaar zoeken en
allerlei rituelen uitvoeren met
dekens. De choreografie duurt
maar een uur, maar is zo rijk
aan beelden en bewegingen dat
er toch van een avondvullende
voorstelling gesproken kan wor
den.
Prentenkabinet
koopt tekeningen
Hans v. Leeuwen
AMSTERDAM/LEIDEN ANP
Dertien musea, waaronder het
Prentenkabinet van de Rijksuni
versiteit Leiden, en een aantal
gemeen te-archieven hebben
gisteren op een veiling bij het
veilinghuis Christie's in Amster
dam tekeningen gekocht uit de
collectie van Hans van Leeuwen
(1911). De veiling van ruim 500
tekeningen van 16e tot en met
vToeg 19e eeuwse meesters
heeft 1,85 miljoen gulden opge
bracht.
De vermaarde collectie geldt
als uniek door de eigen wijze
waarop Hans van Leeuwen mu
ziek en het verzamelen van te
keningen combineerde. Van
l eeuwen was van 1947 tot 1960
manager van het Concertge
bouworkest en van 1960 tot
1976 directeur van het Utrechts
Symphonic Orkest. Vanaf 1948
bouwde hii de veelzijdige col
lectie op. die in musea in bin
nen- en buitenland was te zien